Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake Octrooirecht
Reglement van Uitvoering van het Verdrag inzake Octrooirecht
Geldend
Geldend vanaf 28-04-2005
- Bronpublicatie:
01-06-2000, Trb. 2001, 120 (uitgifte: 23-07-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-04-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2010, Trb. 2010, 326 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Regel 1. Definities
1. [‘Verdrag’; ‘artikel’]
a
In dit Reglement van Uitvoering wordt onder het woord ‘Verdrag’ verstaan het Verdrag inzake octrooirecht.
b
In dit Reglement van Uitvoering verwijst het woord ‘artikel’ naar het desbetreffende artikel van het Verdrag.
2. [In het Verdrag omschreven definities]
De in artikel 1 voor de toepassing van het Verdrag omschreven definities hebben dezelfde betekenis voor de toepassing van het Reglement van Uitvoering.
Regel 2. Details met betrekking tot de in artikel 5 bedoelde datum van indiening
1. [Termijn ingevolge artikel 5, derde lid en vierde lid, letter b]
Onverminderd het tweede lid, bedragen de termijnen bedoeld in artikel 5, derde lid en vierde lid, letter b, niet minder dan twee maanden, te rekenen vanaf de datum van de in artikel 5, derde lid, bedoelde kennisgeving.
2. [Uitzondering op de termijn ingevolge artikel 5, vierde lid, letter b]
Wanneer geen kennisgeving ingevolge artikel 5, derde lid, is gedaan omdat geen gegevens zijn ingediend die het bureau in staat stellen met de aanvrager in contact te treden, bedraagt de in artikel 5, vierde lid, letter b, bedoelde termijn ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum waarop een of meerdere in artikel 5, eerste lid, letter a, bedoelde onderdelen voor het eerst door het bureau zijn ontvangen.
3. [Termijnen ingevolge artikel 5, zesde lid, letters a en b]
De in artikel 5, zesde lid, letters a en b bedoelde termijnen bedragen:
- i.
wanneer een kennisgeving ingevolge artikel 5, vijfde lid, is gedaan, ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving;
- ii.
wanneer geen kennisgeving is gedaan, ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum waarop een of meerdere in artikel 5, eerste lid, letter a, bedoelde onderdelen voor het eerst door het bureau zijn ontvangen.
4. [Vereisten ingevolge artikel 5, zesde lid, letter b]
Onverminderd Regel 4, punt 3, kan elke Verdragsluitende Partij verlangen dat, ten behoeve van de vaststelling van de datum van indiening ingevolge artikel 5, zesde lid, letter b:
- i.
een afschrift van een eerdere aanvraag wordt ingediend binnen de ingevolge punt 3 toepasselijke termijn;
- ii.
een door het bureau waar de eerdere aanvraag is ingediend gewaarmerkt afschrift van de eerdere aanvraag en van de datum van indiening van de eerdere aanvraag op verzoek van het bureau wordt ingediend, binnen een termijn van ten minste vier maanden, te rekenen vanaf de datum van een dergelijk verzoek, of binnen de termijn die van toepassing is ingevolge Regel 4, punt 1, naar gelang welke termijn eerder verstrijkt;
- iii.
wanneer de eerdere aanvraag niet is gesteld in een door het bureau aanvaarde taal, een vertaling van de eerdere aanvraag wordt ingediend binnen de ingevolge het derde lid toepasselijke termijn;
- iv.
het ontbrekende gedeelte van de beschrijving of de ontbrekende tekening volledig in de eerdere aanvraag is opgenomen;
- v.
de aanvraag, op de datum waarop een of meerdere in artikel 5, eerste lid, letter a, bedoelde onderdelen voor het eerst door het bureau werden ontvangen, een aanduiding bevatte dat de inhoud van de eerdere aanvraag door middel van een verwijzing hierin was opgenomen;
- vi.
een aanduiding wordt ingediend, binnen de ingevolge punt 3 geldende termijn, van de plaats waar, in de onder iii bedoelde eerdere aanvraag of vertaling, het ontbrekende gedeelte van de beschrijving of de ontbrekende tekening is opgenomen.
5. [Vereisten ingevolge artikel 5, zevende lid, letter a]
a
In de in artikel 5, zevende lid, letter a, bedoelde verwijzing naar de eerder ingediende aanvraag wordt vermeld dat, ten behoeve van de datum van indiening, de beschrijving en de tekeningen worden vervangen door de verwijzing naar de eerder ingediende aanvraag; in de verwijzing wordt eveneens het nummer van die aanvraag vermeld, alsmede het bureau waarbij de aanvraag is ingediend. Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat in de verwijzing tevens de datum van indiening van de eerder ingediende aanvraag wordt vermeld.
b
Onverminderd Regel 4, punt 3, kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat:
- i.
een afschrift van de eerder ingediende aanvraag en, wanneer de eerder ingediende aanvraag niet is gesteld in een door het bureau aanvaarde taal, een vertaling van die eerder ingediende aanvraag, bij het bureau wordt ingediend binnen een termijn die ten minste twee maanden bedraagt, te rekenen vanaf de datum waarop de aanvraag met daarin de in artikel 5, zevende lid, letter a, bedoelde verwijzing door het bureau is ontvangen;
- ii.
een gewaarmerkt afschrift van de eerder ingediende aanvraag bij het bureau wordt ingediend binnen een termijn die ten minste vier maanden bedraagt, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag met daarin de in artikel 5, zevende lid, letter a, bedoelde verwijzing.
c
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat de in artikel 5, zevende lid, letter a, bedoelde verwijzing een eerder ingediende aanvraag vermeldt die door de aanvrager, diens rechtsvoorganger of diens rechtsopvolger is ingediend.
6. [Uitzonderingen ingevolge artikel 5, achtste lid, onder ii]
De in artikel 5, achtste lid, onder ii, bedoelde typen aanvragen zijn:
- i.
afgesplitste aanvragen;
- ii.
aanvragen voor continuering of gedeeltelijke continuering;
- iii.
aanvragen door nieuwe aanvragers ten aanzien van wie het recht op een uitvinding die het voorwerp vormde van een eerdere aanvraag, is erkend.
Regel 3. Details betreffende de toepassing ingevolge artikel 6, eerste, tweede en derde lid
1. [Verdere vereisten ingevolge artikel 6, eerste lid, onder iii]
a
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een aanvraagr[lees: aanvrager] die wenst dat een aanvraag wordt behandeld als een afgesplitste aanvraag ingevolge Regel 2, punt 6, onder i, vermeldt:
- i.
dat hij wenst dat de aanvraag als zodanig wordt behandeld;
- ii.
het nummer en de datum van indiening van de aanvraag waarvan de aanvraag is afgesplitst.
b
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een aanvrager die wenst dat een aanvraag wordt behandeld als een aanvraag ingevolge Regel 2, punt 6, onder iii, vermeldt:
- i.
dat hij wenst dat de aanvraag als zodanig wordt behandeld;
- ii.
het nummer en de datum van indiening van de eerdere aanvraag.
2. [Aanvraagformulier ingevolge artikel 6, tweede lid, letter b]
Een Verdragsluitende Partij aanvaardt de presentatie van de in artikel 6, tweede lid, letter a, bedoelde inhoud:
- i.
op een aanvraagformulier, indien dat formulier overeenkomt met het aanvraagformulier van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, met eventuele wijzigingen ingevolge Regel 20, punt 2.
- ii.
op een aanvraagformulier van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, indien dat formulier vergezeld gaat van een aanduiding dat de aanvrager wenst dat de aanvraag wordt behandeld als een nationale of regionale aanvraag, in welk geval het aanvraagformulier wordt geacht de onder i bedoelde wijzigingen te behelzen;
- iii.
op een aanvraagformulier van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien met een aanduiding dat de aanvrager wenst dat de aanvraag wordt behandeld als een nationale of regionale aanvraag, indien een dergelijk formulier ingevolge het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien beschikbaar is.
