Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake Octrooirecht
Artikel 12 Herstel van de rechten nadat het bureau heeft vastgesteld dat de nodige zorg is betracht of dat het verzuim onopzettelijk was
Geldend
Geldend vanaf 28-04-2005
- Bronpublicatie:
01-06-2000, Trb. 2001, 120 (uitgifte: 23-07-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-04-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2010, Trb. 2010, 326 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
1. [Verzoekschrift]
Een Verdragsluitende Partij zorgt ervoor dat, wanneer een aanvrager of eigenaar een termijn voor een handeling in een procedure voor het bureau niet in acht heeft genomen, en dit verzuim het verlies van rechten ten aanzien van een aanvraag of octrooi tot rechtstreeks gevolg heeft, het bureau de rechten van de aanvrager of eigenaar ten aanzien van de desbetreffende aanvraag of het desbetreffende octrooi herstelt, indien:
- i.
een verzoek daartoe bij het bureau wordt gedaan in overeenstemming met de in het Reglement van Uitvoering voorgeschreven vereisten;
- ii.
het verzoekschrift wordt ingediend, en aan alle vereisten ten aanzien waarvan de termijn voor de bedoelde handeling van toepassing is, binnen de in het Reglement van Uitvoering voorgeschreven termijn wordt voldaan;
- iii.
in het verzoekschrift de redenen worden vermeld waarom de vastgestelde termijn niet in acht is genomen; en
- iv.
het bureau vaststelt dat het verzuim de termijn in acht te nemen is ontstaan ondanks dat in het onderhavige geval de nodige zorg is betracht of, naar keuze van de Verdragsluitende Partij, dat de vertraging onopzettelijk was.
2. [Uitzonderingen]
Van geen enkele Verdragsluitende Partij wordt verlangd dat rechten uit hoofde van het eerste lid worden hersteld ten aanzien van de in het Reglement van Uitvoering voorgeschreven uitzonderingen.
3. [Taksen]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat ten aanzien van een verzoekschrift uit hoofde van het eerste lid een taks wordt betaald.
4. [Bewijzen]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een verklaring of andere bewijzen ter ondersteuning van de in het eerste lid, onder iii, bedoelde redenen bij het bureau worden ingediend binnen een door het bureau vastgestelde termijn.
5. [Gelegenheid tot het leveren van commentaar in geval van een voorgenomen weigering]
Een verzoekschrift uit hoofde van het eerste lid kan niet, geheel of ten dele, worden geweigerd zonder dat de verzoekende partij in de gelegenheid wordt gesteld binnen een redelijke termijn commentaar te leveren op de voorgenomen weigering.