Einde inhoudsopgave
Verdrag tot samenwerking inzake octrooien
Reglement
Geldend
Geldend van 01-07-2024 tot 01-01-2026
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is van toepassing op elke internationale aanvrage met een datum van internationale indiening op of na 01-07-2024.
- Bronpublicatie:
14-07-2023, Trb. 2024, 21 (uitgifte: 09-02-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-2023, Trb. 2024, 21 (uitgifte: 09-02-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
behorend bij het verdrag tot samenwerking inzake octrooien
Deel A. Inleidende regels
Regel 1. Afkortingen
1.1. Betekenis van afkortingen
a)
In dit Reglement wordt onder het woord ‘Verdrag’ verstaan het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien.
b)
In dit Reglement verwijzen de woorden ‘Hoofdstuk’ en ‘artikel’ naar het aangegeven Hoofdstuk of artikel van het Verdrag.
Regel 2. Betekenis van bepaalde woorden
2.1. ‘Aanvrager’
Het woord ‘aanvrager’ wordt zo uitgelegd dat het ook de gemachtigde of andere vertegenwoordiger van de aanvrager aanduidt, behalve daar waar het tegendeel duidelijk blijkt uit de bewoordingen of de aard van de bepaling of het zinsverband waarin het woord is gebruikt zoals, in het bijzonder, wanneer de bepaling verwijst naar de woonplaats of de nationaliteit van de aanvrager.
2.2. ‘Gemachtigde’
Het woord ‘gemachtigde’ wordt zo uitgelegd, dat het een gemachtigde aanduidt die is benoemd ingevolge Regel 90.1, tenzij het tegendeel duidelijk blijkt uit de bewoordingen of de aard van de bepaling of het zinsverband waarin het woord is gebruikt.
2.2bis. ‘Gemeenschappelijke vertegenwoordiger’
De uitdrukking ‘gemeenschappelijke vertegenwoordiger’ wordt zo uitgelegd, dat zij een aanvrager aanduidt die ingevolge Regel 90.2 is benoemd of wordt beschouwd als de gemeenschappelijke vertegenwoordiger.
2.3. ‘Ondertekening’
Het woord ‘ondertekening’ wordt zo verstaan dat, indien de nationale wetgeving toegepast door het ontvangende bureau of de bevoegde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of voor de Internationale Voorlopige Beoordeling het gebruik van een zegel in plaats van een ondertekening vereist, het woord, voor zover dat bureau of die Instantie betreft, zegel betekent.
2.4. ‘Termijn van voorrang’
a
Indien de uitdrukking ‘termijn van voorrang’ wordt gebruikt in verband met een beroep op een recht van voorrang, wordt dit verstaan als het tijdvak van 12 maanden vanaf de datum van indiening van de eerdere aanvrage, waarvoor aldus een beroep op een recht van voorrang wordt gedaan. De datum van indiening van de eerdere aanvrage wordt niet bij dat tijdvak inbegrepen.
b
Regel 80.5 is van overeenkomstige toepassing op de termijn van voorrang.
Deel B. Regels betreffende hoofdstuk I van het Verdrag
Regel 3. Het verzoekschrift (vorm)
3.1. Vorm van het verzoekschrift
Het verzoekschrift dient te worden gesteld op een gedrukt formulier of te worden ingediend in de vorm van een computeruitdraai.
3.2. Beschikbaarheid van formulieren
Exemplaren van het gedrukte formulier worden gratis aan de aanvragers verstrekt door het ontvangende bureau of, indien het ontvangende bureau zulks wenst, door het Internationale Bureau.
3.3. Controlelijst
a
Het verzoekschrift bevat een lijst die aangeeft:
- i.
het totale aantal bladen waaruit de internationale aanvrage bestaat en het aantal bladen van elk onderdeel van de internationale aanvrage: verzoekschrift, beschrijving (waarin apart het aantal bladen wordt aangegeven van een eventueel sequentie-opsommingsdeel in de beschrijving), conclusies, tekeningen, uittreksel;
- ii.
indien van toepassing, dat de internationale aanvrage zoals ingediend vergezeld gaat van een volmacht (d.w.z. een document waarin een gemachtigde of gemeenschappelijke vertegenwoordiger wordt benoemd), een afschrift van een algemene volmacht, een voorrangsbewijs, een sequentie-opsomming in elektronische vorm, een document betreffende de betaling van taksen of eventuele andere bescheiden (aan te geven in de controlelijst);
- iii.
het nummer van die figuur van de tekeningen die volgens het voorstel van de aanvrager het uittreksel dient te vergezellen wanneer het uittreksel wordt gepubliceerd; in uitzonderlijke gevallen kan de aanvrager meer dan een figuur voorstellen.
b
De lijst wordt ingevuld door de aanvrager, bij gebreke waarvan het ontvangende bureau de nodige vermeldingen invult, met dien verstande dat het nummer bedoeld in paragraaf aiii niet door het ontvangende bureau mag worden ingevuld.
3.4. Nadere bijzonderheden
Onverminderd Regel 3.3 worden de nadere bijzonderheden van het gedrukte formulier voor het verzoekschrift en van een in de vorm van een computeruitdraai ingediend verzoekschrift voorgeschreven in de Administratieve Instructies.
Regel 4. Het verzoekschrift (inhoud)
4.1. Verplichte en facultatieve inhoud; ondertekening
a)
Het verzoekschrift bevat:
- (i)
een verzoek,
- (ii)
de titel van de uitvinding,
- (iii)
gegevens betreffende de aanvrager en de gemachtigde, indien er een gemachtigde is,
- iv.
gegevens betreffende de uitvinder, indien de nationale wetgeving van ten minste een van de aangewezen Staten voorschrijft dat de naam van de uitvinder wordt medegedeeld op het tijdstip van indiening van een nationale aanvrage.
b
Het verzoekschrift bevat in voorkomend geval:
- i.
een beroep op een recht van voorrang, of
- ii.
gegevens met betrekking tot een eerder nieuwheidsonderzoek zoals voorzien in de Regels 4.12 i en 12bis.1 b en d,
- iii.
eeen verwijzing naar een hoofdaanvrage of hoofdoctrooi,
- iv.
een aanduiding van de door de aanvrager gekozen bevoegde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek.
c
Het verzoekschrift kan het volgende bevatten:
- i.
gegevens betreffende de uitvinder wanneer de nationale wetgeving van geen der aangewezen Staten vereist dat de naam van de uitvinder wordt verstrekt op het tijdstip van indiening van een nationale aanvrage;
- ii.
een verzoek gericht aan het ontvangende bureau om het voorrangsbewijs gereed te maken en te verzenden aan het Internationale Bureau indien de aanvrage, waarvoor een beroep wordt gedaan op een recht van voorrang, ingediend werd bij het nationale bureau of de intergouvernementele instantie die het ontvangende bureau is,
- iii.
verklaringen zoals voorzien in Regel 4.17,
- iv.
een verklaring zoals voorzien in Regel 4.18,
- v.
een verzoek om herstel van het recht van voorrang,
- vi.
een verklaring zoals voorzien in Regel 4.12 ii.
d)
Het verzoekschrift dient te zijn ondertekend.
4.2. Het verzoek
Het verzoek dient de volgende strekking te hebben en bij voorkeur in de volgende bewoordingen te zijn gesteld: ‘Ondergetekende verzoekt dat de onderhavige internationale aanvrage zal worden behandeld overeenkomstig het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien’.
4.3. Titel van de uitvinding
De titel van de uitvinding dient kort (bij voorkeur tussen twee en zeven woorden wanneer zij in het Engels is gesteld of in deze taal is vertaald) en nauwkeurig te zijn.
4.4. Namen en adressen
a)
De namen van natuurlijke personen dienen te worden aangegeven met de familienaam en de voorna(a)m(en) van de persoon, waarbij de familienaam voorafgaat aan de voorn(a)m(en).
b)
De namen van rechtspersonen dienen te worden aangegeven met hun volledige officiële benaming.
c
Adressen dienen zodanig te worden aangegeven dat zij voldoen aan de gebruikelijke vereisten voor een snelle postbestelling op het aangegeven adres en dienen in elk geval te bestaan uit alle desbetreffende administratieve eenheden tot en met het eventuele huisnummer. Wanneer de nationale wetgeving van de aangewezen Staat de vermelding van het huisnummer niet vereist, heeft het nalaten van de vermelding van een zodanig nummer in die Staat geen rechtsgevolgen. Ten behoeve van een snelle communicatie met de aanvrager, wordt aanbevolen adressen van telexen, telefoon- en faxnummers of overeenkomstige gegevens van andere soortgelijke communicatiemiddelen van de aanvrager of, indien van toepassing, van de gemachtigde of de gemeenschappelijke vertegenwoordiger te vermelden.
d)
Voor elke aanvrager, uitvinder of gemachtigde kan slechts één adres worden aangegeven maar, indien geen gemachtigde werd aangewezen om de aanvrager of alle aanvragers, wanneer er meer dan één is, te vertegenwoordigen, dan kan de aanvrager of, indien er meer dan één aanvrager is, de gemeenschappelijke vertegenwoordiger naast elk ander adres vermeld in het verzoekschrift nog één adres aangeven waarnaar de kennisgevingen moeten worden gezonden.
4.5. De aanvrager
a
Het verzoekschrift bevat:
- i.
de naam
- ii.
het adres en
- iii.
de nationaliteit en de woonplaats van de aanvrager, of indien er meerdere aanvragers zijn, van ieder van hen.
b)
De nationaliteit van de aanvrager dient te worden aangegeven door de naam van de Staat waarvan hij onderdaan is.
c)
De woonplaats van de aanvrager dient te worden aangegeven door de naam van de Staat waarvan hij inwoner is.
d
Bij verschillende aangewezen Staten mogen in het verzoekschrift verschillende aanvragers zijn vermeld. In dit geval dienen in het verzoekschrift de aanvrager of aanvragers per aangewezen Staat of groep aangewezen Staten te zijn vermeld.
e
Wanneer de aanvrager is geregistreerd bij het nationale bureau dat optreedt als ontvangend bureau, kan het verzoek het nummer of de andere aanduiding vermelden waaronder de aanvrager dar is geregistreerd.
4.6. De uitvinder
a
Wanneer Regel 4.1 a iv of c i van toepassing is, dient het verzoekschrift de naam en het adres van de uitvinder te vermelden of, indien er meer dan een uitvinder is, van ieder van hen.
b)
Indien de aanvrager de uitvinder is dient het verzoekschrift in plaats van de vermelding ingevolge paragraaf a) een verklaring hieromtrent te bevatten.
c)
Het verzoekschrift kan voor verschillende aangewezen Staten verschillende personen als uitvinder vermelden wanneer de vereisten van de nationale wetgevingen van de aangewezen Staten in dit opzicht niet gelijk zijn. In zulk een geval dient het verzoekschrift een afzonderlijke verklaring te bevatten voor elke aangewezen Staat of groep Staten waarin een bepaalde persoon of dezelfde persoon als de uitvinder dient te worden beschouwd of waarin bepaalde personen of dezelfde personen als de uitvinder dienen te worden beschouwd.
4.7. De gemachtigde
a
Indien een gemachtigde is benoemd dient het verzoekschrift zulks te vermelden en zijn naam en adres aan te geven.
b
Wanneer de gemachtigde is geregistreerd bij het nationale bureau dat optreedt als ontvangend bureau, kan het verzoekschrift het nummer of de andere aanduiding vermelden waaronder de gemachtigde daar is geregistreerd.
4.8. Gemeenschappelijke vertegenwoordiger
Indien een gemeenschappelijke vertegenwoordiger is benoemd dient het verzoekschrift zulks te vermelden.
4.9. Aanwijzing van staten, soorten van bescherming, nationale en regionale octrooien
a
De indiening van een verzoekschrift houdt in:
- i.
de aanwijzing van alle Verdragsluitende Staten die op de datum van internationale indiening door het Verdrag worden gebonden;
- ii.
een aanduiding dat de internationale aanvrage, ten aanzien van elke aangewezen Staat waarop artikel 43 of 44 van toepassing is, de verlening van elk soort bescherming betreft die door middel van de aanwijzing van die Staat beschikbaar is;
- iii.
een aanduiding dat de internationale aanvrage, ten aanzien van elke aangewezen Staat waarop artikel 45, eerste lid, van toepassing is, de verlening van een regionaal octrooi betreft en tevens, tenzij artikel 45, tweede lid, van toepassing is, een nationaal octrooi.
b
Indien, onverminderd paragraaf a, i, op 5 oktober 2005 de nationale wetgeving van een Verdragsluitende Staat bepaalt dat de indiening van een internationale aanvrage die de aanwijzing van die staat omvat en waarin een beroep op een recht van voorrang wordt gedaan van een eerdere nationale aanvrage met rechtsgevolgen in die staat waardoor de eerdere nationale aanvrage ophoudt rechtsgevolgen te hebben, hetgeen dezelfde gevolgen heeft als intrekking van de eerdere nationale aanvrage, kan elk verzoekschrift waarin een beroep wordt gedaan op de voorrang van een eerder in die staat ingediende nationale aanvrage, een vermelding bevatten dat die staat niet wordt aangewezen, op voorwaarde dat het aangewezen bureau het Internationale Bureau uiterlijk op 5 januari 2006 ervan in kennis stelt dat deze paragraaf van toepassing is op aanwijzingen van die staat en dat de kennisgeving nog steeds van kracht is op de datum van internationale indiening. Het Internationale Bureau publiceert de ontvangen kennisgeving onverwijld in het mededelingenblad.
4.10. Beroep op een recht van voorrang
a
In elke verklaring bedoeld in artikel 8, eerste lid, (Beroep op een recht van voorrang) kan een beroep worden gedaan op een recht van voorrang van een of meer eerdere aanvragen ingediend hetzij in, hetzij voor een land dat partij is bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom of in of voor elk lid van de Wereldhandelsorganisatie dat geen partij is bij dat verdrag. Een beroep op een recht van voorrang wordt gedaan in het verzoekschrift; het bestaat uit een verklaring met de strekking dat een beroep wordt gedaan op een recht van voorrang van een eerdere aanvrage en bevat:
- i.
de datum waarop de eerdere aanvrage werd ingediend;
- ii.
het nummer waaronder de eerdere aanvrage is ingediend;
- iii.
wanneer de eerdere aanvrage een nationale aanvrage is, het land dat partij is bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom of het Lid van de Wereldhandelsorganisatie dat niet partij is bij dat Verdrag, waar de aanvrage is ingediend;
- iv.
wanneer de eerdere aanvrage een regionale aanvrage is, de instantie belast met de verlening van regionale octrooien ingevolge het regionale verdrag inzake octrooien dat van toepassing is;
- v.
wanneer de eerdere aanvrage een internationale aanvrage is, het ontvangende bureau waarbij zij is ingediend.
b
In aanvulling op de ingevolge paragraaf a onder iv of v vereiste gegevens:
- i.
wanneer de eerdere aanvrage een regionale aanvrage of een internationale aanvrage is, kan het beroep op een recht van voorrang een of meer landen vermelden die partij zijn bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom waarvoor die eerdere aanvrage is ingediend;
- ii.
wanneer de eerdere aanvrage een regionale aanvrage is en ten minste een van de landen die partij zijn bij het verdrag inzake regionale octrooien noch partij is bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom noch Lid is van de Wereldhandelsorganisatie, geeft het beroep op een recht van voorrang ten minste een land aan dat partij is bij dat Verdrag of een Lid van die Organisatie waarvoor die eerdere aanvrage is ingediend.
c
Voor de toepassing van de paragrafen a en b, is artikel 2, onder vi, niet van toepassing.
4.11. Verwijzing naar voortzetting of gedeeltelijke voortzetting, of hoofdaanvrage of verleend hoofdoctrooi
a
Indien
- i.
de aanvrager ingevolge Regel 49bis.1 a of b beoogt aan te geven dat hij verlangt dat de internationale aanvrage in elke aangewezen Staat wordt behandeld als een aanvrage om een aanvullingsoctrooi, een aanvullingscertificaat, een aanvulling bij een uitvinderscertificaat of een aanvulling bij een gebruikscertificaat; of
- ii.
de aanvrager ingevolge Regel 49bis.1 d beoogt aan te geven dat hij verlangt dat de internationale aanvrage in elke aangewezen Staat wordt behandeld als een aanvrage om voortzetting of gedeeltelijke voortzetting van een eerdere aanvrage;
dient zulks alsmede de desbetreffende hoofdaanvrage, hoofdoctrooi of ander verleend hoofdrecht te zijn vermeld in het verzoekschrift.
b
Het opnemen in het verzoekschrift van een vermelding ingevolge paragraaf a laat de werking van Regel 4.9 onverlet.
4.12. In aanmerking nemen van uitkomsten van eerder nieuwheidsonderzoek
Indien de aanvrager wenst dat de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek bij het verrichten van het internationale nieuwheidsonderzoek de uitkomsten van een eerder internationaal nieuwheidsonderzoek, van een nieuwheidsonderzoek van internationaal type of van een nationaal nieuwheidsonderzoek verricht door dezelfde of een andere Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of door een nationaal bureau (‘eerder nieuwheidsonderzoek’) in aanmerking neemt:
- i.
dient zulks in het verzoekschrift te worden vermeld, waarbij ook de desbetreffende instantie of het desbetreffende bureau en de aanvrage ter zake waarvan het eerdere nieuwheidsonderzoek werd verricht worden vermeld;
- ii.
kan het verzoekschrift in voorkomend geval een verklaring bevatten dat de internationale aanvrage gelijk is aan, of in hoofdzaak gelijk is aan, de aanvrage ter zake waarvan het eerdere nieuwheidsonderzoek werd verricht, of dat de internationale aanvrage gelijk is aan, of in hoofdzaak gelijk is aan, die eerdere aanvrage, met dien verstande dat zij wordt ingediend in een andere taal.
4.13
Vervallen.
4.14
Vervallen.
4.14bis. Keuze van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
Indien er meer dan één Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek is die bevoegd is het nieuwheidsonderzoek betreffende de internationale aanvrage te verrichten, dient de aanvrager de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek van zijn keuze in het verzoekschrift te vermelden.
4.15. Ondertekening
Het verzoekschrift dient door de aanvrager of, indien er meer dan een aanvrager is, door alle aanvragers te worden ondertekend.
4.16. Transcriptie of vertaling van bepaalde woorden
a)
Wanneer een naam of adres in andere lettertekens is geschreven dan die van het Latijnse alfabet, dienen beide ook te worden vermeld in lettertekens van het Latijnse alfabet, hetzij alleen in transcriptie, hetzij door vertaling in het Engels. De aanvrager beslist welke woorden alleen zullen worden getranscribeerd en welke woorden zullen worden vertaald.
b)
De naam van een land, geschreven in andere lettertekens dan die van het Latijnse alfabet, dient ook te worden aangegeven in het Engels.
4.17. Verklaringen betreffende nationale vereisten bedoeld in Regel 51bis.1 a i tot en met v
Het verzoekschrift kan, ten behoeve van de in een of meer aangewezen Staten toegepaste wetgeving, een of meer van de volgende verklaringen bevatten, in de bewoordingen als voorgeschreven in de Administratieve Instructies:
- i.
een verklaring betreffende de identiteit van de uitvinder, zoals bedoeld in regel 51bis.1 a i;
- ii.
een verklaring betreffende het recht van de aanvrager, op de datum van internationale indiening, om een octrooi aan te vragen en verleend te krijgen, zoals bedoeld in Regel 51bis.1 a ii;
- iii.
een verklaring betreffende het recht van de aanvrager, op de datum van internationale indiening, om een beroep te doen op een recht van voorrang op grond van de eerdere aanvrage, zoals bedoeld in Regel 51bis.1 a iii;
- iv.
een verklaring van uitvinderschap, zoals bedoeld in Regel 51bis.1 a iv, die dient te worden ondertekend zoals voorgeschreven in de Administratieve Instructies;
- v.
een verklaring betreffende onschadelijke openbaarmaking of een op gebrek aan nieuwheid te maken uitzondering, zoals bedoeld in regel 51bis.1 a v.
4.18. Verklaring betreffende opneming door middel van verwijzing
Indien in de internationale aanvrage op de datum waarop een of meer elementen van de internationale aanvrage bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, voor het eerst werden ontvangen door het ontvangende bureau een beroep op een recht van voorrang van een eerdere aanvrage wordt gedaan, kan het verzoekschrift een verklaring bevatten dat, indien een element van de internationale aanvrage bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, onder d of e, of een deel van de beschrijving, de conclusies of tekeningen bedoeld in Regel 20.5 a, of een element of onderdeel van de beschrijving, conclusies of tekeningen bedoeld in Regel 20.5bis a, niet anderszins vervat is in de internationale aanvrage, maar volledig vervat is in de eerdere aanvrage, dat element of onderdeel, op voorwaarde van bevestiging ingevolge Regel 20.6, voor de toepassing van Regel 20.6 door middel van verwijzing opgenomen is in de internationale aanvrage. Indien deze verklaring op die datum niet vervat is in het verzoekschrift, kan zij er uitsluitend aan worden toegevoegd indien zij op die datum anderszins was opgenomen in of ingediend met de internationale aanvrage.
4.19. Andere vermeldingen
a
Het verzoekschrift dient geen andere vermeldingen te bevatten dan die omschreven in de Regels 4.1 tot en met 4.18, met dien verstande dat de Administratieve Instructies het opnemen in het verzoekschrift van andere vermeldingen, omschreven in de Administratieve Instructies kunnen toestaan maar niet verplicht stellen.
b
Indien het verzoekschrift andere vermeldingen bevat dan die aangegeven in de Regels 4.1 tot en met 4.18 of toegestaan door de Administratieve Instructies ingevolge paragraaf a, schrapt het ontvangende bureau deze ambtshalve.
Regel 5. De beschrijving
5.1. Indeling van de beschrijving
a
De beschrijving dient eerst de titel van de uitvinding aan te geven zoals vermeld in het verzoekschrift en dient:
- (i)
het technische gebied aan te geven waarop de uitvinding betrekking heeft;
- (ii)
de technologische achtergrond aan te geven die, voor zover de aanvrager bekend, als nuttig kan worden beschouwd voor het begrip, het nieuwheidsonderzoek en de beoordeling van de uitvinding, en bij voorkeur de literatuurplaatsen waarin deze technologische kennis is vermeld, aan te halen;
- (iii)
de uitvinding waarvoor bescherming wordt gevraagd, uiteen te zetten in zodanige bewoordingen dat het technische vraagstuk (zelfs indien het als zodanig niet uitdrukkelijk is uiteengezet) en de oplossing ervan kunnen worden begrepen, en de mogelijke voordelige gevolgen van de uitvinding tegen de technologische achtergrond aan te geven;
- (iv)
een korte beschrijving van de figuren in de mogelijke tekeningen te geven;
- (v)
tenminste een uiteenzetting te geven van de beste wijze die door de aanvrager wordt overwogen om de uitvinding waarvoor bescherming wordt gevraagd in praktijk te brengen; dit moet, waar dienstig, worden gedaan aan de hand van voorbeelden en met verwijzing naar de mogelijke tekeningen; wanneer de nationale wetgeving van de aangewezen Staat niet de beschrijving van de beste wijze vereist, maar genoegen neemt met de beschrijving van een wijze (ongeacht of het al of niet de beste is die wordt overwogen), heeft het nalaten van een beschrijving van de overwogen beste wijze in die Staat geen rechtsgevolgen;
- (vi)
wanneer dit niet duidelijk uit de beschrijving of de aard van de uitvinding blijkt, uitdrukkelijk de manier aan te geven waarop de uitvinding in de nijverheid kan worden geëxploiteerd en de manier waarop zij kan worden vervaardigd en toegepast, of indien zij alleen kan worden toegepast, de manier waarop zij kan worden toegepast; de uitdrukking ‘nijverheid’ dient te worden verstaan in de ruimste zin zoals in het Verdrag van Parijs tot Bescherming van de Industriële Eigendom.
b)
De indeling en volgorde aangegeven onder paragraaf a) dienen te worden aangehouden behalve wanneer, wegens de aard van de uitvinding, een andere indeling of volgorde zou leiden tot een beter begrip en een grotere beknoptheid.
c)
Onverminderd het bepaalde onder paragraaf b) dient elk van de delen bedoeld onder paragraaf a) bij voorkeur te worden voorafgegaan door een passend opschrift zoals voorgesteld in de Administratieve Instructies.
5.2. Openbaarmaking van een nucleotide- en/of aminozuur-sequentie
a
Wanneer de internationale aanvrage een openbaarmaking van nucleotide- en/of aminozuur-sequenties bevat die, ingevolge de Administratieve Instructies, opgenomen dienen te worden in een sequentie-opsomming, dient de beschrijving een sequentie-opsommingsdeel van de beschrijving te bevatten dat voldoet aan de norm voorzien in de Administratieve Instructies.
b
Taalafhankelijke vrije tekst die is opgenomen in het sequentie-opsommingsdeel van de beschrijving hoeft niet opgenomen te worden in het hoofddeel van de beschrijving.
Regel 6. De conclusies
6.1. Aantal en nummering van de conclusies
a)
Het aantal conclusies dient redelijk te zijn, gezien de aard van de uitvinding, waarvoor bescherming wordt gevraagd.
b)
Indien er meer dan één conclusie is, dienen zij doorlopend te worden genummerd in Arabische cijfers.
c)
De wijze van nummering in geval van wijziging van de conclusies wordt geregeld in de Administratieve Instructies.
6.2. Verwijzingen naar andere delen van de internationale aanvrage
a)
Behalve wanneer dit absoluut noodzakelijk is, dienen de conclusies ten aanzien van de technische kenmerken van de uitvinding niet te steunen op verwijzingen naar de beschrijving of de tekeningen. In het bijzonder dienen zij niet te steunen op verwijzingen zoals: ‘zoals beschreven in deel … van de beschrijving’ of ‘zoals geïllustreerd in figuur … van de tekeningen.’
b)
Wanneer de internationale aanvrage tekeningen bevat dienen de in de conclusies genoemde technische kenmerken bij voorkeur te worden gevolgd door de op deze kenmerken betrekking hebbende verwijzingstekens. Wanneer zij gebruikt worden dienen de verwijzingstekens bij voorkeur tussen haakjes te worden geplaatst. Indien de opneming van verwijzingstekens een sneller begrip van een conclusie niet speciaal vergemakkelijkt, dient zij achterwege te worden gelaten. Een aangewezen bureau kan de verwijzingstekens verwijderen ten behoeve van publikatie door dit bureau.
6.3. Wijze van opstellen van de conclusies
a)
De omschrijving van het onderwerp waarvoor bescherming wordt gevraagd, dient te worden gegeven aan de hand van de technische kenmerken van de uitvinding.
b)
Wanneer het ter zake dienende is moeten de conclusies bevatten:
- (i)
een uiteenzetting van die technische kenmerken van de uitvinding die nodig zijn voor de omschrijving van het onderwerp waarop de conclusies betrekking hebben maar die, te zamen, behoren tot de bekende stand van de techniek,
- (ii)
een beschrijving van de kenmerken — voorafgegaan door de woorden ‘daardoor gekenmerkt dat’, ‘gekenmerkt door’, ‘waarin de verbetering omvat’ of andere woorden met dezelfde strekking — waarin de technische kenmerken beknopt worden uiteengezet waarvoor, te zamen met de kenmerken uiteengezet onder (i), bescherming wordt gewenst.
c)
Wanneer de nationale wetgeving van de aangewezen Staat de wijze van opstellen van de conclusies, bepaald onder paragraaf b), niet vereist, heeft het niet volgen van die wijze van opstellen geen rechtsgevolgen in die Staat, mits de feitelijk gevolgde wijze van opstellen van de conclusies voldoet aan de nationale wetgeving van die Staat.
6.4. Afhankelijke conclusies
a)
Een conclusie die alle kenmerken van een of meer andere conclusies omvat (conclusie in afhankelijke vorm, hierna te noemen ‘afhankelijke conclusie’) dient zulks te doen door een verwijzing, indien mogelijk aan het begin, naar de andere conclusie of conclusies en vervolgens de bijkomende kenmerken te vermelden waarop de conclusie betrekking heeft. Afhankelijke conclusies die verwijzen naar meer dan één andere conclusie (‘meervoudig afhankelijke conclusies’), dienen alleen in de vorm van een alternatief naar zodanige conclusies te verwijzen. Meervoudig afhankelijke conclusies mogen geen grondslag vormen voor een andere meervoudig afhankelijke conclusie. Wanneer de nationale wetgeving van het nationale bureau dat optreedt als Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, niet toestaat dat meervoudig afhankelijke conclusies worden opgesteld op een wijze die afwijkt van hetgeen is aangegeven in de voorafgaande twee zinnen, kan het niet-volgen van die wijze van opstellen uitlopen op een vermelding ingevolge artikel 17, tweede lid, onder b), in het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek. Het niet-volgen van genoemde wijze van opstellen heeft geen rechtsgevolgen in een aangewezen Staat indien de feitelijk gevolgde wijze van opstellen van de conclusies voldoet aan de nationale wetgeving van die Staat.
b)
Onder een afhankelijke conclusie dient te worden verstaan een conclusie die alle beperkingen omvat welke zijn neergelegd in de conclusie waarnaar zij verwijst of, indien de afhankelijke conclusie een meervoudig afhankelijke conclusie is, alle beperkingen, opgenomen in de conclusie in samenhang waarmee zij wordt beschouwd.
c)
Alle afhankelijke conclusies die terugverwijzen naar een enkele voorgaande conclusie en alle afhankelijke conclusies die terugverwijzen naar meer dan één voorgaande conclusie, dienen voor zover mogelijk en op de meest praktische wijze te worden ondergebracht in één groep.
6.5. Gebruiksmodellen
Een aangewezen Staat waar de verlening van een gebruiksmodel wordt gevraagd op basis van een internationale aanvrage kan, in plaats van de Regels 6.1 tot en met 6.4, ten aanzien van de in die Regels geregelde aangelegenheden, de bepalingen van zijn nationale wetgeving betreffende gebruiksmodellen toepassen, wanneer de behandeling van de internationale aanvrage in die Staat eenmaal is begonnen, met dien verstande dat de aanvrager ten minste 2 maanden na het verstrijken van de ingevolge artikel 22 van toepassing zijnde termijn zal worden toegestaan om zijn aanvrage aan te passen aan de vereisten van genoemde bepalingen in de nationale wetgeving.
Regel 7. De tekeningen
7.1. Vloeischema's en diagrammen
Vloeischema's en diagrammen worden als tekeningen beschouwd.
7.2. Termijnen
De termijn genoemd in artikel 7, tweede lid, onder (ii), dient in de gegeven omstandigheden redelijk te zijn en in elk geval niet korter te zijn dan 2 maanden vanaf de datum van het schriftelijke verzoek waarbij de indiening van tekeningen of bijkomende tekeningen ingevolge genoemde bepaling wordt verlangd.
Regel 8. Het uittreksel
8.1. Inhoud en vorm van het uittreksel
a)
Het uittreksel dient te bestaan uit:
- (i)
een samenvatting van de uiteenzetting zoals neergelegd in de beschrijving, de conclusies en mogelijke tekeningen; de samenvatting dient het technische gebied aan te geven waarop de uitvinding ligt en te worden opgesteld op een wijze die een duidelijk begrip van het technische probleem, de kern van de oplossing van dat probleem door de uitvinding en de voornaamste toepassing(en) van de uitvinding mogelijk maakt;
- (ii)
wanneer van toepassing, de chemische formule die, van alle in de internationale aanvrage opgenomen formules, de uitvinding het beste kenmerkt.
b)
Het uittreksel dient zo beknopt te zijn als de uiteenzetting toelaat (bij voorkeur 50 tot 150 woorden, indien zij in het Engels is gesteld of vertaald).
c)
Het uittreksel dient geen verklaringen te bevatten over de beweerde verdiensten of de waarde van de uitvinding waarvoor bescherming wordt gevraagd of over de vermoedelijke toepassing.
d)
Elk technisch hoofdkenmerk vermeld in het uittreksel en geïllustreerd door een tekening in de internationale aanvrage dient te worden gevolgd door een tussen haakjes geplaatst verwijzingsteken.
8.2. Figuur
a)
Indien de aanvrager niet de opgave genoemd in Regel 3.3 a) (iii) verstrekt of indien de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek vaststelt dat (een) andere figu(u)r(en) dan door de aanvrager voorgesteld uit alle figuren van alle tekeningen de uitvinding beter zou(den) kenschetsen, dient zij, onverminderd het bepaalde onder paragraaf b), de figu(u)r(en) aan te geven die het uittreksel moet(en) vergezellen wanneer dit wordt gepubliceerd door het Internationale Bureau. In zo'n geval gaat het uittreksel vergezeld van de aldus door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek aangegeven figu(u)r(en). Anders gaat het uittreksel, onverminderd het bepaalde onder paragraaf b), vergezeld van de door de aanvrager voorgestelde figu(u)r(en).
b)
Indien de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek bemerkt dat geen van de figuren van de tekeningen nuttig is voor het begrijpen van het uittreksel, stelt zij het Internationale Bureau daarvan in kennis. In zo'n geval gaat het uittreksel, wanneer het wordt gepubliceerd door het Internationale Bureau, niet vergezeld van enige figuur van de tekeningen, zelfs wanneer de aanvrager een voorstel heeft gedaan ingevolge Regel 3.3 a) (iii).
8.3. Leidende beginselen bij de opstelling
Het uittreksel dient zo te zijn opgesteld dat het doeltreffend kan dienen als een uitgangspunt voor een nauwkeurig nieuwheidsonderzoek op het bepaalde technische gebied, vooral door de wetenschapsman, ingenieur of onderzoeker te helpen bij het vormen van een oordeel over de vraag of het nodig is de internationale aanvrage zelf te raadplegen.
Regel 9. Uitdrukkingen, enz. die niet moeten worden gebruikt
9.1. Begripsomschrijving
De internationale aanvrage dient niet te bevatten:
- (i)
uitdrukkingen of tekeningen die in strijd zijn met de goede zeden;
- (ii)
uitdrukkingen of tekeningen die in strijd zijn met de openbare orde;
- (iii)
kleinerende opmerkingen over de produkten of werkwijzen van een bepaalde andere persoon dan de aanvrager of de verdiensten of geldigheid van aanvragen of octrooien van zodanige personen (het louter vergelijken met de bestaande techniek wordt op zichzelf niet als kleinerend beschouwd);
- (iv)
een verklaring of andere inhoud die onder de omstandigheden kennelijk niet ter zake of onnodig is.
9.2. Vaststelling van niet-naleving
Het ontvangende bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie en het Internationaal Bureau kunnen niet-naleving van de voorschriften van Regel 9.1 vaststellen en de aanvrager voorstellen dat hij zijn internationale aanvrage dienovereenkomstig vrijwillig verbetert. In dat geval worden het ontvangende bureau, de bevoegde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de bevoegde voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie en het Internationaal Bureau, naargelang van toepassing, van het voorstel in kennis gesteld.
9.3. Verwijzing naar artikel 21, zesde lid
De ‘kleinerende opmerkingen’ genoemd in artikel 21, zesde lid, hebben de betekenis zoals omschreven in Regel 9.1 (iii).
Regel 10. Terminologie en tekens
10.1. Terminologie en tekens
a)
Gewichten en maten dienen volgens het metrieke stelsel te worden aangegeven of, indien zij eerst worden aangegeven volgens een ander stelsel, ook in het metrieke stelsel te worden aangegeven.
b)
Temperaturen dienen te worden aangegeven in graden Celsius, of, indien zij eerst worden aangegeven op een andere wijze, ook in graden Celsius te worden aangegeven.
c)
Vervallen.
d)
Voor aanduidingen van warmte, energie, licht, geluid en magnetisme, evenals voor wiskundige formules en elektrische eenheden dienen de regels van de internationale praktijk te worden gevolgd; voor chemische formules dienen de symbolen, atoomgewichten en moleculaire formules die algemeen gebruikelijk zijn, te worden gebruikt.
e)
In het algemeen dienen alleen die technische termen, tekens en symbolen te worden gebruikt die in de techniek algemeen zijn aanvaard.
f
Wanneer de internationale aanvrage of de vertaling daarvan in het Chinees, het Engels of het Japans is gesteld, dient het begin van een decimale breuk te worden aangegeven door een punt, terwijl, wanneer de internationale aanvrage of de vertaling daarvan in een andere taal dan het Chinees, het Engels of het Japans is gesteld, dit dient te worden aangegeven door een komma.
10.2. Eenvormigheid
In een bepaalde internationale aanvrage dienen overal dezelfde terminologie en dezelfde tekens te worden gebruikt.