3. [Vereisten ingevolge artikel 6, derde lid]
Een Verdragsluitende Partij kan, ingevolge artikel 6, derde lid, een vertaling verlangen van de titel, de vorderingen en het uittreksel van een aanvraag gesteld in een door het bureau aanvaarde taal, naar andere door dat bureau aanvaarde talen.
Regel 4. Beschikbaarheid van een eerdere aanvraag ingevolge artikel 6, vijfde lid, en regel 2, punt 4, of van een eerder ingediende aanvraag ingevolge Regel 2, punt 5, letter b
1. [Afschrift van een eerdere aanvraag ingevolge artikel 6, vijfde lid]
Onverminderd het derde lid, kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat een afschrift van de eerdere in artikel 6, vijfde lid, bedoelde aanvraag bij het bureau wordt ingediend binnen een termijn die ten minste 16 maanden bedraagt, te rekenen vanaf de datum van die eerdere aanvraag of, wanneer sprake is van meer dan één dergelijke eerdere aanvraag, te rekenen vanaf de eerste datum van indiening van die eerdere aanvragen.
2. [Waarmerking]
Onverminderd punt 3, kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat het in punt 1 bedoelde afschrift en de datum van indiening van de eerdere aanvraag als juist worden gewaarmerkt door het bureau waarbij de eerdere aanvraag is ingediend.
3. [Beschikbaarheid van een eerdere aanvraag of van een eerder ingediende aanvraag]
Geen enkele Verdragsluitende Partij verlangt indiening van een afschrift of een gewaarmerkt afschrift van de eerdere aanvraag of waarmerking van de datum van indiening als bedoeld in punt 1 en 2 en in Regel 2, punt 4, of een afschrift of gewaarmerkt afschrift van de eerder ingediende aanvraag als bedoeld in Regel 2, punt 5, letter b, wanneer de eerdere aanvraag of de eerder ingediende aanvraag bij haar bureau is ingediend, of voor dat bureau beschikbaar is bij een digitale bibliotheek die met dat doel door het bureau wordt aanvaard.
4. [Vertaling]
Wanneer de eerdere aanvraag niet is gesteld in een door het bureau aanvaarde taal en de geldigheid van het beroep op voorrang relevant is voor de vaststelling of octrooi kan worden verleend voor de betrokken uitvinding, kan de Verdragsluitende Partij van de aanvrager verlangen dat, op verzoek van het bureau of van de bevoegde autoriteit, een vertaling van de in punt 1 bedoelde eerdere aanvraag wordt ingediend door de aanvraagr[lees: aanvrager] binnen een termijn van ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum van dat verzoek, en ten minste binnen de termijn die ingevolge dat punt mogelijk van toepassing is.
Regel 5. Bewijs ingevolge artikel 6, zesde lid, en artikel 8, vierde lid, letter c, en Regel 7, punt 4, Regel 15, punt 4, Regel 16, punt 6, Regel 17, punt 6, en Regel 18, punt 4
Wanneer het bureau de aanvrager, eigenaar of andere persoon ervan kennis geeft dat ingevolge artikel 6, zesde lid, of artikel 8, vierde lid, letter c, of Regel 7, punt 4, Regel 15, punt 4, Regel 16, punt 6, Regel 17, punt 6, of Regel 18, punt 4, bewijs vereist is, wordt in de kennisgeving de reden vermeld waarom het bureau twijfelt aan de waarheid van de aangelegenheid, de aanduiding of de handtekening, of de juistheid van de vertaling, naar gelang hetgeen het geval is.
Regel 6. Termijnen betreffende de aanvraag ingevolge artikel 6, zevende en achtste lid
1. [Termijnen ingevolge artikel 6, zevende en achtste lid]
Onverminderd punten 2 en 3, bedragen de in artikel 6, zevende en achtste lid bedoelde termijnen ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum van de in artikel 6, zevende lid, bedoelde kennisgeving.
2. [Uitzondering op de termijn ingevolge artikel 6, achtste lid]
Onverminderd punt 3 bedraagt de in artikel 6, achtste lid bedoelde termijn, wanneer een kennisgeving ingevolge artikel 6, zevende lid, niet is gedaan omdat geen gegevens zijn ingediend die het bureau in staat stellen in contact te treden met de aanvrager, ten minste drie maanden, te rekenen vanaf de datum waarop een of meerdere van de in artikel 5, eerste lid, letter a, bedoelde onderdelen voor het eerst door het bureau zijn ontvangen.
3. [Termijnen ingevolge artikel 6, zevende en achtste lid, betreffende de betaling van aanvraagtaks in overeenstemming met het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien]
Wanneer ingevolge artikel 6, vierde lid, te betalen taksen ten aanzien van de indiening van de aanvraag niet worden betaald, kan een Verdragsluitende Partij, ingevolge artikel 6, zevende en achtste lid, termijnen voor betaling vaststellen, ook voor late betaling, die hetzelfde zijn als die welke van toepassing zijn ingevolge het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien met betrekking tot de basistaks-component van de internationale taks.
Regel 7. Details inzake machtiging ingevolge artikel 7
1. [Andere procedures ingevolge artikel 7, tweede lid, letter a, onder iii]
De in artikel 7, tweede lid, letter a, iii, bedoelde andere procedures waarvoor een Verdragsluitende Partij niet de benoeming van een gemachtigde kan verlangen, zijn:
- i.
de indiening van een afschrift van een eerdere aanvraag ingevolge Regel 2, punt 4;
- ii.
de indiening van een afschrift van een eerder ingediende aanvraag ingevolge Regel 2, punt 5, letter b.
2. [Benoeming van een gemachtigde ingevolge artikel 7, derde lid]
a
Een Verdragsluitende Partij aanvaardt dat de benoeming van een gemachtigde aan het bureau wordt medegedeeld in:
- i.
een aparte mededeling (hierna te noemen een ‘volmacht’), ondertekend door de aanvrager, eigenaar of andere belanghebbende en waarin de naam en het adres van de vertegenwoordiger zijn vermeld; of, ter keuze van de aanvrager,
- ii.
het in artikel 6, tweede lid, bedoelde aanvraagformulier, dat door de aanvrager wordt ondertekend.
b
Een enkele volmacht volstaat, zelfs wanneer deze betrekking heeft op meer dan een aanvraag of octrooi van dezelfde persoon, of één of meer aanvragen en één of meer octrooien van dezelfde persoon, mits alle betrokken aanvragen en octrooien in de enkele volmacht zijn vermeld. Een enkele volmacht volstaat eveneens, zelfs wanneer deze, onder voorbehoud van de door de benoemde persoon aangegeven uitzonderingen, betrekking heeft op alle bestaande en toekomstige aanvragen of octrooien van die persoon. Het bureau kan verlangen dat, wanneer deze enkele volmacht op papier of op een andere door het bureau toegestane wijze is ingediend, hiervan een apart afschrift wordt ingediend voor elke aanvraag en elk octrooi waarop de volmacht betrekking heeft.
3. [Vertaling van de volmacht]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat, indien de volmacht niet is gesteld in een door het bureau aanvaarde taal, deze vergezeld gaat van een vertaling.
4. [Bewijs]
Een Verdragsluitende Partij kan alleen verlangen dat bij het bureau bewijs wordt ingediend wanneer het bureau redelijke grond voor twijfel heeft omtrent de waarheid van een aanduiding in één van de mededelingen zoals bedoeld in punt 2, letter a.
