Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 [Curaçao]
Artikel 11 [Afkoopsommen, vervangende inkomsten, aanmerkelijk belang]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel is gebaseerd op de tekst uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
15-07-2016, Publicatieblad van Curaçao 2016, 37 (uitgifte: 22-07-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-08-2016, Publicatieblad van Curaçao 2016, 57 (uitgifte: 02-09-2016, regelingnummer: 16/2178)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Tot het inkomen behoren mede:
- 1°
Hetgeen genoten wordt ter vervanging van gederfd of te derven inkomen;
- 2°
Hetgeen genoten wordt ter zake van het staken of het nalaten van werkzaamheden en diensten;
- 3°
Hetgeen bij vervreemding van aandelen in een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld en welke in liquidatie is getreden of waarschijnlijk binnenkort in liquidatie zal treden ontvangen wordt boven het op de desbetreffende aandelen gestorte kapitaal. Deze bepaling geldt niet, indien de verkrijger binnenlands belastingplichtige is en de verkregen aandelen geen deel uitmaken van het vermogen van een voor zijn rekening gedreven onderneming en niet behoren tot een aanmerkelijk belang;
- 4°
De winst uit aanmerkelijk belang, zijnde het gezamenlijke bedrag van:
- a.
voordelen welke worden getrokken uit tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen of winstbewijzen verminderd met de aftrekbare kosten (reguliere voordelen).
Tot de reguliere voordelen behoren mede:
- a.
de teruggaaf van hetgeen op aandelen is gestort, als bedoeld in artikel 5, derde lid;
- b.
een fictief voordeel als bedoeld in artikel 5, vierde lid;
- c.
de teruggaaf van hetgeen op bewijzen van deelgerechtigdheid in een fonds voor gemene rekening is gestort waarbij een teruggaaf geen regulier voordeel vormt voor zover de teruggaaf niet meer bedraagt dan de verkrijgingsprijs van de desbetreffende bewijzen van deelgerechtigdheid;
- d.
de teruggaaf van hetgeen door houders van winstbewijzen is gestort of ingelegd waarbij een teruggaaf geen regulier voordeel vormt voor zover de teruggaaf niet meer bedraagt dan de verkrijgingsprijs van de bedoelde winstbewijzen;
Tot de reguliere voordelen behoren niet de aan aandeelhouders uitgereikte aandelen.
- b.
voordelen welke worden behaald bij de vervreemding van tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen, winstbewijzen, koopopties of schuldvorderingen, alsmede bij de vervreemding van een gedeelte van de daarin besloten liggende rechten (vervreemdingsvoordelen);
- 5°
Eenmalige uitkeringen en verstrekkingen die worden ontvangen van een stichting particulier fonds of trust als bedoeld in titel 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of naar soortgelijk buitenlands recht. Eenmalige uitkeringen en verstrekkingen die de tegenwaarde van een prestatie vormen, worden slechts belast voor zover zij de waarde van de prestatie te boven gaan. De terzake van de verkrijging door de stichting particulier fonds of trust betaalde successiebelasting wordt als prestatie aangemerkt. Bij meerdere begunstigden kan de Minister bij ministeriële regeling met algemene werking regels geven voor de toerekening van de betaalde belasting aan de begunstigden.
2.
Vervallen.
3.
De belastingplichtige heeft een aanmerkelijk belang indien hij, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot:
- a.
voor ten minste 5 procent van het geplaatste kapitaal onmiddellijk of middellijk aandeelhouder is in een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld;
- b.
rechten heeft om direct of indirect aandelen te verwerven tot ten minste 5 procent van het geplaatste aandelenkapitaal;
- c.
winstbewijzen heeft die betrekking hebben op ten minste 5 procent van de jaarwinst van een vennootschap dan wel op ten minste 5 procent van wat bij liquidatie wordt uitgekeerd.
4.
Voor de belastingplichtige behoren mede tot een aanmerkelijk belang:
- a.
indien hij een aanmerkelijk belang heeft: zijn overige aandelen in, winstbewijzen van en vorderingen op die vennootschap. Voorts worden tot dat belang mede gerekend de tot het vermogen van belastingplichtige behorende rechten om aandelen in, winstbewijzen van en schuldvorderingen op de vennootschap te verwerven (koopoptie);
- b.
indien hij geen aanmerkelijk belang heeft: de tot zijn vermogen behorende aandelen in, winstbewijzen van en schuldvorderingen, alsmede daarop betrekking hebbende koopopties, op een vennootschap waarin hij geen, maar zijn echtgenoot of een van hun bloed- of aanverwanten in de rechte lijn wel een aanmerkelijk belang heeft.
