Verordening (EG) nr. 725/2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten
Artikel 2 Definities
Geldend vanaf 19-05-2004
- Bronpublicatie:
31-03-2004, PbEU 2004, L 129 (uitgifte: 29-04-2004, regelingnummer: 725/2004)
- Inwerkingtreding
19-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-03-2004, PbEU 2004, L 129 (uitgifte: 29-04-2004, regelingnummer: 725/2004)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
In de zin van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
‘Speciale maatregelen ter verbetering van de maritieme beveiliging van het SOLAS-Verdrag’: de wijzigingen, opgenomen in Bijlage I van deze verordening, houdende samenstelling van hoofdstuk XI-2 van het SOLAS-Verdrag, in zijn bijgewerkte versie.
- 2.
‘ISPS-Code’: de internationale code voor de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (ISPS-Code) in zijn bijgewerkte versie.
- 3.
‘Deel A van de ISPS-Code’: de deel A van de ISPS-Code vormende preambule en dwingende voorschriften, opgenomen in bijlage II van deze verordening, betreffende de bepalingen van hoofdstuk XI-2 van het SOLAS-Verdrag in zijn bijgewerkte versie.
- 4.
‘Deel B van de ISPS-Code’: de deel B van de ISPS-Code vormende aanbevelingen, opgenomen in bijlage III van deze verordening, betreffende de bepalingen van hoofdstuk XI-2 van het SOLAS-Verdrag voor beveiliging van mensenlevens op zee, 1974, als gewijzigd, en die van deel A van de ISPS-Code, in zijn bijgewerkte versie.
- 5.
‘Maritieme beveiliging’: de combinatie van preventieve maatregelen en personele en materiële middelen die het zeevervoer en de havenfaciliteiten moeten beschermen tegen dreigingen van opzettelijke ongeoorloofde acties.
- 6.
‘Instantie voor maritieme beveiliging’: de door iedere lidstaat aangewezen instantie die als contactpunt voor de Commissie en de overige lidstaten dient en die de toepassing van de maatregelen op het gebied van maritieme beveiliging in deze verordening faciliteert, de follow-up verzorgt en informatie verschaft.
- 7.
‘Bevoegde autoriteit voor maritieme beveiliging’: een door de lidstaten benoemde autoriteit die de toepassing moet coördineren, ten uitvoer leggen en controleren van de door deze verordening voorgeschreven veiligheidsmaatregelen voor schepen en/of een of meer havenfaciliteiten. De bevoegdheden van deze autoriteit kunnen verschillend zijn, naargelang van de taken waarmee zij wordt belast.
- 8.
‘Internationaal zeescheepvaartverkeer’: iedere zeeverbinding per schip tussen een havenfaciliteit van een lidstaat en een havenfaciliteit buiten die lidstaat, en omgekeerd.
- 9.
‘Binnenlands zeescheepvaartverkeer’: iedere verbinding die in zeegebieden tussen een havenfaciliteit in een lidstaat en diezelfde havenfaciliteit of een andere havenfaciliteit in die lidstaat per schip wordt onderhouden.
- 10.
‘Geregelde dienst’: een reeks overtochten die is georganiseerd om een verbinding tussen twee of meer havenfaciliteiten te onderhouden:
- a)
volgens een gepubliceerd dienstrooster;
- b)
met een zodanige regelmaat of frequentie dat zij een herkenbare systematische reeks vormt.
- 11.
‘Havenfaciliteit’: een locatie waar interactie tussen haven en schip plaatsvindt. Een locatie omvat ankergebieden, ligplaatsen en aanvaarroutes vanuit zee, naar gelang van toepassing.
- 12.
‘Schip/haven raakvlak’: interacties die plaatsvinden wanneer een schip rechtstreeks en onmiddellijk betrokken is bij activiteiten waarbij sprake is van de verplaatsing van personen of goederen dan wel havendienstverlening aan het schip of vanuit het schip.
- 13.
‘Opzettelijke ongeoorloofde actie’: een opzettelijke actie die gezien de aard of context ervan schade kan toebrengen aan schepen in het internationale en nationale maritieme verkeer, aan passagiers en lading en aan de desbetreffende havenfaciliteiten.