5. [Termijnen ingevolge artikel 7, vijfde en zesde lid]
Onverminderd punt 6 bedragen de in artikel 7, vijfde en zesde lid, bedoelde termijnen ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum van de in artikel 7, vijfde lid, bedoelde kennisgeving.
6. [Uitzondering op de in artikel 7, zesde lid, bedoelde termijn]
Wanneer een in artikel 7, vijfde lid, bedoelde kennisgeving niet is gedaan omdat gegevens die het bureau in staat stellen in contact te treden met de aanvrager, de eigenaar of een andere belanghebbende niet zijn ingediend, bedraagt de in artikel 7, zesde lid, bedoelde termijn ten minste drie maanden, te rekenen vanaf de datum van aanvang van de in artikel 7, vijfde lid, bedoelde procedure.
Regel 8. Indiening van mededelingen ingevolge artikel 8, eerste lid
1. [Op papier ingediende mededelingen]
a
Onverminderd de artikelen 5, eerste lid, en 8, eerste lid, letter d, kan een Verdragsluitende Partij na 2 juni 2005 de indiening van mededelingen op papier uitsluiten of kan zij de indiening van mededelingen op papier blijven toestaan. Tot die datum staan alle Verdragsluitende Partijen de indiening van mededelingen op papier toe.
b
Onverminderd artikel 8, derde lid en letter c, kan een Verdragsluitende Partij vereisten voorschrijven met betrekking tot de vorm van mededelingen op papier.
c
Wanneer een Verdragsluitende Partij indiening van mededelingen op papier toestaat, staat het bureau de indiening van mededelingen op papier toe in overeenstemming met de vereisten ingevolge het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien met betrekking tot de vorm van mededelingen op papier.
d
Onverminderd letter a kan een Verdragsluitende Partij, wanneer de ontvangst of verwerking van een mededeling op papier, als gevolg van haar aard of omvang, niet praktisch wordt geacht, verlangen dat die mededeling in een andere vorm of via een ander medium wordt ingediend.
2. [Mededelingen ingediend in elektronische vorm of door middel van elektronische media]
a
Wanneer een Verdragsluitende Partij de indiening van mededelingen bij haar bureau in een bepaalde taal in elektronische vorm of door middel van elektronische media toestaat, met inbegrip van de indiening van mededelingen via telegraaf, telex, fax of een soortgelijk medium, en vereisten op die Verdragsluitende Partij van toepassing zijn ingevolge het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien met betrekking tot in elektronische vorm of door middel van elektronische media in die taal ingediende mededelingen, staat het bureau de indiening van de mededelingen in elektronische vorm of door middel van elektronische media in de genoemde taal toe, in overeenstemming met die vereisten.
b
Een Verdragsluitende Partij die indiening van mededelingen bij haar bureau in elektronische vorm of door middel van elektronische media toestaat, geeft het Internationaal Bureau kennis van de vereisten uit hoofde van haar toepasselijke wetgeving met betrekking tot een dergelijke indiening. Dergelijke kennisgevingen worden door het Internationaal Bureau openbaar gemaakt in de taal waarin zij zijn gesteld en in de talen waarin de authentieke en officiële verdragsteksten ingevolge artikel 25 zijn gesteld.
c
Wanneer een Verdragsluitende Partij, ingevolge letter a, indiening van mededelingen via telegraaf, telex, fax of een soortgelijk medium toestaat, kan zij verlangen dat het origineel van een document dat door middel van dergelijke media is verzonden, vergezeld van een brief waarin die eerdere verzending wordt vermeld, op papier bij het bureau wordt ingediend binnen een termijn van ten minste een maand, te rekenen vanaf de datum van de verzending.
3. [In elektronische vorm of door middel van elektronische media ingediende afschriften van op papier ingediende mededelingen]
a
Wanneer een Verdragsluitende Partij indiening van een afschrift, in elektronische vorm of door middel van elektronische media van een mededeling, op papier ingediend in een door het bureau aanvaarde taal, toestaat, en ingevolge het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien vereisten op die Verdragsluitende Partij van toepassing zijn met betrekking tot de indiening van dergelijke afschriften van mededelingen, staat het bureau indiening van afschriften van mededelingen in elektronische vorm of door middel van elektronische media toe, in overeenstemming met die vereisten.
b
Punt 2, letter b, is, mutatis mutandis, van toepassing op afschriften, in elektronische vorm of door middel van elektronische media, van op papier ingediende mededelingen.
Regel 9. Details betreffende de handtekening ingevolge artikel 8, vierde lid
1. [Vermeldingen die de handtekening vergezellen]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat de handtekening van een natuurlijke persoon die ondertekent, vergezeld gaat van:
- i.
een vermelding in blokletters van de achternaam of hoofdnaam en de voornaam of tweede naam of namen van die persoon of, naar diens keuze, van de naam of namen die deze persoon doorgaans gebruikt;
- ii.
een vermelding van de hoedanigheid waarin die persoon heeft ondertekend, wanneer een dergelijke hoedanigheid niet duidelijk blijkt bij lezing van de mededeling.
2. [Datum van ondertekening]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een handtekening vergezeld gaat van een vermelding van de datum waarop de ondertekening is verricht. Wanneer deze vermelding vereist is, maar niet is gedaan, is de datum waarop de ondertekening wordt geacht te zijn verricht de datum waarop de mededeling voorzien van handtekening door het bureau is ontvangen of, indien de Verdragsluitende Partij zulks toestaat, een eerdere datum dan de laatstgenoemde datum.
3. [Ondertekening van een mededeling op papier]
Wanneer een mededeling aan het bureau van een Verdragsluitende Partij op papier gesteld is en een handtekening vereist is:
- i.
aanvaardt die Verdragsluitende Partij, onverminderd het onder iii bepaalde, een met de hand geplaatste handtekening;
- ii.
kan die Verdragsluitende Partij, in plaats van een met de hand geplaatste handtekening, het gebruik van andere vormen van ondertekening toestaan, zoals een gedrukte of gestempelde handtekening, of het gebruik van een zegel of van een etiket met streepjescode;
- iii.
kan die Verdragsluitende Partij, wanneer de natuurlijke persoon die de mededeling ondertekent een onderdaan is van de Verdragsluitende Partij en het adres van een dergelijke persoon op haar grondgebied is gelegen, of wanneer de rechtspersoon namens welke de mededeling wordt ondertekend is opgericht krachtens de wetgeving van genoemde Verdragsluitende Partij en hetzij een woonplaats of een werkelijke en operationele industriële of commerciële vestiging op haar grondgebied heeft, verlangen dat een zegel wordt gebruikt in plaats van een met de hand geplaatste handtekening.
4. [Ondertekening van mededelingen ingediend in elektronische vorm of door middel van elektronische media bestaande uit een grafische voorstelling]
Wanneer een Verdragsluitende Partij de indiening van mededelingen in elektronische vorm of door middel van elektronische media toestaat, beschouwt zij een dergelijke mededeling als ondertekend indien een grafische weergave van een door die Verdragsluitende Partij ingevolge punt 3 aanvaarde handtekening op die mededeling, zoals ontvangen door het bureau van die Verdragsluitende Partij, voorkomt.