Regel 11. Vormvoorschriften voor de internationale aanvrage
11.1. Aantal exemplaren
a)
Onverminderd het bepaalde onder paragraaf b) dienen de internationale aanvrage en elk in de controlelijst (Regel 3.3 a) (ii)) genoemd document in een enkel exemplaar te worden ingediend.
b)
Een ontvangend bureau kan verlangen dat de internationale aanvrage en elk in de controlelijst (Regel 3.3 a) (ii)) genoemd document, behalve het ontvangstbewijs voor de betaalde taksen of de cheque voor betaling van de taksen, in twee of drie exemplaren worden ingediend. In dat geval is het ontvangende bureau verantwoordelijk voor het nagaan van de gelijkluidendheid van het tweede en derde exemplaar met het oorspronkelijke exemplaar.
11.2. Geschiktheid voor reproduktie
a)
Alle onderdelen van de internationale aanvrage (d.w.z. de aanvrage, de beschrijving, de conclusies, de tekeningen en het uittreksel) dienen zo te worden overgelegd dat zij in elk gewenst aantal exemplaren rechtstreeks kunnen worden gereproduceerd door middel van fotografie, elektrostatische werkwijzen, foto-offset en microfilm.
b)
Alle bladen dienen ongekreukt en ongescheurd te zijn; zij mogen niet gevouwen zijn.
c)
Elk blad dient slechts aan één kant te zijn gebruikt.
d)
Onverminderd Regel 11.10 d) en 11.13 j) dient elk blad in rechtopstaande stand te worden gebruikt (d.w.z. de korte zijden bovenaan en onderaan).
11.3. Te gebruiken materiaal
Alle onderdelen van de internationale aanvrage dienen op buigzaam, sterk, wit, glad, niet glanzend en duurzaam papier te zijn gesteld.
11.4. Afzonderlijke bladen, enz.
a)
Elk onderdeel (aanvrage, beschrijving, conclusies, tekeningen, uittreksel) van de internationale aanvrage dient te beginnen op een nieuw blad.
b)
Alle bladen van de internationale aanvrage dienen zo aan elkaar te zijn gehecht, dat zij gemakkelijk kunnen worden omgeslagen bij de raadpleging en gemakkelijk gescheiden en weer samengevoegd kunnen worden, indien zij losgemaakt zijn voor reproduktie.
11.5. Formaat van de bladen
Het formaat van de bladen dient A4 (29,7 cm × 21 cm) te zijn. Een ontvangend bureau kan evenwel internationale aanvragen op bladen van andere afmetingen aanvaarden, mits het oorspronkelijke exemplaar, zoals toegezonden aan het Internationale Bureau en, indien de bevoegde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek zulks verlangt, het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek, volgens formaat A4 zijn.
11.6. Marges
a
De minimum marges van de bladen waarop de beschrijving, de conclusies en het uittreksel zijn gesteld, dienen als volgt te zijn:
- —
bovenaan: 2 cm
- —
links: 2,5 cm
- —
rechts: 2,5 cm
- —
onderaan: 2 cm
b)
Het aanbevolen maximum voor de onder paragraaf a) genoemde marges is als volgt:
- —
bovenaan: 4 cm
- —
links: 4 cm
- —
rechts: 3 cm
- —
onderaan: 3 cm
c)
Op bladen met tekeningen dient de te gebruiken bladspiegel niet groter te zijn dan 26,2 × 17,0 cm. De bladen mogen geen rand rond de te gebruiken of gebruikte bladspiegel hebben. De minimum marges dienen als volgt te zijn:
- —
bovenaan: 2,5 cm
- —
links: 2,5 cm
- —
rechts: 1,5 cm
- —
onderaan: 1,0 cm
d)
De marges genoemd onder de paragrafen a) tot en met c) zijn van toepassing op bladen van formaat A 4, zodat, zelfs indien het ontvangend bureau andere formaten aanvaardt, het oorspronkelijke exemplaar op formaat A 4 en, wanneer verlangd, het exemplaar voor nieuwheidsonderzoek op formaat A 4, bovengenoemde marges zullen hebben.
e
Behoudens het in paragraaf f en in Regel 11.8 b bepaalde, moeten de marges van de internationale aanvrage bij de indiening geheel onbeschreven zijn.
f
De bovenmarge mag in de linkerhoek een vermelding van de dossieraanduiding van de aanvrager bevatten, mits deze dossieraanduiding binnen 1,5 cm van de bovenkant van het blad is vermeld. Het aantal tekens van de dossieraanduiding van de aanvrager mag niet groter zijn dan het in de Administratieve Instructies vastgelegde maximum.
11.7. Nummering van de bladen
a)
Alle bladen van de internationale aanvrage dienen doorlopend te worden genummerd in Arabische cijfers.
b
De nummers dienen in het midden bovenaan of onderaan de bladzijde te worden geplaatst, maar niet in de marge.
11.8. Nummering van regels
a)
Sterk aanbevolen wordt, elke vijfde regel van elk blad van de beschrijving en van elk blad van de conclusies te nummeren.
b
De nummers dienen in de rechterhelft van de linkermarge te staan.
11.9. Schrift van de tekst
a)
De aanvrage, de beschrijving, de conclusies en het uittreksel dienen in machineschrift of gedrukt te zijn.
b
Alleen grafische symbolen en tekens, chemische of wiskundige formules en bepaalde karakters in het Chinees of het Japans kunnen, zo nodig, met de hand worden geschreven of getekend.
c)
De tekst dient op anderhalve regelafstand te zijn getypt.
d
De gehele tekst dient te zijn weergegeven in letters waarvan de hoofdletters ten minste 0,28 cm hoog zijn en een donkere, onuitwisbare kleur hebben, voldoend aan de vereisten neergelegd in Regel 11.2, met dien verstande dat de tekst in het verzoekschrift mag zijn weergegeven in letters waarvan de hoofdletters ten minste 0,21 cm hoog zijn.
e
Wat de regelafstand in getypte teksten en het formaat van de letters betreft, is het in de paragrafen c en d bepaalde niet van toepassing op teksten in het Chinees of het Japans.
11.10. In de tekst opgenomen tekeningen, formules en tabellen
a)
De aanvrage, de beschrijving, de conclusies en het uittreksel dienen geen tekeningen te bevatten.
b)
De beschrijving, de conclusies en het uittreksel kunnen chemische of wiskundige formules bevatten.
c)
De beschrijving en het uittreksel kunnen tabellen bevatten; een conclusie kan alleen tabellen bevatten indien het onderwerp van de conclusie het gebruik van tabellen wenselijk maakt.
d)
Tabellen en chemische of wiskundige formules kunnen overdwars op het blad worden geplaatst indien zij niet op bevredigende wijze rechtopstaand kunnen worden weergegeven; bladen waarop tabellen of chemische of wiskundige formules overdwars worden weergegeven, dienen zo te zijn ingedeeld, dat de bovenkant van de tabellen of formules zich aan de linkerzijde van het blad bevindt.
11.11. Woorden in tekeningen
a)
De tekeningen dienen geen tekst te bevatten, behalve een enkel woord of woorden, wanneer volstrekt onmisbaar, zoals ‘water’, ‘stoom’, ‘open’, ‘dicht’, ‘doorsnede over AB’ en, in het geval van elektrische schakelingen en blokschema's of vloeischemadiagrammen, enkele korte trefwoorden die onmisbaar zijn voor het begrijpen van de tekening.
b)
De gebruikte woorden dienen zo te worden geplaatst, dat zij bij vertaling kunnen worden overgeplakt zonder de lijnen van de tekeningen te raken.
11.12. Veranderingen, enz.
Elk blad dient redelijk vrij te zijn van doorhalingen en vrij van veranderingen en boven elkaar geschreven en tussengeschreven woorden. Niet-naleving van deze Regel kan worden toegestaan, indien er geen sprake is van twijfel aan de rechtsgeldigheid van de inhoud en kan worden voldaan aan de vereisten voor goede reproduktie.
11.13. Bijzondere vereisten voor tekeningen
a)
Tekeningen dienen te worden uitgevoerd in duurzame, zwarte, voldoende dichte en donkere, gelijkmatig en duidelijk aangegeven lijnen en streepjes zonder kleur.
b)
Doorsneden dienen te worden aangegeven door schuine arceringen die de duidelijke leesbaarheid van verwijzingstekens en hoofdlijnen niet mogen belemmeren.
c)
De schaal van de tekeningen en de duidelijkheid van de grafische uitvoering ervan dient zodanig te zijn, dat bij een fotografische reproduktie op twee/derde van de ware grootte alle details zonder moeite kunnen worden onderscheiden.
d)
Wanneer, in uitzonderlijke gevallen, op een tekening de schaal wordt gegeven, dient deze grafisch te zijn aangegeven.
e)
Alle cijfers, letters en verwijzingslijnen op de tekeningen moeten eenvoudig en duidelijk zijn. Haakjes, cirkels of aanhalingstekens mogen niet te zamen met cijfers en letters worden gebruikt.
f)
Alle lijnen in de tekeningen dienen gewoonlijk te worden getrokken met behulp van tekeninstrumenten.
g)
Elk onderdeel van elke figuur dient in de juiste verhouding te zijn tot elk ander element in de figuur, behalve wanneer het gebruik van een andere verhouding onmisbaar is voor de duidelijkheid van de figuur.
h)
De hoogte van de cijfers en letters mag niet kleiner zijn dan 0,32 cm. Voor de letters in tekeningen dient het Latijnse en, waar gebruikelijk, het Griekse alfabet te worden gebruikt.
i)
Hetzelfde blad tekeningen kan meer dan één figuur bevatten. Wanneer figuren op twee of meer bladen in feite één enkele volledige figuur vormen, dienen de figuren op de verschillende bladen zo te zijn geplaatst, dat de volledige figuur kan worden gevormd zonder dat een deel van de op de verschillende bladen voorkomende figuren wordt bedekt.
j)
De verschillende figuren dienen op een blad of bladen te worden geplaatst zonder ruimteverspilling, bij voorkeur rechtopstaand en duidelijk gescheiden. Wanneer de figuren niet rechtopstaand zijn geplaatst, dienen zij overdwars te worden weergegeven, met het bovenste deel van de figuren gericht naar de linkerzijde van het blad.
k)
De verschillende figuren dienen doorlopend te worden genummerd in Arabische cijfers, onafhankelijk van de nummering van de bladen.
l)
In de beschrijving niet vermelde verwijzingstekens mogen niet in de tekeningen voorkomen en omgekeerd.
m)
Dezelfde kenmerken dienen, wanneer zij worden aangegeven door verwijzingstekens, in de gehele internationale aanvrage door dezelfde tekens te worden aangegeven.
n)
Indien de tekeningen een groot aantal verwijzingstekens bevatten, wordt sterk aanbevolen er een afzonderlijk blad aan te hechten waarin alle verwijzingstekens en de kenmerken waarop zij betrekking hebben worden opgesomd.
11.14. Latere documenten
De Regels 10 en 11.1 tot en met 11.13 zijn ook van toepassing op documenten — bijvoorbeeld verbeterde bladzijden, gewijzigde conclusies, vertalingen — die worden overgelegd na de indiening van de internationale aanvrage.
Regel 12. Taal van de internationale aanvrage en vertalingen ten behoeve van internationaal nieuwheidsonderzoek en internationale publicatie
12.1. Voor het indienen van internationale aanvragen geaccepteerde talen
a
Een internationale aanvrage dient te worden ingediend in een taal die het ontvangende bureau voor dat doel accepteert.
b
Elke[lees: Elk] ontvangend bureau zal voor het indienen van internationale aanvragen ten minste één taal accepteren die zowel:
- i.
wordt geaccepteerd door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, of, indien van toepassing, door ten minste een van de Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, die bevoegd is het internationale nieuwheidsonderzoek voor de bij dat ontvangende bureau ingediende internationale aanvragen te verrichten; als
- ii.
een taal van publicatie is.
c
Niettegenstaande het in paragraaf a bepaalde, dient het verzoekschrift te worden ingediend in een taal van publicatie die het ontvangende bureau voor de toepassing van deze paragraaf accepteert.
d
Niettegenstaande het in paragraaf a bepaalde dient taalafhankelijke vrije tekst in het sequentie-opsommingsdeel van de beschrijving te worden ingediend in een taal die het ontvangende bureau voor dat doel accepteert. Een taal die ingevolge deze paragraaf wel wordt geaccepteerd maar onder paragraaf a niet, dient te voldoen aan de vereisten van paragraaf b. Het ontvangende bureau kan toestaan maar niet vereisen dat de taalafhankelijke vrije tekst wordt ingediend in meer dan een taal in overeenstemming met de Administratieve Instructies.
12.1 bis. Taal van elementen en onderdelen verstrekt ingevolge Regel 20.3, 20.5, 20.5bis of 20.6
Een element bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, onder d of e, verstrekt door de aanvrager ingevolge Regel 20.3 b, 20.5bis b, 20.5bis c of 20.6 a en een deel van de beschrijving, conclusies of tekeningen verstrekt door de aanvrager ingevolge Regel 20.5 b, 20.5 c, 20.5bis b, 20.5bis c of 20.6 a dient te zijn gesteld in de taal van de internationale aanvrage zoals ingediend, of, indien een vertaling van de aanvrage vereist is ingevolge Regel 12.3 a of 12.4 a, in zowel de taal van de aanvrage zoals ingediend als in de taal van die vertaling.
12.1ter. Taal van ingevolge Regel 13bis 4 verstrekte vermeldingen
Vermeldingen met betrekking tot gedeponeerd biologisch materiaal verstrekt ingevolge Regel 13bis 4 dienen in de taal te zijn waarin de internationale aanvrage is ingediend, met dien verstande dat wanneer een vertaling van de internationale aanvrage vereist is ingevolge Regel 12.3 a of 12.4 a, een dergelijke vermelding zowel in de taal waarin de aanvrage is ingediend als in de taal van die vertaling dient te worden verstrekt.
12.2. Taal van veranderingen in de internationale aanvrage
(a)
Elke wijziging van de internationale aanvrage dient, onverminderd het bepaalde in de Regels 46.3 en 55.3, in de taal te zijn gesteld waarin de aanvrage is ingediend.
b
Een verbetering ingevolge Regel 91.1 van een kennelijke fout in de internationale aanvrage dient in de taal te zijn gesteld waarin de aanvrage wordt ingediend, met dien verstande dat:
- i.
wanneer een vertaling van de internationale aanvrage ingevolge Regel 12.3 a, 12.4 a of 55.2 a vereist is, de in Regel 91.1 b ii en iii bedoelde verbeteringen zowel in de taal van de aanvrage als in de taal van die vertaling worden ingediend;
- ii.
wanneer een vertaling van het verzoekschrift krachtens Regel 26.3ter c, vereist is, de in Regel 91.1 b i bedoelde verbeteringen alleen in de taal van die vertaling behoeven te worden ingediend.
c
Een verbetering ingevolge Regel 26 van een gebrek in de internationale aanvrage dient in de taal te zijn gesteld waarin de aanvrage is ingediend. Een verbetering ingevolge Regel 26 van een gebrek in een ingevolge Regel 12.3 of 12.4 verstrekte vertaling van de internationale aanvrage, een verbetering ingevolge Regel 55.2 c van een gebrek in een ingevolge Regel 55.2 a verstrekte vertaling, of een verbetering van een gebrek in een ingevolge Regel 263ter c verstrekte vertaling van het verzoekschrift, dient in de taal van de vertaling te zijn gesteld.
12.3. Vertaling met het oog op internationaal nieuwheidsonderzoek
a
Wanneer de taal waarin de internationale aanvrage wordt ingediend niet wordt geaccepteerd door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek die het internationale nieuwheidsonderzoek moet verrichten, dient de aanvrager binnen een maand na de datum van ontvangst van de internationale aanvrage door het ontvangende bureau, dat bureau een vertaling te verstrekken van de internationale aanvrage in een taal die zowel:
- i.
door die Instantie wordt geaccepteerd, als
- ii.
taal van publicatie is, als
- iii.
krachtens Regel 12.1 a wordt geaccepteerd door het ontvangende bureau, tenzij de internationale aanvrage wordt ingediend in een taal van publicatie.
a-bis
Voor elk sequentie-opsommingsdeel van de beschrijving is paragraaf a uitsluitend van toepassing op de taalafhankelijke vrije tekst: een vertaling van de taalafhankelijke vrije tekst wordt verstrekt in overeenstemming met de Administratieve Instructies.
b
Paragraaf a is niet van toepassing op het verzoekschrift.
c
Wanneer de aanvrager, op het tijdstip waarop het ontvangende bureau hem de kennisgeving stuurt ingevolge Regel 20.2 c, de krachtens paragraaf a vereiste vertaling niet heeft verstrekt, zal het ontvangende bureau de aanvrager, bij voorkeur tegelijk met die kennisgeving, uitnodigen:
- i.
de vereiste vertaling binnen de in paragraaf a gestelde termijn te verstrekken;
- ii.
ingeval de vereiste vertaling niet is verstrekt binnen de in paragraaf a gestelde termijn, deze te verstrekken en, indien van toepassing, de in paragraaf e genoemde taks wegens te late verstrekking te betalen, binnen een maand na de datum van de uitnodiging of binnen twee maanden na de datum van ontvangst van de internationale aanvrage door het ontvangende bureau, naargelang van welke periode het laatst verstrijkt.
d
Wanneer het ontvangende bureau een uitnodiging ingevolge paragraaf c tot de aanvrager heeft gericht, en de aanvrager niet binnen de in paragraaf cii genoemde termijn de vereiste vertaling heeft verstrekt en de eventueel vereiste taks wegens te late verstrekking heeft betaald, wordt de internationale aanvrage als ingetrokken beschouwd en maakt het ontvangende bureau dat bekend. Een vertaling of betaling die het ontvangende bureau ontvangt voordat het de bekendmaking krachtens de vorige zin doet en voordat er 15 maanden vanaf de datum van voorrang zijn verstreken, wordt beschouwd als ontvangen voor het verstrijken van die termijn.
e
Het ontvangende bureau kan verstrekking van een vertaling na de termijn genoemd in paragraaf a. afhankelijk stellen van betaling ten gunste van het bureau, van een taks wegens te late verstrekking ter hoogte van 25% van de internationale indieningstaks bedoeld in punt 1 van de Taksenschaal, waarbij de taks voor elk blad boven de dertig bladzijden van de internationale aanvrage buiten beschouwing blijft.
12.4. Vertaling ten behoeve van internationale publicatie
a
Wanneer de taal waarin de internationale aanvrage wordt ingediend geen taal van publicatie is en krachtens regel 12.3 a geen vertaling vereist is, dient de aanvrager binnen 14 maanden na de datum van voorrang bij het ontvangende bureau een vertaling van de internationale aanvrage in te dienen in een taal van publicatie die het ontvangende bureau voor de toepassing van deze paragraaf accepteert.
a-bis
Voor elk sequentie-opsommingsdeel van de beschrijving is paragraaf a uitsluitend van toepassing op de taalafhankelijke vrije tekst: een vertaling van de taalafhankelijke vrije tekst wordt verstrekt in overeenstemming met de Administratieve Instructies.
b
Paragraaf a is niet van toepassing op het verzoekschrift.
c
Wanneer de aanvrager niet binnen de in paragraaf a genoemde termijn de krachtens die paragraaf vereiste vertaling heeft verstrekt, nodigt het ontvangende bureau de aanvrager uit de vereiste vertaling te verstrekken en, indien van toepassing, binnen 16 maanden na de datum van voorrang de krachtens paragraaf e vereiste taks wegens te late verstrekking te betalen. Een vertaling die het ontvangende bureau ontvangt voordat het de uitnodiging krachtens de vorige volzin verzendt, wordt beschouwd als ontvangen voor het verstrijken van de termijn krachtens paragraaf a.
d
Wanneer de aanvrager niet binnen de termijn krachtens paragraaf c de vereiste vertaling heeft verstrekt en geen taks wegens te late verstrekking heeft betaald, wordt de internationale aanvrage als ingetrokken beschouwd en maakt het ontvangende bureau dat bekend. Een vertaling en betaling die het ontvangende bureau ontvangt voordat het de bekendmaking krachtens de vorige zin doet en voordat er 17 maanden vanaf de datum van voorrang zijn verstreken, worden beschouwd als ontvangen voor het verstrijken van die termijn.
e
Het ontvangende bureau kan verstrekking van een vertaling na het verstrijken van de termijn genoemd in paragraaf a. afhankelijk stellen van betaling ten gunste van het bureau, van een taks wegens late verstrekking ter hoogte van 25% van de internationale indieningstaks bedoeld in punt 1 van de Taksenschaal, waarbij de taks voor elk blad boven de dertig bladzijden van de internationale aanvrage buiten beschouwing blijft.
Regel 12bis. Indiening door de aanvrager van documenten met betrekking tot eerder nieuwheidsonderzoek
Regel 12bis.1. Verstrekken door de aanvrager van documenten met betrekking tot eerder nieuwheidsonderzoek in het geval van een verzoek ingevolge Regel 4.12
a
Indien de aanvrager de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek ingevolge Regel 4.12 heeft verzocht de uitkomsten van een eerder nieuwheidsonderzoek verricht door dezelfde of een andere Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of door een nationaal bureau in aanmerking te nemen, overlegt de aanvrager, onverminderd de paragrafen b tot en met d, aan het ontvangende bureau tezamen met de internationale aanvrage, een afschrift van de uitkomsten van het eerdere nieuwheidsonderzoek, ongeacht in welke vorm (bijvoorbeeld in de vorm van een verslag van het nieuwheidsonderzoek, een overzicht van de aangehaalde stand van de techniek of een verslag van de beoordeling) zij door de betreffende Instantie of het betreffende bureau worden gepresenteerd.
b
Indien het eerdere nieuwheidsonderzoek door hetzelfde bureau is verricht als het bureau dat optreedt als het ontvangende bureau, kan de aanvrager in plaats van het in paragraaf a bedoelde afschrift te overleggen, de wens kenbaar maken dat het ontvangende bureau dit verzorgt en doet toekomen aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek. Een dergelijk verzoek wordt gedaan in het verzoekschrift en het ontvangende bureau kan als voorwaarde stellen dat ten gunste van hem een taks wordt betaald.
c
Indien het eerdere nieuwheidsonderzoek werd verricht door dezelfde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of hetzelfde bureau als de instantie die of het bureau dat optreedt als de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, behoeft geen afschrift bedoeld in paragraaf a uit hoofde van die paragraaf te worden overgelegd.
d
Indien het ontvangende bureau of de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek beschikt over een afschrift zoals bedoeld in paragraaf a in een vorm en op een wijze die voor hem of haar aanvaardbaar is, bijvoorbeeld uit een digitaal archief en de aanvrager dat aangeeft in het verzoekschrift, behoeft uit hoofde van die paragraaf geen afschrift te worden overgelegd.
12bis.2. Uitnodiging door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek om documenten in te dienen met betrekking tot een eerder nieuwheidsonderzoek in het geval van een verzoek ingevolge Regel 4.12
a
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek kan, onverminderd de paragrafen b en c, de aanvrager uitnodigen binnen een gelet op de omstandigheden redelijke termijn te verstrekken:
- i.
een afschrift van de desbetreffende eerdere aanvrage;
- ii.
indien de eerdere aanvrage is gesteld in een taal die niet wordt aanvaard door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, een vertaling van de eerdere aanvrage in een taal die door die Instantie wordt aanvaard;
- iii.
indien de uitkomsten van het eerdere nieuwheidsonderzoek zijn gesteld in een taal die niet wordt aanvaard door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, een vertaling van die uitkomsten in een taal die door die Instantie wordt aanvaard;
- iv.
een afschrift van elk document aangehaald in de uitkomsten van het eerdere nieuwheidsonderzoek.
b
Indien het eerdere nieuwheidsonderzoek werd verricht door dezelfde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of hetzelfde bureau als de instantie die of het bureau dat optreedt als de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, of indien een afschrift of vertaling zoals bedoeld in paragraaf a beschikbaar is voor de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek in een vorm en op een wijze die voor haar aanvaardbaar is, bijvoorbeeld uit een digitaal archief of in de vorm van het voorrangsbewijs, behoeft geen afschrift of vertaling bedoeld in paragraaf a te worden overgelegd uit hoofde van die paragraaf.
c
Indien het verzoekschrift een verklaring ingevolge Regel 4.12 ii bevat met de strekking dat de internationale aanvrage gelijk is aan, of in hoofdzaak gelijk is, aan de aanvrage ter zake waarvan het eerdere nieuwheidsonderzoek is verricht, of dat de internationale aanvrage gelijk is aan, of in hoofdzaak gelijk is, aan die eerdere aanvrage, met dien verstande dat zij wordt ingediend in een andere taal, behoeft geen afschrift of vertaling bedoeld in de paragrafen a i en ii uit hoofde van die paragrafen te worden overgelegd.
Regel 13. Eenheid van uitvinding
13.1. Vereiste
De internationale aanvrage dient betrekking te hebben op slechts één uitvinding of op een groep van uitvindingen die zodanig onderling verbonden zijn dat zij op één enkele algemene uitvindersgedachte berusten (‘vereiste van eenheid van uitvinding’).
13.2. Omstandigheden waarin wordt geacht te zijn voldaan aan het vereiste van eenheid van uitvinding
Wanneer in een en dezelfde internationale aanvrage de conclusies zijn gericht op een groep van uitvindingen, wordt slechts aan het in Regel 13.1 bedoelde vereiste van eenheid van uitvinding voldaan wanneer er een technisch verband bestaat tussen die uitvindingen bestaande uit één of meer dezelfde of overeenkomstige bijzondere technische kenmerken. Onder de term ‘bijzondere technische kenmerken’ wordt verstaan de technische kenmerken die bepalend zijn voor een bijdrage die elk van de uitvindingen waarop de conclusies zijn gericht, als een geheel beschouwd, vormt ten opzichte van de stand van de techniek.
13.3. Wijze van concluderen niet bepalend voor de eenheid van uitvinding
Om te bepalen of een groep van uitvindingen zodanig onderling zijn verbonden dat zij op één enkele algemene uitvindingsgedachte berusten, doet het niet ter zake of de uitvindingen zijn vervat in afzonderlijke conclusies dan wel als varianten zijn opgenomen in één enkele conclusie.
13.4. Afhankelijke conclusies
Onverminderd Regel 13.1 is het toegestaan in dezelfde internationale aanvrage een redelijk aantal afhankelijke conclusies op te nemen, gericht op bijzondere vormen van de uitvinding waarop een onafhankelijke conclusie is gericht, zelfs wanneer de kenmerken van een afhankelijke conclusie op zich zelf als een uitvinding zouden kunnen worden beschouwd.
13.5. Gebruiksmodellen
Een aangewezen Staat waarin de verlening van een gebruiksmodel wordt verzocht op basis van een internationale aanvrage kan, in plaats van de Regels 13.1 tot en met 13.4, ten aanzien van de in deze Regels geregelde aangelegenheden de bepalingen van zijn nationale wetgeving betreffende gebruiksmodellen toepassen, wanneer de behandeling van de internationale aanvrage in die Staat eenmaal is begonnen, met dien verstande dat de aanvrager ten minste 2 maanden vanaf het verstrijken van de ingevolge artikel 22 van toepassing zijnde termijn wordt toegestaan om zijn aanvrage aan te passen aan de vereisten van genoemde bepalingen van de nationale wetgeving.
Regel 13bis. Uitvindingen met betrekking tot biologisch materiaal
13 bis 1. Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze regel wordt onder ‘verwijzing naar gedeponeerd biologisch materiaal’ verstaan de gegevens die in een internationale aanvrage worden verstrekt met betrekking tot het depot van biologisch materiaal bij een instituut voor bewaarneming of met betrekking tot het aldus gedeponeerde biologisch materiaal.
13 bis 2. Verwijzingen (algemeen)
Elke verwijzing naar gedeponeerd biologisch materiaal geschiedt overeenkomstig deze regel en indien aldus geschied, wordt zij beschouwd te voldoen aan de vereisten van de nationale wetgeving van elke aangewezen Staat.
13 bis 3. Verwijzingen: inhoud; nalaten verwijzing of vermelding op te nemen
a
Een verwijzing naar een gedeponeerd biologisch materiaal dient te vermelden:
- (i)
de naam en het adres van het instituut voor bewaarneming waarbij het depot heeft plaatsgevonden;
- ii.
de datum van het depot van het biologisch materiaal bij dat instituut;
- (iii)
het inschrijvingsnummer dat door dat instituut aan het depot is toegekend; en
- (iv)
eventuele bijkomende gegevens die het Internationale Bureau ter kennis zijn gebracht ingevolge Regel 13 bis. 7 a) (i), mits het vereiste deze gegevens te vermelden ten minste twee maanden voor de indiening van de internationale aanvrage in het mededelingenblad is bekendgemaakt overeenkomstig Regel 13 bis. 7 c).
b
Het nalaten een verwijzing naar gedeponeerd biologisch materiaal op te nemen of het nalaten in een verwijzing naar gedeponeerd biologisch materiaal een vermelding overeenkomstig paragraaf a op te nemen, heeft geen gevolgen in een aangewezen Staat waarvan de nationale wetgeving een zodanige verwijzing of vermelding in een nationale aanvrage niet vereist.
13 bis 4. Verwijzingen: Tijdslimiet voor de verstrekking van vermeldingen
a
Met inachtneming van paragraaf b en c, indien een of meer van de in Regel 13 bis 3 a genoemde vermeldingen niet zijn opgenomen in een verwijzing naar gedeponeerd biologisch materiaal in de internationale aanvrage zoals ingediend, maar zijn verstrekt aan het Internationaal Bureau:
- i.
binnen 16 maanden na de datum van voorrang wordt deze vermelding door een aangewezen bureau beschouwd als op tijd verstrekt;
- ii.
na het verstrijken van 16 maanden na de datum van voorrang wordt deze vermelding door een aangewezen bureau beschouwd als verstrekt op de laatste dag van die termijn indien het Internationaal Bureau deze vermelding ontvangt voordat de technische voorbereidingen voor internationale publicatie zijn afgerond.
b
Indien de nationale wetgeving die van toepassing is op een aangewezen bureau dat voor nationale aanvragen vereist, kan dat bureau eisen dat de in Regel 13 bis 3 a genoemde vermeldingen eerder worden verstrekt dan binnen 16 maanden na de datum van voorrang, onder de voorwaarde dat het Internationaal Bureau van dat vereiste in kennis is gesteld ingevolge Regel 13 bis 7 a ii en dat vereiste tenminste twee maanden voor de indiening van de internationale aanvrage in overeenstemming met Regel 13 bis 7 c heeft gepubliceerd in het mededelingenblad.
c
Wanneer de aanvrager ingevolge artikel 21, tweede lid, onder b verzoekt om eerdere publicatie, kan een aangewezen bureau een vermelding die niet is verstrekt voordat de technische voorbereidingen voor internationale publicatie zijn afgerond beschouwen als niet op tijd verstrekt.
d
Het Internationale Bureau stelt de aanvrager in kennis van de datum waarop het een krachtens paragraaf a verstrekte vermelding heeft ontvangen, en zal
- i.
indien de vermelding voordat de technische voorbereidingen voor internationale publicatie zijn afgerond is ontvangen, de krachtens paragraaf a ontvangen vermelding publiceren alsmede de datum van ontvangst tezamen met de internationale aanvrage;
- ii.
indien de vermelding werd ontvangen nadat de technische voorbereidingen voor internationale publicatie zijn afgerond, de aangewezen bureaus in kennis stellen van die datum en de relevante gegevens uit de vermelding.
13 bis 5. Verwijzingen en vermeldingen met het oog op een of meer aangewezen Staten; verschillende depots voor verschillende aangewezen Staten; depots bij andere instituten voor bewaarneming dan ter kennis zijn gebracht
a
Een verwijzing naar gedeponeerd biologisch materiaal wordt geacht te zijn gedaan met het oog op alle aangewezen Staten, tenzij zij uitdrukkelijk wordt gedaan met het oog op slechts bepaalde aangewezen Staten; hetzelfde geldt voor de in de verwijzing opgenomen vermeldingen.
b
Voor verschillende aangewezen Staten kunnen verwijzingen naar verschillende depots van het biologisch materiaal worden gedaan.
c
Een aangewezen bureau kan een depot verricht bij een ander instituut voor bewaarneming dan een dat ingevolge Regel 13 bis 7 b ter kennis van het bureau is gebracht buiten beschouwing laten.
13 bis 6. Verstrekking van monsters
Ingevolge de artikelen 23 en 40 vindt, behalve met machtiging van de aanvrager, geen verstrekking plaats van monsters van het gedeponeerde biologisch materiaal waarnaar in een internationale aanvrage wordt verwezen, vóór het verstrijken van de toepasselijke termijnen na welke ingevolge bedoelde artikelen een nationale behandeling kan aanvangen. Wanneer de aanvrager evenwel de handelingen verricht, bedoeld in de artikelen 22 of 39 na de internationale publicatie doch vóór het verstrijken van bedoelde termijnen, kan het verstrekken van monsters van het gedeponeerde biologisch materiaal plaatsvinden, zodra genoemde handelingen zijn verricht. Niettegenstaande de voorgaande bepaling kan het verstrekken van monsters van het gedeponeerde biologisch materiaal plaatsvinden ingevolge de door een aangewezen bureau toe te passen nationale wetgeving zodra ingevolge die wetgeving de internationale publicatie de werking heeft van de verplichte nationale publicatie van een niet-beoordeelde nationale aanvrage.
13 bis 7. Nationale vereisten: Kennisgeving en publicatie
a
Een nationaal bureau kan het Internationaal Bureau in kennis stellen van een vereiste in de nationale wetgeving:
- i.
dat in de kennisgeving genoemde gegevens, naast die bedoeld in Regel 13 bis 3 a i, ii en iii, dienen te worden opgenomen in een verwijzing naar gedeponeerd biologisch materiaal in een nationale aanvrage;
- ii.
dat een of meer van de vermeldingen, bedoeld in Regel 13 bis 3 a dienen te worden opgenomen in een nationale aanvrage zoals ingediend of dienen te worden verstrekt op een in de kennisgeving genoemd tijdstip dat eerder valt dan 16 maanden na de datum van voorrang.
b
Elk nationaal bureau stelt het Internationaal Bureau in kennis van de instituten voor bewaarneming bij wie de nationale wetgeving het verrichten van depots van biologisch materiaal ten behoeve van de octrooiprocedure voor dat bureau toestaat, of, indien de nationale wetgeving niet in zodanige depots voorziet of deze niet toestaat, van dat feit.
c)
Het Internationale Bureau maakt onverwijld in het mededelingenblad bekend de vereisten waarvan het in kennis is gesteld ingevolge paragraaf a) en informatie waarvan het in kennis is gesteld ingevolge paragraaf b).
Regel 13ter. Sequentie-opsommingen van nucleotiden en/of aminozuren
13ter 1. Procedure bij de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
a
Wanneer de internationale aanvrage de openbaarmaking van nucleotide- en/of aminozuursequenties bevat die, ingevolge de Administratieve Instructies, opgenomen dienen te worden in een sequentie-opsomming, kan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek de aanvrager uitnodigen haar ten behoeve van het nieuwheidsonderzoek een sequentie-opsomming te verstrekken die voldoet aan de in de Administratieve Instructies bedoelde norm, tenzij zij reeds over een dergelijke opsomming kan beschikken in een vorm, taal en op een wijze die voor haar aanvaardbaar is, en haar, indien van toepassing, bin-nen een in de uitnodiging vastgestelde termijn de in paragraaf c bedoelde taks wegens te late verstrekking te betalen.
b
[Vervallen]
c
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek kan de verstrekking van een sequentie-opsomming naar aanleiding van een uitnodiging uit hoofde van paragraaf a afhankelijk stellen van betaling ten gunste van de Instantie van een taks wegens te late verstrekking waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, hetgeen evenwel niet meer zal bedragen dan 25% van het in punt 1 van de Taksenschaal bedoelde bedrag van de internationale indieningstaks, waarbij de taks voor elk blad van de internationale aanvrage boven de 30 bladen buiten beschouwing blijft.
d
Wanneer de aanvrager verzuimt binnen de in de uitnodiging overeenkomstig paragraaf a vastgestelde termijn de verlangde sequentie-opsomming te verstrekken en een eventueel verlangde taks wegens te late verstrekking te betalen, is de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek uitsluitend verplicht een nieuwheidsonderzoek te verrichten met betrekking tot de internationale aanvrage voor zover een zinvol onderzoek mogelijk is zonder de sequentie-opsomming.
e
Een sequentie-opsomming die niet is opgenomen in de internationale aanvrage zoals ingediend, ongeacht of deze is verstrekt naar aanleiding van een uitnodiging ingevolge paragraaf a of anderszins, maakt geen deel uit van de internationale aanvrage, maar deze paragraaf belet de aanvrager niet de beschrijving met betrekking tot de sequentie-opsomming met inachtneming van artikel 34, tweede lid, onder b, te wijzigen.
13ter 2. Procedure bij de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
Regel 13ter 1 is van overeenkomstige toepassing op de procedure bij de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
13ter 3. Sequentie-opsomming voor het aangewezen bureau
Een aangewezen bureau mag niet van de aanvrager verlangen hem een sequentie-opsomming te verstrekken anders dan een sequentie-opsomming die voldoet aan de in de Administratieve Instructies bedoelde norm.