5.
Onder vervreemding van aandelen, winstbewijzen, koopopties of schuldvorderingen wordt mede begrepen:
- a.
het inkopen van aandelen;
- b.
het afkopen en inkopen van winstbewijzen;
- c.
het betaalbaar stellen van liquidatie-uitkeringen;
- d.
het aflossen van schuldvorderingen;
- e.
het brengen in het vermogen van een onderneming;
- f.
het niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang;
- g.
het anders dan door overlijden ophouden binnen de Nederlandse Antillen te wonen, hieronder begrepen de situatie waarin de belastingplichtige ingevolge het bepaalde in de Belastingregeling voor het Koninkrijk dan wel een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting voor de toepassing van die regeling, onderscheidenlijk dat verdrag, geacht wordt geen inwoner van de Nederlandse Antillen meer te zijn;
- h.
het van rechtswege worden van aandeelhouder of houder van winstbewijzen in een andere vennootschap indien vermogen van de vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, onder algemene titel overgaat op een andere vennootschap.
6.
De vervreemdingsvoordelen worden gesteld op de overdrachtsprijs verminderd met de verkrijgingsprijs. Ingeval een overdrachtsprijs of verkrijgingsprijs ontbreekt of is bedongen bij een niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst wordt als overdrachtsprijs, onderscheidenlijk verkrijgingsprijs, aangemerkt de waarde welke ten tijde van de vervreemding, onderscheidenlijk de verkrijging, in het economische verkeer aan de aandelen of winstbewijzen kan worden toegekend. Ten aanzien van aan het vermogen van een onderneming onttrokken aandelen of winstbewijzen geldt als verkrijgingsprijs de waarde welke daaraan ten tijde van de onttrekking in het economische verkeer kan worden toegekend. Ten aanzien van krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht opgekomen aandelen of winstbewijzen geldt als verkrijgingsprijs die welke geldt voor de erflater, onderscheidenlijk degene van wiens zijde de aandelen in de gemeenschap zijn gevallen.
7.
Ingeval de belastingplichtige zich metterwoon in de Nederlandse Antillen vestigt en op dat tijdstip aandelen in of winstbewijzen van een vennootschap heeft, wordt de verkrijgingsprijs van die aandelen of winstbewijzen gesteld op de waarde welke op dat tijdstip in het economische verkeer aan die aandelen of winstbewijzen kan worden toegekend. De vorige volzin vindt geen toepassing ingeval de belastingplichtige zich metterwoon in de Nederlandse Antillen vestigt binnen tien jaren na deze metterwoon te hebben verlaten. Indien reeds een belastingaanslag is opgelegd bij vertrek van de belastingplichtige uit de Nederlandse Antillen, dan wordt deze belastingaanslag kwijtgescholden en wordt de verkrijgingsprijs gesteld op het bedrag van de verkrijgingsprijs voorafgaande aan zijn vertrek. De eerste volzin vindt voorts geen toepassing ingeval het aandelen of winstbewijzen van een in de Nederlandse Antillen gevestigde vennootschap betreft behoudens voorzover blijkt dat de belastingplichtige in verband met het metterwoon verlaten van een ander land belasting verschuldigd is over de waarde-aangroei van die aandelen, winstbewijzen of schuldvorderingen.
8.
Het vijfde lid, onderdeel g, vindt met betrekking tot een aanmerkelijk belang in een niet in de Nederlandse Antillen gevestigde vennootschap geen toepassing indien het in dat lid bedoelde ophouden binnen de Nederlandse Antillen te wonen plaatsvindt binnen acht jaren nadat de belastingplichtige zich metterwoon in de Nederlandse Antillen heeft gevestigd en hij sedert de laatste vijfentwintig jaren in totaal niet langer dan tien jaren in de Nederlandse Antillen heeft gewoond.
9.
Winst uit aanmerkelijk belang wordt beschouwd te zijn genoten ten aanzien van:
- a.
reguliere voordelen: op het tijdstip bepaald overeenkomstig artikel 16B;
- b.
vervreemdingsvoordelen: op het tijdstip van de vervreemding, met dien verstande dat in geval van het ophouden van de binnenlandse belastingplicht als tijdstip van genieten wordt aangemerkt het tijdstip dat onmiddellijk voorafgaat aan het ophouden van de binnenlandse belastingplicht.