5. [Ondertekening van mededelingen ingediend in elektronische vorm of door middel van elektronische media niet bestaande uit een grafische weergave van de handtekening]
a
Wanneer een Verdragsluitende Partij de indiening van mededelingen in elektronische vorm toestaat, en een ingevolge punt 3 door die Verdragsluitende Partij aanvaarde grafische weergave van een handtekening niet voorkomt op een dergelijke mededeling zoals ontvangen door het bureau van die Verdragsluitende Partij, kan de Verdragsluitende Partij verlangen dat de mededeling wordt ondertekend door middel van een handtekening in elektronische vorm zoals door die Verdragsluitende Partij voorgeschreven.
b
Onverminderd letter a aanvaardt het bureau van een Verdragsluitende Partij, wanneer die Verdragsluitende Partij de indiening van mededelingen in elektronische vorm in een bepaalde taal toestaat, en wanneer ingevolge het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien vereisten op die Verdragsluitende Partij van toepassing zijn met betrekking tot handtekeningen in elektronische vorm van in elektronische vorm ingediende mededelingen in die taal die niet bestaan uit een grafische weergave van de handtekening, een handtekening in elektronische vorm in overeenstemming met die vereisten.
c
Regel 8, punt 2, letter b, is mutatis mutandis van toepassing.
6. [Uitzondering op de waarmerking van de handtekening ingevolge artikel 8, vierde lid, letter b]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat handtekeningen bedoeld in punt 5 worden bevestigd door middel van een door die Verdragsluitende Partij aangegeven procedure voor de waarmerking van handtekeningen in elektronische vorm.
Regel 10. Details betreffende vermeldingen ingevolge artikel 8, vijfde, zesde en achtste lid
1. [Vermeldingen ingevolge artikel 8, vijfde lid]
a
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat in een mededeling wordt vermeld:
- i.
de naam en het adres van de aanvrager, eigenaar of andere belanghebbende;
- ii.
het nummer van de aanvraag of het octrooi waarop de mededeling betrekking heeft;
- iii.
wanneer de aanvrager, eigenaar of andere belanghebbende bij het bureau geregistreerd is, het nummer of een andere aanduiding waaronder hij als zodanig is geregistreerd.
b
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat mededelingen door een gemachtigde ten behoeve van een procedure voor het bureau het volgende bevatten:
- i.
de naam en het adres van de gemachtigde;
- ii.
een verwijzing naar de volmacht, of andere mededeling inzake de benoeming van die gemachtigde, op basis waarvan de genoemde gemachtigde handelt;
- iii.
wanneer de gemachtigde bij het bureau geregistreerd is, het nummer of een andere aanduiding waaronder hij is geregistreerd.
2. [Correspondentieadres en gekozen woonplaats]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het correspondentieadres bedoeld in artikel 8, zesde lid, onder i, en de gekozen woonplaats bedoeld in artikel 8, zesde lid, onder ii, zijn gelegen op een door die Verdragsluitende Partij voorgeschreven grondgebied.
3. [Adres ingeval geen gemachtigde is gesteld]
Wanneer geen gemachtigde is gesteld en een aanvrager, eigenaar of andere belanghebbende als zijn adres een adres op een ingevolge punt 2 door de Verdragsluitende Partij voorgeschreven grondgebied heeft opgegeven, beschouwt die Verdragsluitende Partij dat adres als het in artikel 8, zesde lid, onder i, bedoelde correspondentieadres of als de in artikel 8, zesde lid, onder ii, bedoelde gekozen woonplaats, zoals verlangd door de Verdragsluitende Partij, tenzij die aanvrager, eigenaar of andere belanghebbende ingevolge artikel 8, zesde lid, uitdrukkelijk een ander adres vermeldt.
4. [Adres ingeval een gemachtigde is gesteld]
Wanneer een gemachtigde is gesteld, beschouwt de Verdragsluitende Partij het adres van die gemachtigde als het in artikel 8, zesde lid, onder i, bedoelde correspondentieadres of als de in artikel 8, zesde lid, onder ii, bedoelde gekozen woonplaats, zoals verlangd door de Verdragsluitende Partij, tenzij die aanvrager, eigenaar of andere belanghebbende ingevolge artikel 8, zesde lid, uitdrukkelijk een ander adres vermeldt.
5. [Sancties in verband met niet-naleving van de vereisten ingevolge artikel 8, achtste lid]
Geen enkele Verdragsluitende Partij kan een aanvraag weigeren omdat niet is voldaan aan een vereiste met betrekking tot het opgeven van een registratienummer of andere aanduiding ingevolge punt 1, a, onder iii, en letter b, onder iii.
Regel 11. Termijnen betreffende mededelingen ingevolge artikel 8, zevende en achtste lid
1. [Termijnen ingevolge artikel 8, zevende en achtste lid]
Onverminderd punt 2, bedragen de in artikel 8, zevende en achtste lid, bedoelde termijnen ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum van de in artikel 8, zevende lid, bedoelde kennisgeving.
2. [Uitzondering op de termijn ingevolge artikel 8, achtste lid]
Wanneer een kennisgeving ingevolge artikel 8, zevende lid, niet is gedaan omdat aanwijzingen die het bureau in staat stellen in contact te treden met de aanvrager, eigenaar of andere belanghebbende niet zijn verschaft, bedraagt de in artikel 8, achtste lid, bedoelde termijn ten minste drie maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de in artikel 8, zevende lid, bedoelde mededeling door het bureau is ontvangen.
Regel 12. Details betreffende uitstel ten aanzien van termijnen ingevolge artikel 11
1. [Vereisten ingevolge artikel 11, eerste lid]
a
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een in artikel 11, eerste lid, bedoeld verzoekschrift:
- i.
wordt ondertekend door de aanvrager of eigenaar;
- ii.
een vermelding bevat dat om de verlenging van een termijn wordt verzocht, en aangeeft welke termijn het betreft.
b
Wanneer een verzoek om verlenging van een termijn is ingediend na het verstrijken van de termijn, kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat wordt voldaan aan alle vereisten ten aanzien waarvan de termijn voor de desbetreffende handeling van toepassing was, op het tijdstip waarop het verzoekschrift wordt ingediend.
2. [Tijdvak en termijn ingevolge artikel 11, eerste lid]
a
Het tijdvak van de verlenging van een termijn bedoeld in artikel 11, eerste lid, bedraagt ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum van het verstrijken van de onverlengde termijn.
b
De termijn bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder ii, verstrijkt niet eerder dan na twee maanden, te rekenen vanaf de datum van het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.
3. [Vereisten ingevolge artikel 11, tweede lid, onder i]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het in artikel 11, tweede lid, bedoelde verzoekschrift:
- i.
wordt ondertekend door de aanvrager of eigenaar;
- ii.
een vermelding bevat dat om uitstel wordt verzocht omdat een termijn niet in acht is genomen, en aangeeft welke termijn het betreft.
4. [Termijn voor de indiening van een verzoek ingevolge artikel 11, tweede lid, onder ii]
De in artikel 11, tweede lid, onder ii, bedoelde termijn verstrijkt niet eerder dan twee maanden na een kennisgeving door het bureau dat de aanvrager of eigenaar de door het bureau vastgestelde termijn niet in acht heeft genomen.
5. [Uitzonderingen ingevolge artikel 11, derde lid]
a
Van geen enkele Verdragsluitende Partij wordt ingevolge artikel 11, eerste of tweede lid, verlangd dat zij:
- i.
een tweede, of elk verdere uitstel verleent ten aanzien van een termijn waarvoor ingevolge artikel 11, eerste of tweede lid, reeds uitstel is verleend;
- ii.
uitstel verleent voor de indiening van een verzoekschrift om uitstel ingevolge artikel 11, eerste of tweede lid, of een verzoekschrift om herstel van rechten ingevolge artikel 12, eerste lid;
- iii.
uitstel verleent ten aanzien van een termijn voor de betaling van onderhoudstaksen;
- iv.
uitstel verleent ten aanzien van een termijn bedoeld in artikel 13, eerste, tweede of derde lid;
- v.
uitstel verleent ten aanzien van een termijn voor het verrichten van een handeling voor een raad van beroep of een ander in het kader van het bureau ingesteld toetsingsorgaan;
- vi.
uitstel verleent ten aanzien van een termijn voor het verrichten van een handeling in een procedure inter partes.
b
Van geen enkele Verdragsluitende Partij die een maximumtermijn voorziet voor het voldoen aan alle vereisten van een procedure voor het bureau, wordt verlangd dat zij ingevolge artikel 11, eerste of tweede lid, uitstel verleent ten aanzien van een termijn voor een handeling in die procedure ten aanzien van die vereisten na het verstrijken van die maximumtermijn.