Regel 14. De toezendingstaks
14.1. De toezendingstaks
a)
Een ontvangend bureau kan verlangen, dat de aanvrager aan en ten behoeve van dat bureau een taks betaalt voor de inontvangstneming van de internationale aanvrage, de toezending van exemplaren aan het Internationale Bureau en de bevoegde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en het verrichten van alle andere taken die het, in zijn hoedanigheid van ontvangend bureau, moet verrichten in verband met de internationale aanvrage (‘toezendingstaks’).
b
Het bedrag van de eventuele toezendingstaks wordt vastgesteld door het ontvangende bureau.
c
De toezendingstaks dient binnen een maand na de datum van ontvangst van de internationale aanvrage te worden betaald. Het te betalen bedrag is het bedrag dat van toepassing is op die datum van ontvangst.
Regel 15. De internationale indieningstaks
15.1. De internationale indieningstaks
Elke internationale aanvrage is onderworpen aan de betaling van een taks ten gunste van het Internationaal Bureau (‘internationale indieningstaks’), te innen door het ontvangende bureau.
15.2. Bedrag; Overmaken
a
Het bedrag van de internationale indieningstaks is vermeld in de Taksenschaal.
b
De internationale indieningstaks dient te worden betaald in de valuta of een van de valuta's die door het ontvangende bureau zijn voorgeschreven (‘voorgeschreven valuta’).
c
Indien de Zwitserse frank de voorgeschreven valuta is, maakt het ontvangende bureau de bedoelde taks in Zwitserse frank over naar het Internationale Bureau in overeenstemming met Regel 96.2.
d
Indien een andere dan de Zwitserse frank de voorgeschreven valuta is en die valuta:
- i.
vrijelijk kan worden omgewisseld in Zwitserse frank, stelt de Directeur-Generaal voor elk ontvangend bureau dat een dergelijke valuta voorschrijft voor de betaling van de internationale indieningstaks, een equivalent bedrag van die taks in de voorgeschreven valuta vast overeenkomstig door de Algemene Vergadering gegeven richtlijnen en wordt het bedrag in die valuta door het ontvangende bureau naar het Internationale Bureau overgemaakt in overeenstemming met Regel 96.2;
- ii.
niet vrijelijk kan worden omgewisseld in Zwitserse frank, is het ontvangende bureau verantwoordelijk voor het omwisselen van de voorgeschreven valuta van de internationale indieningstaks in Zwitserse frank en maakt het bedrag van die taks als vermeld in de Taksenschaal in Zwitserse frank over naar het Internationale Bureau in overeenstemming met Regel 96.2. Als alternatief kan het ontvangende bureau desgewenst de internationale indieningstaks van de voorgeschreven valuta omwisselen in euro of Amerikaanse dollar en het equivalente bedrag van die taks zoals vastgesteld door de Directeur-Generaal overeenkomstig door de Algemene Vergadering gegeven richtlijnen, als bedoeld onder i., in euro of Amerikaanse dollar overmaken naar het Internationale Bureau in overeenstemming met Regel 96.2.
15.3. Termijn voor betaling; te betalen bedrag
De internationale indieningstaks dient binnen een maand na de datum van ontvangst van de internationale aanvrage aan het ontvangende bureau te worden betaald.
Het te betalen bedrag is het bedrag dat van toepassing is op die datum van ontvangst.
15.4. Terugbetaling
Het ontvangende bureau betaalt de internationale indieningstaks aan de aanvrager terug:
- i.
indien de vaststelling ingevolge artikel 11, eerste lid, negatief uitvalt,
- ii.
indien de internationale aanvrage wordt ingetrokken of wordt geacht te zijn ingetrokken vóór de toezending van het oorspronkelijke exemplaar aan het Internationale Bureau, of
- iii.
indien vanwege voorschriften met betrekking tot de nationale veiligheid de internationale aanvrage niet als zodanig wordt behandeld.
Regel 16. De taks voor het nieuwheidsonderzoek
16.1. Het recht een taks te vragen
a
Elke Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek kan verlangen, dat de aanvrager te haren gunste een taks (‘taks voor het nieuwheidsonderzoek’) betaalt voor het verrichten van het internationale nieuwheidsonderzoek en voor het vervullen van alle andere taken die door het Verdrag en dit Reglement aan Instanties voor Nieuwheidsonderzoek zijn opgedragen.
b
De taks voor het nieuwheidsonderzoek wordt geïnd door het ontvangende bureau.
De bedoelde taks wordt betaald in de door dat bureau voorgeschreven valuta (‘voorgeschreven valuta’).
c
Indien de voorgeschreven valuta de valuta is waarin de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek de bedoelde taks heeft vastgesteld (‘vastgestelde valuta’), maakt het ontvangende bureau bedoelde taks in die valuta over naar die Instantie in overeenstemming met Regel 96.2.
d
Indien de voorgeschreven valuta niet de vastgestelde valuta is en die valuta:
- i.
vrijelijk kan worden omgewisseld in de vastgestelde valuta, stelt de Directeur-Generaal voor elk ontvangend bureau dat een dergelijke valuta voorschrijft voor de betaling van de taks voor het nieuwheidsonderzoek, een equivalent bedrag van die taks in de voorgeschreven valuta vast overeenkomstig de door de Algemene Vergadering gegeven richtlijnen en wordt het bedrag in die valuta door het ontvangende bureau naar de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek overgemaakt in overeenstemming met Regel 96.2;
- ii.
niet vrijelijk kan worden omgewisseld in de vastgestelde valuta, is het ontvangende bureau verantwoordelijk voor het omwisselen van de voorgeschreven valuta van de taks voor het nieuwheidsonderzoek in de vastgestelde valuta en maakt het die taks in het door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek vastgestelde bedrag in de vastgestelde valuta over naar de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek in overeenstemming met Regel 96.2.
e
Indien ter zake van de betaling van de taks voor het nieuwheidsonderzoek in een voorgeschreven valuta niet zijnde de vastgestelde valuta, het feitelijk door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek ingevolge paragraaf d.i van deze Regel ontvangen bedrag in de voorgeschreven valuta bij de omwisseling ervan in de vastgestelde valuta lager is dan het door de Instantie vastgestelde bedrag, betaalt het Internationale Bureau het verschil aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek; indien het feitelijk ontvangen bedrag hoger is, komt het verschil toe aan het Internationale Bureau.
f
Met betrekking tot de termijn voor betaling van de taks voor het nieuwheidsonderzoek en het te betalen bedrag zijn de bepalingen van Regel 15.3 inzake de internationale indieningstaks van overeenkomstige toepassing.
16.2. Terugbetaling
Het ontvangende bureau betaalt de taks voor het nieuwheidsonderzoek aan de aanvrager terug:
- i.
indien de vaststelling ingevolge artikel 11, eerste lid, negatief uitvalt,
- ii.
indien de internationale aanvrage wordt ingetrokken of wordt geacht te zijn ingetrokken vóór de toezending van het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, of
- iii.
indien vanwege voorschriften met betrekking tot nationale veiligheid de internationale aanvrage niet als zodanig wordt behandeld.
16.3. Gedeeltelijke terugbetaling
Indien de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek ingevolge Regel 41.1 de uitkomsten van een eerder nieuwheidsonderzoek in aanmerking neemt bij het verrichten van het internationale nieuwheidsonderzoek, betaalt die Instantie de in verband met de internationale aanvrage betaalde taks voor het nieuwheidsonderzoek terug voor zover en onder de voorwaarden voorzien in de overeenkomst uit hoofde van artikel 16, derde lid, onder b.
Regel 16bis. Verlenging van de termijnen voor de betaling van taksen
16bis 1. Uitnodiging door het ontvangende bureau
a
Wanneer het ontvangende bureau op het tijdstip waarop taksen verschuldigd zijn ingevolge de Regels 14.1 c, 15.3 en 16. f, vaststelt dat geen enkele taks is betaald, of dat het betaalde bedrag niet voldoende is voor de toezendingstaks, de internationale indieningstaks en de taks voor het nieuwheidsonderzoek, nodigt het ontvangende bureau met inachtneming van paragraaf d de aanvrager uit het bedrag dat voor deze taksen nodig is alsnog te voldoen, indien van toepassing tezamen met de taks wegens te late betaling ingevolge Regel 16bis.2, zulks binnen de termijn van een maand na de datum van de uitnodiging.
b
Vervallen.
c
Wanneer het ontvangende bureau een uitnodiging ingevolge paragraaf a tot de aanvrager heeft gericht, en de aanvrager niet binnen de in die paragraaf genoemde termijn het verschuldigde bedrag volledig heeft voldaan, indien van toepassing met inbegrip van de taks wegens te late betaling ingevolge Regel 16bis 2, zal het ontvangende bureau, met inachtneming van paragraaf e:
- i.
de verklaring daaromtrent ingevolge artikel 14, derde lid, opstellen en
- ii.
handelen zoals voorzien in Regel 29.
d
Een betaling die het ontvangende bureau ontvangt voordat het de uitnodiging ingevolge paragraaf a. verzendt, wordt geacht te zijn ontvangen voor het verstrijken van de in Regel 14.1 c, 15.3 of 16.1 f genoemde termijn, naar gelang van het geval.
e
Een betaling die het ontvangende bureau ontvangt voordat dat bureau de toepasselijke verklaring ingevolge artikel 14, derde lid, afgeeft, wordt geacht te zijn ontvangen voor het verstrijken van de in paragraaf a. genoemde termijn.
16bis 2. Taks wegens te late betaling
a
De betaling van taksen naar aanleiding van een uitnodiging ingevolge Regel 16bis 1 a of b kan door het ontvangende bureau worden onderworpen aan de betaling van een taks wegens te late betaling ten gunste van dat bureau. Deze taks bedraagt:
- i.
50% van het bedrag van de onbetaalde taksen als genoemd in de uitnodiging, of
- ii.
indien het bedrag dat is berekend op grond van het onder i bepaalde, lager is dan de toezendingstaks, een bedrag dat gelijk is aan de toezendingstaks.
b
Het bedrag van de taks wegens te late betaling mag evenwel niet hoger zijn dan 50% van de internationale indieningstaks bedoeld in punt 1 van de Taksenschaal, waarbij de taks voor elk blad boven de dertig bladzijden van de internationale aanvrage buiten beschouwing blijft.
Regel 17. Het voorrangsbewijs
17.1. Verplichting een afschrift van een eerdere nationale of internationale aanvrage over te leggen
a
Wanneer ingevolge artikel 8 de voorrang op grond van een eerdere nationale of internationale aanvrage wordt ingeroepen, dient een afschrift van die eerdere aanvrage, gewaarmerkt door de instantie waarbij zij was ingediend (‘het voorrangsbewijs’), tenzij reeds bij het ontvangende bureau ingediend, tezamen met de internationale aanvrage waarin de voorrang wordt ingeroepen, en met inachtneming van de paragrafen b. en b-bis., uiterlijk 16 maanden na de datum van voorrang door de aanvrager aan het Internationaal Bureau of aan het ontvangende bureau te worden overgelegd, met dien verstande dat een afschrift van genoemde eerdere aanvrage dat het Internationaal Bureau ontvangt na het verstrijken van die termijn wordt geacht door dat bureau te zijn ontvangen op de laatste dag van die termijn indien het bureau het ontvangt vóór de datum van internationale publicatie van de internationale aanvrage.
b
Wanneer het voorrangsbewijs door het ontvangende bureau wordt afgegeven, kan de aanvrager, in plaats van het voorrangsbewijs over te leggen, het ontvangende bureau verzoeken het voorrangsbewijs op te stellen en toe te zenden aan het Internationaal Bureau. Een dergelijk verzoek dient niet later te worden gedaan dan 16 maanden na de datum van voorrang en kan door het ontvangende bureau worden onderworpen aan de betaling van een taks.
(b-bis)
Indien het Internationaal Bureau in overeenstemming met de Administratieve Instructies voor de datum van internationale publicatie van de internationale aanvrage via een digitale bibliotheek kan beschikken over het voorrangsbewijs, kan de aanvrager voor de datum van internationale publicatie van de internationale aanvrage in plaats van het voorrangsbewijs over te leggen het Internationaal Bureau verzoeken het voorrangsbewijs via deze digitale bibliotheek op te vragen.
c
Indien aan geen van de vereisten van de drie voorgaande paragrafen is voldaan, kan een aangewezen bureau met inachtneming van paragraaf d, het beroep op het recht van voorrang buiten beschouwing laten, mits een aangewezen bureau het beroep op het recht van voorrang niet buiten beschouwing laat voordat de aanvrager in de gelegenheid is gesteld het voorrangsbewijs binnen een onder de omstandigheden redelijke termijn te verstrekken.
d
Een aangewezen bureau mag een beroep op het recht van voorrang ingevolge paragraaf c. niet buiten beschouwing laten, indien de eerdere aanvrage bedoeld in paragraaf a. bij dat bureau in de hoedanigheid van nationaal bureau is ingediend of indien het, in overeenstemming met de Administratieve Instructies, via een digitale bibliotheek over het voorrangsbewijs kan beschikken.
17.2. Beschikbaarheid van afschriften
a
Wanneer de aanvrager heeft voldaan aan Regel 17.1 a, b of b-bis
verstrekt het Internationale Bureau, op het daartoe strekkende verzoek van het aangewezen bureau, onverwijld maar niet voor de internationale publicatie van de internationale aanvrage, een afschrift van het voorrangsbewijs aan dat bureau. Dat bureau mag de aanvrager niet zelf om een afschrift vragen. De aanvrager is niet verplicht vóór het verstrijken van de desbetreffende termijn krachtens artikel 22 een vertaling te verstrekken aan het aangewezen bureau. Indien de aanvrager voorafgaand aan de internationale publicatie van de internationale aanvrage een uitdrukkelijk verzoek krachtens artikel 23, tweede lid, doet aan het aangewezen bureau, verstrekt het Internationale Bureau na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek van het aangewezen bureau onverwijld een afschrift van het voorrangsbewijs aan dat bureau.
b)
Het Internationale Bureau stelt geen afschriften van het voorrangsbewijs ter beschikking van het publiek voor de internationale publikatie van de internationale aanvrage.
c
Wanneer de internationale aanvrage is gepubliceerd ingevolge artikel 21, verstrekt het Internationaal Bureau een ieder, op diens verzoek, een afschrift van het voorrangsbewijs tegen vergoeding van de kosten, tenzij, vóór die publicatie:
- i.
de internationale aanvrage werd ingetrokken,
- ii.
het desbetreffende beroep op een recht van voorrang werd ingetrokken of, ingevolge Regel 26 bis 2 b, als niet gedaan werd beschouwd.
Regel 18. De aanvrager
18.1. Woonplaats en nationaliteit
a
Onverminderd het in de paragrafen b en c bepaalde, is de vraag of een aanvrager inwoner of onderdaan is van de Verdragsluitende Staat waarvan hij beweert inwoner of onderdaan te zijn, afhankelijk van de nationale wetgeving van die Staat en wordt hierover beslist door het ontvangende bureau.
b
In elk geval,
- i.
wordt het hebben van een daadwerkelijke en wezenlijke inrichting van nijverheid of handel in een Verdragsluitende Staat als bewijs van woonplaats in die Staat beschouwd, en
- ii.
wordt een rechtspersoon, opgericht volgens de nationale wetgeving van een Verdragsluitende Staat, als onderdaan van die Staat beschouwd.
c
Wanneer de internationale aanvrage wordt ingediend bij het Internationale Bureau dat als ontvangend bureau fungeert, verzoekt het Internationale Bureau, in de in de Administratieve Instructies genoemde omstandigheden, het nationale bureau van, of dat optreedt voor, de betrokken Verdragsluitende Staat te beslissen over de in paragraaf a bedoelde vraag. Het Internationale Bureau stelt de aanvrager van een eventueel verzoek hiertoe in kennis. De aanvrager dient de mogelijkheid te hebben rechtstreeks aan het nationale bureau argumenten voor te leggen. Het nationale bureau beslist onverwijld over deze vraag.
18.2
Vervallen.
18.3. Meer dan één aanvrager
Indien er meer dan één aanvrager is, bestaat het recht tot het indienen van een internationale aanvrage indien ten minste één van hen ingevolge artikel 9 bevoegd is een internationale aanvrage in te dienen.
18.4. Gegevens over voorwaarden met betrekking tot aanvragers op grond van nationale wetgeving
a
Vervallen.
b
Vervallen.
c)
Het internationale Bureau publiceert van tijd tot tijd gegevens over de verschillende nationale wetgevingen met betrekking tot de vraag wie bevoegd is (uitvinder, rechtsopvolger van de uitvinder, rechthebbende op de uitvinding of anderen) een nationale aanvrage in te dienen en voegt aan deze gegevens een waarschuwing toe dat de rechtsgevolgen van de internationale aanvrage in een aangewezen Staat kunnen afhangen van het feit of de in de internationale aanvrage voor die Staat als aanvrager vermelde persoon een persoon is die, ingevolge de nationale wetgeving van die Staat, bevoegd is een nationale aanvrage in te dienen.
Regel 19. Het bevoegde ontvangende bureau
19.1. Waar in te dienen
a
Behoudens het in paragraaf b bepaalde, wordt de internationale aanvrage, naar keuze van de aanvrager, ingediend,
- i.
bij het nationale bureau van, of dat optreedt voor, de Verdragsluitende Staat waarvan de aanvrager inwoner is,
- ii.
bij het nationale bureau van, of dat optreedt voor, de Verdragsluitende Staat waarvan de aanvrager onderdaan is, of
- iii.
ongeacht de Verdragsluitende Staat waarvan de aanvrager inwoner of onderdaan is, bij het Internationale Bureau.
b)
Een Verdragsluitende Staat kan met een andere Verdragsluitende Staat of een intergouvernementele organisatie overeenkomen, dat het nationale bureau van laatstgenoemde Staat of de intergouvernementele organisatie voor alle of enkele aangelegenheden in plaats van het nationale bureau van de eerstgenoemde Staat optreedt als ontvangend bureau voor aanvragers die inwoner of onderdaan van die eerstgenoemde Staat zijn. Niettegenstaande een zodanige overeenkomst wordt het nationale bureau van de eerstgenoemde Staat beschouwd als het bevoegde ontvangende bureau voor de toepassing van artikel 15, vijfde lid.
c)
In verband met besluiten genomen ingevolge artikel 9, tweede lid, wijst de Algemene Vergadering aan het nationale bureau dat, of de intergouvernementele organisatie die zal optreden als ontvangend bureau voor aanvragen van inwoners of onderdanen van door de Algemene Vergadering aangegeven Staten. Voor een zodanige aanwijzing is de voorafgaande toestemming van het genoemde nationaal bureau of de genoemde intergouvernementele organisatie vereist.
19.2. Meer dan één aanvrager
Indien er meer dan één aanvrager is:
- i.
wordt aan de vereisten van Regel 19.1 geacht te zijn voldaan indien het nationale bureau waarbij de internationale aanvrage is ingediend, het nationale bureau is van, of dat optreedt voor, een Verdragsluitende Staat waarvan ten minste één van de aanvragers inwoner of onderdaan is;
- ii.
kan de internationale aanvrage worden ingediend bij het Internationale Bureau ingevolge Regel 19.1 a iii, indien ten minste één van de aanvragers inwoner of onderdaan is van een Verdragsluitende Staat.
19.3. Bekendmaking van delegatie van de taken van het ontvangende bureau
a)
Van een overeenkomst zoals bedoeld in Regel 19.1 b) wordt door de Verdragsluitende Staat die de taken van het ontvangende bureau delegeert aan het nationale bureau van of optredend voor een andere Verdragsluitende Staat of een intergouvernementele organisatie, onverwijld kennis gegeven aan het Internationale Bureau.
b)
Het Internationale Bureau maakt de kennisgeving onverwijld na ontvangst bekend in het mededelingenblad.
19.4. Toezending aan het Internationale Bureau als ontvangend bureau
a
Wanneer een internationale aanvrage wordt ingediend bij een nationaal bureau dat ingevolge het Verdrag optreedt als ontvangend bureau, maar
- i.
dat nationale bureau ingevolge Regel 19.1 of 19.2 niet bevoegd is om die internationale aanvrage te ontvangen, of
- ii.
die internationale aanvrage niet in een taal is gesteld die wordt geaccepteerd ingevolge Regel 12.1 a of de taalafhankelijke vrije tekst in het sequentie-opsommingsdeel van de beschrijving niet in een taal is gesteld die wordt geaccepteerd ingevolge Regel 12.1 d door dat nationaal bureau, maar in een taal die ingevolge die Regel door het Internationale Bureau als ontvangend bureau wordt geaccepteerd, of
ii-bis de gehele of een deel van de internationale aanvrage wordt ingediend in elektronische vorm in een formaat dat niet door dat nationale bureau wordt geaccepteerd, o
- iii.
dat nationale bureau en het Internationale Bureau, om redenen anders dan die welke in i, ii en ii-bis zijn genoemd en met toestemming van de aanvrager, overeenkomen dat de procedure ingevolge deze Regel van toepassing is, dan wordt die internationale aanvrage, met inachtneming van paragraaf b, geacht te zijn ontvangen door dat bureau namens het Internationaal Bureau als ontvangend bureau ingevolge Regel 19.1 a iii.
b
Wanneer ingevolge paragraaf a een internationale aanvrage door een nationaal bureau wordt ontvangen namens het Internationale Bureau dat fungeert als ontvangend bureau ingevolge Regel 19.1 a iii, zendt dat nationale bureau de internationale aanvrage onverwijld toe aan het Internationale Bureau, tenzij voorschriften inzake de nationale veiligheid zulks beletten. Deze toezending kan door het nationale bureau afhankelijk worden gesteld van de betaling van een taks, ten gunste van dat bureau, die gelijk is aan de toezendingstaks die dat bureau int ingevolge Regel 14. De aldus toegezonden internationale aanvrage wordt geacht te zijn ontvangen door het Internationale Bureau dat fungeert als ontvangend bureau ingevolge Regel 19.1 a iii, op de datum van ontvangst van de internationale aanvrage door dat nationale bureau.
c
Voor de toepassing van de Regels 14.1 c, 15.3 en 16.1 f wordt, wanneer de internationale aanvrage ingevolge paragraaf b is verzonden aan het Internationale Bureau, de datum waarop de internationale aanvrage daadwerkelijk door het Internationale Bureau werd ontvangen beschouwd als de datum van ontvangst van de internationale aanvrage. Voor de toepassing van deze paragraaf is de laatste zin van paragraaf b niet van toepassing.
Regel 20. Datum van internationale indiening
20.1. Vaststelling ingevolge artikel 11, eerste lid
a
Onverwijld na de ontvangst van de bescheiden die bedoeld zijn als een internationale aanvrage, stelt het ontvangende bureau vast of deze voldoen aan de vereisten van artikel 11, eerste lid.
b
Voor de toepassing van artikel 11, eerste lid, iii, onder c, kan volstaan worden met het vermelden van de naam van de aanvrager op een wijze die het mogelijk maakt de identiteit van de aanvrager vast te stellen, zelfs wanneer de naam verkeerd is gespeld, de voornamen niet volledig zijn vermeld, of, in het geval van rechtspersonen, de naamsaanduiding afgekort of onvolledig is.
c
Voor de toepassing van artikel 11, eerste lid, onder ii, is het voldoende dat het deel dat een beschrijving lijkt te zijn (niet zijnde een sequentie-opsommingsdeel daarvan) en het deel dat een conclusie of conclusies lijkt te zijn, zijn gesteld in een door het ontvangende bureau ingevolge Regel 12.1 a geaccepteerde taal.
d
Indien paragraaf c op 1 oktober 1997 niet verenigbaar is met de door het ontvangende bureau toegepaste nationale wetgeving, is paragraaf c niet van toepassing op dat ontvangende bureau zolang deze bepaling niet verenigbaar is met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationale Bureau hiervan in kennis stelt voor 31 december 1997. De ontvangen informatie wordt door het Internationale Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad.
20.2. Positieve vaststelling ingevolge artikel 11, eerste lid
a
Indien het ontvangende bureau op het tijdstip van de ontvangst van de bescheiden die bedoeld zijn als een internationale aanvrage vaststelt dat aan de vereisten van artikel 11, eerste lid, is voldaan, kent het ontvangende bureau de datum van ontvangst van de internationale aanvrage toe als de datum van internationale indiening.
b
Het ontvangende bureau stempelt het verzoekschrift van de internationale aanvrage waaraan het een datum van internationale indiening heeft toegekend zoals voorgeschreven in de Administratieve Instructies. Het aldus gestempelde exemplaar van het verzoekschrift is het oorspronkelijke exemplaar van de internationale aanvrage.
c
Het ontvangende bureau stelt de aanvrager onverwijld in kennis van het nummer van de internationale aanvrage en datum van internationale indiening. Op hetzelfde tijdstip zendt het het Internationale Bureau een afschrift van de kennisgeving toe die aan de aanvrager is gezonden, tenzij het het oorspronkelijke exemplaar ingevolge Regel 22.1 a reeds aan het Internationale Bureau heeft gezonden of dat op hetzelfde tijdstip verzendt.
20.3. Gebreken ingevolge artikel 11, eerste lid
a
Indien bij het bepalen of de bescheiden die bedoeld zijn als een internationale aanvrage voldoen aan de vereisten van artikel 11, eerste lid, het ontvangende bureau vaststelt dat niet aan alle vereisten van artikel 11, eerste lid, is of lijkt te zijn voldaan, nodigt het de aanvrager uit om, naar keuze van de aanvrager:
- i.
de benodigde verbetering ingevolge artikel 11, tweede lid, te verstrekken; of
- ii.
indien de desbetreffende vereisten een element als bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, onder d of e, betreffen, in overeenstemming met Regel 20.6 a te bevestigen dat het element is opgenomen door middel van verwijzing ingevolge Regel 4.18;
en eventueel bezwaar te maken binnen de van toepassing zijnde termijn ingevolge Regel 20.7. Indien deze termijn verstrijkt na afloop van 12 maanden na de datum van indiening van een aanvrage waarvoor een beroep op een recht van voorrang wordt gedaan, brengt het ontvangende bureau dit onder de aandacht van de aanvrager.
b
Indien naar aanleiding van een uitnodiging ingevolge paragraaf a of anderszins:
- i.
de aanvrager het ontvangende bureau de vereiste verbetering verstrekt overeenkomstig artikel 11, tweede lid, na de datum van ontvangst van de beoogde internationale aanvrage maar op een latere datum binnen de van toepassing zijnde termijn overeenkomstig Regel 20.7, kent het ontvangende bureau die latere datum toe als de datum van internationale indiening en handelt het zoals voorzien in Regel 20.2 b en c;
- ii.
een element bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, onder d of e, ingevolge Regel 20.6b wordt beschouwd als zijnde vervat in de internationale aanvrage vanaf de datum waarop een of meer elementen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder iii, voor het eerst werden ontvangen door het ontvangende bureau, kent het ontvangende bureau de datum waarop aan alle vereisten van artikel 11, eerste lid, is voldaan toe als datum van internationale indiening en handelt het zoals voorzien in Regel 20.2 b en c.
c
Indien het ontvangende bureau later ontdekt of op grond van het antwoord van de aanvrager vaststelt dat het ten onrechte een uitnodiging ingevolge paragraaf a heeft gedaan, aangezien voldaan was aan de vereisten van artikel 11, eerste lid, toen de bescheiden werden ontvangen, dient het te handelen zoals voorzien in Regel 20.2.
20.4. Negatieve vaststelling ingevolge artikel 11, eerste lid
Indien het ontvangende bureau niet binnen de van toepassing zijnde termijn ingevolge Regel 20.7, een verbetering of bevestiging heeft ontvangen zoals bedoeld in Regel 20.3 a of indien een verbetering of bevestiging ontvangen is, maar de aanvrage nog niet voldoet aan de vereisten van artikel 11, eerste lid, dient het ontvangende bureau:
- i.
de aanvrager er onverwijld van in kennis te stellen dat de aanvrage niet wordt en niet zal worden behandeld als een internationale aanvrage en de redenen daarvoor te vermelden;
- ii.
het Internationale Bureau ervan in kennis te stellen dat het nummer dat het op de bescheiden heeft aangetekend niet als een nummer van een internationale aanvrage zal worden gebruikt;
- iii.
de bescheiden die de als internationaal bedoelde aanvrage vormen en daarop betrekking hebbende correspondentie te bewaren zoals voorzien in Regel 93.1; en
- iv.
een afschrift van de genoemde bescheiden te zenden aan het Internationale Bureau, naar aanleiding van een verzoek door de aanvrager ingevolge artikel 25, eerste lid, wanneer het Internationale Bureau een dergelijk afschrift nodig heeft en daar speciaal om verzoekt.
20.5. Ontbrekende onderdelen
a
Indien het ontvangende bureau bij het bepalen of de bescheiden die bedoeld zijn als een internationale aanvrage voldoen aan de vereisten van artikel 11, eerste lid, vaststelt dat een deel van de beschrijving, conclusies of tekeningen ontbreekt of lijkt te ontbreken, met inbegrip van de gevallen waarin een of alle tekeningen ontbreken of lijken te ontbreken (‘ontbrekend onderdeel’) evenwel met uitzondering van de gevallen waarin een volledig element zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, onder d of e, ontbreekt of lijkt te ontbreken, en met uitzondering van het geval bedoeld in Regel 20.5bis a, nodigt het de aanvrager onverwijld uit, naar keuze van de aanvrager:
- i.
de als internationaal bedoelde aanvrage te voltooien door het ontbrekende onderdeel te verstrekken; of
- ii.
in overeenstemming met Regel 20.6 a te bevestigen dat het onderdeel overeenkomstig Regel 4.18 was opgenomen door middel van verwijzing;
en eventueel binnen de van toepassing zijnde termijn ingevolge Regel 20.7 bezwaar te maken. Indien deze termijn verstrijkt na het verstrijken van 12 maanden na de datum van indiening van een aanvrage waarvoor een beroep op een recht van voorrang wordt gedaan, brengt het ontvangende bureau dat onder de aandacht van de aanvrager.
b
Indien de aanvrager naar aanleiding van een uitnodiging uit hoofde van paragraaf a of anderszins, het ontvangende bureau op of voor de datum waarop aan alle vereisten van artikel 11, eerste lid, is voldaan en binnen de van toepassing zijnde termijn ingevolge Regel 20.7 een ontbrekend onderdeel zoals bedoeld in paragraaf a verstrekt teneinde de als internationaal bedoelde aanvrage te voltooien, wordt dat onderdeel opgenomen in de aanvrage en kent het ontvangende bureau de datum waarop aan alle vereisten van artikel 11, eerste lid, is voldaan als datum van internationale indiening toe, en handelt zoals voorzien in Regel 20.2 b en c.
c
Indien de aanvrager naar aanleiding van een uitnodiging uit hoofde van paragraaf a of anderszins, het ontvangende bureau na de datum waarop aan alle vereisten van artikel 11, eerste lid, is voldaan en binnen de van toepassing zijnde termijn ingevolge Regel 20.7 een ontbrekend onderdeel zoals bedoeld in paragraaf a verstrekt teneinde de internationale aanvrage te voltooien, wordt dat onderdeel opgenomen in de aanvrage en wijzigt het ontvangende bureau de datum van internationale indiening in de datum waarop het dat onderdeel heeft ontvangen, stelt de aanvrager dienovereenkomstig in kennis en handelt zoals voorzien in de Administratieve Instructies.
d
Indien naar aanleiding van een uitnodiging ingevolge paragraaf a of anderszins een onderdeel bedoeld in paragraaf a, ingevolge Regel 20.6 b wordt beschouwd als zijnde vervat in de als internationaal bedoelde aanvrage vanaf de datum waarop een of meer elementen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, voor het eerst werden ontvangen door het ontvangende bureau, kent het ontvangende bureau de datum waarop aan alle vereisten van artikel 11, eerste lid, is voldaan toe als datum van internationale indiening en handelt zoals voorzien in Regel 20.2 b en c.
e
Indien de datum van internationale indiening verbeterd is ingevolge paragraaf c, kan de aanvrager in een kennisgeving aan het ontvangende bureau binnen een maand na de datum van de kennisgeving ingevolge paragraaf c, het ontvangende bureau verzoeken het ontbrekende onderdeel te negeren, in welk geval het ontbrekende onderdeel geacht wordt niet te zijn verstrekt en de datum van internationale indiening uit hoofde van die paragraaf niet te zijn verbeterd en handelt het ontvangende bureau zoals voorzien in de Administratieve Instructies.
20.5bis. Abusievelijk ingediende elementen en onderdelen
a
Indien het ontvangende bureau bij het bepalen of de bescheiden die bedoeld zijn als een internationale aanvrage voldoen aan de vereisten van artikel 11, eerste lid, vaststelt dat een volledig element zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, onder d of e, abusievelijk is ingediend of abusievelijk lijkt te zijn ingediend, of dat een onderdeel van de beschrijving, conclusies of tekeningen abusievelijk is ingediend of abusievelijk lijkt te zijn ingediend, met inbegrip van het geval waarin alle tekeningen abusievelijk zijn ingediend of abusievelijk lijken te zijn ingediend (‘abusievelijk ingediend element of onderdeel’), nodigt het de aanvrager onverwijld uit, naar keuze van de aanvrager:
- i.
de als internationaal bedoelde aanvrage te corrigeren door het correcte element of onderdeel te verstrekken; of
- ii.
in overeenstemming met Regel 20.6 a te bevestigen dat het correcte element of onderdeel overeenkomstig Regel 4.18 was opgenomen door middel van verwijzing; en eventueel binnen de van toepassing zijnde termijn ingevolge Regel 20.7 bezwaar te maken. Indien deze termijn verstrijkt na het verstrijken van 12 maanden na de datum van indiening van een aanvrage waarvoor een beroep op een recht van voorrang wordt gedaan, brengt het ontvangende bureau dat onder de aandacht van de aanvrager.
b
Indien de aanvrager naar aanleiding van een uitnodiging uit hoofde van paragraaf a of anderszins, het ontvangende bureau op of voor de datum waarop aan alle vereisten van artikel 11, eerste lid, is voldaan en binnen de van toepassing zijnde termijn ingevolge Regel 20.7 een correct element of onderdeel verstrekt ten einde de als internationaal bedoelde aanvrage te corrigeren, wordt dat correcte element of onderdeel opgenomen in de aanvrage, wordt het desbetreffende abusievelijk ingediende element of onderdeel verwijderd uit de aanvrage en kent het ontvangende bureau de datum waarop aan alle vereisten van artikel 11, eerste lid, is voldaan als datum van internationale indiening toe, en handelt zoals voorzien in Regel 20.2 b en c, en zoals voorzien in de Administratieve Instructies.
c
Indien de aanvrager naar aanleiding van een uitnodiging uit hoofde van paragraaf a of anderszins, het ontvangende bureau na de datum waarop aan alle vereisten van artikel 11, eerste lid, is voldaan en binnen de van toepassing zijnde termijn ingevolge Regel 20.7 een correct element of onderdeel verstrekt teneinde de internationale aanvrage te corrigeren, wordt dat correcte element of onderdeel opgenomen in de aanvrage, wordt het abusievelijk ingediende element of desbetreffende onderdeel verwijderd uit de aanvrage en wijzigt het ontvangende bureau de datum van internationale indiening in de datum waarop het dat correcte element of onderdeel heeft ontvangen, stelt de aanvrager dienovereenkomstig in kennis en handelt zoals voorzien in de Administratieve Instructies.
d
Indien naar aanleiding van een uitnodiging ingevolge paragraaf a of anderszins een correct element of onderdeel, ingevolge Regel 20.6 b, wordt beschouwd als zijnde vervat in de als internationaal bedoelde aanvrage vanaf de datum waarop een of meer elementen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, voor het eerst werden ontvangen door het ontvangende bureau, blijft het desbetreffende abusievelijk ingediende element of onderdeel deel uitmaken van de aanvrage en kent het ontvangende bureau de datum waarop aan alle vereisten van artikel 11, eerste lid, is voldaan als datum van internationale indiening toe, en handelt zoals voorzien in Regel 20.2 b en c, en zoals voorzien in de Administratieve Instructies.
e
Indien de datum van internationale indiening verbeterd is ingevolge paragraaf c, kan de aanvrager in een kennisgeving aan het ontvangende bureau binnen een maand na de datum van de kennisgeving ingevolge paragraaf c, het ontvangende bureau verzoeken het correcte element of onderdeel te negeren, in welk geval het correcte element of onderdeel geacht wordt niet te zijn verstrekt, het desbetreffende abusievelijk ingediende element of onderdeel geacht wordt niet te zijn verwijderd uit de aanvrage en de verbetering van de datum van internationale indiening uit hoofde van die paragraaf geacht worden niet te zijn gedaan en handelt het ontvangende bureau zoals voorzien in de Administratieve Instructies.
