Einde inhoudsopgave
Verdrag tot samenwerking inzake octrooien
Artikel 16 De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
Geldend
Geldend vanaf 24-01-1978
- Bronpublicatie:
19-06-1970, Trb. 1973, 20 (uitgifte: 13-02-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-01-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-1979, Trb. 1979, 104 (uitgifte: 04-07-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
1.
Het internationale nieuwheidsonderzoek wordt verricht door een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek die een nationaal bureau of een intergouvernementele organisatie kan zijn, zoals het Internationaal Octrooi Instituut, tot welks taken behoort het opstellen van verslagen omtrent nieuwheidsonderzoek in de literatuur naar de stand van de techniek met betrekking tot uitvindingen die het voorwerp van aanvragen zijn.
2.
Indien er, hangende de oprichting van één enkele Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, verscheidene instanties voor internationaal nieuwheidsonderzoek zijn, wijst elk ontvangend bureau, overeenkomstig de bepalingen van de van toepassing zijnde overeenkomst, bedoeld in het derde lid, onder b), de Instantie of Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek aan die bevoegd zijn tot het nieuwheidsonderzoek van bij een zodanig bureau ingediende internationale aanvragen.
3
a)
Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek worden aangewezen door de Algemene Vergadering. Nationale bureaus en intergouvernementele organisaties die voldoen aan de vereisten vermeld onder c) kunnen worden aangewezen tot Instantie voor internationaal nieuwheidsonderzoek.
b)
De aanwijzing is afhankelijk van de instemming van het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie dat (die) moet worden aangewezen en van de sluiting van een overeenkomst, onderworpen aan de goedkeuring van de Algemene Vergadering, tussen een zodanig bureau of een zodanige organisatie en het Internationale Bureau. De overeenkomst omschrijft de rechten en verplichtingen van de partijen, in het bijzonder de formele verbintenis van genoemd bureau of genoemde organisatie om alle gemeenschappelijke regels van het internationaal nieuwheidsonderzoek toe te passen en in acht te nemen.
c)
Het Reglement bepaalt de minimumvereisten, in het bijzonder ten aanzien van de personeelssterkte en het documentatiemateriaal, waaraan een bureau of organisatie moet voldoen voordat het of zij kan worden aangewezen en waaraan het of zij moet blijven voldoen zolang de aanwijzing van kracht blijft.
d)
De aanwijzing geldt voor een vaste termijn en kan met nieuwe termijnen worden verlengd.
e)
Voordat de Algemene Vergadering een besluit neemt over de aanwijzing van een nationaal bureau of een intergouvernementele organisatie, of over de verlenging van een zodanige aanwijzing, of voordat het een zodanige aanwijzing laat vervallen, hoort de Algemene Vergadering het betrokken bureau of de betrokken organisatie en wint zij het advies in van de Commissie voor technische samenwerking genoemd in artikel 56, zodra deze Commissie in het leven is geroepen.