Regel 13. Details betreffende het herstel van rechten nadat het bureau ingevolge artikel 12 heeft vastgesteld dat de nodige zorg is betracht of dat het verzuim onopzettelijk was
1. [Vereisten ingevolge artikel 12, eerste lid, onder i]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een in artikel 12, eerste lid, onder i, bedoeld verzoekschrift wordt ondertekend door de aanvrager of eigenaar.
2. [Termijn ingevolge artikel 12, eerste lid, onder ii]
De termijn voor het indienen van een verzoekschrift, en voor het voldoen aan de vereisten, ingevolge artikel 12, eerste lid, ii, is die van de volgende termijnen welke het eerst verstrijkt:
- i.
ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de oorzaak van het niet in acht nemen van de termijn voor het verrichten van de desbetreffende handeling is weggenomen;
- ii.
ten minste twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum van het verstrijken van de termijn voor de desbetreffende handeling, of, wanneer een verzoekschrift betrekking heeft op niet-betaling van een onderhoudstaks, ten minste twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum vanaf het verstrijken van de in artikel 5bis in het Verdrag van Parijs bedoelde termijn van uitstel.
3. [Uitzonderingen ingevolge artikel 12, tweede lid]
De in artikel 12, tweede lid, bedoelde uitzonderingen betreffen de gevallen waarin een termijn niet in acht wordt genomen:
- i.
voor het verrichten van een handeling voor een raad van beroep of een ander toetsingsorgaan dat in het kader van het bureau wordt ingesteld;
- ii.
voor het indienen van een verzoekschrift tot uitstel ingevolge artikel 11, eerste of tweede lid, of een verzoekschrift om herstel van rechten ingevolge artikel 12, eerste lid;
- iii.
bedoeld in artikel 13, eerste, tweede of derde lid;
- iv.
voor het verrichten van een handeling in een procedure inter partes.
Regel 14. Details betreffende een verbetering of toevoeging van een beroep op voorrang en herstel van het recht van voorrang, ingevolge artikel 13
1. [Uitzondering ingevolge artikel 13, eerste lid]
Geen enkele Verdragsluitende Partij is verplicht te voorzien in de verbetering of toevoeging van een beroep op voorrang ingevolge artikel 13, eerste lid, wanneer het in artikel 13, eerste lid, onder i, bedoelde verzoekschrift wordt ontvangen nadat de aanvrager een verzoekschrift heeft ingediend voor vroegtijdige publicatie of versnelde behandeling, tenzij dat verzoekschrift voor vroegtijdige publicatie of voor versnelde behandeling wordt ingetrokken voordat de technische voorbereidingen voor publicatie van de aanvraag zijn voltooid.
2. [Vereisten ingevolge artikel 13, eerste lid, onder i]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een in artikel 13, eerste lid, onder i, bedoeld verzoekschrift wordt ondertekend door de aanvraagr[lees: aanvrager].
3. [Termijn ingevolge artikel 13, eerste lid, onder ii]
De in artikel 13, eerste lid, onder ii, bedoelde termijn is niet korter dan de termijn die ingevolge het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien van toepassing is op een internationale aanvraag voor de indiening van een beroep op voorrang na de indiening van een internationale aanvraag.
4. [Termijnen ingevolge artikel 13, tweede lid]
a
De in de aanhef van artikel 13, tweede lid, bedoelde termijn verstrijkt na ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de voorrangstermijn is verstreken.
b
De in artikel 13, tweede lid, onder ii, bedoelde termijn is de ingevolge letter a gehanteerde termijn of de tijd die nodig is voor het voltooien van de technische voorbereidingen van de publicatie van de volgende aanvraag, al naargelang welke eerder verstrijkt.
5. [Vereisten ingevolge artikel 13, tweede lid, onder i]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een in artikel 13, tweede lid, onder i, bedoeld verzoekschrift:
- i.
wordt ondertekend door de aanvrager; en
- ii.
wanneer in de aanvraag geen beroep op voorrang van de eerdere aanvraag wordt gedaan, vergezeld gaat van het beroep op voorrang.
6. [Vereisten ingevolge artikel 13, derde lid]
a
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een in artikel 13, derde lid, onder i, bedoeld verzoekschrift:
- i.
wordt ondertekend door de aanvrager; en
- ii.
het bureau vermeldt waarbij het verzoekschrift voor een afschrift van de eerdere aanvraag is gedaan, alsmede de datum van dat verzoekschrift.
b
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat:
- i.
een verklaring of ander bewijs ter ondersteuning van het in artikel 13, derde lid, bedoelde verzoekschrift binnen een door het bureau vastgestelde termijn bij het bureau wordt overgelegd;
- ii.
het afschrift van de in artikel 13, derde lid, onder iv, bedoelde eerdere aanvraag bij het bureau wordt overgelegd binnen een termijn die ten minste een maand bedraagt, te rekenen vanaf de datum waarop het bureau waarbij de eerdere aanvraag is ingediend, de aanvrager dat afschrift verstrekt.
7. [Termijn ingevolge artikel 13, derde lid, onder iii]
De in artikel 13, derde lid, onder iii, bedoelde termijn verstrijkt twee maanden voor het verstrijken van de in de regel 4, punt 1, voorgeschreven termijn.
Regel 15. Verzoekschrift tot inschrijving van een wijziging van naam of adres
1. [Verzoekschrift]
Wanneer geen wijziging plaatsvindt ten aanzien van de persoon van de aanvrager of eigenaar, maar een wijziging optreedt in zijn naam of adres, aanvaardt een Verdragsluitende Partij dat een verzoekschrift tot inschrijving van de wijziging wordt ingediend in een door de aanvrager of eigenaar ondertekende mededeling die de volgende gegevens bevat:
- i.
een vermelding dat om inschrijving van een wijziging van naam of adres wordt verzocht;
- ii.
het nummer van de desbetreffende aanvraag of het desbetreffende octrooi;
- iii.
de in te schrijven wijziging;
- iv.
de naam en het adres van de aanvrager of eigenaar voorafgaand aan de wijziging.
2. [Taksen]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat ten aanzien van een in punt 1 bedoeld verzoekschrift een taks wordt betaald.
3. [Enkel verzoekschrift]
a
Een enkel verzoekschrift volstaat, ook wanneer de wijziging betrekking heeft op zowel de naam als het adres van de aanvrager of eigenaar.
b
Eén enkel verzoekschrift volstaat, ook wanneer de wijziging betrekking heeft op meer dan één aanvraag of octrooi van dezelfde persoon, of op een of meer aanvragen en een of meer octrooien van dezelfde persoon, mits de nummers van alle desbetreffende aanvragen en octrooien in het verzoekschrift worden vermeld. Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat, wanneer dat enkele verzoekschrift is ingediend op papier of op een andere door het bureau toegestane wijze, daarvan een apart afschrift wordt verstrekt voor elke aanvraag en elk octrooi waarop het verzoekschrift betrekking heeft.
4. [Bewijzen]
Een Verdragsluitende Partij kan alleen verlangen dat bewijzen bij het bureau worden overgelegd wanneer het bureau redelijke grond voor twijfel heeft omtrent de waarheid van een in het verzoekschrift vervatte opgave.
5. [Verbod van andere vereisten]
Geen enkele Verdragsluitende Partij kan verlangen dat aan andere dan de in de punten 1 tot en met 4 bedoelde formele vereisten wordt voldaan ten aanzien van het in punt 1 bedoelde verzoekschrift, behoudens wanneer in het Verdrag anders is bepaald of in deze Regels anders is voorgeschreven. In het bijzonder kan geen overlegging van een certificaat betreffende de wijziging worden verlangd.
6. [Kennisgeving]
Wanneer niet wordt voldaan aan een of meer van de door de Verdragsluitende Partij ingevolge de punten 1 tot en met 4 gehanteerde vereisten, geeft het bureau de aanvrager of eigenaar hiervan kennis, waarbij hem de gelegenheid wordt geboden aan de vereisten te voldoen, en commentaar te leveren, binnen ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving.
7. [Niet voldoen aan vereisten]
a
Wanneer niet wordt voldaan aan een of meer van de door de Verdragsluitende Partij ingevolge de punten 1 tot en met 4 gehanteerde vereisten binnen de in de letter b bedoelde termijn, kan de Verdragsluitende Partij bepalen dat het verzoekschrift wordt geweigerd, maar er kan geen strengere sanctie worden opgelegd.
b
De in letter a bedoelde termijn bedraagt:
- i.
onder voorbehoud van het onder ii gestelde, ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving;
- ii.
wanneer geen aanwijzingen zijn verschaft die het bureau in staat stellen in contact te treden met de persoon die het in punt 1 bedoelde verzoekschrift heeft gedaan, ten minste drie maanden, te rekenen vanaf de datum waarop dat verzoekschrift door het bureau is ontvangen.
8. [Wijziging van de naam of het adres van de gemachtigde, of van het correspondentieadres of de gekozen woonplaats]
De punten 1 tot en met 7 zijn mutatis mutandis van toepassing op wijzigingen van de naam of het adres van de gemachtigde, en op wijzigingen betreffende het correspondentieadres of de gekozen woonplaats.
Regel 16. Verzoekschrift tot inschrijving van een wijziging van de aanvrager of eigenaar
1. [Verzoekschrift tot inschrijving van een wijziging van de aanvrager of eigenaar]
a
Wanneer een wijziging plaatsvindt in de persoon van de aanvrager of eigenaar, aanvaardt een Verdragsluitende Partij dat een verzoekschrift tot inschrijving van de wijziging wordt gedaan in een door de aanvrager of eigenaar, of door de nieuwe aanvrager of nieuwe eigenaar ondertekende mededeling, die de volgende gegevens bevat:
- i.
een vermelding dat om inschrijving van een wijziging van de aanvrager of eigenaar wordt verzocht;
- ii.
het nummer van de desbetreffende aanvraag of het desbetreffende octrooi;
- iii.
de naam en het adres van de aanvrager of eigenaar;
- iv.
de naam en het adres van de nieuwe aanvrager of nieuwe eigenaar;
- v.
de datum van de wijziging van de persoon van de aanvrager of eigenaar;
- vi.
de naam van een Staat waarvan de nieuwe aanvrager of nieuwe eigenaar onderdaan is indien hij onderdaan is van een Staat, de naam van een Staat waarin de nieuwe aanvrager of nieuwe eigenaar zijn woonplaats heeft, indien van toepassing, en de naam van een Staat waarin de nieuwe aanvrager of nieuwe eigenaar een werkelijke en operationele industriële of commerciële vestiging heeft, indien van toepassing;
- vii.
de reden van de verzochte wijziging.
b
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het verzoekschrift:
- i.
een verklaring bevat dat de in het verzoekschrift vervatte informatie waar en juist is;
- ii.
informatie bevat betreffende een eventueel overheidsbelang van die Verdragsluitende Partij.
2. [Bewijsstukken van de reden van de wijziging van aanvrager of eigenaar]
a
Wanneer de wijziging van aanvrager of eigenaar voortvloeit uit een contract, kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat het verzoekschrift gegevens bevat betreffende de inschrijving van het contract, wanneer inschrijving ingevolge de toepasselijke wetgeving verplicht is, en dat het, naar keuze van de verzoekende partij, vergezeld gaat van een van de volgende stukken:
- i.
een afschrift van het contract, waarvan kan worden verlangd dat dit, naar keuze van de verzoekende partij, voor eensluidend afschrift wordt gewaarmerkt door een notaris of elke andere bevoegde openbare autoriteit of, indien de toepasselijke wetgeving zulks toestaat, door de gemachtigde die bevoegd is voor het bureau op te treden;
- ii.
een uittreksel van het contract waaruit de wijziging blijkt en waarvan kan worden verlangd dat dit, naar keuze van de verzoekende partij, voor een waarheidsgetrouw uittreksel van het contract wordt gewaarmerkt door een notaris of elke andere bevoegde openbare autoriteit of, indien de toepasselijke wetgeving zulks toestaat, door de gemachtigde die bevoegd is voor het bureau op te treden;
- iii.
een niet-gewaarmerkt certificaat van de eigendomsoverdracht op grond van de overeenkomst, opgesteld overeenkomstig de in het internationale standaardformulier omschreven inhoud van een certificaat van overdracht en ondertekend door zowel de aanvrager als de nieuwe aanvrager, of door zowel de eigenaar als de nieuwe eigenaar.
b
Wanneer de wijziging van aanvrager of eigenaar voortvloeit uit een fusie, of uit de reorganisatie of splitsing van een rechtspersoon, kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat het verzoekschrift vergezeld gaat van een afschrift van een document van een bevoegde autoriteit waarin het bewijs wordt geleverd van de fusie, of de reorganisatie of splitsing van de rechtspersoon, en van eventuele toekenning van betrokken rechten, zoals een afschrift van een uittreksel uit een handelsregister. Een Verdragsluitende Partij kan tevens verlangen dat het afschrift, naar keuze van de verzoekende partij, voor eensluidend wordt gewaarmerkt door de autoriteit die het document heeft afgegeven of door een notaris of elk andere bevoegde openbare autoriteit of, indien de geldende wetgeving zulks toestaat, door een gemachtigde die bevoegd is voor het bureau op te treden.
c
Wanneer de wijziging van aanvrager of eigenaar niet voortvloeit uit een overeenkomst, een fusie, of uit de reorganisatie of splitsing van een rechtspersoon, maar plaatsvindt op een andere grond, bijvoorbeeld, van rechtswege of door middel van een rechterlijke uitspraak, kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat het verzoekschrift vergezeld gaat van een afschrift van een bewijsstuk van de wijziging. Een Verdragsluitende Partij kan tevens verlangen dat het afschrift, naar keuze van de verzoekende partij, voor eensluidend wordt gewaarmerkt door de autoriteit die het document heeft afgegeven of door een notaris of elk andere bevoegde openbare autoriteit of, indien de toepasselijke wetgeving zulks toestaat, door een gemachtigde die bevoegd is voor het bureau op te treden.
d
Wanneer de wijziging betrekking heeft op de persoon van een of meerdere, maar niet alle mede-aanvragers of mede-eigenaren, kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat bewijs met betrekking tot de instemming met de wijziging van elke mede-aanvrager of mede-eigenaar ten aanzien van wie geen wijzigingen plaatsvinden, aan het bureau wordt verstrekt.
3. [Vertaling]
Een Verdragsluitende Partij kan van elk ingevolge punt 2 ingediend document dat niet in een door het bureau aanvaarde taal is gesteld, een vertaling verlangen.
4. [Taksen]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een taks wordt betaald ten aanzien van een in punt 1 bedoeld verzoekschrift.