20.6. Bevestiging van opneming van elementen en onderdelen door middel van verwijzing
a
De aanvrager kan bij het ontvangende bureau binnen de van toepassing zijnde termijn ingevolge Regel 20.7 een schriftelijke kennisgeving indienen teneinde te bevestigen dat een element of onderdeel door middel van verwijzing ingevolge Regel 4.18 is opgenomen in de internationale aanvrage, vergezeld van:
- i.
een blad dat of bladen die het volledige element belichamen zoals vervat in de eerdere aanvrage of het desbetreffende deel vertegenwoordigen;
- ii.
indien de aanvrager niet reeds heeft voldaan aan Regel 17.1 a, b of b-bis met betrekking tot het voorrangsbewijs, een afschrift van de eerdere aanvrage zoals ingediend;
- iii.
indien de eerdere aanvrage niet in de taal gesteld is waarin de internationale aanvrage is ingediend, een vertaling van de eerdere aanvrage in die taal of, indien een vertaling van de internationale aanvrage vereist is ingevolge Regel 12.3 a of 12.4 a, een vertaling van de eerdere aanvrage in zowel de taal waarin de internationale aanvrage is ingediend als de taal van die vertaling; en
- iv.
in het geval van een deel van de beschrijving, conclusies of tekeningen, een aanduiding waar dat onderdeel is opgenomen in de eerdere aanvrage en, indien van toepassing, in een eventuele vertaling zoals bedoeld onder iii.
b
Indien het ontvangende bureau vaststelt dat voldaan is aan de vereisten van Regel 4.18 en paragraaf a en dat het element of onderdeel bedoeld in paragraaf a volledig opgenomen is in de desbetreffende eerdere aanvrage, wordt dat element of onderdeel beschouwd als zijnde vervat in de als internationaal bedoelde aanvrage vanaf de datum waarop een of meer elementen bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, voor het eerst werden ontvangen door het ontvangende bureau.
c
Indien het ontvangende bureau vaststelt dat niet voldaan is aan een vereiste uit hoofde van Regel 4.18 of paragraaf a, of dat het element of onderdeel bedoeld in paragraaf a niet volledig vervat is in de desbetreffende eerdere aanvrage, handelt het ontvangende bureau zoals voorzien in Regel 20.3 b i, 20.5 b of 20.5 c, 20.5bis b of 20.5bis c, al naargelang van het geval.
20.7. Termijn
a
De van toepassing zijnde termijn bedoeld in de Regels 20.3 a en b, 20.4, 20.5 a, b en c, 20.5bis a, b en c, en 20.6 a is:
- i.
indien een uitnodiging ingevolge Regel 20.3 a of 20.5 a of 20.5bis a, indien van toepassing, aan de aanvrager is verzonden, twee maanden te rekenen vanaf de datum van de uitnodiging;
- ii.
indien een dergelijke uitnodiging niet aan de aanvrager is verzonden, twee maanden vanaf de datum waarop een of meer elementen zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, voor het eerst werden ontvangen door het ontvangende bureau.
b
Indien noch een verbetering ingevolge artikel 11, tweede lid, noch een kennisgeving ingevolge Regel 20.6 (a) ter bevestiging van de opneming door verwijzing van een element bedoeld in artikel 11, eerste lid, (iii), (d) of (e), wordt ontvangen door het ontvangende bureau voor het verstrijken van de van toepassing zijnde termijn ingevolge paragraaf (a), wordt een verbetering of kennisgeving die het bureau ontvangt na het verstrijken van die termijn maar voordat het de aanvrager ingevolge Regel 20.4 (i) een kennisgeving toezendt, geacht binnen die termijn te zijn ontvangen.
20.8. Onverenigbaarheid met de nationale wetgeving
a
Indien een van de Regels 20.3 a ii en b ii, 20.5 a ii en d en 20.6 op 5 oktober 2005 niet verenigbaar is met de door het ontvangende bureau toegepaste nationale wetgeving, is de desbetreffende Regel niet van toepassing op een internationale aanvrage die bij dat ontvangende bureau is ingediend zolang deze niet verenigbaar is met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationale Bureau hiervan in kennis stelt voor 5 april 2006. De ontvangen informatie wordt door het Internationale Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad.
a-bis
Indien een van de Regels 20.5bis a ii en d, op 9 oktober 2019 niet verenigbaar is met de door het ontvangende bureau toegepaste nationale wetgeving, is de desbetreffende Regel niet van toepassing op een internationale aanvrage die bij dat ontvangende bureau is ingediend zolang deze niet verenigbaar is met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationale Bureau hiervan in kennis stelt voor 9 april 2020. De ontvangen informatie wordt door het Internationale Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad.
a-ter
Wanneer een element of onderdeel niet ingevolge Regel 4.18 en 20.6, door middel van verwijzing in de internationale aanvrage kan worden opgenomen vanwege de toepassing van paragraaf a of paragraaf a-bis van deze Regel, handelt het ontvangende bureau zoals voorzien in Regel 20.3 b i, 20.5 b, 20.5 c , 20.5bis b ofs 20.5bis c, al naargelang van het geval. Wanneer het ontvangende bureau handelt zoals voorzien in Regel 20.5 c of 20.5bis c, mag de aanvrager handelen zoals voorzien in Regel 20.5 e of 20.5bis e, al naargelang van het geval.
b
Indien een van de Regels 20.3 a ii en b ii, 20.5 a ii en d en 20.6 op 5 oktober 2005 niet verenigbaar is met de door het aangewezen bureau toegepaste nationale wetgeving, is de desbetreffende Regel niet van toepassing op dat bureau ter zake van een internationale aanvrage waarvoor de in artikel 22 bedoelde handelingen zijn verricht voor dat bureau, zolang deze niet verenigbaar is met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationale Bureau hiervan in kennis stelt voor 5 april 2006. De ontvangen informatie wordt door het Internationale Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad.
b-bis
Indien een van de Regels 20.5bis a ii en d, op 9 oktober 2019 niet verenigbaar is met de door het aangewezen bureau toegepaste nationale wetgeving, is de desbetreffende Regel niet van toepassing op dat bureau ter zake van een internationale aanvrage waarvoor de in artikel 22 bedoelde handelingen zijn verricht voor dat bureau, zolang deze niet verenigbaar is met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationale Bureau hiervan in kennis stelt voor 9 april 2020. De ontvangen informatie wordt door het Internationale Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad.
c
Wanneer een element of onderdeel door middel van verwijzing geacht wordt te zijn opgenomen in de internationale aanvrage uit hoofde van een vaststelling van het ontvangende bureau ingevolge Regel 20.6 b, maar deze opneming door verwijzing niet van toepassing is op de internationale aanvrage ten behoeve van een procedure voor een aangewezen bureau vanwege de toepassing van paragraaf b van deze Regel, kan het aangewezen bureau de aanvrage behandelen als was de datum van internationale indiening toegekend ingevolge Regel 20.3 b i, 20.5 b of 20.5bis b, of verbeterd ingevolge Regel 20.5 c of 20.5bis c, al naargelang van het geval, met dien verstande dat Regel 82ter.1 c en d van overeenkomstige toepassing zijn.
Regel 21. Het maken van afschriften
21.1. Verantwoordelijkheid van het ontvangende bureau
a)
Wanneer de internationale aanvrage in één exemplaar moet worden ingediend, is het ontvangende bureau verantwoordelijk voor het maken van het ingevolge artikel 12, eerste lid, vereiste archiefexemplaar en het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek.
b)
Wanneer de internationale aanvrage in twee exemplaren moet worden ingediend, is het ontvangende bureau verantwoordelijk voor het maken van het archiefexemplaar.
c)
Indien de internationale aanvrage in minder exemplaren is ingediend dan het ingevolge Regel 11.1 b) vereiste aantal is het ontvangende bureau verantwoordelijk voor de onverwijlde vervaardiging van het aantal exemplaren en heeft het het recht voor het verrichten van deze taak een taks vast te stellen en deze van de aanvrager te innen.
21.2. Gewaarmerkt afschrift voor de aanvrager
Tegen betaling van een taks verstrekt het ontvangende bureau de aanvrager op verzoek gewaarmerkte afschriften van de internationale aanvrage zoals ingediend en van eventuele verbeteringen daarvan.
Regel 22. Toezending van het oorspronkelijke exemplaar en de vertaling
22.1. Procedure
a)
Indien de vaststelling ingevolge artikel 11, eerste lid, positief uitvalt en tenzij voorschriften betreffende de nationale veiligheid beletten, dat de internationale aanvrage als zodanig wordt behandeld, zendt het ontvangende bureau het oorspronkelijke exemplaar toe aan het Internationale Bureau. Deze toezending geschiedt onverwijld na ontvangst van de internationale aanvrage of, indien een controle voor de bescherming van de nationale veiligheid moet worden verricht, zodra de vereiste toestemming is verkregen. In elk geval zendt het ontvangende bureau het oorspronkelijke exemplaar zo tijdig toe dat het het Internationale Bureau bereikt bij het verstrijken van de 13de maand vanaf de datum van voorrang. Indien de toezending per post geschiedt, dient het ontvangende bureau het oorspronkelijke exemplaar uiterlijk 5 dagen voor het verstrijken van de 13de maand vanaf de datum van voorrang te verzenden.
b
Indien het Internationale Bureau een afschrift van de kennisgeving ingevolge Regel 20.2 c heeft ontvangen, maar na het verstrijken van 13 maanden na de datum van voorrang niet in het bezit is van het oorspronkelijke exemplaar, herinnert het het ontvangende bureau eraan dat het het oorspronkelijke exemplaar onverwijld naar het Internationale Bureau dient te zenden.
c
Indien het Internationale Bureau een afschrift van de kennisgeving ingevolge Regel 20.2 c heeft ontvangen, maar na het verstrijken van 14 maanden na de datum van voorrang niet in het bezit is van het oorspronkelijke exemplaar, stelt het de aanvrager en het ontvangende bureau daarvan in kennis.
d)
Na het verstrijken van 14 maanden, te rekenen van de datum van voorrang, kan de aanvrager het ontvangende bureau verzoeken een afschrift van zijn internationale aanvrage te waarmerken als zijnde gelijkluidend aan de ingediende internationale aanvrage en kan hij een dergelijk gewaarmerkt afschrift toezenden aan het Internationale Bureau.
e)
Een waarmerking ingevolge paragraaf d) is kosteloos en kan slechts op een van de volgende gronden worden geweigerd:
- (i)
het afschrift welke het ontvangende bureau is verzocht te waarmerken, is niet gelijkluidend aan de ingediende internationale aanvrage;
- (ii)
voorschriften betreffende de nationale veiligheid beletten, dat de internationale aanvrage als zodanig wordt behandeld;
- (iii)
het ontvangende bureau heeft reeds het oorspronkelijke exemplaar toegezonden aan het Internationale Bureau en dit Bureau heeft het ontvangende bureau ervan in kennis gesteld dat het het oorspronkelijke exemplaar heeft ontvangen.
f)
Tenzij het Internationale Bureau het oorspronkelijke exemplaar heeft ontvangen, of tot het het oorspronkelijke exemplaar ontvangt, wordt het ingevolge paragraaf e) gewaarmerkte en door het Internationale Bureau ontvangen afschrift beschouwd als zijnde het oorspronkelijke exemplaar.
g)
Indien, bij het aflopen van de termijn van toepassing ingevolge artikel 22, de aanvrager de handelingen als bedoeld in dat artikel heeft verricht, maar het aangewezen bureau niet in kennis is gesteld door het Internationale Bureau van de ontvangst van het oorspronkelijke exemplaar, brengt het aangewezen bureau het Internationale Bureau daarvan op de hoogte. Indien het Internationale Bureau niet in het bezit is van het oorspronkelijke exemplaar, stelt het onverwijld de aanvrager en het ontvangende bureau daarvan in kennis, tenzij het deze ingevolge paragraaf c) daarvan reeds op de hoogte heeft gesteld.
h
Wanneer de internationale aanvrage moet worden gepubliceerd in de taal van een ingevolge Regel 12.3 of 12.4 verstrekte vertaling, wordt die vertaling door het ontvangende bureau aan het Internationaal Bureau toegezonden, tezamen met het oorspronkelijke exemplaar ingevolge paragraaf a of, indien het ontvangende bureau het oorspronkelijke exemplaar reeds ingevolge die paragraaf aan het Internationaal Bureau heeft verzonden, zo spoedig mogelijk na ontvangst van de vertaling.
22.2
Vervallen.
22.3. Termijn ingevolge artikel 12, derde lid
De termijn genoemd in artikel 12, derde lid, beloopt 3 maanden te rekenen van de datum van de kennisgeving gezonden door het Internationale Bureau aan de aanvrager ingevolge Regel 22.1 c) of g).
Regel 23. Toezending van het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek, de vertaling en de sequentie-opsomming
23.1. Procedure
a
Wanneer een vertaling van de internationale aanvrage niet vereist is ingevolge Regel 12.3 a, dient het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek uiterlijk op de dag waarop het oorspronkelijke exemplaar wordt toegezonden aan het Internationaal Bureau, door het ontvangende bureau te worden toegezonden aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, tenzij er geen taks voor het nieuwheidsonderzoek is betaald. In laatstbedoeld geval wordt het zo spoedig mogelijk na de betaling van de taks voor het nieuwheidsonderzoek toegezonden.
b
Wanneer een vertaling van de internationale aanvrage ingevolge Regel 12.3 wordt verstrekt, dient een exemplaar van die vertaling en van het verzoekschrift, die tezamen worden beschouwd als het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek ingevolge artikel 12, eerste lid, door het ontvangende bureau te worden toegezonden aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, tenzij er geen taks voor het nieuwheidsonderzoek is betaald. In laatstbedoeld geval wordt een exemplaar van de genoemde vertaling en van het verzoekschrift zo spoedig mogelijk na de betaling van de taks voor het nieuwheidsonderzoek toegezonden.
c
Een sequentie-opsomming in elektronische vorm die voor de toepassing van Regel 13ter is verstrekt, maar ingediend is bij het ontvangende bureau in plaats van bij de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek wordt door dat bureau onverwijld doorgezonden naar die Instantie.
Regel 23bis. Toezending van documenten met betrekking tot eerder nieuwheidsonderzoek of eerdere classificatie
23bis.1. Toezending van documenten met betrekking tot eerder nieuwheidsonderzoek in het geval van een verzoek ingevolge Regel 4.12
a
Het ontvangende bureau zendt de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, tezamen met het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek, elk in Regel 12bis.1 a bedoeld afschrift toe met betrekking tot een eerder nieuwheidsonderzoek ten aanzien waarvan de aanvrager een verzoek ingevolge Regel 4.12 een verzoek heeft ingediend, mits dit afschrift:
- i.
door de aanvrager bij het ontvangende bureau wordt ingediend tezamen met de internationale aanvrage;
- ii.
op verzoek van de aanvrager door het ontvangende bureau wordt opgesteld voor toezending aan die Instantie; of
- iii.
voor het ontvangende bureau beschikbaar is in een vorm en op een wijze die voor hem aanvaardbaar is, bijvoorbeeld uit een digitaal archief, in overeenstemming met Regel 12bis.1 d.
b
Indien niet opgenomen in het afschrift van de in Regel 12bis.1 a bedoelde uitkomsten van het eerdere nieuwheidsonderzoek, zendt het ontvangende bureau de uitkomsten van een eerdere door dat Bureau verrichte classificatie, indien reeds beschikbaar, tezamen met het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek, tevens toe aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek.
23bis.2. Toezendingvan documenten met betrekking tot eerder nieuwheidsonderzoek of eerdere classificatie ten behoeve van Regel 41.2
a
Indien in de internationale aanvrage een beroep op het recht van voorrang wordt gedaan op grond van een of meer eerdere aanvragen die zijn ingediend bij hetzelfde bureau als het bureau dat optreedt als het ontvangende bureau en dat bureau een eerder nieuwheidsonderzoek heeft verricht ter zake van een dergelijke eerdere aanvrage of een dergelijke eerdere aanvrage heeft geclassificeerd, zendt het ontvangende bureau, onverminderd Regel 41.2 en met inachtneming van artikel 30, tweede lid, onder a, zoals van toepassing uit hoofde van artikel 30, derde lid, en onverminderd de paragrafen b, d en e, voor toepassing van Regel 41.2 de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, tezamen met het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek een afschrift toe van de uitkomsten van dit eerdere nieuwheidsonderzoek, ongeacht in welke vorm deze het bureau ter beschikking staan (bijvoorbeeld in de vorm van een verslag van een nieuwheidsonderzoek, een overzicht van de aangehaalde stand van de techniek of een verslag van de beoordeling) en een afschrift van de uitkomsten van deze eerdere door het bureau verrichte classificatie, indien reeds beschikbaar. Het ontvangende bureau kan, onverminderd artikel 30, tweede lid, onder a, zoals van toepassing uit hoofde van artikel 30, derde lid, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek tevens aanvullende documenten met betrekking tot een dergelijk eerder nieuwheidsonderzoek toezenden die het voor deze Instantie nuttig acht voor het verrichten van het internationaal nieuwheidsonderzoek.
b
Niettegenstaande het bepaalde in paragraaf a, kan een ontvangend bureau uiterlijk op 14 april 2016 het Internationaal Bureau ervan in kennis stellen dat het, op een verzoek van de aanvrager dat tezamen met de internationale aanvrage is ingediend, kan besluiten de uitkomsten van een eerder nieuwheidsonderzoek niet aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek toe te zenden. Het Internationaal Bureau publiceert kennisgevingen uit hoofde van deze bepaling in het mededelingenblad.
c
Naar keuze van het ontvangende bureau is paragraaf a van overeenkomstige toepassing indien in de internationale aanvrage een beroep op een recht van voorrang wordt gedaan ter zake van een of meer eerdere aanvragen die zijn ingediend bij een ander bureau dan het bureau dat optreedt als het ontvangende bureau en dat andere bureau een eerder nieuwheidsonderzoek heeft verricht ter zake van een dergelijke eerdere aanvrage of een dergelijke eerdere aanvrage heeft geclassificeerd en de uitkomsten van een eerder nieuwheidsonderzoek of classificatie beschikbaar zijn voor het ontvangende bureau in een vorm en op een wijze die voor hem aanvaardbaar zijn, bijvoorbeeld uit een digitaal archief.
d
De paragrafen a en c zijn niet van toepassing indien een eerder nieuwheidsonderzoek is uitgevoerd door dezelfde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of hetzelfde bureau dat optreedt als de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of indien het ontvangende bureau zich ervan bewust is dat een afschrift van een eerder nieuwheidsonderzoek of classificatie uitkomsten beschikbaar is voor de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek in een vorm en op een wijze die voor haar aanvaardbaar zijn, bijvoorbeeld uit een digitaal archief.
e
Voor zover op 14 oktober 2015 het verzenden van de in paragraaf a bedoelde afschriften, of het verzenden van deze afschriften in een bijzondere vorm, zoals de vormen bedoeld in paragraaf a, zonder dat daartoe machtiging is verleend door de aanvrager, niet in overeenstemming is met de door het ontvangende bureau toegepaste nationale wetgeving, is die paragraaf niet van toepassing op het toezenden van dergelijke afschriften of op het toezenden van dergelijke afschriften in de betreffende bijzondere vorm, ten aanzien van een internationale aanvrage die bij dat ontvangende bureau is ingediend zolang deze verzending zonder machtiging door de aanvrager niet in overeenstemming is met deze wetgeving, mits het genoemde bureau het Internationale Bureau hiervan uiterlijk 14 april 2016 in kennis stelt. Het Internationale Bureau publiceert de ontvangen informatie onverwijld in het mededelingenblad.
Regel 24. Ontvangst van het oorspronkelijke exemplaar door het Internationaal Bureau
24.1
Vervallen.
24.2. Kennisgeving van ontvangst van het oorspronkelijke exemplaar
a
Het Internationale Bureau stelt onverwijld:
- i.
de aanvrager,
- ii.
het ontvangende bureau, en
- iii.
de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek (tenzij deze het Internationale Bureau heeft laten weten dat zij geen kennisgeving wenst te ontvangen)
in kennis van de ontvangst alsmede de datum van ontvangst van het oorspronkelijke exemplaar. De kennisgeving duidt de internationale aanvrage aan met haar nummer, de datum van internationale indiening en de naam van de aanvrager en vermeldt de datum van indiening van elke eerdere aanvrage op grond waarvan de voorrang wordt ingeroepen. De kennisgeving aan de aanvrager omvat tevens een lijst van de aangewezen bureaus, en in het geval van een aangewezen bureau dat verantwoordelijk is voor het verlenen van regionale octrooien, van de Verdragsluitende Staten die voor een dergelijk regionaal octrooi zijn aangewezen.
b
Vervallen.
c
Indien het oorspronkelijke exemplaar is ontvangen na het verstrijken van de in Regel 22.3 bepaalde termijn, stelt het Internationale Bureau de aanvrager, het ontvangende bureau en de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek hiervan onverwijld in kennis.
Regel 25. Ontvangst van het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
25.1. Kennisgeving van ontvangst van het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek stelt onverwijld het Internationale Bureau, de aanvrager en — tenzij de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek dezelfde is als het ontvangende bureau — het ontvangende bureau, in kennis van het feit en de datum van ontvangst van het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek.
Regel 26. Controle en verbetering van bepaalde elementen van de internationale aanvrage bij het ontvangende bureau
26.1. Uitnodiging tot verbetering uit hoofde van artikel 14, eerste lid, onder b
Het ontvangende bureau doet de uitnodiging tot verbetering voorzien in artikel 14, eerste lid, onder b, zo spoedig mogelijk, bij voorkeur binnen een maand na ontvangst van de internationale aanvrage. In de uitnodiging nodigt het ontvangende bureau de aanvrager uit de vereiste verbetering te verstrekken en stelt het de aanvrager binnen de termijn ingevolge Regel 26.2 in de gelegenheid bezwaar te maken.
26.2. Termijn voor verbetering
De termijn bedoeld in Regel 26.1 is twee maanden vanaf de datum van de uitnodiging tot verbetering. Het ontvangende bureau kan deze te allen tijde voordat een beslissing is genomen verlengen.
26.2bis. Controle van de vormvoorschriften ingevolge artikel 14, eerste lid, onder a., sub i. en ii.
a
Voor de toepassing van artikel 14, eerste lid, onder a., sub i., volstaat het wanneer er meer dan een aanvrager is, dat het verzoekschrift door een van hen wordt ondertekend.
b
Voor de toepassing van artikel 14, eerste lid, onder a., sub ii., volstaat het, wanneer er meer dan een aanvrager is, dat de ingevolge Regel 4.5, paragraaf a. ii. en iii. vereiste gegevens worden verstrekt betreffende een van hen die ingevolge Regel 19.1 bevoegd is de internationale aanvrage in te dienen bij het ontvangende bureau.
26.3. Controle van de vormvoorschriften ingevolge artikel 14, eerste lid, onder a, sub v
a
Wanneer de internationale aanvrage wordt ingediend in een taal van publicatie, controleert het ontvan-gende bureau:
- i.
of de internationale aanvrage voldoet aan de in Regel 11 genoemde vormvoorschriften alleen voor zover dat noodzakelijk is voor een redelijk eenvormige internationale publicatie;
- ii.
of een ingevolge Regel 12.3 of 26.3ter verstrekte vertaling voldoet aan de in Regel 11 genoemde vormvoorschriften voor zover dat noodzakelijk is voor een bevredigende reproductie;
b
Wanneer de internationale aanvrage wordt ingediend in een taal waarin zij niet wordt gepubliceerd, con-troleert het ontvangende bureau:
- i.
of de internationale aanvrage voldoet aan de in Regel 11 genoemde vormvoorschriften alleen voor zover dat noodzakelijk is voor een bevredigende reproductie;
- ii.
of een ingevolge Regel 12.3, 12.4 of 26.3ter verstrekte vertaling en de tekeningen voldoen aan de in Regel 11 genoemde vormvoorschriften voor zover dat noodzakelijk is voor een redelijk eenvormige internationale publicatie.
26.3bis. Uitnodiging ingevolge artikel 14, eerste lid, onder b, tot herstel van gebreken ingevolge Regel 11
Het ontvangende bureau behoeft de uitnodiging ingevolge artikel 14, eerste lid, onder b, tot verbetering van het gebrek ingevolge Regel 11 niet te doen wanneer aan de in die Regel genoemde vormvoorschriften is voldaan in de ingevolge Regel 26.3 vereiste mate.
26.3ter. Uitnodiging tot herstel van gebreken genoemd in artikel 3, vierde lid, onder i
a
Wanneer het uittreksel of de tekst bij de tekeningen wordt ingediend in een taal anders dan de taal, met inachtneming van Regels 12.1bis en 26.3ter e, van de beschrijving en de conclusies, zal het ontvangende bureau, tenzij
- i.
een vertaling van de internationale aanvrage vereist is ingevolge Regel 12.3 a, of
- ii.
het uittreksel of de tekst bij de tekeningen is gesteld in de taal waarin de internationale aanvrage zal worden gepubliceerd,
de aanvrager uitnodigen een vertaling van het uittreksel of de tekst bij de tekeningen te verstrekken in de taal waarin de internationale aanvrage zal worden gepubliceerd.
De Regels 26.1, 26.2, 26.3, 26.3bis, 26.5 en 29.1 zijn van overeenkomstige toepassing.
b
Indien paragraaf a op 1 oktober 1997 niet verenigbaar is met de door het ontvangende bureau toegepaste nationale wetgeving, is paragraaf a niet van toepassing op dat ontvangende bureau zolang deze bepaling niet verenigbaar is met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationaal Bureau hiervan in kennis stelt voor 31 december 1997. De ontvangen informatie wordt door het Internationaal Bureau zo spoedig mogelijk gepubliceerd in het mededelingenblad.
c
Wanneer het verzoekschrift niet voldoet aan Regel 12.1 c, nodigt het ontvangende bureau de aanvrager uit een vertaling in te dienen om aan die Regel te voldoen. De Regels 3, 26.1, 26.2, 26.5 en 29.1 zijn van overeenkomstige toepassing.
d
Indien paragraaf c op 1 oktober 1997 niet verenigbaar is met de door het ontvangende bureau toegepaste nationale wetgeving, is paragraaf c niet van toepassing op dat ontvangende bureau zolang deze bepaling niet verenigbaar is met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationaal Bureau hiervan in kennis stelt voor 31 december 1997. De ontvangen informatie wordt door het Internationaal Bureau zo spoedig mogelijk gepubliceerd in het mededelingenblad.
e
Wanneer de beschrijving van een internationale aanvrage wordt ingediend in een taal die anders is dan de taal van de conclusies, of delen van de beschrijving of delen van de conclusies worden ingediend in een taal die anders is dan de taal van het resterende deel van dit element, en wanneer al deze talen worden aanvaard door het ontvangende bureau ingevolge Regel 12.1.a, nodigt het ontvangende bureau, naargelang van toepassing, de aanvrager uit binnen een maand vanaf de datum van ontvangst van de internationale aanvrage door het ontvangende bureau, een vertaling te verstrekken van de beschrijving of de conclusies, of delen daarvan, zodanig dat de beschrijving en de conclusies gesteld zijn in een enkele taal, die:
- i.
een van de talen is van de beschrijving of conclusies, zoals zij zijn ingediend;
- ii.
een taal is die aanvaard wordt door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek die het internationaal nieuwheidsonderzoek gaat uitvoeren; en
- iii.
de taal is waarin de internationale aanvrage zal worden gepubliceerd.
Regel 12.3 c tot en met e is van overeenkomstige toepassing.
26.4. Procedure
Een verbetering van het verzoekschrift die aan het ontvangende bureau wordt voorgelegd kan in een aan dat bureau gerichte brief vervat worden indien de verbetering van dien aard is dat zij van de brief in het verzoekschrift kan worden overgenomen zonder de duidelijkheid en de mogelijkheid tot directe verveelvoudiging van het blad waarop de verbetering wordt aangebracht nadelig te beïnvloeden. Indien dit niet mogelijk is, en in het geval van een verbetering van een element van de internationale aanvrage anders dan het verzoekschrift, wordt van de aanvrager verlangd dat hij een vervangend blad indient dat de verbetering bevat en dient de begeleidende brief bij het vervangende blad de aandacht te vestigen op de verschillen tussen het vervangen en het vervangende blad.
26.5. Beslissing van het ontvangende bureau
Het ontvangende bureau beslist of de aanvrager de verbetering binnen de van toepassing zijnde termijn ingevolge Regel 26.2 heeft ingediend en, indien de verbetering binnen die termijn is ingediend, of de aldus verbeterde internationale aanvrage al dan niet wordt aangemerkt als zijnde ingetrokken, met dien verstande dat een internationale aanvraagen niet wordt aangemerkt als zijnde ingetrokken wegens niet-voldoen aan de vormvereisten bedoeld in Regel 11, indien zij aan die vereisten voldoet in die mate die nodig is voor een redelijk uniforme internationale publicatie.
Regel 26bis. Verbetering of aanvulling van een beroep op een recht van voorrang
26bis 1. Verbetering of aanvulling van een beroep op een recht van voorrang
a
De aanvrager kan een beroep op een recht van voorrang verbeteren of een beroep op een recht van voorrang aan het verzoekschrift toevoegen door middel van een kennisgeving aan het ontvangende bureau of het Internationale Bureau binnen een termijn van 16 maanden na de datum van voorrang of, wanneer de verbetering of toevoeging een wijziging van de datum van voorrang tot gevolg zou hebben, een tijdvak van 16 maanden vanaf de gewijzigde datum van voorrang, naargelang welk tijdvak van 16 maanden het eerst verstreken is, met dien verstande dat die kennisgeving kan worden gedaan tot het verstrijken van een tijdvak van vier maanden na de internationale datum van indiening. De verbetering van een beroep op een recht van voorrang kan het toevoegen van een in Regel 4.10 genoemde vermelding inhouden.
b
Een in paragraaf a bedoelde kennisgeving die het ontvangende Bureau of het Internationaal Bureau ontvangt nadat de aanvrager een verzoek om vroegtijdige publicatie ingevolge artikel 21, tweede lid, onder b, heeft ingediend, wordt geacht niet te zijn overgelegd, tenzij dat verzoek wordt ingetrokken voordat de technische voorbereidingen voor internationale publicatie zijn afgerond.
c
Wanneer de verbetering of aanvulling van een beroep op een recht van voorrang een wijziging in de datum van voorrang met zich meebrengt, wordt een termijn die wordt berekend vanaf de eerder geldende datum van voorrang en die nog niet is verstreken, berekend vanaf de gewijzigde datum van voorrang.
26bis 2. Gebreken in beroepen op een recht van voorrang
a
Indien het ontvangende bureau, of het Internationale Bureau indien het ontvangende bureau dit nalaat, met betrekking tot een beroep op een recht van voorrang vaststelt dat:
- i.
de internationale aanvrage een datum van internationale indiening heeft die na de datum valt waarop de termijn van voorrang verstreken is en dat geen verzoek om herstel van een recht van voorrang ingevolge Regel 26bis 3 is ingediend;
- ii.
het beroep op een recht van voorrang niet voldoet aan de vereisten van Regel 4.10; of
- iii.
een vermelding in het beroep op een recht van voorrang onverenigbaar is met de overeenkomstige vermelding in het voorrangsbewijs;
nodigt het ontvangende bureau of het Internationale Bureau, naargelang van het geval, de aanvrager uit het beroep op een recht van voorrang te verbeteren. In het geval bedoeld in i, indien de datum van internationale indiening valt binnen twee maanden na de datum waarop de termijn van voorrang verstreken is, stelt het ontvangende bureau of het Internationale Bureau, naargelang van het geval, de aanvrager in kennis van de mogelijkheid een verzoek om herstel van het recht van voorrang in overeenstemming met Regel 26bis 3 in te dienen, tenzij het ontvangende bureau het Internationale Bureau ingevolge Regel 26bis 3 j in kennis heeft gesteld van de onverenigbaarheid van Regel 26bis 3 a tot en met i met de door dat bureau toegepaste nationale wetgeving.
b
Indien de aanvrager voor het verstrijken van de termijn ingevolge Regel 26bis1 a geen kennisgeving doet ter verbetering van het beroep op een recht van voorrang, wordt dat beroep op een recht van voorrang, met inachtneming van paragraaf c, ten behoeve van de procedure uit hoofde van het Verdrag aangemerkt als zijnde niet gedaan (‘aangemerkt als nietig’) en het ontvangende bureau of het Internationale Bureau, naargelang van het geval, verklaart aldus en stelt de aanvrager daarvan in kennis. Kennisgevingen ter verbetering van het beroep op een recht van voorrang die worden ontvangen voordat het ontvangende bureau of het Internationale Bureau, naargelang van het geval, zulks verklaart en uiterlijk een maand na het verstrijken van die termijn worden aangemerkt als zijnde ontvangen voor het verstrijken van die termijn.
c
Een beroep op een recht van voorrang wordt niet aangemerkt als nietig uitsluitend omdat:
- i.
een vermelding van het nummer van de eerdere aanvrage bedoeld in Regel 4.10 a ii ontbreekt;
- ii.
een vermelding in het beroep op een recht van voorrang onverenigbaar is met de overeenkomstige vermelding in het voorrangsbewijs; of
- iii.
de internationale aanvrage een datum van internationale indiening heeft die later valt dan de datum waarop de termijn van voorrang is verstreken, mits de datum van internationale indiening binnen de termijn van twee maanden na die datum valt.
d
Indien het ontvangende bureau of het Internationale Bureau een verklaring heeft afgelegd ingevolge paragraaf b of indien het beroep op een recht van voorrang niet als nietig is aangemerkt uitsluitend omdat paragraaf c van toepassing is, publiceert het Internationale Bureau, tezamen met de internationale aanvrage, de informatie betreffende het beroep op een recht van voorrang als voorgeschreven door de Administratieve Instructies, alsmede informatie die de aanvrager heeft overgelegd met betrekking tot een dergelijk beroep op een recht van voorrang die het Internationale Bureau voorafgaand aan de voltooiing van de technische voorbereiding voor internationale publicatie heeft ontvangen. Deze informatie wordt overeenkomstig artikel 20 meegezonden wanneer de internationale aanvrage ingevolge artikel 64, derde lid, niet gepubliceerd wordt.
e
Indien de aanvrager een beroep op een recht van voorrang wenst te verbeteren of toe te voegen, maar de termijn ingevolge Regel 26bis 1 verstreken is, kan de aanvrager voor het verstrijken van 30 maanden na de datum van voorrang en op voorwaarde van de betaling van een bijzondere taks waarvan het bedrag is vastgesteld in de Administratieve Instructies, het Internationale Bureau verzoeken informatie over de aangelegenheid te publiceren en het Internationale Bureau publiceert deze informatie onverwijld.
26bis 3. Herstel van een recht van voorrang door het ontvangende bureau
a
Indien de internationale aanvrage een datum van internationale indiening heeft die later valt dan de datum waarop de termijn van voorrang is verstreken, maar binnen een tijdvak van twee maanden na die datum, herstelt het ontvangende bureau op verzoek van de aanvrager en met inachtneming van de paragrafen b tot en met g van deze Regel, het recht van voorrang indien het bureau vaststelt dat aan een door hem gehanteerd criterium voor herstel is voldaan, namelijk dat het verzuim de internationale aanvrage binnen de termijn van voorrang in te dienen:
- i.
was ontstaan ondanks het feit dat de in de gegeven omstandigheden nodige zorg was betracht; of
- ii.
onopzettelijk was ontstaan.
Elk ontvangend bureau hanteert ten minste een van die criteria en kan ook beide hanteren.
b
Een verzoekschrift op grond van paragraaf a:
- i.
wordt binnen de ingevolge paragraaf e van toepassing zijnde termijn ingediend bij het ontvangende bureau;
- ii.
bevat de redenen voor het verzuim de internationale aanvrage binnen de termijn van voorrang in te dienen; en
- iii.
gaat bij voorkeur vergezeld van een verklaring of andere bewijzen die uit hoofde van paragraaf f vereist zijn.
c
Indien een beroep op een recht van voorrang ter zake van de eerdere aanvrage niet in de internationale aanvrage opgenomen is, dient de aanvrager binnen de ingevolge paragraaf e van toepassing zijnde termijn een kennisgeving overeenkomstig Regel 26bis 1 a in te dienen waarbij het beroep op een recht van voorrang wordt toegevoegd.
d
Het ontvangende bureau kan voor de indiening van een verzoek om herstel uit hoofde van paragraaf a als voorwaarde stellen dat ten gunste van hem binnen de uit hoofde van paragraaf e van toepassing zijnde termijn een taks wordt betaald. Het bedrag van deze eventuele taks wordt vastgesteld door het ontvangende bureau. De termijn voor de betaling van de taks kan naar keuze van het ontvangende bureau worden verlengd tot een termijn van ten hoogste twee maanden na het verstrijken van de termijn die ingevolge paragraaf e van toepassing is.
e
De in de paragrafen b onder i, c en d bedoelde termijn is twee maanden vanaf de datum waarop de termijn van voorrang is verstreken, met dien verstande dat, indien de aanvrager verzoekt om vroegtijdige publicatie ingevolge artikel 21, tweede lid, onder b, een verzoekschrift ingevolge paragraaf a, een kennisgeving zoals bedoeld in paragraaf c of een taks bedoeld in paragraaf d, ingediend of betaald nadat de technische voorbereidingen voor internationale publicatie zijn voltooid, niet geacht wordt tijdig te zijn ingediend of betaald.
f
Het ontvangende bureau kan vereisen dat een verklaring of ander bewijs ter staving van de redenen bedoeld in paragraaf b ii bij hem worden ingediend binnen een gegeven de omstandigheden redelijke termijn.
g
Het ontvangende bureau wijst geen verzoek ingevolge paragraaf a geheel of gedeeltelijk af zonder de aanvrager in de gelegenheid te stellen binnen een gegeven de omstandigheden redelijke termijn bezwaar te maken tegen de beoogde afwijzing. Het ontvangende bureau kan de aanvrager een dergelijke kennisgeving inzake de beoogde afwijzing toezenden tezamen met een uitnodiging om een verklaring of andere bewijzen ingevolge paragraaf f in te dienen.
h
Onverwijld zal het ontvangende bureau:
- i.
het Internationale Bureau in kennis stellen van de ontvangst van een verzoek ingevolge paragraaf a;
- ii.
beslissen over het verzoek;
- iii.
de aanvrager en het Internationaal Bureau in kennis stellen van zijn beslissing en het criterium voor herstel waarop de beslissing gebaseerd was;
- iv.
onverminderd het bepaalde onder paragraaf h-bis alle documenten die van de aanvrager zijn ontvangen en betrekking hebben op het verzoek op grond van paragraaf a (met inbegrip van een afschrift van het verzoek zelf, de redenen zoals bedoeld in paragraaf b.ii en een verklaring of ander bewijs zoals bedoeld in paragraaf f naar het Internationaal Bureau toezenden.
h-bis
Het ontvangende bureau zendt, na een met redenen omkleed verzoek door de aanvrager of na een eigen besluit daartoe, geen documenten of delen daarvan die het heeft ontvangen met betrekking tot het verzoek uit hoofde van paragraaf a, indien het van mening is dat
- i.
dit document of deel daarvan er duidelijk niet toe dient het publiek te informeren over de internationale aanvrage;
- ii.
publicatie of publieke toegankelijkheid van een dergelijk document of deel daarvan de persoonlijke of economische belangen van een persoon duidelijk zou schaden; en
- iii.
toegang tot dat document of deel daarvan geen zwaarwegend publiek belang dient.
Wanneer het ontvangende bureau besluit documenten of delen daarvan niet naar het Internationaal Bureau te zenden, stelt het het Internationaal Bureau hiervan in kennis.
i
Elk ontvangend bureau stelt het Internationale Bureau in kennis van welk van de criteria voor herstel het hanteert en van eventuele latere wijzigingen in dat opzicht. Het Internationale Bureau publiceert dergelijke informatie onverwijld in het mededelingenblad.
j
Indien de paragrafen a tot en met i op 5 oktober 2005 niet verenigbaar zijn met de door het ontvangende bureau toegepaste nationale wetgeving, zijn die paragrafen niet van toepassing op dat bureau zolang zij niet verenigbaar zijn met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationale Bureau hiervan in kennis stelt voor 5 april 2006. De ontvangen informatie wordt door het Internationale Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad.
Regel 26ter. Verbetering of aanvulling van verklaringen ingevolge regel 4.17
26ter.1. Verbetering of aanvulling van verklaringen
De aanvrager kan een verklaring zoals bedoeld in regel 4.17 verbeteren of aan het verzoekschrift toevoegen bij een kennisgeving gericht aan het Internationale Bureau binnen een termijn van zestien maanden na de voorrangsdatum, met dien verstande dat een door het Internationale Bureau na het verstrijken van die termijn ontvangen kennisgeving geacht wordt te zijn ontvangen op de laatste dag van die termijn indien zij daar binnenkomt voordat de technische voorbereidingen voor internationale publicatie zijn voltooid.
26ter.2. Behandelingen van verklaringen
a
Wanneer het ontvangende bureau of het Internationale Bureau bemerkt dat een verklaring als bedoeld in regel 4.17 niet is geformuleerd zoals vereist of, in het geval van de verklaring van uitvinderschap bedoeld in regel 4.17 iv niet is ondertekend zoals vereist, kan het ontvangende bureau of het Internationale Bureau, naar gelang van het geval, de aanvrager uitnodigen de verklaring te verbeteren binnen een termijn van 16 maanden na de voorrangsdatum.
b
Wanneer het Internationale Bureau een verklaring of verbetering ingevolge Regel 26ter.1 ontvangt, na het verstrijken van de termijn ingevolge Regeling 26 ter.1, stelt het Internationale Bureau de aanvrager daarvan dienovereenkomstig in kennis en handelt het zoals is bepaald in de Administratieve Instructies.
Regel 26quater. Verbetering of aanvulling van vermeldingen ingevolge Regel 4.11
26quater.1. Verbeteren of toevoegen van vermeldingen
De aanvrager kan een vermelding verbeteren of een vermelding toevoegen aan het verzoekschrift bedoeld in Regel 4.11 door middel van een kennisgeving aan het Internationaal Bureau binnen een termijn van 16 maanden na de datum van voorrang, met dien verstande dat elke kennisgeving die het Internationaal Bureau ontvangt na het verstrijken van die termijn wordt beschouwd als ontvangen op de laatste dag van die termijn indien het Internationaal Bureau deze kennisgeving ontvangt voordat de technische voorbereidingen voor de internationale publicatie zijn afgerond.
26quater.2. Laattijdigeverbetering of aanvulling van vermeldingen
Indien een verbetering of aanvulling van een vermelding zoals bedoeld in Regel 4.1 niet tijdig is ontvangen ingevolge Regel 26quater.1, stelt het Internationaal Bureau de aanvrager daarvan in kennis en handelt het Internationaal Bureau zoals voorzien in de Administratieve Instructies.
Regel 27. Niet-betaling van taksen
27.1. Taksen
a
Voor de toepassing van artikel 14, derde lid, onder a. wordt onder ‘ingevolge artikel 3, vierde lid, sub iv. voorgeschreven taksen’ verstaan: de toezendingstaks (Regel 14), de taks voor internationale indiening (Regel 15.1), de taks voor het nieuwheidsonderzoek (Regel 16) en, indien vereist, de taks wegens te late betaling (Regel 16bis. 2).
b
Voor de toepassing van artikel 14, derde lid, onder a. en b., wordt onder ‘de ingevolge artikel 4, tweede lid, voorgeschreven taks’ verstaan: de taks voor internationale indiening (Regel 15.1) en, indien vereist, de taks wegens late betaling (Regel 16bis. 2).
Regel 28. Gebreken vastgesteld door het Internationale Bureau
28.1. Vaststelling van bepaalde gebreken
a)
Indien, naar het oordeel van het Internationale Bureau de internationale aanvrage enig gebrek vertoont genoemd in artikel 14, eerste lid, onder a), sub (i), (ii) of (v), brengt het Internationale Bureau dit gebrek onder de aandacht van het ontvangende bureau.
b)
Het ontvangende bureau handelt, tenzij het niet instemt met dit oordeel, zoals bepaald in artikel 14, eerste lid, onder b), en Regel 26.
Regel 29. Internationale aanvragen die als ingetrokken worden beschouwd
29.1. Vaststelling door het ontvangende bureau
Indien het ontvangende bureau ingevolge artikel 14, eerste lid, onder b, en Regel 26.5 (Nalaten bepaalde gebreken te herstellen), of ingevolge artikel 14, derde lid, onder a (Niet-betaling van de ingevolge Regel 27.1 a voorgeschreven taksen), of ingevolge artikel 14, vierde lid (Latere vaststelling dat niet voldaan is aan de vereisten genoemd in artikel 11, eerste lid, sub i tot en met iii), of ingevolge Regel 12.3 d, 12.4 d of 26.3ter (Niet-verstrekking van een vereiste vertaling of, wanneer van toepassing, niet-betaling van een taks wegens te late verstrekking), of ingevolge Regel 92.4 g i (Niet-verstrekking van het origineel van een document), verklaart dat de internationale aanvrage als ingetrokken wordt beschouwd:
- i.
zendt het ontvangende bureau het oorspronkelijke exemplaar (tenzij reeds toegezonden) en de door de aanvrager aangeboden verbeteringen toe aan het Internationale Bureau;
- ii.
stelt het ontvangende bureau de aanvrager en het Internationale Bureau onverwijld in kennis van genoemde verklaring en doet het Internationale Bureau op zijn beurt kennisgeving aan elk aangewezen bureau dat reeds van zijn aanwijzing in kennis is gesteld;
- iii.
zendt het ontvangende bureau het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek niet toe zoals bepaald in Regel 23, of, indien dit exemplaar reeds werd toegezonden, stelt het de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek in kennis van de genoemde verklaring;
- iv.
is het Internationale Bureau niet verplicht de aanvrager in kennis te stellen van de ontvangst van het oorspronkelijke exemplaar;
- v.
geschiedt geen internationale publicatie van de internationale aanvrage indien de kennisgeving inzake genoemde verklaring verzonden door het ontvangende bureau het Internationale Bureau bereikt voordat de technische voorbereidingen voor internationale publicatie zijn voltooid.
29.2
Vervallen.
29.3. Het brengen van bepaalde feiten onder de aandacht van het ontvangende bureau
Indien het Internationale Bureau of de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek van oordeel is dat het ontvangende bureau een vaststelling ingevolge artikel 14, vierde lid, dient te verrichten brengt het of zij de desbetreffende feiten onder de aandacht van het ontvangende bureau.
29.4. Kennisgeving van voornemen een verklaring af te geven ingevolge artikel 14, vierde lid
a
Alvorens het ontvangende bureau een verklaring ingevolge artikel 14, vierde lid, aflegt, stelt het de aanvrager in kennis van zijn voornemen een dergelijke verklaring af te leggen alsmede van de redenen daarvoor. De aanvrager kan, indien hij niet instemt met de beoogde conclusie van het ontvangende bureau, binnen twee maanden na de datum van de kennisgeving zijn argumenten dienaangaande indienen.
b
Indien het ontvangende bureau voornemens is een verklaring uit hoofde van artikel 14, vierde lid, ter zake van een in artikel 11, eerste lid, iiid of e, genoemd element af te leggen, nodigt het ontvangende bureau in de in paragraaf a van deze Regel bedoelde kennisgeving de aanvrager uit in overeenstemming met Regel 20.6 a te bevestigen dat het element door middel van verwijzing ingevolge Regel 4.18 is opgenomen. Voor de toepassing van Regel 20.7 a i wordt de aan de aanvrager uit hoofde van deze paragraaf toegezonden uitnodiging beschouwd als een uitnodiging ingevolge Regel 20.3 a ii.
c
Paragraaf b is niet van toepassing indien het ontvangende bureau het Internationale Bureau in overeenstemming met Regel 20.8 a in kennis heeft gesteld van de onverenigbaarheid van de Regels 20.3 a ii en b ii en 20.6 met het door dat bureau toegepaste nationale recht.
Regel 30. Termijn ingevolge artikel 14, vierde lid
30.1. Termijn
De termijn bedoeld in artikel 14, vierde lid, beloopt 4 maanden, te rekenen van de datum van de internationale indiening.
Regel 31. Afschriften vereist ingevolge artikel 13
31.1. Verzoek om afschriften
a)
Verzoeken ingevolge artikel 13, eerste lid, kunnen betrekking hebben op alle, enkele soorten, of afzonderlijke internationale aanvragen waarin het nationale bureau dat het verzoek doet is aangewezen. Verzoeken om alle of enkele soorten van deze internationale aanvragen moeten elk jaar worden herhaald door middel van een vóór 30 november van het voorgaande jaar door dat bureau aan het Internationale Bureau gerichte kennisgeving.
b)
Voor verzoeken ingevolge artikel 13, tweede lid, onder b), is een taks verschuldigd ter dekking van de kosten voor het maken en per post toezenden van het afschrift.
31.2. Vervaardigen van afschriften
Het vervaardigen van de ingevolge artikel 13 vereiste afschriften behoort tot de verantwoordelijkheid van het Internationale Bureau.
Regel 32. Uitbreiding van de rechtsgevolgen van de internationale aanvrage tot bepaalde opvolgerstaten
32.1. Uitbreiding van de internationale aanvrage tot een opvolgerstaat
a
De rechtsgevolgen van een internationale aanvrage waarvan de datum van internationale indiening valt in de in paragraaf b omschreven periode, kunnen worden uitgebreid tot een Staat (‘de opvolgerstaat’) waarvan het grondgebied vóór de onafhankelijkheid van die Staat deel uitmaakte van het grondgebied van een in de internationale aanvrage aangewezen Verdragsluitende Staat die vervolgens is opgehouden te bestaan (de ‘voorgangerstaat’), op voorwaarde dat de opvolgerstaat Verdragsluitende Staat is geworden door middel van de nederlegging bij de Directeur-Generaal van een verklaring van voortgezette gebondenheid, ertoe strekkende dat het Verdrag wordt toegepast door de opvolgerstaat.
b
Het in paragraaf a bedoelde tijdvak begint op de dag volgend op de laatste dag van het bestaan van de voorgangerstaat en eindigt twee maanden na de datum waarop de in paragraaf a bedoelde verklaring door de Directeur-Generaal ter kennis is gebracht van de Regeringen van de Staten die partij zijn bij het Verdrag van Parijs tot Bescherming van de Industriële Eigendom. Wanneer de onafhankelijkheidsdatum van de opvolgerstaat echter eerder valt dan de datum van de dag volgend op de laatste dag van het bestaan van de voorgangerstaat, kan de opvolgerstaat verklaren dat bedoeld tijdvak begint op de datum van haar onafhankelijkheid; deze verklaring dient te worden afgegeven te zamen met de in paragraaf a bedoelde verklaring en de onafhankelijkheidsdatum dient daarin te zijn genoemd.
c
Gegevens over internationale aanvragen waarvan de indieningsdatum valt binnen de ingevolge paragraaf b. van toepassing zijnde periode en waarvan de rechtsgevolgen worden uitgebreid tot de opvolgerstaat, worden door het Internationaal Bureau gepubliceerd in het mededelingenblad.
32.2. Rechtsgevolgen van de uitbreiding tot de opvolgerstaat
a
Wanneer de rechtsgevolgen van de internationale aanvrage in overeenstemming met Regel 32.1 worden uitgebreid tot de opvolgerstaat,
- i.
wordt de opvolgerstaat beschouwd als te zijn aangewezen in de internationale aanvrage, en
- ii.
wordt de ingevolge de artikelen 22 of 39, eerste lid, geldende termijn met betrekking tot die Staat verlengd tot het verstrijken van ten minste zes maanden te rekenen vanaf de datum van publicatie van de gegevens ingevolge Regel 32.1 c.
b
De opvolgerstaat kan een termijn vaststellen die later verstrijkt dan de in paragraaf aii voorziene termijn. Het Internationaal Bureau publiceert de informatie inzake dergelijke termijnen in het mededelingenblad.
Regel 33. Stand van de techniek die voor het internationale nieuwheidsonderzoek van belang is
33.1. Stand van de techniek die voor het internationale nieuwheidsonderzoek van belang is
a)
Voor de toepassing van artikel 15, tweede lid, bestaat de van belang zijnde stand van de techniek uit alles wat waar ook ter wereld ter beschikking van het publiek is gesteld door middel van schriftelijke publikatie (met inbegrip van tekeningen en andere illustraties) en dat van belang kan zijn bij de beslissing of de uitvinding waarvoor bescherming wordt gevraagd, al dan niet nieuw is en of zij al dan niet op uitvinderswerkzaamheid berust (d.w.z. al dan niet voor de hand ligt) mits het ter beschikking stellen aan het publiek heeft plaatsgevonden vóór de datum van de internationale indiening.
b
Wanneer enige schriftelijke publikatie verwijst naar een mondelinge uiteenzetting, een gebruik, een tentoonstelling of een ander middel waardoor de inhoud van de schriftelijke publikatie ter beschikking van het publiek is gesteld en dit ter beschikking van het publiek stellen heeft plaatsgevonden op een datum voorafgaande aan de internationale indiening, dient het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dit feit en de datum waarop het heeft plaatsgevonden afzonderlijk te vermelden indien de terbeschikkingstelling van de schriftelijke publikatie aan het publiek heeft plaatsgevonden op een datum die dezelfde is als, of later valt dan, de datum van de internationale indiening.
c
Een bekendgemaakte aanvrage of een octrooi waarvan de datum van bekendmaking dezelfde is als, of later valt dan, maar waarvan de datum van indiening of, indien van toepassing, de datum van de voorrang waarop men zich beroept, voorafgaat aan de datum van internationale indiening van de aan een nieuwheidsonderzoek onderworpen internationale aanvrage, en die een voor de toepassing van artikel 15, tweede lid, van belang zijnde stand van de techniek zou vormen indien zij was gepubliceerd vóór de datum van internationale indiening, dient speciaal te worden vermeld in het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek.
33.2. Gebieden die het internationale nieuwheidsonderzoek moet bestrijken
a)
Het internationale nieuwheidsonderzoek bestrijkt al die technische gebieden en dient te worden verricht op de grondslag van al die systematische zoeksystemen die materiaal kunnen bevatten dat voor de uitvinding van belang is.
b)
Derhalve dient niet alleen de techniek waarbij de uitvinding kan worden ingedeeld te worden bezien, maar ook overeenkomstige technieken, ongeacht waarbij zij zijn ingedeeld.
c)
De vraag welke technieken in een bepaald geval als overeenkomstig moeten worden beschouwd, dient te worden bezien in het licht van wat de onontbeerlijk wezenlijke functie of het wezenlijke gebruik van de uitvinding lijkt te zijn en niet alleen de specifieke functies die uitdrukkelijk in de internationale aanvrage zijn vermeld.
d)
Het internationale nieuwheidsonderzoek dient alle onderwerpen te omvatten die algemeen worden erkend als gelijkwaardig te zijn aan het onderwerp van de uitvinding waarvoor bescherming wordt gevraagd, voor alle of bepaalde kenmerken daarvan, zelfs indien het onderwerp van de in de internationale aanvrage beschreven uitvinding in haar bijzonderheden daarvan verschilt.
33.3. Gerichtheid van het internationale nieuwheidsonderzoek
a)
Het internationale nieuwheidsonderzoek dient te worden verricht op basis van de conclusies, met inachtneming van de beschrijving en de (eventuele) tekeningen en met bijzondere nadruk op de inventieve idee waarop de conclusies zijn gericht.
b)
Voor zover mogelijk en redelijk dient het internationale nieuwheidsonderzoek het gehele onderwerp te bestrijken waarop de conclusies zijn gericht of waarop zij naar redelijke verwachting zullen zijn gericht, nadat zij zijn gewijzigd.
Regel 34. Minimumdocumentatie
34.1. Begripsomschrijving
a)
De begripsomschrijvingen vervat in artikel 2, sub (i) en (ii), zijn voor deze Regel niet van toepassing.
b)
De documentatie bedoeld in artikel 15, vierde lid (‘minimumdocumentatie’) dient te bestaan uit:
- (i)
de ‘nationale octrooibescheiden’ zoals nader aangegeven in paragraaf c),
- (ii)
de gepubliceerde internationale (PCT) aanvragen, de gepubliceerde regionale aanvragen om octrooien en om uitvinderscertificaten en de gepubliceerde regionale octrooien en uitvinderscertificaten,
- (iii)
ander niet tot de octrooiliteratuur behorend gepubliceerd materiaal waarover de Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek overeenstemming bereiken en dat door het Internationale Bureau dient te worden bekendgemaakt in een lijst wanneer die overeenstemming voor de eerste maal is bereikt en na elke wijziging.
c
Onverminderd het bepaalde onder de paragrafen (d) en (e) zijn de ‘nationale octrooibescheiden’ de volgende:
- i.
de octrooien verleend in en na 1920 door Frankrijk, het vroegere Reichspatentamt van Duitsland, Japan, de voormalige Sovjet-Unie, Zwitserland (alleen in de Franse en de Duitse taal), het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika,
- ii.
De octrooien verleend door de Bondsrepubliek Duitsland, de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en de Russische Federatie,
- iii.
de mogelijke octrooiaanvragen gepubliceerd in en na 1920 in de landen genoemd sub (i) en (ii),
- iv.
de door de voormalige Sovjet-Unie afgegeven uitvinderscertificaten,
- v.
de door Frankrijk afgegeven gebruikscertificaten en de in Frankrijk gepubliceerde aanvragen voor gebruikscertificaten,
- vi.
de octrooien die na 1920 zijn verleend door en de octrooiaanvragen die zijn gepubliceerd in enig ander land en zijn gesteld in de Engelse, de Franse, de Duitse of de Spaanse taal en waarin geen voorrang wordt ingeroepen, met dien verstande dat het nationale bureau van het betrokken land deze documenten ordent en ter beschikking stelt van elke Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek.
d)
Wanneer een aanvrage eens of meer dan eens opnieuw wordt gepubliceerd (bijvoorbeeld een ‘Offenlegungsschrift’ als ‘Auslegeschrift’), is een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek niet verplicht alle versies in haar documentatie te bewaren; elke Instantie is derhalve bevoegd niet meer dan één versie te bewaren. Wanneer bovendien een aanvrage is toegestaan en verleend in de vorm van een octrooi of een gebruikscertificaat (Frankrijk), is een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek niet verplicht zowel de aanvrage als het octrooi of het gebruikscertificaat (Frankrijk) in haar documentatie te bewaren; derhalve is elke zodanige Instantie bevoegd alleen de aanvrage dan wel het octrooi of het gebruikscertificaat (Frankrijk) te bewaren.
e
Een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek waarvan de officiële taal of waarvan een van de officiële talen niet het Chinees, het Japans, het Koreaans, het Russisch of het Spaans is, is bevoegd in haar documentatie niet de octrooibescheiden van respectievelijk de Volksrepubliek China, Japan, de Republiek Korea, de Russische Federatie en de voormalige Sovjet-Unie alsmede de octrooibescheiden in de Spaanse taal, op te nemen, waarvan geen uittreksels in de Engelse taal algemeen beschikbaar zijn. Met betrekking tot Engelse uittreksels die algemeen beschikbaar komen na de datum van inwerkingtreding van dit Reglement is de opneming van de octrooibescheiden waarop de uittreksels betrekking hebben vereist uiterlijk zes maanden nadat deze uittreksels algemeen beschikbaar zijn geworden. In het geval van een onderbreking van het maken van uittreksels in het Engels op technische gebieden waar de Engelse uittreksels voordien algemeen beschikbaar waren, neemt de Algemene Vergadering passende maatregelen om te voorzien in het onverwijlde herstel van deze diensten op de genoemde gebieden.
f)
Voor de toepassing van deze Regel worden aanvragen die alleen ter inzage van het publiek zijn gelegd, niet als gepubliceerde aanvragen beschouwd.
Regel 35. De bevoegde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
35.1. Wanneer slechts één enkele Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek bevoegd is
Elk ontvangend bureau stelt, overeenkomstig de bepalingen van de van toepassing zijnde overeenkomst bedoeld in artikel 16, derde lid, onder b), het Internationale Bureau ervan in kennis, welke Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek bevoegd is voor het nieuwheidsonderzoek van de bij het bureau ingediende internationale aanvragen en het Internationale Bureau maakt deze gegevens onverwijld bekend.
35.2. Wanneer meer dan één Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek bevoegd is
a)
Een ontvangend bureau kan, overeenkomstig de bepalingen van de van toepassing zijnde overeenkomst bedoeld in artikel 16, derde lid, onder b), meer dan één Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek aangeven:
- (i)
door hen alle bevoegd te verklaren voor alle bij het bureau ingediende internationale aanvragen en de keuze over te laten aan de aanvrager, of
- (ii)
door één of meer van die Instanties bevoegd te verklaren voor bepaalde, bij het bureau ingediende soorten internationale aanvragen en één of meer andere bevoegd te verklaren voor andere bij het bureau ingediende internationale aanvragen, met dien verstande dat voor die soorten internationale aanvragen waarvoor meer dan één Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek bevoegd wordt verklaard, de keuze aan de aanvrager wordt overgelaten.
b)
Een ontvangend bureau dat gebruik maakt van de onder paragraaf a) bepaalde mogelijkheid stelt onverwijld het Internationale Bureau hiervan in kennis en het Internationale Bureau maakt deze gegevens onverwijld bekend.
35.3. Wanneer het Internationale Bureau fungeert als ontvangend bureau ingevolge Regel 19.1 a iii
a
Wanneer de internationale aanvrage wordt ingediend bij het Internationale Bureau dat fungeert als ontvangend bureau ingevolge Regel 19.1 a iii, is een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek bevoegd het nieuwheidsonderzoek van die internationale aanvrage te verrichten indien zij daartoe bevoegd zou zijn wanneer de internationale aanvrage zou zijn ingediend bij een ontvangend bureau bevoegd ingevolge Regel 19.1 a i of ii, b of c, dan wel Regel 19.2 i.
b
Wanneer ingevolge paragraaf a meer dan één Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek bevoegd is, wordt de keuze aan de aanvrager overgelaten.
c
De Regels 35.1 en 35.2 zijn niet van toepassing op het Internationale Bureau dat fungeert als ontvangend bureau ingevolge Regel 19.1 a iii.
Regel 36. Minimumvereisten voor de Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
36.1. Omschrijving van de minimumvereisten
De in artikel 16, derde lid, c., bedoelde minimumvereisten zijn de volgende:
- (i)
het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie moet ten minste 100 personeelsleden met een volledige dagtaak in dienst hebben die over voldoende technische bekwaamheden beschikken om nieuwheidsonderzoeken te verrichten;
- ii.
dat bureau of die organisatie moet ten minste de in Regel 34 bedoelde minimumdocumentatie in zijn of haar bezit hebben, of hiertoe toegang hebben, op de juiste wijze gerangschikt voor doeleinden van nieuwheidsonderzoek op papier, in microvorm of opgeslagen op elektronische gegevensdragers;
- iii.
dat bureau of die organisatie moet beschikken over personeel dat in staat is het nieuwheidsonderzoek op de vereiste technische gebieden te verrichten en dat over de talenkennis beschikt om althans die talen te begrijpen waarin de in Regel 34 bedoelde minimumdocumentatie is gesteld of vertaald;
- iv.
dat bureau of die organisatie moet een kwaliteitsbeheersysteem en een interne beoordelingsprocedure hebben ingesteld in overeenstemming met de gemeenschappelijke regels voor internationaal nieuwheidsonderzoek;
- v.
dat bureau of die organisatie moet zijn aangewezen als Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
Regel 37. Ontbrekende of onjuiste titel
37.1. Ontbreken van een titel
Indien de internationale aanvrage geen titel bevat en het ontvangende bureau aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek heeft medegedeeld dat het de aanvrager heeft uitgenodigd, dit gebrek te verbeteren, gaat de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek over tot het internationale nieuwheidsonderzoek, tenzij en totdat zij een mededeling ontvangt dat genoemde aanvrage als ingetrokken wordt beschouwd.
37.2. Vaststelling van de titel
Indien de internationale aanvrage geen titel bevat en de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek geen mededeling van het ontvangende bureau heeft ontvangen dat de aanvrager is uitgenodigd een titel te verstrekken of indien genoemde instantie vaststelt dat de titel niet voldoet aan Regel 4.3 stelt zij zelf een titel vast. Die titel wordt vastgesteld in de taal waarin de internationale aanvrage zal worden gepubliceerd of, indien een vertaling in een andere taal ingevolge Regel 23.1 b is toegezonden en de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek dat wenst, in de taal van die vertaling.
Regel 38. Ontbrekend of onjuist uittreksel
38.1. Ontbreken van een uittreksel
Indien de internationale aanvrage geen uittreksel bevat en het ontvangende bureau aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek heeft medegedeeld dat het de aanvrager heeft uitgenodigd, dit gebrek te herstellen, gaat de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek over tot het internationale nieuwheidsonderzoek, tenzij en totdat zij een mededeling ontvangt dat genoemde aanvrage als ingetrokken wordt beschouwd.
38.2. Opstelling van het uittreksel
Indien de internationale aanvrage geen uittreksel bevat en de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek geen mededeling van het ontvangende bureau heeft ontvangen dat de aanvrager is uitgenodigd een uittreksel te verstrekken of indien de genoemde instantie vaststelt dat het uittreksel niet voldoet aan Regel 8, stelt zij zelf een uittreksel op. Dat uittreksel wordt opgesteld in de taal waarin de internationale aanvrage zal worden gepubliceerd of, indien een vertaling in een andere taal ingevolge Regel 23.1 b is toegezonden en de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek dat wenst, in de taal van die vertaling.
38.3. Wijziging van het uittreksel
De aanvrager kan tot een maand na de datum van verzending van het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek bij de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek:
- i.
voorstellen voor wijziging van de uittreksel indienen; of
- ii.
indien het uittreksel is vastgesteld door de Instantie, voorstellen voor wijzigingen van of commentaar op dat uittreksel of zowel wijzigingen als commentaar indienen;
en de Instantie beslist of de uittreksel dienovereenkomstig wordt gewijzigd. Indien de Instantie de uittreksel wijzigt, stelt zij het Internationale Bureau in kennis van de wijziging.
Regel 39. Onderwerpen ingevolge artikel 17, tweede lid, onder a), sub (i)
39.1. Begripsomschrijving
Van een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek mag niet worden verlangd, dat zij het nieuwheidsonderzoek betreffende een internationale aanvrage verricht, indien en voor zover het onderwerp op een van de onderstaande gebieden ligt:
- (i)
natuurwetenschappelijke en wiskundige theorieën,
- (ii)
planten- of dierenrassen of werkwijzen van wezenlijk biologische aard voor de voortbrenging van planten en dieren die geen microbiologische werkwijzen en hierdoor verkregen voortbrengselen zijn,
- (iii)
stelsels, regels of methoden voor de bedrijfsvoering, voor het uitsluitend verrichten van geestelijke handelingen of voor het spelen,
- (iv)
methoden voor de behandeling van het menselijke of het dierlijke lichaam door chirurgische ingrepen of geneeskundige behandeling, alsmede methoden voor het stellen van een diagnose,
- (v)
enkele presentatie van gegevens,
- (vi)
programma's voor rekenautomaten, voor zover de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek niet is uitgerust voor het onderzoek naar de stand van de techniek betreffende zodanige programma's.
Regel 40. Gebrek aan eenheid van uitvinding (internationaal nieuwheidsonderzoek)
40.1. Uitnodiging tot betaling van bijkomende taksen; termijn
In de uitnodiging om bijkomende taksen te betalen zoals voorzien in artikel 17, derde lid, onder a, dient
- i.
aangegeven te worden op welke gronden de internationale aanvrage geacht wordt niet te voldoen aan de vereiste eenheid van uitvinding;
- ii.
de aanvrager uitgenodigd te worden de bijkomende taksen te voldoen binnen een maand na de datum van de uitnodiging, en dient het te betalen bedrag van die taksen vermeld te worden; en
- iii.
de aanvrager, indien van toepassing, te worden uitgenodigd binnen een maand na de datum van de uitnodiging de in Regel 40.2 e bedoelde protesttaks te betalen en dient het te betalen bedrag te worden vermeld.
40.2. Bijkomende taksen
a
Het bedrag voor de bijkomende taksen verschuldigd voor een nieuwheidsonderzoek ingevolge artikel 17, derde lid, onder a, wordt bepaald door de bevoegde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek.
b
De ingevolge artikel 17, derde lid, onder a, verschuldigde bijkomende taksen dienen rechtstreeks te worden betaald aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek.
c
Een aanvrager kan de bijkomende taksen onder protest betalen, dat wil zeggen, vergezeld van een met redenen omklede uiteenzetting dat de internationale aanvrage voldoet aan de vereiste eenheid van uitvinding of dat het bedrag van de vereiste bijkomende taksen buitensporig hoog is. Een zodanig protest dient te worden onderzocht door een in het kader van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek ingesteld toetsingsorgaan, dat, voor zover het het protest gerechtvaardigd acht, beveelt dat de bijkomende taksen geheel of gedeeltelijk aan de aanvrager dienen te worden terugbetaald. Op verzoek van de aanvrager worden de tekst van het protest en van de beslissing dienaangaande tezamen met het verslag omtrent het internationale nieuwheidsonderzoek ter kennis van de aangewezen bureaus gebracht. De aanvrager dient een vertaling daarvan over te leggen tezamen met de vertaling van de internationale aanvrage, vereist ingevolge artikel 22.
d
In het in paragraaf c bedoelde toetsingsorgaan kan de persoon zitting hebben die de beslissing nam waarop het protest betrekking heeft, met dien verstande dat deze niet het enige lid van het orgaan mag zijn.
e
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek kan het onderzoek naar aanleiding van een protest zoals bedoeld in paragraaf c afhankelijk stellen van de betaling ten gunste van de Instantie van een protesttaks. Indien de aanvrager verzuimt binnen de termijn ingevolge Regel 40.1 iii de vereiste protesttaks te betalen, wordt het protest geacht niet te zijn aangetekend en de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek zal dienaangaande een verklaring doen uitgaan. De protesttaks wordt aan de aanvrager terugbetaald indien het in paragraaf c bedoelde toetsingsorgaan van oordeel is dat het protest volledig gerechtvaardigd was.
Regel 40bis. Bijkomende taksen in geval van ontbrekende onderdelen of correcte elementen en onderdelen opgenomen in de internationale aanvrage of die beschouwd worden als zijnde opgenomen in de internationale aanvrage
40bis.1. Uitnodiging tot betaling van bijkomende taksen
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek kan de aanvrager uitnodigen bijkomende taksen te voldoen indien het feit dat een ontbrekend onderdeel of een correct element of onderdeel:
- i.
is opgenomen in de internationale aanvrage ingevolge respectievelijk Regel 20.5 c, of Regel 20.5bis c, of
- ii.
wordt beschouwd, ingevolge respectievelijk Regel 20.5 d, of Regel 20.5bis d, als zijnde opgenomen in de internationale aanvrage op de datum waarop een of meer elementen bedoeld in artikel 11, eerste lid, iii, voor het eerst zijn ontvangen door het ontvangende bureau;
slechts ter kennis wordt gebracht van die instantie nadat deze is begonnen met het opstellen van het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek. In de uitnodiging wordt de aanvrager uitgenodigd de bijkomende taksen te voldoen binnen een maand na de datum van de uitnodiging, en dient het te betalen bedrag van die taksen vermeld te worden. Het bedrag voor de bijkomende taksen wordt bepaald door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek maar mag niet hoger zijn dan de taks voor het nieuwheidsonderzoek; de aanvullende taksen dienen rechtstreeks te worden betaald aan die Instantie. Op voorwaarde dat aanvullende taksen betaald zijn binnen de vastgestelde termijn, stelt de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek het verslag van het internationaal nieuwheidsonderzoek over de internationale aanvrage op, met inbegrip van elk ontbrekend onderdeel of elk correct element of onderdeel.
Regel 41. In aanmerking nemen van uitkomsten van eerder nieuwheidsonderzoek en classificatie
41.1. In aanmerking nemen van uitkomsten van eerder nieuwheidsonderzoek in het geval van een verzoek ingevolge Regel 4.12
Indien de aanvrager ingevolge Regel 4.12 de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek heeft verzocht de uitkomsten van een eerder nieuwheidsonderzoek in aanmerking te nemen en heeft voldaan aan Regel 12bis.1 en:
- i.
het eerdere nieuwheidsonderzoek is verricht door dezelfde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, of door hetzelfde bureau als het bureau dat optreedt als de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, neemt de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek deze uitkomsten, voor zover mogelijk, in aanmerking bij het verrichten van het internationale nieuwheidsonderzoek;
- ii.
het eerdere nieuwheidsonderzoek is verricht door een andere Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, of door een bureau niet zijnde het bureau dat optreedt als de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, kan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek deze uitkomsten in aanmerking nemen bij het verrichten van het internationaal nieuwheidsonderzoek.
41.2. In aanmerking nemen van uitkomsten van eerder nieuwheidsonderzoek en classificatie in andere gevallen
- a.
Indien in de internationale aanvrage een beroep op een recht van voorrang wordt gedaan op grond van een of meer eerdere aanvragen ter zake waarvan een eerder nieuwheidsonderzoek werd verricht door dezelfde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, of door hetzelfde bureau als het bureau dat optreedt als de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, neemt de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek de uitkomsten van dit eerdere nieuwheidsonderzoek, voor zover mogelijk, in aanmerking bij het verrichten van het internationale nieuwheidsonderzoek.
- b.
Indien het ontvangende bureau ingevolge Regel 23bis.2 a of c een afschrift van de uitkomsten van een eerder nieuwheidsonderzoek of een eerdere classificatie aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek heeft toegezonden, of indien een dergelijk afschrift voor de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek beschikbaar is in een vorm en op een wijze die voor haar aanvaardbaar zijn, bijvoorbeeld uit een digitaal archief, kan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek deze uitkomsten in aanmerking nemen bij het verrichten van het internationaal nieuwheidsonderzoek.
