Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014
Artikel 2.6 Uitwerpen van voorwerpen en stoffen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
16-06-2016, Stcrt. 2016, 32047 (uitgifte: 17-06-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2016/103149)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2016, Stcrt. 2016, 32047 (uitgifte: 17-06-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2016/103149)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Het uitwerpen van voorwerpen of stoffen uit het luchtvaartuig tijdens een SAR-vlucht, politievlucht of kustwachtvlucht en de opleiding en training die nodig zijn voor de veilige uitvoering van een dergelijke vlucht, is toegestaan, indien wordt voldaan aan de volgende voorschriften:
- a.
de vlieghoogte tijdens het uitwerpen van voorwerpen of stoffen bedraagt minimaal 30 meter (100 voet) en maximaal 90 meter (300 voet) boven het water of de grond, of zoveel lager, indien dit noodzakelijk is om voorwerpen of stoffen uit te werpen voor de uitvoering van de taken;
- b.
de gezagvoerder heeft tijdens het uitwerpen van voorwerpen of stoffen voortdurend zicht op het water of op de grond;
- c.
de gezagvoerder draagt ervoor zorg, dat overig luchtverkeer en personen geen hinder ondervinden van het uitwerpen van voorwerpen of stoffen, en zaken op het water of op de grond niet worden beschadigd.