Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake Octrooirecht
Artikel 13 Verbetering of toevoeging van een beroep op voorrang; herstel van het recht van voorrang
Geldend
Geldend vanaf 28-04-2005
- Bronpublicatie:
01-06-2000, Trb. 2001, 120 (uitgifte: 23-07-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-04-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2010, Trb. 2010, 326 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
1. [Verbetering of toevoeging van een beroep op voorrang]
Behoudens wanneer in het Reglement van Uitvoering anders wordt voorgeschreven, zorgt een Verdragsluitende Partij voor de verbetering of toevoeging van een beroep op voorrang ten aanzien van een aanvraag (de ‘vervolgaanvraag’), indien:
- i.
in overeenstemming met de in het Reglement van Uitvoering voorgeschreven vereisten daartoe een verzoekschrift tot het bureau is gericht;
- ii.
het verzoekschrift is ingediend binnen de in het Reglement van Uitvoering voorgeschreven termijn; en
- iii.
de datum van indiening van de vervolgaanvraag niet later valt dan de datum van het verstrijken van het tijdvak van voorrang, gerekend vanaf de datum van indiening van de eerste aanvraag waarvan de voorrang wordt ingeroepen.
2. [Verlate indiening van de vervolgaanvraag]
a.
Rekening houdend met artikel 15, zorgt een Verdragsluitende Partij ervoor dat, wanneer een aanvraag (de ‘vervolgaanvraag’) waarin een beroep wordt gedaan of gedaan zou kunnen zijn op de voorrang van een eerdere aanvraag, een datum van indiening heeft die later valt dan de datum waarop de voorrangstermijn is verstreken, maar binnen de in het Reglement van Uitvoering voorgeschreven termijn, het bureau het recht van voorrang herstelt, indien:
- i.
in overeenstemming met de in het Reglement van Uitvoering voorgeschreven vereisten daartoe een verzoekschrift tot het bureau is gericht;
- ii.
het verzoekschrift is ingediend binnen de in het Reglement van Uitvoering voorgeschreven termijn;
- iii.
in het verzoek de redenen worden vermeld waarom de termijn van voorrang niet in acht is genomen; en
- iv.
het bureau vaststelt dat het verzuim om de vervolgaanvraag binnen de voorrangstermijn in te dienen is ontstaan, ondanks betrachting van de in de omstandigheden vereiste zorg, of, ter keuze van de Verdragsluitende Partij, dat het niet in acht nemen van de termijn onopzettelijk was.
3. [Verzuim een afschrift van een eerdere aanvraag in te dienen]
Een Verdragsluitende Partij zorgt ervoor dat, wanneer een afschrift van een eerdere ingevolge artikel 6, vijfde lid, vereiste aanvraag niet binnen de in het Reglement van Uitvoering ingevolge artikel 6 voorgeschreven termijn bij het bureau is ingediend, het bureau het recht van voorrang herstelt, indien:
- i.
in overeenstemming met de in het Reglement van Uitvoering voorgeschreven vereisten daartoe een verzoekschrift tot het bureau wordt gericht;
- ii.
het verzoekschrift is ingediend binnen de in het Reglement van Uitvoering, ingevolge artikel 6, vijfde lid, voorgeschreven termijn voor het indienen van het afschrift van de eerdere aanvraag;
- iii.
het bureau vaststelt dat het verzoek om het te verstrekken afschrift binnen de in het Reglement van Uitvoering voorgeschreven termijn is ingediend bij het bureau waarbij de eerdere aanvraag is ingediend; en
- iv.
een afschrift van het eerdere verzoek binnen de door het Reglement van Uitvoering voorgeschreven termijn wordt ingediend.
4. [Taksen]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat ten aanzien van een verzoekschrift uit hoofde van het eerste tot en met het derde lid een taks wordt betaald.
5. [Bewijzen]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een verklaring of andere bewijzen ter ondersteuning van de in het tweede lid, onder iii, bedoelde redenen bij het bureau worden ingediend binnen een door het bureau vastgestelde termijn.
6. [Gelegenheid tot het leveren van commentaar in geval van een voorgenomen weigering]
Een verzoekschrift uit hoofde van het eerste tot en met het derde lid kan niet, geheel of ten dele, worden geweigerd zonder dat de verzoekende partij in de gelegenheid wordt gesteld binnen een redelijke termijn commentaar te leveren op de voorgenomen weigering.