Regel 42. Termijn voor internationaal nieuwheidsonderzoek
42.1. Termijn voor internationaal nieuwheidsonderzoek
De termijn voor de opstelling van het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek of de verklaring bedoeld in artikel 17, tweede lid, onder a), is 3 maanden te rekenen van de datum van ontvangst van het exemplaar voor nieuwheidsonderzoek door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, of 9 maanden te rekenen van de datum van voorrang, afhankelijk van welke van beide termijnen het laatst verstrijkt.
Regel 43. Het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek
43.1. Gegevens
Het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dient de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek die het verslag heeft opgesteld aan te geven door de naam van deze Instantie te vermelden, en de internationale aanvrage door het nummer van de internationale aanvrage, de naam van de aanvrager en de datum van de internationale indiening te vermelden.
43.2. Data
Het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dient gedateerd te zijn en dient de datum te vermelden waarop het internationale nieuwheidsonderzoek daadwerkelijk was voltooid. Het dient ook de indieningsdatum te vermelden van elke eerdere aanvrage op grond waarvan een beroep op een recht van voorrang wordt gedaan of, indien een beroep op een recht van voorrang wordt gedaan op grond van meer dan één eerdere aanvrage, de indieningsdatum van de eerste daarvan.
43.3. Classificatie
a)
Het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dient de classificatie van het onderwerp te bevatten tenminste overeenkomstig de Internationale Classificatie van Octrooien.
b)
Deze classificatie wordt verricht door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek.
43.4. Taal
Elk verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek en elke verklaring afgelegd ingevolge artikel 17, tweede lid, onder a, dient te zijn gesteld in de taal waarin de internationale aanvrage waarop het (zij) betrekking heeft wordt gepubliceerd, met dien verstande dat:
- i.
indien een vertaling van de internationale aanvrage in een andere taal is toegezonden ingevolge Regel 23.1 b, en de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek dat wenst, het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek en een ingevolge artikel 17, tweede lid, onder a afgelegde verklaring in de taal van die vertaling mogen zijn gesteld;
- ii.
indien de internationale aanvrage zal worden gepubliceerd in de taal van een ingevolge Regel 12.4 verstrekte vertaling die niet wordt aanvaard door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en deze Instantie dit wenst, het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek en een ingevolge artikel 17, tweede lid, onder a, afgelegde verklaring in een taal mogen worden gesteld die zowel een taal is die door deze Instantie wordt aanvaard als een in Regel 48.3 a, bedoelde taal van publicatie.
43.5. Aanhalingen
a)
Het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dient de aanhalingen van de van belang geachte literatuurplaatsen te bevatten.
b)
De wijze van vermelding van een aangehaalde literatuurplaats wordt geregeld in de Administratieve Instructies.
c)
Aanhalingen die van bijzonder belang zijn dienen speciaal te worden aangegeven.
d)
Aanhalingen die niet voor alle conclusies van belang zijn, dienen te worden aangehaald met betrekking tot de conclusie of conclusies waarvoor zij van belang zijn.
e
Indien slechts bepaalde passages uit de aangehaalde literatuurplaats van belang of van bijzonder belang zijn, dienen zij te worden aangegeven, bijvoorbeeld door de bladzijde, de kolom, of de regels aan te geven waar de passage staat. Indien de gehele literatuurplaats van belang is, maar enkele passages van bijzonder belang zijn, dienen deze passages te worden aangegeven, tenzij dit niet te verwezenlijken is.
43.6. Onderzochte gebieden
a)
Het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dient de classificatie-aanduiding te geven van de onderzochte gebieden. Indien deze aanduiding geschiedt op basis van een andere classificatie dan de Internationale Classificatie van Octrooien, dient de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek de gebruikte classificatie te publiceren.
b)
Indien het internationale nieuwheidsonderzoek zich uitstrekte tot octrooien, uitvinderscertificaten, gebruikscertificaten, gebruiksmodellen, aanvullingsoctrooien of aanvullingscertificaten, aanvullingen van uitvinderscertificaten, aanvullingen van gebruikscertificaten of gepubliceerde aanvragen voor een van deze soorten van bescherming, van Staten, tijdvakken of talen die niet zijn begrepen in de minimumdocumentatie zoals omschreven in Regel 34, dient het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek, wanneer doenlijk, de soorten documenten, Staten, tijdvakken en talen waarover het zich uitstrekte, te vermelden. Voor de toepassing van deze paragraaf is artikel 2, sub (ii) niet van toepassing.
c
Indien het internationale nieuwheidsonderzoek was gebaseerd op, of was uitgebreid tot een electronisch gegevensbestand, kan het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek de naam van het gegevensbestand vermelden en, wanneer dit nuttig voor anderen en uitvoerbaar wordt geacht, de gehanteerde termen bij het nieuwheidsonderzoek.
43.6bis. Behandeling van verbeteringen van kennelijke fouten
a
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek houdt, met inachtneming van paragraaf b, ten behoeve van het internationale nieuwheidsonderzoek rekening met een verbetering van een kennelijke fout die is goedgekeurd ingevolge Regel 91.1 en zulks wordt vermeld in het verslag van het internationaal nieuwheidsonderzoek.
b
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek behoeft ten behoeve van het internationaal nieuwheidsonderzoek geen rekening te houden met een verbetering van een kennelijke fout indien deze door haar is goedgekeurd of haar is toegezonden, naargelang van het geval, nadat zij begonnen was met het opstellen van het verslag van het internationaal nieuwheidsonderzoek, in welk geval zulks indien mogelijk in het verslag wordt vermeld, en indien dat niet geschiedt, stelt de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderoek het Internationale Bureau daarvan in kennis en handelt het Internationale Bureau zoals voorzien in de Administratieve Instructies.
43.7. Opmerkingen betreffende eenheid van uitvinding
Indien de aanvrager bijkomende taksen voor het internationale nieuwheidsonderzoek heeft betaald, dient het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dit te vermelden. Bovendien dient het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek, wanneer het internationale nieuwheidsonderzoek alleen voor de hoofduitvinding is verricht of niet op alle uitvindingen betrekking had (artikel 17, derde lid, a, aan te geven voor welke delen van de internationale aanvrage het internationale nieuwheidsonderzoek wel en voor welke delen het niet is verricht.
43.8. Bevoegde functionaris
Het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dient de naam te vermelden van de voor het verslag verantwoordelijke functionaris van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek.
43.9. Andere onderwerpen
Het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dient geen andere onderwerpen te bevatten dan die genoemd in de Regels 33.1 b en c, 43.1 tot en met 43.3, 43.5 tot en met 43.8 en 44.2 en de vermelding genoemd in artikel 17, tweede lid, onder b, met dien verstande dat de Administratieve Instructies kunnen toestaan dat in het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek andere onderwerpen worden opgenomen die zijn genoemd in de Administratieve Instructies. Het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dient geen oordelen, redeneringen, argumenten of toelichtingen te bevatten en de Administratieve Instructies staan het opnemen daarvan niet toe.
43.10. Vorm
De vormvoorschriften betreffende het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek worden voorgeschreven in de Administratieve Instructies.
Regel 43bis. Schriftelijk oordeel van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
43bis 1. Schriftelijk oordeel
a
Onverminderd Regel 69.1. 1 bbis stelt de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek tegelijk met het opstellen van het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek of de in artikel 17, tweede lid, onder a, bedoelde verklaring, een schriftelijk oordeel op inzake:
- i.
de vraag of de uitvinding waarvoor uitsluitende rechten worden verlangd nieuw lijkt, een inventieve stap inhoudt (niet voor de hand ligt) en industrieel toepasbaar is;
- ii.
de vraag of de internationale aanvrage voldoet aan de vereisten van het Verdrag en dit Reglement voor zover gecontroleerd door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek.
Het schriftelijk oordeel gaat tevens vergezeld van eventuele andere opmerkingen waarin dit Reglement voorziet.
b
Ten behoeve van het opstellen van het schriftelijk oordeel zijn de artikelen 33, tweede tot en met zesde lid, en 35, tweede en derde lid, alsmede de Regels 43.4, 43.6bis, 64, 65, 66.1e, 66.7, 67, 70.2b en d, 70.3, 70.4ii, 70.5a, 70.6 tot en met 70.10, 70.12, 70.14 en 70.15 a van overeenkomstige toepassing.
c
Het schriftelijk oordeel bevat een bericht aan de aanvrager, dat indien verzocht wordt om een internationale voorlopige beoordeling, het schriftelijk oordeel ingevolge Regel 66.1bis. a maar onverminderd Regel 66.1bis. b. zal worden aangemerkt als een schriftelijk oordeel van de Instantie voor Internationale Voorlopige Beoordeling voor de toepassing van Regel 66.2 a, in welk geval de aanvrager verzocht wordt voor het verstrijken van de termijn ingevolge Regel 54bis. 1 a. een schriftelijk antwoord, waar nodig vergezeld van wijzigingen, te zenden aan deze Instantie.
Regel 44. Toezending van het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek, schriftelijk oordeel, etc.
44.1. Exemplaren van verslag of verklaring en schriftelijk oordeel
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek zendt op dezelfde dag een afschrift van het internationale nieuwheidsonderzoek of van de in artikel 17, tweede lid, onder a, bedoelde verklaring en van het ingevolge Regel 43bis 1 opgestelde schriftelijke oordeel aan het Internationale Bureau en aan de aanvrager.
44.2. Titel of uittreksel
Het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dient te verklaren dat de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek haar goedkeuring hecht aan de titel en het uittreksel zoals overgelegd door de aanvrager, dan wel vergezeld te gaan van de tekst van de titel en/of het uittreksel zoals ingevolge de Regels 37 en 38 opgesteld door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek.
44.3. Afschriften van aangehaalde literatuurplaatsen
a)
Het in artikel 20, derde lid, bedoelde verzoek kan op elk tijdstip worden ingediend gedurende 7 jaar vanaf de datum van internationale indiening waarop het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek betrekking heeft.
b)
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek kan verlangen, dat de partij (aanvrager of aangewezen bureau) die het verzoek indient, haar de kosten voor het maken en per post verzenden van de afschriften vergoedt. Het tarief van de kosten voor het maken van afschriften wordt bepaald in de in artikel 16, derde lid, onder b) genoemde overeenkomsten tussen de Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en het Internationale Bureau.
c
Vervallen
d
Een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek kan de verplichtingen genoemd in de paragrafen a en b vervullen door bemiddeling van een ander tegenover haar verantwoordelijk bureau.
Regel 44bis. Internationaal Voorlopig Verslag inzake octrooieerbaarheid door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
44bis. 1. Opstelling van verslag; toezending aan de aanvrager
a
Tenzij een verslag van de internationale voorlopige beoordeling is of dient te worden opgesteld, stelt het Internationaal Bureau namens de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek een verslag (in deze Regel aangeduid als ‘het verslag’) op aangaande de zaken bedoeld in Regel 43bis. 1 a. De inhoud van het verslag is gelijk aan die van het ingevolge Regel 43bis. 1 opgestelde schriftelijke oordeel.
b
Het verslag heeft als titel ‘Internationaal voorlopig verslag inzake octrooieerbaarheid (Hoofdstuk I van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien)’ en bevat de vermelding dat het ingevolge deze Regel namens de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek is opgesteld door het Internationaal Bureau.
c
Het Internationale Bureau zendt onverwijld een afschrift van het krachtens paragraaf a opgestelde verslag toe aan de aanvrager.
44bis. 2. Toezending aan de aangewezen bureaus
a
Wanneer een verslag is opgesteld ingevolge Regel 44bis. 1, zendt het Internationaal Bureau het in overeenstemming met Regel 93bis. 1 toe aan elk aangewezen bureau, evenwel niet voor het verstrijken van 30 maanden na de datum van voorrang.
b
Wanneer de aanvrager een uitdrukkelijk verzoek indient bij een aangewezen bureau ingevolge artikel 23, tweede lid, zendt het Internationaal Bureau op verzoek van dat bureau of van de aanvrager onverwijld een exemplaar van het ingevolge Regel 43bis. 1 door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek opgestelde schriftelijke oordeel toe aan dat bureau.
44bis. 3. Vertaling voor aangewezen bureaus
a
Een aangewezen Staat kan, indien ingevolge Regel 44bis. 1 een verslag is afgegeven in een andere taal dan de officiële van zijn nationaal bureau, een vertaling ervan in het Engels verlangen. Van een dergelijk verzoek wordt kennisgeving gedaan aan het Internationaal Bureau, dat het onverwijld publiceert in het mededelingenblad.
b
Indien een vertaling ingevolge paragraaf a wordt verlangd, wordt deze vervaardigd door of onder de verantwoordelijkheid van het Internationaal Bureau.
c
Het Internationaal Bureau doet een exemplaar van de vertaling aan alle betrokken aangewezen bureaus en aan de aanvrager toekomen tegelijk met de toezending van het verslag aan die bureaus.
d
In het geval bedoeld in Regel 44bis. 2 b wordt het ingevolge Regel 43bis. 1 opgestelde schriftelijke oordeel op verzoek van het betrokken aangewezen bureau door of onder de verantwoordelijkheid van het Internationaal Bureau vertaald in het Engels. Het Internationaal Bureau doet binnen twee maanden na de datum van ontvangst van het verzoek om een vertaling een exemplaar van de vertaling toekomen aan het betrokken aangewezen bureau en doet op hetzelfde tijdstip een exemplaar toekomen aan de aanvrager.
44bis. 4. Commentaar op de vertaling
De aanvrager kan schriftelijk commentaar indienen aangaande de juistheid van de in Regel 44bis. 3 b. of d. bedoelde vertaling en een exemplaar daarvan toezenden aan elk van de betrokken aangewezen bureaus en aan het Internationaal Bureau.
Regel 45. Vertaling van het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek
45.1. Talen
Verslagen van het internationale nieuwheidsonderzoek en verklaring zoals bedoeld in artikel 17, tweede lid, onder a), dienen, wanneer zij niet in het Engels zijn gesteld, in het Engels te worden vertaald.
Regel 45bis. Aanvullende internationale nieuwheidsonderzoeken
45bis.1. Verzoek om aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek
a
De aanvrager kan, te allen tijde voor het verstrijken van 22 maanden na de datum van voorrang, verzoeken dat ter zake van de internationale aanvrage een aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek wordt verricht door een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek die daartoe ingevolge Regel 45.bis.9 bevoegd is. Dergelijke verzoeken kunnen worden gedaan met betrekking tot meer dan één Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
b
Een verzoek ingevolge paragraaf a (Verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek) wordt ingediend bij het Internationale Bureau en vermeldt:
- i.
de naam en het adres van de verzoeker en van de eventuele gemachtigde, de titel van de uitvinding, de datum van internationale indiening en het nummer van de internationale aanvrage;
- ii.
de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek die verzocht wordt het aanvullende onderzoek te verrichten (‘voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie’); en
- iii.
indien de internationale aanvrage is ingediend in een taal die niet wordt aanvaard door die Instantie, of een vertaling verstrekt aan het ontvangende bureau ingevolge Regel 12.3 of 12.4 de grondslag vormt voor het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek.
c
Het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek dient in voorkomend geval vergezeld te gaan van:
- i.
indien noch de taal waarin de internationale aanvrage is ingediend noch de taal waarin in voorkomend geval een vertaling ingevolge Regel 12.3 of 12.4 is verstrekt wordt aanvaard door de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie, een vertaling van de internationale aanvrage in een taal die wordt aanvaard door die Instantie;
- ii.
bij voorkeur een afschrift van een sequentie-opsomming in elektronische vorm die voldoet aan de in de Administratieve Instructies bedoelde norm, indien de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie zulks vereist.
d
Indien de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek heeft vastgesteld dat de internationale aanvrage niet voldoet aan de vereiste eenheid van uitvinding, kan de aanvrager in het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek te kennen geven dat hij het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek wenst te beperken tot een van de uitvindingen vermeld door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, niet zijnde de hoofduitvinding bedoeld in artikel 17, derde lid, onder a.
e
Het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek wordt beschouwd als niet ingediend en het Internationale Bureau zal dit bekendmaken:
- i.
indien het wordt ontvangen na het verstrijken van de termijn bedoeld in paragraaf a; of
- ii.
indien de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie in de ingevolge artikel 16, derde lid, onder b, van toepassing zijnde overeenkomst niet verklaard heeft bereid te zijn dergelijke onderzoeken te verrichten of daartoe ingevolge Regel 45bis.9 b niet bevoegd is.
45bis.2. Behandelingstaks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek
a
Het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek is onderworpen aan de betaling van een taks ten gunste van het Internationale Bureau (‘behandelingstaks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek’) zoals vermeld in de Taksenschaal.
b
De behandelingstaks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek wordt betaald in de valuta waarin de taks is vermeld in de Taksenschaal of in een andere valuta voorgeschreven door het Internationale Bureau. Het bedrag in de andere valuta is het equivalent, in ronde bedragen, zoals vastgesteld door het Internationale Bureau, van het in de Taksenschaal vermelde bedrag en wordt in het mededelingenblad gepubliceerd.
c
De behandelingstaks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek dient aan het Internationale Bureau te worden betaald binnen een maand na de datum van ontvangst van het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek. Het verschuldigde bedrag is het bedrag dat van toepassing is op de datum van betaling.
d
Het Internationale Bureau betaalt de behandelingstaks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek terug aan de aanvrager indien, voordat de documenten bedoeld in Regel 45bis.4 e i tot en met iv worden verzonden naar de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie, de internationale aanvrage wordt ingetrokken of geacht wordt te zijn ingetrokken, of indien het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek wordt ingetrokken of geacht wordt niet te zijn gedaan ingevolge Regel 45bis.1 e.
45bis.3. Taks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek
a
Elke Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek die aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek verricht kan verlangen dat de aanvrager ten gunste van haar een taks (‘taks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek’) betaalt voor het verrichten van een dergelijk onderzoek.
b
De taks voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek wordt geïnd door het Internationale Bureau. Regel 16.1 b tot en met e is van overeenkomstige toepassing.
c
Met betrekking tot de termijn voor betaling van de taks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek en het te betalen bedrag zijn de bepalingen van Regel 45bis.2 c van overeenkomstige toepassing.
d
Het Internationale Bureau betaalt de taks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek terug aan de aanvrager indien, voordat de documenten bedoeld in Regel 45bis.4 e i tot en met iv worden verzonden naar de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie, de internationale aanvrage wordt ingetrokken of geacht wordt te zijn ingetrokken, of indien het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek wordt ingetrokken of geacht wordt niet te zijn gedaan ingevolge de Regels 45bis.1 e of 45bis.4 d.
e
De voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie betaalt de taks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek terug in de mate en overeenkomstig de voorwaarden voorzien in de uit hoofde van artikel 16, derde lid, onder b, van toepassing zijnde overeenkomst indien, voordat zij het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek heeft aangevangen in overeenstemming met Regel 45bis.5 a, het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek geacht wordt niet te zijn gedaan ingevolge Regel 45bis.5 g.
45bis.4. Controleren van verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek; verbetering van gebreken; taks wegens te late betaling; toezending aan de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie
a
Onverwijld na de ontvangst van een verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek controleert het Internationale Bureau of het voldoet aan de vereisten van Regel 45bis.1 b en c i en nodigt het de aanvrager uit eventuele gebreken te verbeteren binnen een termijn van een maand na de datum van de uitnodiging.
b
Indien het Internationale Bureau op het tijdstip waarop zij verschuldigd zijn ingevolge de Regels 45bis.2 c en 45bis3 c vaststelt dat de behandelingstaks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek en de taks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek niet volledig zijn voldaan, nodigt het de aanvrager uit het vereiste bedrag ter dekking van deze taksen binnen een termijn van een maand na de datum van de uitnodiging te betalen tezamen met de taks wegens te late betaling ingevolge paragraaf c.
c
Bij de betaling van taksen naar aanleiding van een uitnodiging ingevolge paragraaf b dient ten gunste van het Internationale Bureau een taks wegens te late betaling van 50% van de behandelingstaks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek te worden betaald.
d
Indien de aanvrager de vereiste verbetering niet verstrekt of de verschuldigde taksen, met inbegrip van de taks wegens te late betaling, niet volledig betaalt voor het verstrijken van de termijn die ingevolge paragraaf a respectievelijk b van toepassing is, wordt het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek geacht niet te zijn gedaan, verklaart het Internationale Bureau aldus en stelt het de aanvrager daarvan in kennis.
e
Indien het Internationale Bureau vaststelt dat voldaan is aan de vereisten van Regel 45bis.1 b en c i, Regel 45bis.2 c en Regel 45bis3 c, zendt het onverwijld, evenwel niet voor de datum waarop het het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek ontvangt of voordat 17 maanden na de datum van voorrang zijn verstreken, al naargelang van hetgeen zich het eerst voordoet, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie een afschrift toe van het volgende:
- i.
het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek;
- ii.
de internationale aanvrage;
- iii.
een eventueel ingevolge Regel 45bis.1 c ii verstrekte sequentieopsomming; en
- iv.
een eventueel ingevolge Regel 12.3, Regel 12.4 of Regel 45bis.1 c i verstrekte vertaling die dient te worden gebruikt als de grondslag voor het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek; en op hetzelfde tijdstip, of onverwijld na verlate ontvangst ervan door het Internationale Bureau:
- v.
het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek en het schriftelijke oordeel opgesteld ingevolge Regel 43bis.1;
- vi.
een uitnodiging van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek om de aanvullende taksen bedoeld in artikel 17, derde lid, onder a, te betalen; en
- vii.
een eventueel ingevolge Regel 40.2 c aangetekend protest en de beslissing daarover door een in het kader van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek ingesteld toetsingsorgaan.
f
Op verzoek van de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie wordt het in paragraaf ev bedoelde schriftelijke oordeel, wanneer het niet in de Engelse taal of een andere door die Instantie aanvaarde taal is opgesteld, door of onder de verantwoordelijkheid van het Internationale Bureau vertaald in het Engels. Het Internationale Bureau zendt binnen twee maanden na de datum van ontvangst van het verzoek om een vertaling een afschrift van de vertaling toe aan die Instantie en zendt tegelijkertijd een afschrift toe aan de aanvrager.
45bis.5. Aanvang, grondslag en reikwijdte van aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek
a
De voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie vangt onverwijld na de ontvangst van de in Regel 45bis.4 e i tot en met iv omschreven documenten aan met het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek, met dien verstande dat de Instantie kan besluiten de aanvang van het onderzoek uit te stellen totdat zij tevens de documenten omschreven in Regel 45bis.4 e v heeft ontvangen of totdat 22 maanden na de datum van voorrang zijn verstreken, al naargelang van hetgeen zich het eerst voordoet.
b
Het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek wordt verricht op basis van de internationale aanvrage zoals ingediend of van een vertaling bedoeld in Regel 45bis.1 b iii of 45bis.1 c i, waarbij het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek en het ingevolge Regel 43bis.1 opgestelde schriftelijke oordeel naar behoren in aanmerking worden genomen indien de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie erover beschikt voordat zij aanvangt met het onderzoek.
Indien het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek een vermelding overeenkomstig Regel 45bis.1 d bevat, kan het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek worden beperkt tot de door de aanvrager ingevolge Regel 45bis.1 d omschreven uitvinding en die onderdelen van de internationale aanvrage die betrekking hebben op die uitvinding.
c
Ten behoeve van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek zijn artikel 17, tweede lid, en de Regels 13ter.1, 33 en 39 van dienovereenkomstige toepassing.
d
Indien de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie beschikt over het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek voordat zij aanvangt met het nieuwheidsonderzoek ingevolge paragraaf a, kan zij conclusies waarop het internationale nieuwheidsonderzoek geen betrekking had uitsluiten van het aanvullende nieuwheidsonderzoek.
e
Indien de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek de verklaring bedoeld in artikel 17, tweede lid, onder a, heeft afgelegd en de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie over die verklaring beschikt voordat zij met het nieuwheidsonderzoek ingevolge paragraaf a aanvangt, kan die Instantie besluiten geen verslag van het aanvullende nieuwheidsonderzoek op te stellen, in welk geval zij een dienovereenkomstige verklaring aflegt en de aanvrager en het Internationale Bureau daarvan onverwijld in kennis stelt.
f
Het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek bestrijkt ten minste de daartoe in de ingevolge artikel 16, derde lid, onder b, van toepassing zijnde overeenkomst vermelde documentatie.
g
Indien de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie van oordeel is dat het verrichten van het nieuwheidsonderzoek volledig uitgesloten is op grond van een beperking of voorwaarde bedoeld in Regel 45bis.9 a, anders dan op grond van een beperking ingevolge artikel 17, tweede lid, zoals van toepassing uit hoofde van Regel 45bis.5 c, wordt het verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek geacht niet te zijn gedaan, in welk geval de Instantie een dienovereenkomstige verklaring aflegt en de aanvrager en het Internationale Bureau daarvan onverwijld in kennis stelt.
h
De voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie kan in overeenstemming met een beperking of voorwaarde bedoeld in Regel 45bis.9 a besluiten het onderzoek te beperken tot bepaalde conclusies, hetgeen het verslag van aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek in dat geval vermeldt.
45bis.6. Eenheid van uitvinding
a
Indien de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie van oordeel is dat de internationale aanvrage niet voldoet aan het vereiste van eenheid van uitvinding:
- i.
stelt zij het verslag van het aanvullende nieuwheidsonderzoek op met betrekking tot de onderdelen van de internationale aanvrage die betrekking hebben op de uitvinding die het eerst genoemd wordt in de conclusies (‘hoofduitvinding’);
- ii.
stelt zij de aanvrager in kennis van haar oordeel dat de internationale aanvrage niet voldoet aan het vereiste van eenheid van uitvinding, onder vermelding van de redenen voor dat oordeel; en
- iii.
stelt zij de aanvrager in kennis van de mogelijkheid binnen de in paragraaf c bedoelde termijn te verzoeken om herziening van het oordeel.
b
Bij de beoordeling of de internationale aanvrage voldoet aan het vereiste van eenheid van uitvinding geeft de Instantie zich naar behoren rekenschap van elk document dat zij heeft ontvangen ingevolge Regel 45bis.4 e vi en vii voordat zij aanvangt met het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek.
c
De aanvrager kan de Instantie binnen een maand na de datum van de kennisgeving ingevolge paragraaf aii verzoeken het oordeel bedoeld in paragraaf a te herzien. De Instantie kan het verzoek om herziening onderwerpen aan de betaling ten gunste van haar van een herzieningstaks waarvan het bedrag door haar wordt vastgesteld.
d
Indien de aanvrager binnen de termijn ingevolge paragraaf c verzoekt om herziening van het oordeel door de Instantie en de vereiste herzieningstaks betaalt, wordt het oordeel door de Instantie heroverwogen. De heroverweging mag niet uitsluitend geschieden door de persoon die de beslissing nam die aan een heroverweging onderworpen wordt.
Indien de Instantie:
- i.
vaststelt dat het oordeel volledig gegrond is, stelt zij de aanvrager dienovereenkomstig in kennis;
- ii.
vaststelt dat het oordeel gedeeltelijk ongegrond is, maar nog altijd van mening is dat de internationale aanvrage niet voldoet aan het vereiste van eenheid van uitvinding, stelt zij de aanvrager dienovereenkomstig in kennis, en handelt waar nodig zoals voorzien in paragraaf ai;
- iii.
vaststelt dat het oordeel volledig ongegrond is, stelt zij de aanvrager dienovereenkomstig in kennis, stelt zij het verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek op over alle onderdelen van de internationale aanvrage en betaalt zij de herzieningstaks terug aan de aanvrager.
e
Op verzoek van de aanvrager worden de tekst van het verzoek om herziening en van de beslissing dienaangaande tezamen met het verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek ter kennis van de aangewezen bureaus gebracht. De aanvrager dient een vertaling daarvan over te leggen tezamen met de vertaling van de internationale aanvrage vereist ingevolge artikel 22.
f
De paragrafen a tot en met e zijn van overeenkomstige toepassing indien de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie besluit het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek te beperken in overeenstemming met Regel 45bis.5 b, tweede volzin, of Regel 45bis.5 h, op voorwaarde dat elke verwijzing in deze paragrafen naar de ‘internationale aanvrage’ dient te worden uitgelegd als een verwijzing naar die onderdelen van de internationale aanvrage die betrekking hebben op de door de aanvrager ingevolge Regel 45bis.1 d omschreven uitvinding of die betrekking hebben op de conclusies respectievelijk die onderdelen van de internationale aanvrage waarvoor de Instantie een aanvullend nieuwheidsonderzoek zal verrichten.
45bis.7. Verslag van aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek
a
De voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie stelt binnen 28 maanden na de datum van voorrang het verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek op of geeft de verklaring af bedoeld in artikel 17, tweede lid, onder a, zoals van toepassing uit hoofde van Regel 45bis.5 c dat geen verslag van aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek zal worden opgesteld.
b
Elk verslag van aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek, elke verklaring bedoeld in artikel 17, tweede lid, onder a, zoals van toepassing uit hoofde van Regel 45bis.5 c en elke verklaring ingevolge Regel 45bis.5 e wordt opgesteld in een taal van publicatie.
c
Voor de opstelling van het verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek zijn de Regels 43.1, 43.2, 43.5, 43.6, 43.6bis, 43.8 en 43.10, met inachtneming van de paragrafen d en e, van overeenkomstige toepassing. Regel 43.9 is van overeenkomstig toepassing, met dien verstande dat de verwijzingen daarin naar de Regels 43.3, 43.7 en 44.2 dienen te worden genegeerd. Artikel 20, derde lid, en Regel 44.3 zijn van overeenkomstige toepassing.
d
Het verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek behoeft geen aanhaling van een in het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek aangehaald document te bevatten, tenzij het document dient te worden aangehaald in verband met andere documenten die niet in het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek zijn aangehaald.
e
Het verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek kan toelichtingen bevatten:
- i.
met betrekking tot de aanhalingen van de documenten die relevant worden geacht;
- ii.
met betrekking tot de reikwijdte van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek.
45bis.8. Toezending en gevolgen van het verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek
a
De voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie zendt op dezelfde datum een afschrift van het verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek of de verklaring dat geen verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek zal worden opgesteld, naargelang van hetgeen van toepassing is, toe aan het Internationale Bureau en een afschrift aan de aanvrager.
b
Met inachtneming van paragraaf c zijn artikel 20, eerste lid, en de Regels 45.1, 47.1d en 70.7a van toepassing als was het verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek onderdeel van het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek.
c
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling behoeft een verslag van een aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek niet in aanmerking te nemen ten behoeve van een schriftelijk oordeel of van het verslag van de internationale voorlopige beoordeling indien die Instantie het ontvangt nadat zij begonnen is met het opstellen van dat oordeel of verslag.
45bis.9. Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek bevoegd tot verrichten van aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek
a
Een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek is bevoegd aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek te verrichten indien zij zich daartoe bereid heeft verklaard in de overeenkomst die van toepassing is ingevolge artikel 16, derde lid, onder b, met inachtneming van de eventuele beperkingen en voorwaarden vervat in die overeenkomst.
b
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek die het internationale nieuwheidsonderzoek ingevolge artikel 16, eerste lid, verricht ten behoeve van een internationale aanvrage is niet bevoegd aanvullend internationaal nieuwheidsonderzoek te verrichten ten behoeve van die aanvrage.
c
De beperkingen bedoeld in paragraaf a kunnen bijvoorbeeld beperkingen omvatten ten aanzien van het onderwerp waarvoor aanvullende nieuwheidsonderzoeken zullen worden verricht, niet zijnde beperkingen ingevolge artikel 17, tweede lid, die van toepassing zijn uit hoofde van Regel 45bis.5 c, beperkingen ten aanzien van het totale aantal aanvullende nieuwheidsonderzoeken die in een bepaald tijdvak zullen worden verricht en beperkingen met de strekking dat aanvullende internationale nieuwheidsonderzoeken zich tot niet meer dan een bepaald aantal conclusies zullen uitstrekken.
Regel 46. Wijziging van conclusies bij het Internationale Bureau
46.1. Termijn
De in artikel 19 bedoelde termijn beloopt 2 maanden, te rekenen van de datum waarop de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek aan het Internationale Bureau en aan de aanvrager toezendt, of 16 maanden te rekenen vanaf de datum van voorrang, afhankelijk van welke van beide termijnen het laatste verstrijkt, met dien verstande dat een wijziging ingevolge artikel 19 aangebracht, die is ontvangen door het Internationale Bureau na het verstrijken van de van toepassing zijnde termijn, wordt beschouwd als te zijn ontvangen door dat Bureau op de laatste dag van die termijn, indien zij het Bureau bereikt voordat de technische voorbereidingen voor internationale publikatie zijn voltooid.
46.2. Waar in te dienen
Wijzigingen ingevolge artikel 19 dienen rechtstreeks bij het Internationale Bureau te worden ingediend.
46.3. Taal van de wijzigingen
Indien de internationale aanvrage is ingediend in een andere taal dan de taal waarin zij wordt gepubliceerd, dient een ingevolge artikel 19 aangebrachte wijziging te zijn gesteld in de taal waarin de aanvrage wordt gepubliceerd.
46.4. Verklaring
a)
De verklaring bedoeld in artikel 19, eerste lid, dient te zijn gesteld in de taal waarin de internationale aanvrage wordt gepubliceerd en dient niet langer te zijn dan 500 woorden, indien zij in het Engels is gesteld of in die taal is vertaald. De verklaring dient als zodanig te worden aangeduid door een opschrift, waarbij bij voorkeur de woorden worden gebruikt ‘Verklaring bedoeld in artikel 19, eerste lid’ of een equivalent daarvan in de taal van de verklaring.
b)
De verklaring dient geen kleinerende opmerkingen te bevatten over het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek of over het belang van in dat verslag genoemde aanhalingen. Alleen in verband met een wijziging van een bepaalde conclusie kan er verwezen worden naar aanhalingen in het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek, die van belang zijn voor die conclusie.
46.5. Vorm van de wijzigingen
a
Van de aanvrager wordt bij het aanbrengen van wijzigingen uit hoofde van artikel 19 verlangd dat hij een vervangend blad of vervangende bladen indient met een volledig stel conclusies ter vervanging van alle oorspronkelijk ingediende conclusies.
b
Het vervangende blad of de vervangende bladen gaat of gaan vergezeld van een brief waarin:
- i.
de conclusies worden aangeduid die vanwege de wijzigingen afwijken van de oorspronkelijk ingediende conclusies en gewezen wordt op de verschillen tussen de oorspronkelijk ingediende conclusies en de conclusies zoals gewijzigd;
- ii.
de oorspronkelijk ingediende conclusies worden aangeduid die vanwege de wijzigingen vervallen;
- iii.
de grond voor de wijzigingen van de aanvrage zoals ingediend wordt aangeduid.
Regel 47. Toezending aan de aangewezen bureaus
47.1. Procedure
a
De in artikel 20 voorziene toezending aan elk aangewezen bureau dient via het Internationaal Bureau te geschieden in overeenstemming met Regel 93bis. 1, echter, onverminderd Regel 47.4, niet voorafgaand aan de internationale publicatie van de internationale aanvrage.
a- bis
Het Internationaal Bureau stelt elk aangewezen bureau in overeenstemming met Regel 93bis. 1 in kennis van de ontvangst en de datum van ontvangst van het oorspronkelijke exemplaar en van een eventueel voorrangsbewijs.
b
Wijzigingen die het Internationaal Bureau binnen de termijn ingevolge Regel 46.1 heeft ontvangen en die nog niet waren toegezonden als voorzien in artikel 20, worden onverwijld aan de aangewezen bureaus toegezonden door het Internationaal Bureau en laatstgenoemd Bureau stelt de aanvrager hiervan in kennis.
c
Direct na het verstrijken van de termijn van 28 maanden vanaf de voorrangsdatum zendt het Internationaal Bureau een kennisgeving aan de aanvrager met vermelding van:
- i.
de aangewezen bureaus die hebben verzocht om de in artikel 20 voorziene toezending ingevolge Regel 93bis. 1 en de datum van de mededeling aan die bureaus; en
- ii.
de aangewezen bureaus die niet hebben verzocht om de in artikel 20 voorziene toezending ingevolge Regel 93bis.1.
c-bis
De in paragraaf c bedoelde kennisgeving wordt aanvaard door de aangewezen bureaus:
- i.
in het geval van een aangewezen bureau als bedoeld in paragraaf c.i., als afdoende bewijs dat de in artikel 20 voorziene toezending heeft plaatsgevonden op de in de kennisgeving vermelde datum;
- ii.
in het geval van een aangewezen bureau als bedoeld in paragraaf c. ii., als afdoende bewijs dat de Verdragsluitende Staat waarvoor dat bureau optreedt als aangewezen bureau niet verlangt dat de aanvrager ingevolge artikel 22 een afschrift van de internationale aanvrage verstrekt.
d)
Elk aangewezen bureau ontvangt, wanneer het zulks verlangt, de verslagen van het internationale nieuwheidsonderzoek en de verklaringen bedoeld in artikel 17, tweede lid, onder a), ook in de vertaling bedoeld in Regel 45.1
e
Wanneer een aangewezen bureau, voor het verstrijken van de termijn van 28 maanden vanaf de voorrangsdatum, het Internationaal Bureau niet heeft verzocht om de in artikel 20 voorziene toezending in overeenstemming met Regel 93bis. 1, wordt dat uitgelegd als zou de Verdragsluitende Staat waarvoor dat bureau optreedt als aangewezen bureau, het Internationaal Bureau er ingevolge Regel 49.1 (a-bis.) van in kennis hebben gesteld dat hij niet verlangt dat de aanvrager ingevolge artikel 22 een afschrift van de internationale aanvrage verschaft.
47.2. Afschriften
De voor toezending vereiste afschriften worden gemaakt door het Internationaal Bureau. Nadere vereisten inzake de voor toezending vereiste afschriften kunnen worden vastgelegd in de Administratieve Instructies.
47.3. Talen
a
De internationale aanvrage die wordt toegezonden ingevolge artikel 20, dient te zijn gesteld in de taal van publicatie.
b
Wanneer de taal waarin de internationale aanvrage wordt gepubliceerd verschilt van de taal waarin zij is ingediend, verstrekt het Internationaal Bureau aan een aangewezen bureau, op verzoek van dat bureau, een afschrift van die aanvrage in de taal waarin zij werd ingediend.
47.4. Uitdrukkelijk verzoek ingevolge artikel 23, tweede lid, voorafgaand aan internationale publicatie
Wanneer de aanvrager voorafgaand aan de internationale publicatie van de internationale aanvrage een uitdrukkelijk verzoek ingevolge artikel 23, tweede lid, indient bij het aangewezen bureau, verricht het Internationaal Bureau op verzoek van de aanvrager of het aangewezen bureau onverwijld de in artikel 20 voorziene toezending aan dat bureau.
Regel 48. Internationale publicatie
48.1. Vorm en middelen
De vorm waarin en de middelen waarmee internationale aanvragen worden gepubliceerd worden bepaald door de Administratieve Instructies.
48.2. Inhoud
a
De publicatie van de internationale aanvrage bevat:
- i.
een gestandaardiseerd voorblad;
- ii.
de beschrijving;
- iii.
de conclusies;
- iv.
de tekeningen, indien aanwezig;
- v.
met inachtneming van paragraaf g, het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek of de in artikel 17, tweede lid, onder a, bedoelde verklaring;
- vi.
elke ingevolge artikel 19, eerste lid, ingediende verklaring, tenzij het Internationale Bureau van oordeel is dat de verklaring niet voldoet aan de bepalingen van Regel 46.4;
- vii.
indien het Internationale Bureau het verzoek om publicatie uit hoofde van Regel 91.3 d ontvangt voordat de technische voorbereidingen voor internationale publicatie zijn afgerond, elk verzoek om verbetering van een kennelijke fout, elke reden en elk commentaar bedoeld in Regel 91.3 d;
- viii.
de vermeldingen met betrekking tot gedeponeerd biologisch materiaal, los van de beschrijving verstrekt ingevolge Regel 13bis, tezamen met een vermelding van de datum waarop het Internationale Bureau deze vermeldingen heeft ontvangen;
- ix.
alle informatie betreffende een beroep op een recht van voorrang bedoeld in Regel 26bis 2 d;
- x.
elke verklaring bedoeld in Regel 4.17 en elke verbetering daarvan ingevolge Regel 26ter 1, die voor het verstrijken van de termijn ingevolge Regel 26ter 1 door het Internationale Bureau is ontvangen;
- xi.
alle informatie betreffende een verzoek uit hoofde van Regel 26bis 3 om herstel van een recht van voorrang en de beslissing van het ontvangende bureau naar aanleiding van een dergelijk verzoek, met inbegrip van informatie betreffende het criterium voor herstel waarop de beslissing gebaseerd is.
b
Met inachtneming van paragraaf c bevat het voorblad:
- i.
gegevens uit het aanvraagformulier en andere gegevens die zijn voorgeschreven door de Administratieve Instructies;
- ii.
een figuur of figuren indien de internationale aanvrage tekeningen bevat, tenzij Regel 8.2 b van toepassing is;
- iii.
het uittreksel; indien het uittreksel zowel in het Engels als in een andere taal is gesteld, komt de Engelse tekst vooraan;
- iv.
indien van toepassing, een vermelding dat het verzoekschrift een verklaring bedoeld in Regel 4.17 bevat die het Internationale Bureau heeft ontvangen voordat de termijn ingevolge Regel 26ter 1 verstreken was;
- v.
indien de datum van internationale indiening door het ontvangende bureau ingevolge Regel 20.3 b ii, 20.5 d of 20.5bis d is toegekend op basis van de opneming door verwijzing ingevolge de Regels 4.18 en 20.6 van een element of onderdeel, een vermelding daaromtrent tezamen met een vermelding of de aanvrager voor de toepassing van Regel 20.6 a ii uitging van een voldoen aan Regel 17.1 a, b of b-bis met betrekking tot het voorrangsbewijs of op een afzonderlijk ingediend afschrift van de desbetreffende eerdere aanvrage;
- vi.
indien van toepassing, een vermelding dat de gepubliceerde internationale aanvrage informatie ingevolge Regel 26bis 2 d bevat;
- vii.
indien van toepassing, een vermelding dat de gepubliceerde internationale aanvrage informatie bevat betreffende een verzoek ingevolge Regel 26bis.3 om herstel van het recht van voorrang en de beslissing van het ontvangende bureau over een dergelijk verzoek;
- viii.
Indien van toepassing, een vermelding dat een abusievelijk ingediend element of onderdeel is verwijderd uit de internationale aanvrage in overeenstemming met Regel 20.5bis b of c.
c)
Wanneer een verklaring ingevolge artikel 17, tweede lid, onder a) is afgelegd, dient op de voorpagina zeer duidelijk naar dit feit te worden verwezen en behoeft deze geen tekening of uittreksel te bevatten.
d)
De figuur of figuren bedoeld onder paragraaf b) (ii) dienen te worden gekozen zoals bepaald in Regel 8.2. Deze figuur of figuren kunnen op de voorpagina in verkleinde vorm worden gereproduceerd.
e)
Indien er op de voorpagina niet voldoende ruimte is voor het gehele onder paragraaf b) (iii) bedoelde uittreksel, dient dit uittreksel te worden afgedrukt op de achterzijde van de voorpagina. Hetzelfde geldt voor de vertaling van het uittreksel, wanneer deze vertaling dient te worden gepubliceerd ingevolge Regel 48.3 c).
f
Indien de conclusies ingevolge artikel 19 zijn gewijzigd, bevat de publicatie van de internationale aanvrage de volledige tekst van de conclusies zoals ingediend en zoals gewijzigd. Voorts dient een verklaring bedoeld in artikel 19, eerste lid, te worden opgenomen, tenzij het Internationale Bureau van oordeel is dat de verklaring niet voldoet aan de bepalingen van Regel 46.4. De datum van ontvangst door het Internationale Bureau van de gewijzigde conclusies dient te worden vermeld.
g
Indien op het tijdstip waarop de technische voorbereidingen voor de internationale publicatie zijn afgerond, het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek nog niet beschikbaar is, dient op het voorblad te worden vermeld dat dat verslag nog niet beschikbaar was en dat het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek (zodra het beschikbaar wordt) afzonderlijk zal worden gepubliceerd met een herzien voorblad.
h
Indien, op het tijdstip van de afronding van de technische voorbereidingen voor de internationale publicatie, de termijn voor wijziging van de conclusies ingevolge artikel 19 niet verstreken is, dient zulks op het voorblad te worden vermeld alsmede dat, indien de conclusies ingevolge artikel 19 mochten worden gewijzigd, onverwijld na de ontvangst door het Internationale Bureau van zulke wijzigingen binnen de termijn ingevolge Regel 46.1, de volledige tekst van de conclusies zoals gewijzigd met een herzien voorblad zal worden gepubliceerd. Indien een verklaring ingevolge artikel 19, eerste lid, is ingediend, wordt deze eveneens gepubliceerd, tenzij het Internationale Bureau van oordeel is dat de verklaring niet voldoet aan de bepalingen van Regel 46.4.
(i)
Indien de goedkeuring door het ontvangende bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of het Internationale Bureau van een verbetering van een kennelijke fout in de internationale aanvrage bedoeld in Regel 91.1 door het Internationale Bureau wordt ontvangen of, indien van toepassing, wordt gegeven nadat de technische voorbereidingen voor internationale publicatie zijn afgerond, wordt een verklaring met een weergave van alle verbeteringen gepubliceerd tezamen met de bladen die de verbeteringen bevatten of de vervangende bladen en de brief verstrekt ingevolge Regel 91.2, naargelang van het geval, en wordt het voorblad opnieuw gepubliceerd.
j
Indien ten tijde van de afronding van de technische voorbereidingen voor internationale publicatie een verzoek ingevolge Regel 26bis 3 om herstel van het recht van voorrang nog in behandeling is, dient de gepubliceerde internationale aanvrage in plaats van de beslissing van het ontvangende bureau over dat verzoek aan te geven dat deze beslissing nog niet beschikbaar was en dat deze, zodra deze beschikbaar is, afzonderlijk zal worden gepubliceerd.
k
Indien een verzoek om publicatie ingevolge Regel 91.3 d door het Internationale Bureau ontvangen werd na de afronding van de technische voorbereidingen voor internationale publicatie, worden het verzoek om verbetering, de redenen en het eventuele commentaar bedoeld in die Regel onverwijld gepubliceerd na de ontvangst van dat verzoek om publicatie en wordt het voorblad opnieuw gepubliceerd.
l
Het Internationaal Bureau laat, na een met redenen omkleed verzoek van de aanvrager dat door het Internationaal Bureau wordt ontvangen voordat de technische voorbereidingen ten behoeve van internationale publicatie zijn afgerond, informatie weg uit de publicatie indien het van mening is dat:
- i.
deze informatie duidelijk er niet toe dient het publiek te informeren over de internationale aanvrage;
- ii.
publicatie van dergelijke informatie de persoonlijke of economische belangen van een persoon duidelijk zou schaden; en
- iii.
toegang tot die informatie geen zwaarwegend publiek belang dient.
Regel 26.4 is van overeenkomstige toepassing op de wijze waarop de aanvrager de informatie die onderwerp is van het uit hoofde van deze paragraaf ingediende verzoek presenteert.
m
Indien het ontvangende bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie of het Internationaal Bureau vaststelt dat informatie voldoet aan de criteria zoals vervat in paragraaf l, kan/kunnen dit bureau of deze Instanties de aanvrager voorstellen te verzoeken om weglating uit de internationale publicatie in overeenstemming met paragraaf l.
n
Indien het Internationaal Bureau in overeenstemming met paragraaf l informatie uit de internationale publicatie heeft weggelaten en deze informatie ook opgenomen is in het dossier van de internationale aanvrage dat wordt gehouden door het ontvangende bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie of de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, stelt het Internationaal Bureau onverwijld dat bureau of die Instanties dienovereenkomstig in kennis.
48.3. Talen van publicatie
a
Indien de internationale aanvrage is ingediend in het Arabisch, het Chinees, het Duits, het Engels, het Frans, het Japans, het Koreaans, het Portugees, het Russisch of het Spaans, (‘talen van publicatie’), wordt deze aanvrage gepubliceerd in de taal waarin zij werd ingediend.
b
Indien de internationale aanvrage niet is ingediend in een taal van publicatie en een vertaling in een taal van publicatie is verstrekt ingevolge Regel 12.3 of 12.4, wordt deze aanvrage gepubliceerd in de taal van die vertaling.
c
Indien de internationale aanvrage in een andere taal dan het Engels wordt gepubliceerd, dienen het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek, voor zover dit ingevolge Regel 48.2 a v gepubliceerd wordt, of de in artikel 17, tweede lid, onder a bedoelde verklaring, de titel van de uitvinding, het uittreksel en enige tekst bij de figuur of figuren bij het uittreksel, zowel in die taal als in het Engels gepubliceerd te worden. De vertalingen, indien deze niet ingevolge Regel 12.3 door de aanvrager worden verstrekt, worden vervaardigd onder de verantwoordelijkheid van het Internationaal Bureau
48.4. Vervroegde publikatie op verzoek van de aanvrager
a)
Wanneer de aanvrager verzoekt om publikatie ingevolge de artikelen 21, tweede lid, onder b) en 64, derde lid, onder c), sub (i), en het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek, of de verklaring bedoeld in artikel 17, tweede lid, onder a), nog niet beschikbaar is voor publikatie te zamen met de internationale aanvrage, int het internationale Bureau een speciale publikatietaks waarvan het bedrag in de Administratieve Instructies wordt vastgesteld.
b)
Publikatie ingevolge de artikelen 21, tweede lid, onder b) en 64, derde lid, onder c), sub (i), dient te worden verricht door het Internationale Bureau en wel onverwijld nadat de aanvrager daarom heeft verzocht en, wanneer ingevolge het bepaalde onder paragraaf a) een bijzondere taks is verschuldigd, na ontvangst van deze taks.
48.5. Kennisgeving van nationale publikatie
Wanneer de publikatie van de internationale aanvrage door het Internationale Bureau wordt beheerst door artikel 64, derde lid, onder c), sub (ii), dient het betrokken nationale bureau, onverwijld na het verrichten van de in die bepaling bedoelde nationale publikatie, het Internationale Bureau van deze nationale publikatie in kennis te stellen.
48.6. Aankondiging van bepaalde feiten
a)
Indien een kennisgeving ingevolge Regel 29.1 ii. het Internationaal Bureau bereikt op een later tijdstip dan dat waarop het de internationale publicatie van de internationale aanvrage kon voorkomen, dient het Internationaal Bureau onverwijld een aankondiging in het mededelingenblad te plaatsen waarin de voornaamste inhoud van deze kennisgeving wordt weergegeven.
b)
Vervallen.
c
Indien de internationale aanvrage, de aanwijzing van een aangewezen Staat of het beroep op een recht van voorrang ingevolge Regel 90 bis wordt ingetrokken nadat de technische voorbereidingen voor de internationale publikatie zijn voltooid, dient een kennisgeving van de intrekking te worden gepubliceerd in het mededelingenblad.
Regel 49. Afschrift, vertaling en taks ingevolge artikel 22
49.1. Kennisgeving
a)
Een Verdragsluitende Staat die verlangt dat ingevolge artikel 22 een vertaling wordt verstrekt of een nationale taks wordt betaald, of beide, geeft het Internationale Bureau kennis van:
- (i)
de talen waaruit en de taal waarin hij vertaling verlangt,
- (ii)
het bedrag van de nationale taks.
- a-bis)
Een Verdragsluitende Staat die niet verlangt dat ingevolge artikel 22 door de aanvrager een afschrift van de internationale aanvrage wordt verstrekt (zelfs indien de toezending van het afschrift van de internationale aanvrage door het Internationale Bureau ingevolge Regel 47 niet heeft plaatsgevonden voor het verstrijken van de ingevolge artikel 22 van toepassing zijnde termijn) stelt het Internationale Bureau daarvan in kennis.
- a-ter)
Een Verdragsluitende Staat die, indien hij een aangewezen Staat is, ingevolge artikel 24, tweede lid, de rechtsgevolgen bepaald in artikel 11, derde lid, handhaaft, zelfs indien een afschrift van de internationale aanvrage niet is verstrekt door de aanvrager voor het verstrijken van de ingevolge artikel 22 van toepassing zijnde termijn, stelt het Internationale Bureau daarvan in kennis.
b)
Een kennisgeving ontvangen door het Internationale Bureau ingevolge het bepaalde onder de paragrafen a), a-bis) of a-ter) wordt door het Internationale Bureau onverwijld bekendgemaakt in het mededelingenblad.
c)
Indien de onder paragraaf a) gestelde vereisten later veranderen, dienen deze veranderingen door de Verdragsluitende Staat ter kennis te worden gebracht van het Internationale Bureau en dit Bureau maakt de kennisgeving onverwijld bekend in het mededelingenblad. Indien de verandering inhoudt dat vertaling is vereist in een taal die vóór de verandering niet was vereist, geldt deze verandering slechts ten aanzien van internationale aanvragen die meer dan 2 maanden na de bekendmaking van de kennisgeving in het mededelingenblad worden ingediend. In de andere gevallen wordt de datum waarop een verandering ingaat, bepaald door de Verdragsluitende Staat.
49.2. Talen
De taal waarin een vertaling kan worden verlangd, moet een officiële taal van het aangewezen bureau zijn. Indien er meer dan één officiële taal is, kan geen vertaling worden geëist, indien de internationale aanvrage in een van deze talen is gesteld. Indien er meer dan één officiële taal is en een vertaling moet worden verstrekt, kan de aanvrager een van deze talen kiezen. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van deze paragraaf kan, indien er meer dan één officiële taal is, maar de nationale wetgeving het gebruik van een dezer talen voorschrijft voor vreemdelingen, een vertaling in die taal worden geëist.
49.3. Verklaringen ingevolge artikel 19; vermeldingen ingevolge Regel 13 bis.4
Voor de toepassing van artikel 22 en van de onderhavige Regel worden een ingevolge artikel 19, eerste lid, afgelegde verklaring en een vermelding verstrekt ingevolge Regel 13 bis.4, onverminderd het bepaalde in Regel 49.5 c) en h), als een deel van de internationale aanvrage beschouwd.
49.4. Gebruik van een nationaal formulier
Geen aanvrager behoeft een nationaal formulier te gebruiken voor het verrichten van de in artikel 22 bedoelde handelingen.
49.5. Inhoud van en vormvoorschriften voor de vertaling
(a)
Voor de toepassing van artikel 22 dient de vertaling van de internationale aanvrage de beschrijving (onverminderd paragraaf a-bis)), de conclusies, de tekst bij de tekeningen en het uittreksel te bevatten. Indien het aangewezen bureau daarom verzoekt, dient de vertaling, onverminderd het bepaalde in de paragrafen (b), (c-bis) en (e), tevens
- (i)
het verzoekschrift te bevatten,
- (ii)
indien de conclusies ingevolge artikel 19 zijn gewijzigd, zowel de ingediende conclusies als de gewijzigde conclusies te bevatten (de gewijzigde conclusies dienen te worden verstrekt in de vorm van een vertaling van de complete reeks conclusies verstrekt ingevolge Regel 46.5 (a) ter vervanging van alle oorspronkelijk ingediende conclusies), en
- (iii)
vergezeld te gaan van een afschrift van de tekeningen.
(a-bis)
Een aangewezen bureau mag de aanvrager niet vragen om een vertaling van tekst in het sequentie-opsommingsdeel van de beschrijving indien dit sequentie-opsommingsdeel voldoet aan Regel 12.1 d en de taalafhankelijke vrije tekst omvat in een taal die het aangewezen bureau voor dat doel accepteert, behalve dat een aangewezen bureau dat gepubliceerde sequentie-opsommingen aan databaseaanbieders levert een Engelse vertaling kan vereisen van het sequentie-opsommingsdeel van de beschrijving, in overeenstemming met de Administratieve Instructies, wanneer de taalafhankelijke vrije tekst niet in het Engels is meegeleverd.
b)
Een aangewezen bureau dat het verstrekken van een vertaling van het verzoekschrift verlangt, dient afschriften van het formulier van het verzoekschrift in de taal van de vertaling kosteloos aan de aanvragers te verschaffen. Vorm en inhoud van het formulier van het verzoekschrift in de taal van de vertaling dienen niet af te wijken van die van het verzoekschrift ingevolge de Regels 3 en 4; het formulier in de taal van de vertaling dient in het bijzonder geen gegevens te vragen die niet in het oorspronkelijke verzoekschrift zijn opgenomen. Het gebruik van het formulier van het verzoekschrift in de taal van de vertaling dient vrij te zijn.
c)
Wanneer de aanvrager geen vertaling verstrekt van een ingevolge artikel 19, eerste lid, afgelegde verklaring, kan het aangewezen bureau een dergelijke verklaring buiten beschouwing laten.
c-bis
Wanneer de aanvrager aan een aangewezen bureau dat ingevolge paragraaf aii een vertaling verlangt van zowel de conclusies zoals ingediend als de conclusies zoals gewijzigd, slechts één van de twee verlangde vertalingen verstrekt, kan het aangewezen bureau de conclusies waarvan geen vertaling is verstrekt buiten beschouwing laten of de aanvrager uitnodigen de ontbrekende vertaling te verstrekken binnen een termijn die gezien de omstandigheden redelijk is en in de uitnodiging is vastgesteld. Wanneer het aangewezen bureau verkiest de aanvrager uit te nodigen de ontbrekende vertaling te verstrekken en deze niet is verstrekt binnen de in de uitnodiging vastgestelde termijn, kan het aangewezen bureau de conclusies waarvan geen vertaling is verstrekt buiten beschouwing laten of de internationale aanvrage als ingetrokken beschouwen.
d)
Indien een tekening tekst bevat, dient de vertaling van die tekst verstrekt te worden, hetzij in de vorm van een afschrift van de oorspronkelijke tekening met de vertaling geplakt op de originele tekst, hetzij in de vorm van een opnieuw uitgevoerde tekening.
e
Een aangewezen bureau dat ingevolge paragraaf a het verstrekken van een afschrift van de tekeningen verlangt, dient, wanneer de aanvrager niet binnen de termijn bepaald in artikel 22 dit afschrift heeft verstrekt, de aanvrager uit te nodigen dit afschrift te verstrekken binnen een termijn die gezien de omstandigheden redelijk is en in de uitnodiging is vastgesteld.
f)
De uitdrukking ‘Fig.’ behoeft in geen enkele taal vertaald te worden.
g)
Wanneer een afschrift van de tekeningen of een opnieuw uitgevoerde tekening die is verstrekt ingevolge paragraaf d) of e), onverenigbaar is met de in Regel 11 genoemde vormvoorschriften, kan het aangewezen bureau de aanvrager verzoeken het gebrek binnen een termijn die naar de omstandigheden redelijk is en opgenomen is in het verzoek, te verbeteren.
h
Wanneer de aanvrager geen vertaling heeft verstrekt van het uittreksel of een ingevolge Regel 13 bis.4 verstrekte vermelding, nodigt het aangewezen bureau de aanvrager uit de vertaling alsnog te verstrekken, indien het zulks noodzakelijk acht, binnen een termijn die gezien de omstandigheden redelijk is en in de uitnodiging is vastgesteld.
i)
Gegevens inzake een vereiste en de handelwijze van aangewezen bureaus, met betrekking tot de tweede zin van paragraaf a), worden door het Internationale Bureau in het mededelingenblad bekendgemaakt.
j)
Een aangewezen bureau mag niet verlangen dat de vertaling van de internationale aanvrage voldoet aan andere vormvoorschriften dan die welke voorgeschreven zijn voor de oorspronkelijke internationale aanvrage.
k
Wanneer een titel door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek is vastgesteld ingevolge Regel 37.2, dient de vertaling de titel te bevatten zoals vastgesteld door die Instantie.
l
Indien paragraaf c-bis of paragraaf k op 12 juli 1991 niet verenigbaar is met de door het aangewezen bureau toegepaste nationale wetgeving, is de desbetreffende bepaling niet van toepassing op dat aangewezen bureau zolang deze niet verenigbaar is met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationale Bureau hiervan in kennis stelt voor 31 december 1991. De ontvangen informatie wordt door het Internationale Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad.
49.6. Herstel van rechten indien verzuimd is de in artikel 22 bedoelde handelingen te verrichten
a
Indien de rechtsgevolgen van de internationale aanvrage voorzien in artikel 11, derde lid, zijn vervallen, omdat de aanvrager verzuimd heeft binnen de desbetreffende termijn de in artikel 22 bedoelde handelingen te verrichten, herstelt het aangewezen bureau de aanvrager op diens verzoek en met inachtneming van het gestelde in de paragrafen b tot en met e van deze regel, in zijn rechten met betrekking tot die internationale aanvrage, indien het oordeelt dat de vertraging bij de inachtneming van die termijn onopzettelijk is ontstaan, of, naar keuze van het aangewezen bureau, dat die termijn niet in acht is genomen ondanks het betrachten van in de gegeven omstandigheden geboden zorgvuldigheid.
b
Het verzoek krachtens paragraaf a wordt ingediend bij het aangewezen bureau en de in artikel 22 bedoelde handelingen dienen te worden verricht binnen de termijn die het eerst verstrijkt:
- i.
twee maanden na de datum waarop de oorzaak van de niet-inachtneming van de desbetreffende termijn krachtens artikel 22 is weggenomen; of
- ii.
twaalf maanden na de datum waarop de desbetreffende termijn krachtens artikel 22 verstrijkt;
mits de aanvrager het verzoek op een later tijdstip mag indienen indien zulks wordt toegestaan door het van toepassing zijnde en door het aangewezen bureau toegepaste nationale recht.
c
In het verzoek krachtens paragraaf a worden de redenen vermeld voor het niet in acht nemen van de desbetreffende termijn krachtens artikel 22.
d
Het van toepassing zijnde, door het aangewezen bureau toegepaste nationale recht kan voorschrijven dat:
- i.
een taks wordt betaald ter zake van een verzoek krachtens paragraaf a;
- ii.
een verklaring of andere bewijzen worden ingediend ter staving van de in paragraaf c bedoelde redenen.
e
Het aangewezen bureau wijst geen verzoeken krachtens paragraaf a af zonder de aanvrager in de gelegenheid te stellen binnen een gegeven de omstandigheden redelijke termijn bezwaar te maken tegen de beoogde afwijzing.
f
Indien de paragrafen a tot en met e op 1 oktober 2002 niet verenigbaar zijn met de door het aangewezen bureau toegepaste nationale wetgeving, zijn deze paragrafen niet van toepassing op dat aangewezen bureau zolang zij niet verenigbaar zijn met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationaal Bureau hiervan in kennis stelt voor 1 januari 2003. De ontvangen informatie wordt door het Internationaal Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad.
Regel 49bis. Vermeldingen ten aanzien van de beoogde bescherming ten behoeve van nationale behandeling
49bis. 1. Keuze van bepaalde soorten bescherming
a
Indien de aanvrager verlangt dat de internationale aanvrage in een aangewezen Staat waarop artikel 43 van toepassing is, niet wordt behandeld als een aanvrage om de verlening van een octrooi, maar om de verlening van een ander soort bescherming bedoeld in dat artikel, meldt de aanvrager bij het verrichten van de in artikel 22 bedoelde handelingen dit aan het aangewezen bureau.
b
Indien de aanvrager verlangt dat de internationale aanvrage in een aangewezen Staat waarop artikel 44 van toepassing is, wordt behandeld als een aanvrage om verlening van meer dan een soort bescherming bedoeld in artikel 43, meldt de aanvrager, bij het verrichten van de in artikel 22 bedoelde handelingen, dit aan het aangewezen bureau en geeft, indien van toepassing, aan welke soort bescherming primair wordt verlangd en welke subsidiair.
c
In de in paragrafen a en b bedoelde gevallen, indien de aanvrager verlangt dat de internationale aanvrage in een aangewezen Staat wordt behandeld als een aanvrage om een aanvullingsoctrooi, een aanvullingscertificaat, een aanvulling van een uitvinderscertificaat of een aanvulling van een gebruikscertificaat, vermeldt de aanvrager bij het verrichten van de handelingen bedoeld in artikel 22, de desbetreffende hoofdaanvrage, het hoofdoctrooi of een ander verleend hoofdrecht.
d
Indien de aanvrager verlangt dat de internationale aanvrage in een aangewezen Staat wordt behandeld als een aanvrage om voortzetting of gedeeltelijke voortzetting van een eerdere aanvrage, meldt de aanvrager bij het verrichten van de in artikel 22 bedoelde handelingen, dit aan het aangewezen bureau en vermeldt daarbij de desbetreffende hoofdaanvrage.
e
Wanneer de aanvrager bij het verrichten van de in artikel 22 bedoelde handelingen geen uitdrukkelijke melding ingevolge paragraaf a heeft gedaan, maar de door hem betaalde nationale taks bedoeld in artikel 22 overeenkomt met de nationale taks voor een specifiek soort bescherming, wordt de betaling van die taks beschouwd als melding van de wens van de aanvrager dat de internationale aanvrage dient te worden behandeld als een aanvrage om dat soort bescherming en stelt het aangewezen bureau de aanvrager daarvan in kennis.
49bis. 2. Tijdstip voor meldingen
a
Aangewezen bureaus mogen niet verlangen dat de aanvrager, vóór het verrichten van de in artikel 22 bedoelde handelingen, meldingen doet als bedoeld in Regel 49bis.1, of, indien van toepassing, meldt of hij verlening van een nationaal octrooi of een regionaal octrooi verlangt.
b
De aanvrager kan, indien zulks is toegestaan krachtens de nationale wetgeving die moet worden toegepast door het betrokken aangewezen bureau, op een later tijdstip een dergelijke melding doen of, indien van toepassing, van de ene soort bescherming overstappen op de andere.
Regel 49ter. Rechtsgevolgen van het herstel van een recht van voorrang door het ontvangende bureau; Herstel van een recht van voorrang door het aangewezen bureau
49ter 1. Rechtsgevolgen van het herstel van een recht van voorrang door het ontvangende bureau
a
Indien het ontvangende bureau een recht van voorrang heeft hersteld ingevolge Regel 26bis 3 op grond van het feit dat het heeft vastgesteld dat het verzuim de internationale aanvrage binnen de termijn van voorrang in te dienen is ontstaan ondanks het feit dat de in de gegeven omstandigheden nodige zorg was betracht, heeft dat herstel, met inachtneming van paragraaf c, rechtsgevolgen in elke aangewezen Staat.
b
Indien het ontvangende bureau een recht van voorrang ingevolge Regel 26bis 3 heeft hersteld op grond van het feit dat het heeft vastgesteld dat het verzuim de internationale aanvrage binnen de termijn van voorrang in te dienen onopzettelijk is ontstaan, heeft dat herstel, met inachtneming van paragraaf c, rechtsgevolgen in elke aangewezen Staat waarvan het van toepassing zijnde nationale recht voorziet in herstel van het recht van voorrang op grond van dat criterium of op grond van een criterium dat vanuit het oogpunt van de aanvragers gunstiger is dan dat criterium.
c
Een beslissing van het ontvangende bureau een recht van voorrang te herstellen ingevolge Regel 26bis 3 heeft geen rechtsgevolgen in een aangewezen Staat indien het aangewezen bureau, een gerechtelijke instantie of een ander bevoegd orgaan van of optredend voor die aangewezen Staat vaststelt dat niet voldaan is aan een vereiste ingevolge Regel 26bis 3 a, b i of c, waarbij de in het bij het ontvangende bureau ingevolge Regel 26bis 3 a ingediende verzoek en andere ingevolge Regel 26bis 3 b iii bij het ontvangende bureau ingediende verklaringen of bewijs vermelde redenen in aanmerking worden genomen.
d
Een aangewezen bureau gaat uitsluitend over tot herziening van de beslissing van het ontvangende bureau indien het redelijkerwijs betwijfelt of aan een in paragraaf c genoemd vereiste is voldaan, in welk geval het aangewezen bureau de aanvrager dienovereenkomstig in kennis stelt, waarbij de redenen voor de twijfel worden vermeld en de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld binnen een redelijke termijn bezwaar te maken.
e
Een aangewezen Staat is niet gebonden door een beslissing van het ontvangende bureau een verzoek ingevolge Regel 26bis 3 om herstel van een recht van voorrang af te wijzen.
f
Indien het ontvangende bureau een verzoek om herstel van een recht van voorrang heeft afgewezen, kan een aangewezen bureau dat verzoek aanmerken als een verzoek om herstel dat ingevolge Regel 49ter 2 a bij dat aangewezen bureau binnen de termijn ingevolge die Regel is ingediend.
g
Indien de paragrafen a tot en met d op 5 oktober 2005 niet verenigbaar zijn met de door het aangewezen bureau toegepaste nationale wetgeving, zijn die paragrafen niet van toepassing op dat bureau zolang zij niet verenigbaar zijn met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationale Bureau hiervan in kennis stelt voor 5 april 2006. De ontvangen informatie wordt door het Internationale Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad.
49ter 2. Herstel van een recht van voorrang door het aangewezen bureau
a
Indien in de internationale aanvrage een beroep wordt gedaan op de voorrang van een eerdere aanvrage en deze internationale aanvrage een datum van internationale indiening heeft die later valt dan de datum waarop de termijn van voorrang is verstreken, maar binnen een tijdvak van twee maanden na die datum, herstelt het aangewezen bureau op verzoek van de aanvrager en met inachtneming van paragraaf b, het recht van voorrang indien het bureau vaststelt dat aan een door hem gehanteerd criterium (criterium voor herstel) is voldaan, namelijk dat het verzuim de internationale aanvrage binnen de termijn van voorrang in te dienen:
- i.
was ontstaan ondanks het feit dat de in de gegeven omstandigheden nodige zorg was betracht; of
- ii.
onopzettelijk was ontstaan.
Elk aangewezen bureau hanteert ten minste een van die criteria en kan ook beide hanteren.
b
Een verzoek op grond van paragraaf a:
- i.
wordt binnen een maand na de ingevolge artikel 22 van toepassing zijnde termijn ingediend bij het aangewezen bureau of, wanneer de aanvrager ingevolge artikel 23, tweede lid, een uitdrukkelijk verzoek bij het aangewezen bureau indient, binnen een maand na de datum waarop dit verzoek door het aangewezen bureau is ontvangen;
- ii.
bevat de redenen voor het verzuim de internationale aanvrage binnen de termijn van voorrang in te dienen en gaat bij voorkeur vergezeld van een verklaring of andere ingevolge paragraaf c vereiste bewijzen; en
- iii.
gaat vergezeld van een taks voor een verzoek om herstel zoals vereist ingevolge paragraaf d.
c
Het aangewezen bureau kan vereisen dat een verklaring of andere bewijzen ter staving van de redenen bedoeld in paragraaf bii bij hem worden ingediend binnen een gegeven de omstandigheden redelijke termijn.
d
Het aangewezen bureau kan voor de indiening van een verzoek ingevolge paragraaf a als voorwaarde stellen dat ten gunste van hem een taks voor een verzoek om herstel wordt betaald.
e
Het aangewezen bureau wijst geen verzoek ingevolge paragraaf a geheel of gedeeltelijk af zonder de aanvrager in de gelegenheid te stellen binnen een gegeven de omstandigheden redelijke termijn bezwaar te maken tegen de beoogde afwijzing. Het aangewezen bureau kan de aanvrager een dergelijke kennisgeving inzake de beoogde afwijzing toezenden tezamen met een uitnodiging een verklaring of ander bewijs ingevolge paragraaf c in te dienen.
f
Indien het door het aangewezen bureau toegepaste nationale recht ter zake van het herstel van een recht van voorrang voorziet in vereisten die, vanuit het oogpunt van de aanvragers gunstiger zijn dan de vereisten voorzien in de paragrafen a en b, kan het aangewezen bureau, bij het vaststellen van het recht van voorrang de vereisten uit hoofde van het van toepassing zijnde nationale recht toepassen in plaats van de vereisten uit hoofde van die paragrafen.
g
Elk aangewezen bureau stelt het Internationale Bureau in kennis van welk van de criteria voor herstel het toepast, van de vereisten, indien van toepassing, van het van toepassing zijnde nationale recht in overeenstemming met paragraaf f en van eventuele latere wijzigingen in dat opzicht. Het Internationale Bureau publiceert dergelijke informatie onverwijld in het mededelingenblad.
h
Indien de paragrafen a tot en met g op 5 oktober 2005 niet verenigbaar zijn met de door het aangewezen bureau toegepaste nationale wetgeving, zijn die paragrafen niet van toepassing op dat bureau zolang zij niet verenigbaar zijn met die wetgeving, mits genoemd bureau het Internationale Bureau hiervan in kennis stelt voor 5 april 2006. De ontvangen informatie wordt door het Internationale Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad.
