Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad
Artikel 30 Andere maatregelen: uitvoering van het Verdrag via economische ontwikkeling en technische bijstand
Geldend
Geldend vanaf 29-09-2003
- Bronpublicatie:
15-11-2000, Trb. 2004, 34 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-09-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2000, Trb. 2004, 34 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Algemeen
1.
De Staten die partij zijn, nemen maatregelen die bijdragen aan de optimale uitvoering van dit Verdrag, voor zover mogelijk door middel van internationale samenwerking, rekening houdend met de negatieve invloed van georganiseerde misdaad op de maatschappij in het algemeen, in het bijzonder op duurzame ontwikkeling.
2.
De Staten die partij zijn, spannen zich voorzover mogelijk en in overleg met elkaar en met internationale en regionale organisaties concreet in teneinde
- a.
hun samenwerking op verschillende niveaus met ontwikkelingslanden te verbeteren teneinde de capaciteit van die landen te versterken om grensoverschrijdende georganiseerde misdaad te voorkomen en te bestrijden;
- b.
de financiële en materiële bijstand te verhogen ter ondersteuning van inspanningen van ontwikkelingslanden om grensoverschrijdende georganiseerde misdaad doeltreffend te bestrijden en om hen te helpen dit Verdrag met succes uit te voeren;
- c.
technische bijstand te verlenen aan ontwikkelingslanden en aan landen met een overgangseconomie teneinde hen te helpen te voorzien in hun behoeften ten behoeve van de uitvoering van dit Verdrag. Daartoe spannen de Staten die partij zijn zich in toereikende en regelmatige vrijwillige bijdragen te storten op een speciaal daarvoor aangewezen rekening in het kader van een financieringsstelsel van de Verenigde Naties. De Staten die partij zijn, kunnen, overeenkomstig hun nationale recht en de bepalingen van dit Verdrag, tevens in het bijzonder overwegen een percentage van het geld of van de overeenkomstige waarde van de opbrengsten van misdaad of goederen die zijn geconfisceerd overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag te storten op voornoemde rekening;
- d.
andere Staten en financiële instellingen, naar gelang wat van toepassing is, aan te moedigen en te bewegen zich aan te sluiten bij de inspanningen overeenkomstig dit artikel, in het bijzonder door ontwikkelingslanden te voorzien van meer opleidingsprogramma's en moderne uitrusting teneinde hen bij te staan bij het verwezenlijken van de doelstellingen van dit Verdrag.
3.
Voorzover mogelijk doen deze maatregelen geen afbreuk aan bestaande verplichtingen op het gebied van internationale bijstand of aan andere regelingen op het gebied van financiële samenwerking op bilateraal, regionaal of internationaal niveau.
4.
De Staten die partij zijn, kunnen bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen sluiten inzake materiële of logistieke bijstand, rekening houdend met de nodige financiële regelingen om de doeltreffendheid te waarborgen van de middelen voor internationale samenwerking waarin dit Verdrag voorziet en ten behoeve van de voorkoming, opsporing en bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad.