Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014
Artikel 2.2 Zichtvliegvoorschriften
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
16-06-2016, Stcrt. 2016, 32047 (uitgifte: 17-06-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2016/103149)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2016, Stcrt. 2016, 32047 (uitgifte: 17-06-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2016/103149)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Het uitvoeren van een HEMS-vlucht, SAR-vlucht, politievlucht of kustwachtvlucht en de opleiding en training die nodig zijn voor de veilige uitvoering van een dergelijke vlucht buiten de daglichtperiode, zijn toegestaan, indien wordt voldaan aan de volgende voorschriften:
- a.
een SSR-transponder met de Mode S wordt gebruikt, ongeacht de classificatie van het luchtruim of de vlieghoogte;
- b.
voor het uitvoeren van de vlucht is een tweezijdige radioverbinding tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersdienst en wordt voortdurend op de aangewezen radiofrequentie geluisterd.
2.
Onverminderd het eerste lid gelden voor een SAR-vlucht of politievlucht de volgende voorschriften:
- a.
het luchtvaartuig is voorzien van de uitrusting, bedoeld in verordening (EU) nr. 965/2012, Bijlage IV, subdeel D, alsmede Bijlage V, Subdeel J, voor zover betrekking hebbend op het vliegen buiten de daglichtperiode;
- b.
de bemanning en de gezagvoerder voldoen aan de eisen in verordening (EU) nr. 965/2012, Bijlage III, Bijlage IV, voor zover deze van toepassing zijn op HEMS vluchten, alsmede Bijlage V.
3.
Er wordt uitsluitend buiten de daglichtperiode gevlogen gedurende de periode dat dit noodzakelijk is voor het doel van de vlucht.