Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad
Artikel 23 Strafbaarstelling van obstructie van de rechtsbedeling
Geldend
Geldend vanaf 29-09-2003
- Bronpublicatie:
15-11-2000, Trb. 2004, 34 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-09-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2000, Trb. 2004, 34 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Algemeen
Elke Staat die partij is, neemt de wettelijke en andere maatregelen die nodig kunnen zijn om de volgende handelingen, indien zij opzettelijk zijn gepleegd, strafbaar te stellen:
- a.
het gebruik van fysiek geweld, bedreiging of intimidatie of het beloven, aanbieden of verlenen van een niet-gerechtvaardigd voordeel teneinde een valse getuigenverklaring uit te lokken of invloed uit te oefenen op het afleggen van de getuigenverklaring of het overleggen van bewijsmateriaal in een procedure met betrekking tot het plegen van strafbare feiten die onder dit Verdrag vallen;
- b.
het gebruik van fysiek geweld, bedreiging of intimidatie teneinde de uitoefening van de officiële taken door een rechterlijk ambtenaar of rechtshandhavingsfunctionaris met betrekking tot het plegen van strafbare feiten die onder dit Verdrag vallen te beletten. Geen enkele bepaling onder deze paragraaf doet afbreuk aan het recht van de Staten die partij zijn om wetgeving te hebben ter bescherming van andere categorieën van overheidsfunctionarissen.