5. [Enkel verzoekschrift]
Een enkel verzoekschrift is voldoende, zelfs wanneer de wijziging betrekking heeft op meer dan één aanvraag of octrooi van dezelfde persoon, of op één of meer aanvragen en één of meer octrooien van dezelfde persoon, mits de wijziging van aanvrager of eigenaar hetzelfde is voor alle betrokken aanvragen en octrooien, en de nummers van alle betrokken aanvragen en octrooien in het verzoekschrift worden vermeld. Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat, wanneer dat enkele verzoekschrift op papier is ingediend of in een andere door het bureau toegestane vorm, daarvan een apart afschrift wordt verstrekt voor elke aanvraag en elk octrooi waarop het betrekking heeft.
6. [Bewijzen]
Een Verdragsluitende Partij kan alleen verlangen dat bewijzen, of aanvullende bewijzen in geval van punt 2, bij het bureau worden ingediend wanneer dat bureau redelijke grond voor twijfel heeft omtrent de waarheid van een in het verzoekschrift of in deze regel bedoelde documenten vervatte opgave, of omtrent de juistheid van een in punt 3 bedoelde vertaling.
7. [Verbod van andere vereisten]
Geen enkele Verdragsluitende Partij kan verlangen dat aan andere formele vereisten moet worden voldaan dan die welke zijn genoemd in punt 1 tot en met 6 ten aanzien van het in deze Regel bedoelde verzoekschrift, behoudens wanneer in dit Verdrag anders is bepaald of in het Reglement van Uitvoering anders is voorgeschreven.
8. [Kennisgeving; niet voldoen aan vereisten]
De punten 6 en 7 van Regel 15 zijn mutatis mutandis van toepassing wanneer niet wordt voldaan aan een of meerdere van de ingevolge de punten 1 tot en met 5 toegepaste vereisten, of wanneer bewijzen, of aanvullende bewijzen vereist zijn ingevolge punt 6.
9. [Uitsluiting betreffende het uitvinderschap]
Een Verdragsluitende Partij kan de toepassing van deze Regel met betrekking tot wijzigingen van het uitvinderschap uitsluiten. De criteria voor de vaststelling van het uitvinderschap worden bepaald in de toepasselijke wetgeving.
Regel 17. Verzoekschrift om inschrijving van een licentie of van een veiligheidsbelang
1. [Verzoekschrift om inschrijving van een licentie]
a
Wanneer een licentie met betrekking tot een aanvraag of octrooi kan worden ingeschreven krachtens de toepasselijke wetgeving, aanvaardt de Verdragsluitende Partij dat een verzoekschrift om inschrijving van die licentie wordt gedaan in een mededeling die wordt ondertekend door de licentiegever of de licentienemer en die de volgende gegevens bevat:
- i.
een vermelding dat om inschrijving van een licentie wordt verzocht;
- ii.
het nummer van de desbetreffende aanvraag of het desbetreffende octrooi;
- iii.
de naam en het adres van de licentiegever;
- iv.
de naam en het adres van de licentienemer;
- v.
een vermelding of de licentie een exclusieve of niet-exclusieve licentie is;
- vi.
de naam van een Staat waarvan de licentienemer onderdaan is indien hij onderdaan is van enige Staat, de naam van een Staat waarin de licentienemer zijn woonplaats heeft, indien van toepassing, en de naam van een Staat waarin de licentienemer een werkelijke en operationele industriële of commerciële vestiging heeft, indien van toepassing.
b
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het verzoekschrift:
- i.
een verklaring bevat dat de in het verzoekschrift vervatte informatie waar en juist is;
- ii.
informatie bevat betreffende een eventueel overheidsbelang van die Verdragsluitende Partij;
- iii.
gegevens bevat betreffende de registratie van de licentie, wanneer registratie krachtens de toepasselijke wetgeving verplicht is;
- iv.
de datum van de licentie en de duur ervan bevat.
2. [Bewijsstukken van de licentie]
a
Wanneer de licentie een vrijelijk gesloten overeenkomst is, kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat het verzoekschrift, naar keuze van de verzoekende partij, vergezeld gaat van een van de volgende stukken:
- i.
een afschrift van de overeenkomst, waarvan kan worden verlangd dat dit, naar keuze van de verzoekende partij, voor eensluidend afschrift wordt gewaarmerkt door een notaris of elke andere bevoegde openbare autoriteit of, indien de toepasselijke wetgeving zulks toestaat, door een gemachtigde die bevoegd is voor het bureau op te treden;
- ii.
een uittreksel van de overeenkomst, bestaande uit die gedeelten van die overeenkomst waaruit de gelicentieerde rechten en de strekking van deze rechten blijken, en waarvan kan worden verlangd dat het, naar keuze van de verzoekende partij, voor een waarheidsgetrouw uittreksel van de overeenkomst wordt gewaarmerkt door een notaris of elke andere bevoegde openbare autoriteit of, indien de toepasselijke wetgeving zulks toestaat, door een gemachtigde die bevoegd is voor het bureau op te treden.
b
Een Verdragsluitende Partij kan, wanneer de licentie een vrijelijk gesloten overeenkomst is, verlangen dat een aanvrager, eigenaar, exclusieve licentienemer, mede-aanvrager, mede-eigenaar of mede-exclusieve licentienemer die geen partij is bij de overeenkomst, toestemming geeft voor de inschrijving van de overeenkomst in een mededeling aan het bureau.
c
Wanneer de licentie geen vrijelijk gesloten overeenkomst is, bijvoorbeeld wanneer deze uit het recht voortkomt of uit een rechterlijke uitspraak, kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat het verzoekschrift vergezeld gaat van een afschrift van een bewijsstuk van de licentie. Een Verdragsluitende Partij kan eveneens verlangen dat het afschrift, naar keuze van de verzoekende partij, voor eensluidend wordt gewaarmerkt door de autoriteit die het document heeft afgegeven of door een notaris of elke andere bevoegde openbare autoriteit of, indien de toepasselijke wetgeving zulks toestaat, door een gemachtigde die bevoegd is voor het bureau op te treden.
3. [Vertaling]
Een Verdragsluitende Partij kan van elk ingevolge punt 2 ingediend document dat niet in een door het bureau aanvaarde taal is gesteld, een vertaling verlangen.
4. [Taksen]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een taks wordt betaald ten aanzien van een in punt 1 bedoeld verzoekschrift.
5. [Enkel verzoekschrift]
Regel 16, punt 5, is mutatis mutandis van toepassing op verzoekschriften voor inschrijving van een licentie.
6. [Bewijzen]
Regel 16, punt 6, is mutatis mutandis van toepassing op verzoekschriften voor inschrijving van een licentie.
7. [Verbod van andere vereisten]
Geen enkele Verdragsluitende Partij kan verlangen dat aan andere formele vereisten moet worden voldaan dan die welke zijn genoemd in de punten 1 tot en met 6 ten aanzien van het in deze Regel bedoelde verzoekschrift, behoudens wanneer in dit Verdrag anders is bepaald of in het Reglement van Uitvoering anders is voorgeschreven.
8. [Kennisgeving; niet voldoen aan vereisten]
De punten 6 en 7 van Regel 15 zijn mutatis mutandis van toepassing wanneer niet wordt voldaan aan een of meerdere van de ingevolge de punten 1 tot en met 5 gehanteerde vereisten, of wanneer bewijzen, of aanvullende bewijzen vereist zijn ingevolge punt 6.
9. [Verzoekschrift om inschrijving van een veiligheidsbelang of annulering van de inschrijving van een licentie of van een veiligheidsbelang]
De punten 1 tot en met 8 zijn mutatis mutandis van toepassing op verzoekschriften tot:
- i.
inschrijving van een veiligheidsbelang ten aanzien van een aanvraag of octrooi;
- ii.
annulering van de inschrijving van een licentie of een veiligheidsbelang ten aanzien van een aanvraag of octrooi.
Regel 18. Verzoek om verbetering van een fout
1. [Verzoekschrift]
a
Wanneer een aanvraag, een octrooi of enig verzoekschrift ingediend bij het bureau ten aanzien van een aanvraag of een octrooi, een fout bevat die geen betrekking heeft op een onderzoek of wezenlijke beoordeling, en die door het bureau ingevolge de toepasselijke wetgeving kan worden verbeterd, aanvaardt het bureau dat om verbetering van die fout in de archieven en publicaties van het bureau wordt verzocht in een mededeling aan het bureau die wordt ondertekend door de aanvrager of eigenaar en de volgende gegevens bevat:
- i.
een vermelding dat om een verbetering van een fout wordt verzocht;
- ii.
het nummer van de desbetreffende aanvraag of het desbetreffende octrooi;
- iii.
de te verbeteren fout;
- iv.
de aan te brengen verbetering;
- v.
de naam en het adres van de verzoekende partij.
b
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het verzoekschrift vergezeld gaat van een vervangend onderdeel of een onderdeel dat de verbetering bevat of, wanneer punt 3 van toepassing is, van een dergelijk vervangend onderdeel of onderdeel dat de verbetering bevat voor elke aanvraag en voor elk octrooi waarop het verzoekschrift betrekking heeft.
c
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het verzoekschrift afhankelijk wordt gesteld van een verklaring door de verzoekende partij dat de fout te goeder trouw is gemaakt.
d
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het verzoekschrift afhankelijk wordt gesteld van een verklaring door de verzoekende partij dat het genoemde verzoekschrift zonder onnodige vertraging is gedaan of, naar keuze van de Verdragsluitende Partij, dat het zonder opzettelijke vertraging is gedaan, nadat de fout is ontdekt.
2. [Taksen]
a
Onverminderd het bepaalde in letter b kan een Verdragsluitende Partij verlangen dat een taks wordt betaald ten aanzien van een verzoekschrift ingevolge punt 1.
b
Het bureau verbetert zijn eigen fouten, ambtshalve of op verzoek, zonder hiervoor een taks te verlangen.
3. [Enkel verzoekschrift]
Regel 16, punt 5, is mutatis mutandis van toepassing op verzoekschriften om verbetering van een fout, mits de fout en de verzochte verbetering hetzelfde zijn voor alle betrokken aanvragen en octrooien.
4. [Bewijzen]
Een Verdragsluitende Partij kan alleen verlangen dat bewijzen ter ondersteuning van het verzoekschrift bij het bureau worden overgelegd wanneer dat bureau redelijke grond voor twijfel heeft ten aanzien van de vraag of de vermeende fout werkelijk een fout is, of wanneer het redelijke grond voor twijfel heeft omtrent de waarheid van een opgave of element vervat in, of een document overgelegd in verband met, het verzoekschrift om verbetering van een fout.
5. [Verbod van andere vereisten]
Geen enkele Verdragsluitende Partij kan verlangen dat aan andere formele vereisten wordt voldaan dan die welke zijn genoemd in de punten 1 tot en met 4 ten aanzien van het in punt 1 bedoelde verzoekschrift, behoudens wanneer in dit Verdrag anders is bepaald of in het Reglement van Uitvoering anders is voorgeschreven.
6. [Kennisgeving; niet voldoen aan vereisten]
De punten 6 en 7 van Regel 15 zijn mutatis mutandis van toepassing wanneer niet wordt voldaan aan één of meerdere van de ingevolge de punten 1 tot en met 3 gehanteerde vereisten, of wanneer bewijzen vereist zijn ingevolge punt 4.
7. [Uitsluitingen]
a
Een Verdragsluitende Partij kan de toepassing van deze Regel met betrekking tot wijzigingen van het uitvinderschap uitsluiten. De criteria voor de vaststelling van het uitvinderschap worden bepaald in de toepasselijke wetgeving.
b
Een Verdragsluitende Partij kan de toepassing van deze Regel uitsluiten ten aanzien van fouten die de Partij moet corrigeren ingevolge een procedure voor hernieuwde verlening van een octrooi.
Regel 19. Wijze van identificatie van een aanvraag zonder het aanvraagnummer
1. [Wijze van identificatie]
Wanneer vereist is dat een aanvraag wordt geïdentificeerd aan de hand van het aanvraagnummer, maar een dergelijk nummer nog niet is afgegeven of bij de belanghebbende of diens gemachtigde niet bekend is, wordt de aanvraag beschouwd als geïdentificeerd indien een van de volgende gegevens, naar keuze van die persoon, wordt verstrekt:
- i.
een door het bureau verstrekt voorlopig nummer voor de aanvraag, indien van toepassing;
- ii.
een afschrift van het bij de aanvraag gevoegde verzoekschrift, alsmede de datum waarop het verzoek naar het bureau is gezonden;
- iii.
een referentienummer dat door de aanvrager of diens gemachtigde aan de aanvraag is gegeven en in de aanvraag is vermeld, alsmede de naam en het adres van de aanvrager, de titel van de uitvinding en de datum waarop de aanvraag naar het bureau is gezonden.
2. [Verbod van andere vereisten]
Geen enkele Verdragsluitende Partij kan verlangen dat andere wijzen van identificatie dan die welke in punt 1 zijn genoemd, ter beschikking worden gesteld ter identificatie van een aanvraag wanneer het aanvraagnummer hiervan nog niet is verstrekt of bij de belanghebbenden of diens gemachtigde niet bekend is.
Regel 20. Opstelling van internationale standaardformulieren
1. [Internationale standaardformulieren]
De Algemene Vergadering stelt ingevolge artikel 14, eerste lid, letter c, internationale standaardformulieren op in elk van de in artikel 25, eerste lid, bedoelde talen, ten aanzien van:
- i.
een volmacht;
- ii.
een verzoekschrift tot inschrijving van een wijziging van een naam of adres;
- iii.
een verzoekschrift tot inschrijving van een wijziging van de aanvrager of eigenaar;
- iv.
een certificaat van overdracht;
- v.
een verzoekschrift tot inschrijving, of annulering van inschrijving, van een licentie;
- vi.
een verzoekschrift tot inschrijving, of annulering van inschrijving, van een veiligheidsbelang;
- vii.
een verzoekschrift tot verbetering van een fout.
2. [Wijzigingen bedoeld in Regel 3, punt 2, onder i]
De Algemene Vergadering stelt de wijzigingen van het in Regel 3, punt 2, onder i, bedoelde aanvraagformulier van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien op.
3. [Voorstellen door het Internationaal Bureau]
Het Internationaal Bureau legt de Algemene Vergadering voorstellen voor met betrekking tot:
- i.
de in punt 1 bedoelde opstelling van internationale standaardformulieren;
- ii.
de in punt 2 bedoelde wijzigingen van het aanvraagformulier van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien.
Regel 21. Vereiste van unanimiteit ingevolge artikel 14, derde lid
Voor de opstelling of wijziging van de volgende Regels is unanimiteit vereist:
- i.
regels opgesteld ingevolge artikel 5, eerste lid, letter a;
- ii.
regels opgesteld ingevolge artikel 6, eerste lid, onder iii;
- iii.
regels opgesteld ingevolge artikel 6, derde lid;
- iv.
regels opgesteld ingevolge artikel 7, tweede lid, letter a, onder iii;
- v.
Regel 8, punt 1, letter a;
- vi.
deze Regel.