Regel 50. Bevoegdheid ingevolge artikel 22, derde lid
50.1. Uitoefening van bevoegdheid
a)
Een Verdragsluitende Staat die een termijn toestaat welke later verstrijkt dan de in artikel 22, eerste of tweede lid, bepaalde termijnen, dient het Internationale Bureau de vastgestelde termijnen mede te delen.
b)
Een door het Internationale Bureau ingevolge het bepaalde onder paragraaf a) ontvangen mededeling wordt door het Internationale Bureau onverwijld bekendgemaakt in het mededelingenblad.
c)
Mededelingen over de verkorting van de voordien vastgestelde termijn hebben rechtsgevolgen voor de internationale aanvragen, ingediend na het verstrijken van 3 maanden na de datum waarop de mededeling door het Internationale Bureau is bekendgemaakt.
d)
Mededelingen over de verlenging van de voordien vastgestelde termijn worden van kracht op het tijdstip van de bekendmaking door het Internationale Bureau in het mededelingenblad ten aanzien van internationale aanvragen die op dat tijdstip aanhangig zijn of die na de datum van deze bekendmaking zijn ingediend, dan wel, indien de Verdragsluitende Staat die de mededeling doet een latere datum vaststelt, met ingang van die latere datum.
Regel 51. Bestudering door aangewezen bureaus
51.1. Termijn voor indiening van het verzoek afschriften te zenden
De termijn bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder c, is twee maanden, te rekenen vanaf de datum van de kennisgeving gezonden aan de aanvrager ingevolge de Regels 20.4 i, 24.2 c of 29.1 ii.
51.2. Afschrift van de kennisgeving
Indien de aanvrager, na een negatieve beslissing ingevolge artikel 11, eerste lid, te hebben ontvangen, het Internationale Bureau ingevolge artikel 25, eerste lid, verzoekt afschriften van het dossier van de als internationaal bedoelde aanvrage toe te zenden aan een van de bureaus die hij heeft gepoogd aan te wijzen, dient hij aan zijn verzoek een afschrift te hechten van de kennisgeving bedoeld in Regel 20.4 i.
51.3. Termijn voor betaling van de nationale taks en verstrekking van een vertaling
De termijn bedoeld in artikel 25, tweede lid, onder a) verstrijkt op hetzelfde tijdstip als de termijn voorgeschreven in Regel 51.1.
Regel 51bis. Bepaalde nationale vereisten toegestaan krachtens artikel 27
51bis.1. Bepaalde toegestane nationale vereisten
a)
Onverminderd Regel 51 bis 2 kan het door het aangewezen bureau toe te passen nationale recht, in overeenstemming met artikel 27, vereisen dat de aanvrager in het bijzonder verstrekt:
- (i)
een document inzake de identiteit van de uitvinder,
- (ii)
een document inzake het recht van de aanvrager een octrooi aan te vragen of verleend te krijgen,
- (iii)
een document met een bewijs van het recht van de aanvrager om een beroep te doen op een recht van voorrang op grond van een eerdere aanvrage wanneer de aanvrager niet de aanvrager is die de eerdere aanvrage heeft ingediend of wanneer de naam van de aanvrager gewijzigd is sinds de datum waarop de eerdere aanvrage werd ingediend,
- (iv)
wanneer de internationale aanvrage een Staat aanwijst waarvan de nationale wetgeving op 9 oktober 2012 de eis stelt dat een eed of verklaring van uitvinderschap wordt ingediend, een document met een eed of verklaring van uitvinderschap,
- v.
een bewijs betreffende onschadelijke openbaarmaking of een op gebrek aan nieuwheid te maken uitzondering, zoals openbaarmaking als gevolg van misbruik, openbaarmaking bij bepaalde tentoonstellingen en openbaarmaking door de aanvrager gedurende een bepaald tijdvak;
- vi.
bevestiging van de internationale aanvrage door ondertekening door een aanvrager voor de aangewezen Staat die het verzoekschrift niet ondertekend heeft;
- vii.
ontbrekende vermeldingen die vereist zijn ingevolge Regel 4.5 a ii. en iii. ten aanzien van een aanvrager voor de aangewezen Staat;
- viii.
in de gevallen bedoeld in Regel 82ter.1, een vertaling van elk abusievelijk ingediend element of onderdeel verwijderd uit de internationale aanvrage in overeenstemming met Regel 20.5bis b of c.
b)
De nationale wetgeving toe te passen door het aangewezen bureau kan, in overeenstemming met artikel 27, zevende lid, verplicht stellen:
- (i)
dat de aanvrager wordt vertegenwoordigd door een gemachtigde die gerechtigd is aanvragers voor dat bureau te vertegenwoordigen en/of dat hij een adres in de aangewezen Staat heeft voor het ontvangen van kennisgevingen,
- (ii)
dat de gemachtigde, voorzover die er is, die de aanvrager vertegenwoordigt, naar behoren door de aanvrager is benoemd.
c)
De nationale wetgeving toe te passen door het aangewezen bureau kan, in overeenstemming met artikel 27, eerste lid, de eis stellen dat de internationale aanvrage, de vertaling daarvan of enig ander document daarop betrekking hebbend, in meer dan één afschrift wordt verstrekt.
d)
De nationale wetgeving toe te passen door het aangewezen bureau kan, in overeenstemming met artikel 27, tweede lid, onder ii, de eis stellen dat de vertaling van de internationale aanvrage zoals door de aanvrager verstrekt ingevolge artikel 22:
- i.
door de aanvrager of de persoon die de internationale aanvrage heeft vertaald wordt bevestigd in een verklaring dat de vertaling, naar zijn beste weten, volledig en waarheidsgetrouw is;
- ii.
door een openbare autoriteit of beëdigd vertaler wordt gelegaliseerd, maar slechts wanneer het aangewezen bureau redelijkerwijs de nauwkeurigheid van de vertaling kan betwijfelen.
e
De door het aangewezen bureau toe te passen nationale wetgeving kan in overeenstemming met artikel 27 de eis stellen dat de aanvrager een vertaling van het voorrangsbewijs verstrekt, met dien verstande dat een dergelijke vertaling alleen kan worden vereist:
- i.
indien de geldigheid van het beroep op een recht van voorrang van betekenis is om te bepalen of de desbetreffende uitvinding octrooieerbaar is; of
- ii.
indien de datum van internationale indiening is toegekend door het ontvangende bureau ingevolge Regel 20.3 b ii, 20.5 d of 20.5bis d op grond van opneming door middel van verwijzing ingevolge de Regels 4.18 en 20.6 van een element of onderdeel teneinde ingevolge Regel 82ter 1 b te bepalen of dat element of onderdeel volledig vervat is in het desbetreffende voorrangsbewijs, in welk geval het door het aangewezen bureau toe te passen nationale recht van de aanvrager tevens kan verlangen dat hij in het geval van een deel van de beschrijving, conclusies of tekeningen vermeldt waar dat onderdeel vervat is in de vertaling van het voorrangsbewijs.
51bis.2. Bepaalde omstandigheden waarin documenten of bewijs niet vereist mogen worden
Het aangewezen bureau vereist, tenzij het redelijkerwijs kan twijfelen aan de juistheid van de desbetreffende gegevens of verklaring, geen document of bewijs:
- (i)
inzake de identiteit van de uitvinder (Regel 51bis.1(a)(i)) (niet zijnde een document met een eed of verklaring van uitvinderschap (Regel 51bis.1(a)(iv)), indien vermeldingen betreffende de uitvinder, in overeenstemming met Regel 4.6, zijn opgenomen in het verzoekschrift of indien een verklaring inzake de identiteit van de uitvinder, in overeenstemming met Regel 4.17(i), is opgenomen in het verzoekschrift of rechtstreeks wordt ingediend bij het aangewezen bureau;
- ii.
inzake het recht van de aanvrager, op de datum van internationale indiening, om een octrooi aan te vragen en verleend te krijgen (Regel 51bis.1 a ii), indien een verklaring inzake die aangelegenheid in overeenstemming met Regel 4.17 ii is opgenomen in het verzoekschrift of rechtstreeks wordt ingediend bij het aangewezen bureau;
- (iii)
inzake het recht van de aanvrager, op de datum van internationale indiening, om een beroep te doen op het recht van voorrang op grond van een eerdere aanvrage (Regel 51bis.1(a)(iii)), indien een verklaring inzake die aangelegenheid, in overeenstemming met Regel 4.17(iii), is opgenomen in het verzoekschrift of rechtstreeks wordt ingediend bij het aangewezen bureau;
- (iv)
met een eed of verklaring van uitvinderschap (Regel 51bis.1(a)(iv)), indien een verklaring van uitvinderschap, in overeenstemming met Regel 4.17(iv), is opgenomen in het verzoekschrift of rechtstreeks wordt ingediend bij het aangewezen bureau.
51bis.3. Mogelijkheid om te voldoen aan nationale vereisten
a
Wanneer aan een van de vereisten bedoeld in Regel 51bis.1 a i tot en met iv en c tot en met e, of aan een ander vereiste van de door het aangewezen bureau toegepaste nationale wetgeving dat dat bureau kan toepassen in overeenstemming met artikel 27, eerste of tweede lid, niet reeds is voldaan gedurende hetzelfde tijdvak waarbinnen moet worden voldaan aan de vereisten ingevolge artikel 22, nodigt het aangewezen bureau de aanvrager uit aan het vereiste te voldoen binnen een termijn die niet korter is dan twee maanden gerekend vanaf de datum van de uitnodiging. Ieder aangewezen bureau mag verlangen dat de aanvrager een taks betaalt voor het voldoen aan nationale vereisten in antwoord op de uitnodiging.
b
Wanneer aan een vereiste van de door het aangewezen bureau toegepaste nationale wetgeving dat dat bureau kan toepassen in overeenstemming met artikel 27, zesde of zevende lid, niet reeds is voldaan gedurende hetzelfde tijdvak waarbinnen moet worden voldaan aan de vereisten ingevolge artikel 22, heeft de aanvrager de mogelijkheid om aan het vereiste te voldoen na het verstrijken van dat tijdvak.
c
Indien op 17 maart 2000 paragraaf a onverenigbaar is met de door het aangewezen bureau toegepaste nationale wetgeving met betrekking tot de in die paragraaf bedoelde termijn, is genoemde paragraaf niet van toepassing ten aanzien van dat bureau met betrekking tot die termijn zolang de bedoelde paragraaf onverenigbaar blijft met die wetgeving, mits het genoemde bureau het Internationale Bureau vóór 30 november 2000 daarover inlicht. De ontvangen inlichtingen worden door het Internationale Bureau terstond gepubliceerd in het mededelingenblad.
Regel 52. Wijziging van de conclusies, de beschrijving en de tekeningen voor aangewezen bureaus
52.1. Termijn
a
In een aangewezen Staat waar de behandeling of beoordeling zonder speciaal verzoek begint, dient de aanvrager, indien hij zulks wenst, het recht ingevolge artikel 28 uit te oefenen binnen een maand nadat aan de vereisten ingevolge artikel 22 is voldaan, met dien verstande dat, indien de toezending ingevolge Regel 47.1 niet vóór het verstrijken van de ingevolge artikel 22 van toepassing zijnde termijn is gedaan, hij genoemd recht dient uit te oefenen uiterlijk vier maanden na deze datum van verstrijken. In beide gevallen kan de aanvrager dit recht op elk later tijdstip uitoefenen, indien de nationale wetgeving van de genoemde Staat zulks toestaat.
b)
In een aangewezen Staat waarin de nationale wetgeving bepaalt dat de beoordeling slechts op speciaal verzoek begint, dient de termijn waarbinnen of het tijdstip waarop de aanvrager het recht ingevolge artikel 28 kan uitoefenen dezelfde of hetzelfde te zijn als die welke bij de nationale wetgeving is bepaald voor de indiening van wijzigingen in het geval van beoordeling, op speciaal verzoek, van nationale aanvragen, met dien verstande dat deze termijn niet mag zijn verstreken vóór, of dit tijdstip niet mag vallen vóór, het verstrijken van de ingevolge het bepaalde onder paragraaf a) van toepassing zijnde termijn.
Deel C. Regels betreffende hoofdstuk II van het Verdrag
Regel 53. Het verzoek
53.1. Vorm
a
Het verzoek dient te worden gesteld op een gedrukt formulier of te worden ingediend in de vorm van een computeruitdraai. De nadere bijzonderheden van het gedrukte formulier en het in de vorm van een computeruitdraai ingediende verzoek worden voorgeschreven in de Administratieve Instructies.
b
Exemplaren van gedrukte formulieren voor het verzoek worden kosteloos verstrekt door het ontvangende bureau of de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
53.2. Inhoud
a
Het verzoek dient te bevatten:
- (i)
een verzoek,
- (ii)
gegevens betreffende de aanvrager en de gemachtigde, indien er een gemachtigde is,
- (iii)
gegevens over de internationale aanvrage waarop zij betrekking heeft,
- (iv)
een verklaring inzake wijzigingen, indien van toepassing.
b)
Het verzoek dient te zijn ondertekend.
53.3. Het verzoek
Het verzoek dient de volgende strekking te hebben en bij voorkeur als volgt te luiden: ‘Verzoek ingevolge artikel 31 van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien: De ondergetekende verzoekt dat de hieronder nader aangegeven internationale aanvrage zal worden onderworpen aan een internationale voorlopige beoordeling overeenkomstig het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien’.
53.4. De aanvrager
Ten aanzien van de gegevens betreffende de aanvrager zijn de Regels 4.4 en 4.16 van toepassing en is Regel 4.5 van overeenkomstige toepassing.
53.5. De gemachtigde of gemeenschappelijke vertegenwoordiger
Indien er een gemachtigde of een gemeenschappelijke vertegenwoordiger is benoemd, dient het verzoek zulks te vermelden. De Regels 4.4 en 4.16 zijn van toepassing en Regel 4.7 is van overeenkomstige toepassing.
53.6. Gegevens over de internationale aanvrage
De internationale aanvrage dient te worden aangegeven door de naam en het adres van de aanvrager, de titel van de uitvinding, de datum van de internationale indiening (indien deze de aanvrager bekend is) en het nummer van de internationale aanvrage of, wanneer dit nummer de aanvrager niet bekend is, de naam van het ontvangende bureau waarbij de internationale aanvrage werd ingediend.
53.7. Keuze van Staten
Het indienen van een verzoek geldt als de keuze van alle Verdragsluitende Staten die zijn aangewezen en gebonden zijn door Hoofdstuk II van het Verdrag.
53.8. Ondertekening
Het verzoek wordt ondertekend door de aanvrager of, indien er meer dan een aanvrager is, door alle aanvragers die het verzoek doen.
53.9. Verklaring betreffende wijzigingen
(a)
Indien wijzigingen ingevolge artikel 19 zijn aangebracht, dient de verklaring betreffende wijzigingen aan te geven of de aanvrager, ten behoeve van de internationale voorlopige beoordeling, wenst dat deze wijzigingen:
- (i)
in aanmerking worden genomen, in welk geval een afschrift van de wijzigingen en van de brief zoals vereist ingevolge Regel 46.5(b) bij voorkeur tezamen met het verzoek dient te worden ingediend; of
- ii.
worden geacht te zijn achterhaald door een wijziging ingevolge artikel 34.
b
Indien geen wijzigingen ingevolge artikel 19 zijn aangebracht en de termijn voor de indiening van zodanige wijzigingen niet is verstreken, kan in de verklaring worden aangeven dat, indien de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling de internationale voorlopige beoordeling tegelijkertijd met het internationale nieuwheidsonderzoek overeenkomstig Regel 69.1 b wenst aan te vangen, de aanvrager de aanvang van de internationale voorlopige beoordeling wenst uit te stellen overeenkomstig Regel 69.1 d.
c
Indien er wijzigingen ingevolge artikel 34 worden ingediend met het verzoek, dient dit in de verklaring te worden vermeld.
Regel 54. De aanvrager die bevoegd is een verzoek te doen
54.1. Woonplaats en nationaliteit
a
Behoudens het in paragraaf b bepaalde, worden de woonplaats en de nationaliteit van de aanvrager voor de toepassing van artikel 31, tweede lid, bepaald overeenkomstig Regel 18.1a en b.
b
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling verzoekt, in de in de Administratieve Instructies genoemde omstandigheden, het ontvangende bureau of, indien de internationale aanvrage werd ingediend bij het Internationale Bureau dat fungeert als ontvangend bureau, het nationale bureau van, of dat optreedt voor, de betrokken Verdragsluitende Staat te beslissen over de vraag of de aanvrager inwoner of onderdaan is van de Verdragsluitende Staat waarvan hij beweert inwoner of onderdaan te zijn. De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling stelt de aanvrager van een eventueel verzoek hiertoe in kennis. De aanvrager dient de mogelijkheid te hebben rechtstreeks aan het betrokken bureau argumenten voor te leggen. Het betrokken bureau beslist onverwijld over deze vraag.
54.2. Het recht om een verzoek te doen
Het recht om een verzoek te doen ingevolge artikel 31, tweede lid, bestaat indien de aanvrager die het verzoek doet of, indien er twee of meer aanvragers zijn, ten minste een van hen, domicilie heeft of onderdaan is van een Verdragsluitende Staat die is gebonden door Hoofdstuk II, en de internationale aanvrage is ingediend bij een ontvangend bureau van, of bij een bureau dat optreedt voor, een Verdragsluitende Staat die is gebonden door Hoofdstuk II.
54.3. Internationale aanvragen ingediend bij het Internationale Bureau dat fungeert als ontvangend bureau
Wanneer de internationale aanvrage wordt ingediend bij het Internationale Bureau dat fungeert als ontvangend bureau ingevolge Regel 19.1 a iii, wordt voor de toepassing van artikel 31, tweede lid, a, het Internationale Bureau geacht op te treden voor de Verdragsluitende Staat waarvan de aanvrager inwoner of onderdaan is.
54.4. De aanvrager die niet bevoegd is een verzoek te doen
Indien de aanvrager niet gerechtigd[lees: gerechtigd is] een verzoek te doen of, in het geval van meer dan één aanvrager, indien geen van hen gerechtigd is een verzoek te doen ingevolge Regel 54.2, wordt het verzoek als niet ingediend beschouwd.
Regel 54bis. Termijn voor het indienen van een verzoek
54bis. 1. Termijn voor het indienen van een verzoek
a
Een verzoek kan te allen tijde worden gedaan voor het verstrijken van een van de volgende termijnen die als laatste verstrijkt:
- i.
drie maanden na de datum van verzending aan de aanvrager van het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek of van de in artikel 17, tweede lid, onder a bedoelde verklaring en van het schriftelijke oordeel opgesteld ingevolge Regel 43bis 1; of
- ii.
22 maanden na de datum van voorrang.
b
Verzoeken ingediend na het verstrijken van de ingevolge paragraaf a toepasselijke termijn worden aangemerkt als zijnde niet ingediend en de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling geeft een dienovereenkomstige verklaring af.
Regel 55. Talen (internationale voorlopige beoordeling)
55.1. Taal van het verzoek
Het verzoek dient te zijn gesteld in de taal van de internationale aanvrage of, indien de internationale aanvrage is ingediend in een andere taal dan die waarin zij wordt gepubliceerd, in de taal van de publikatie. Indien er echter een vertaling van de internationale aanvrage vereist is ingevolge Regel 55.2, dient het verzoek te zijn gesteld in de taal van die vertaling.
55.2. Vertaling van de internationale aanvrage
a
Wanneer noch de taal waarin de internationale aanvrage wordt ingediend, noch de taal waarin de internationale aanvrage wordt gepubliceerd, door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling die de internationale voorlopige beoordeling moet uitvoeren wordt geaccepteerd, dient de aanvrager, onverminderd paragraaf b, tezamen met het verzoek een vertaling van de internationale aanvrage te verstrekken in een taal die zowel:
- i.
door die Instantie wordt geaccepteerd, als
- ii.
een taal van publicatie is.
a-bis
Een vertaling van de internationale aanvrage in een taal bedoeld in paragraaf a dient elk element te bevatten zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder iii d of e, verstrekt door de aanvrager ingevolge Regel 20.3 b, 20.5bis b, 20.5bis c of 20.6 a, en elk deel van de beschrijving, conclusies of tekeningen verstrekt door de aanvrager ingevolge Regel 20.5 b, 20.5 c, 20.5bis b, 20.5bis c, of 20.6 a, dat geacht wordt te zijn begrepen in de internationale aanvrage ingevolge Regel 20.6 b.
a-ter
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling controleert of elke ingevolge paragraaf a verstrekte vertaling aan de in Regel 11 genoemde vormvoorschriften voldoet voor zover dat noodzakelijk is voor een internationale voorlopige beoordeling.
b
Wanneer een vertaling van de internationale aanvrage in een in paragraaf a bedoelde taal ingevolge Regel 23.1 b aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek is toegezonden en de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling deel uitmaakt van hetzelfde nationale bureau of dezelfde intergouvernementele organisatie als de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, behoeft de aanvrager geen vertaling ingevolge paragraaf a te verstrekken. In dat geval wordt, tenzij de aanvrager een vertaling verstrekt ingevolge paragraaf a, de internationale voorlopige beoordeling verricht op basis van de ingevolge Regel 23.1 b toegezonden vertaling.
c
Indien niet voldaan wordt aan een in de paragrafen a, a-bis en a-ter genoemde eis en paragraaf b niet van toepassing is, nodigt de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling de aanvrager uit de vereiste vertaling of de vereiste verbetering, al naargelang van het geval, te verstrekken binnen een gegeven de omstandigheden redelijke termijn. Die termijn mag niet korter zijn dan een maand na de datum van de uitnodiging. De termijn kan te allen tijde voordat een beslissing is genomen worden verlengd door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
d
Indien de aanvrager binnen de in paragraaf c genoemde termijn aan de uitnodiging gevolg geeft, wordt de genoemde eis als verwezenlijkt beschouwd. Indien de aanvrager dat verzuimt, wordt het verzoek geacht niet te zijn ingediend en zal de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling dit bekendmaken.
55.3. Taal en vertaling van wijzigingen en brieven
(a)
Indien de internationale aanvrage is ingediend in een andere taal dan de taal waarin zij gepubliceerd wordt, dient, onverminderd paragraaf (b), elke wijziging ingevolge artikel 34, alsmede elke brief bedoeld in Regel 66.8(a), Regel 66.8(b) en Regel 46.5(b) zoals van toepassing ingevolge Regel 66.8(c), te worden ingediend in de taal van publicatie.
(b)
Wanneer een vertaling van de internationale aanvrage vereist is ingevolge Regel 55.2, dient:
- (i)
elke wijziging en elke brief bedoeld in onderdeel (a); en
- (ii)
elke wijziging ingevolge artikel 19 die in aanmerking dient te worden genomen ingevolge Regel 66.1(c) of (d) en elke brief bedoeld in Regel 46.5(b);
te zijn gesteld in de taal van die vertaling. Wanneer dergelijke wijzigingen of brieven zijn of worden ingediend in een andere taal, dient ook een vertaling te worden ingediend.
(c)
Indien een wijziging of brief niet wordt ingediend in een ingevolge paragraaf (a) of (b) vereiste taal, nodigt de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling de aanvrager uit de wijziging of brief in de vereiste taal in te dienen binnen een termijn die gezien de omstandigheden redelijk is. Die termijn mag niet korter zijn dan een maand te rekenen vanaf de datum van de uitnodiging. De termijn kan te allen tijde voordat een beslissing is genomen worden verlengd door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
(d)
Indien de aanvrager binnen de termijn ingevolge paragraaf (c) verzuimt gevolg te geven aan de uitnodiging een wijziging in de vereiste taal te verstrekken, wordt de wijziging niet in aanmerking genomen ten behoeve van de internationale voorlopige beoordeling. Indien de aanvrager binnen de termijn ingevolge paragraaf (c) verzuimt gevolg te geven aan de uitnodiging een brief bedoeld in paragraaf (a) in de vereiste taal te verstrekken, hoeft de desbetreffende wijziging niet in aanmerking te worden genomen ten behoeve van de internationale voorlopige beoordeling.
Regel 56
Vervallen.
Regel 57. De behandelingstaks
57.1. Vereiste van betaling
Voor elk verzoek om een internationale voorlopige beoordeling is een taks ten gunste van het Internationale Bureau (‘behandelingstaks’) verschuldigd, te innen door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling waarbij het verzoek is ingediend.
57.2. Bedrag; Overmaken
a
Het bedrag van de behandelingstaks is vermeld in de Taksenschaal.
b
De behandelingstaks dient te worden betaald in de valuta of een van de valuta's die door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling zijn voorgeschreven (‘voorgeschreven valuta’).
c
Indien de Zwitserse frank de voorgeschreven valuta is, maakt de Instantie de bedoelde taks in Zwitserse frank over naar het Internationale Bureau in overeenstemming met Regel 96.2.
d
Indien een andere dan de Zwitserse frank de voorgeschreven valuta is en die valuta:
- i.
vrijelijk kan worden omgewisseld in Zwitserse frank, stelt de Directeur-Generaal voor elke Instantie die een dergelijke valuta voorschrijft voor de betaling van de behandelingstaks, een equivalent bedrag van die taks in de voorgeschreven valuta vast overeenkomstig door de Algemene Vergadering gegeven richtlijnen en wordt het bedrag in die valuta door de Instantie naar het Internationale Bureau overgemaakt in overeenstemming met Regel 96.2;
- ii.
niet vrijelijk kan worden omgewisseld in Zwitserse frank, is de Instantie verantwoordelijk voor het omwisselen van de behandelingstaks van de voorgeschreven valuta in Zwitserse frank en maakt zij die taks in het bedrag van die taks als vermeld in de Taksenschaal in Zwitserse frank over naar het Internationale Bureau in overeenstemming met Regel 96.2. Als alternatief kan de instantie desgewenst de behandelingstaks van de voorgeschreven valuta omwisselen in euro of Amerikaanse dollar en het equivalente bedrag van die taks zoals vastgesteld door de Directeur-Generaal overeenkomstig door de Algemene Vergadering gegeven richtlijnen, als bedoeld onder i., in euro of Amerikaanse dollar overmaken naar het Internationale Bureau in overeenstemming met Regel 96.2.
57.3. Termijn voor betaling; te betalen bedrag
a
Onverminderd het bepaalde onder de paragrafen b en c dient de behandelingstaks te worden betaald binnen een maand na de datum waarop het verzoek is ingediend of 22 maanden na de datum van voorrang, naar gelang van welke termijn het laatst verstrijkt.
b
Onverminderd het bepaalde onder paragraaf c dient, wanneer het verzoek ingevolge Regel 59.3 verzonden is aan de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, de behandelingstaks te worden betaald binnen een maand na de datum van ontvangst door die Instantie of 22 maanden na de datum van voorrang, naar gelang van welke termijn het laatst verstrijkt.
c
Wanneer, in overeenstemming met Regel 69.1 b de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling de internationale voorlopige beoordeling gelijktijdig met het internationale nieuwheidsonderzoek wenst te starten, nodigt deze Instantie de aanvrager uit de behandelingstaks binnen 1 maand na de datum van de uitnodiging te betalen.
d
Het bedrag van de behandelingstaks is het bedrag dat van toepassing is op de datum van betaling.
57.4. Terugbetaling
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling betaalt de behandelingstaks aan de aanvrager terug:
- i.
indien het verzoek wordt ingetrokken voordat het door die Instantie is toegezonden aan het Internationale Bureau, of
- ii.
indien het verzoek ingevolge Regel 54.4 of 54bis.l b als niet ingediend wordt beschouwd.
Regel 58. De taks voor voorlopige beoordeling
58.1. Het recht een taks te vragen
a)
Elke Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling kan verlangen dat de aanvrager te haren gunste een taks betaalt (‘taks voor voorlopige beoordeling’) voor het verrichten van de internationale voorlopige beoordeling en voor het vervullen van alle andere taken die ingevolge het Verdrag en dit Reglement aan Instanties voor de Internationale Voorlopige Beoordeling zijn opgedragen.
b
Het bedrag van de taks voor voorlopige beoordeling, indien verschuldigd, wordt vastgesteld door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling. Met betrekking tot de termijn voor betaling van de taks voor voorlopige beoordeling en het te betalen bedrag zijn de bepalingen van Regel 57.3 inzake de behandelingstaks van overeenkomstige toepassing.
c)
De taks voor voorlopige beoordeling dient rechtstreeks aan de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling te worden betaald. Wanneer deze Instantie een nationaal bureau is, dient de taks te worden betaald in de door dat bureau voorgeschreven valuta en wanneer de Instantie een intergouvernementele organisatie is, dient de taks te worden betaald in de valuta van de Staat waarin de intergouvernementele organisatie is gevestigd of in een andere valuta die vrij inwisselbaar is in de valuta van de genoemde Staat.
58.2
Vervallen.
58.3. Terugbetaling
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling deelt het Internationale Bureau mede of zij, en zo ja, in welke mate en onder welke voorwaarden, een bedrag dat als taks voor voorlopige beoordeling is betaald zal terugbetalen, indien het verzoek als niet ingediend wordt beschouwd, en het Internationale Bureau zal zodanige mededeling onverwijld publiceren.
Regel 58bis. Verlenging van de termijnen voor de betaling van taksen
58bis.1. Uitnodiging door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
a
Wanneer de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling vaststelt dat:
- i.
het aan haar betaalde bedrag niet voldoende is om de behandelingstaks en de taks voor de voorlopige beoordeling te dekken; of
- ii.
op het moment waarop zij verschuldigd zijn ingevolge de Regels 57.3 en 58.1 b aan haar geen taksen zijn betaald;
nodigt de Instantie de aanvrager uit het benodigde bedrag te betalen teneinde die taksen te dekken, tezamen met de eventuele taks wegens te late betaling ingevolge Regel 58bis. 2, binnen de termijn van een maand na de datum van de uitnodiging.
b
Wanneer de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling een uitnodiging ingevolge paragraaf a heeft toegezonden en de aanvrager niet binnen de in die paragraaf genoemde termijn het verschuldigde bedrag volledig heeft voldaan, met inbegrip van de eventuele taks wegens te late betaling ingevolge Regel 58 bis 2, zal het verzoek, onverminderd paragraaf c, als niet ingediend worden beschouwd en zal de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling dat bekendmaken.
c
Een betaling die de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling ontvangt voordat die Instantie de uitnodiging ingevolge paragraaf a verzendt, wordt beschouwd als ontvangen voor het verstrijken van de in Regel 57.3 c.q. 58.1 b genoemde termijn.
d
Een betaling die de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling ontvangt voordat die Instantie overgaat tot de handelingen ingevolge paragraaf b, wordt beschouwd als ontvangen voor het verstrijken van de in paragraaf a genoemde termijn.
58bis 2. Taks wegens te late betaling
a
De betaling van taksen naar aanleiding van een uitnodiging ingevolge Regel 58 bis 1 a kan door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling worden onderworpen aan de betaling van een taks wegens te late betaling ten gunste van die Instantie. Deze taks bedraagt:
- i.
50% van het bedrag van onbetaalde taksen dat in de uitnodiging is genoemd, of,
- ii.
indien het ingevolge i berekende bedrag minder is dan de behandelingstaks, een bedrag gelijk aan de behandelingstaks.
b
Het bedrag van de taks wegens te late betaling mag echter niet hoger zijn dan het dubbele van het bedrag van de behandelingstaks.
Regel 59. De bevoegde Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
59.1. Verzoeken ingevolge artikel 31, tweede lid, a
a
Met betrekking tot verzoeken gedaan ingevolge artikel 31, tweede lid, a, dient elk ontvangend bureau van, of dat optreedt voor, een Verdragsluitende Staat die is gebonden door de bepalingen van Hoofdstuk II, overeenkomstig de van toepassing zijnde overeenkomst bedoeld in artikel 32, tweede en derde lid, het Internationale Bureau mede te delen welke Instantie(s) voor de Internationale Voorlopige Beoordeling bevoegd is (zijn) voor de internationale voorlopige beoordeling van internationale aanvragen die bij dat bureau zijn ingediend. Het Internationale Bureau maakt deze inlichtingen onverwijld bekend. Wanneer meer dan één Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling bevoegd is, zijn de bepalingen van Regel 35.2 van overeenkomstige toepassing.
b
Wanneer de internationale aanvrage werd ingediend bij het Internationale Bureau dat fungeert als ontvangend bureau ingevolge Regel 19.1 a iii, is Regel 35.3 a en b, van overeenkomstige toepassing. Het in paragraaf a van de onderhavige Regel bepaalde is niet van toepassing op het Internationale Bureau dat fungeert als ontvangend bureau ingevolge Regel 19.1 a iii.
59.2. Verzoeken ingevolge artikel 31, tweede lid, onder b)
Met betrekking tot verzoeken gedaan ingevolge artikel 31, tweede lid, onder b), geeft de Algemene Vergadering, bij het aanwijzen van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling die bevoegd is voor internationale aanvragen ingediend bij een nationaal bureau dat een Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling is, de voorkeur aan die Instantie; indien het nationale bureau geen Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling is, dient de Algemene Vergadering de voorkeur te geven aan de door dat bureau aanbevolen Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
59.3. Toezending van een verzoek aan de bevoegde Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
a
Indien het verzoek wordt ingediend bij een ontvangend bureau, een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, of een Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling die niet bevoegd is voor de internationale voorlopige beoordeling van de desbetreffende internationale aanvrage, zal dat bureau of die Instantie de datum van ontvangst op het verzoek vermelden en het, tenzij het besluit over te gaan tot de handelingen ingevolge paragraaf f, zo spoedig mogelijk aan het Internationaal Bureau toezenden.
b
Indien het verzoek wordt ingediend bij het Internationaal Bureau, vermeldt het Internationaal Bureau de datum van ontvangst op het verzoek.
c
Wanneer het verzoek aan het Internationaal Bureau wordt toegezonden ingevolge paragraaf a of bij dit Bureau wordt ingediend ingevolge paragraaf b, zal het Internationaal Bureau onverwijld:
- i.
indien er slechts één bevoegde Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling is, het verzoek aan die Instantie toezenden en de aanvrager daarvan op de hoogte brengen, of
- ii.
indien twee of meer Instanties voor de Internationale Voorlopige Beoordeling bevoegd zijn, de aanvrager uitnodigen binnen de ingevolge Regel 54bis. 1 a toepasselijke termijn of 15 dagen na de datum van de uitnodiging, naargelang van welke datum het laatst is, aan te geven aan welke bevoegde Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling het verzoek moet worden toegezonden.
d
Wanneer een vermelding als vereist ingevolge paragraaf cii wordt verstrekt, zendt het Internationaal Bureau het verzoek zo spoedig mogelijk aan de door de aanvrager aangewezen bevoegde Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling. Wanneer deze vermelding niet wordt verstrekt, wordt het verzoek beschouwd als niet ingediend en zal het Internationaal Bureau dit bekendmaken.
e
Wanneer het verzoek ingevolge paragraaf c wordt toegezonden aan een bevoegde Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, wordt het beschouwd als ontvangen namens die Instantie op de ingevolge paragraaf a dan wel b erop vermelde datum, en wordt het aldus toegezonden verzoek beschouwd als op die datum door die Instantie ontvangen.
f
Wanneer een bureau of Instantie waarbij het verzoek ingevolge paragraaf a is ingediend besluit dat verzoek rechtstreeks aan de bevoegde Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling toe te zenden, zijn de paragrafen c tot en met e van overeenkomstige toepassing.
Regel 60. Bepaalde gebreken in het verzoek
60.1. Gebreken in het verzoek
a
Onverminderd het bepaalde onder de paragrafen a-bis en a-ter nodigt de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, indien het verzoek niet voldoet aan de vereisten neergelegd in de Regels 53.1, 53.2 a i tot en met iii, 53.2 b, 53.3 tot en met 53.8 en 55.1, de aanvrager uit de gebreken te verbeteren binnen een gegeven de omstandigheden redelijke termijn. Die termijn mag niet korter zijn dan een maand na de datum van de uitnodiging. De termijn kan te allen tijde voordat een besluit is genomen worden verlengd door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
a-bis
Voor de toepassing van Regel 53.4 volstaat het, wanneer er meer dan een aanvrager is, dat de gegevens bedoeld in Regel 4.5 a ii. en iii. ten aanzien van een van hen worden verstrekt die ingevolge Regel 54.2 het recht heeft een verzoek in te dienen.
a-ter
Voor de toepassing van Regel 53.8 volstaat het, indien er meer dan een aanvrager is, dat het verzoek door een van hen wordt ondertekend.
b
Indien de aanvrager binnen de in paragraaf a genoemde termijn gevolg geeft aan het verzoek, wordt het verzoek beschouwd als ontvangen op de feitelijke datum van indiening, mits de internationale aanvrage aan de hand van het ingediende verzoek kan worden achterhaald; in het andere geval wordt het verzoek beschouwd als ontvangen op de datum waarop de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling de verbetering ontvangt.
c
Indien de aanvrager niet binnen de in paragraaf a bedoelde termijn gevolg geeft aan de uitnodiging, wordt het verzoek als niet ingediend beschouwd en wordt dit bekendgemaakt door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
d
Vervallen.
e
Indien het gebrek wordt opgemerkt door het Internationale Bureau, brengt dit het gebrek onder de aandacht van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, die vervolgens handelt als bepaald in de paragrafen a tot en met d.
f
Indien het verzoek geen verklaring betreffende wijzigingen bevat, handelt de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling als bepaald in de Regels 66.1 en 69.1 a of b.
g
Wanneer de verklaring betreffende wijzigingen een vermelding bevat dat er wijzigingen ingevolge artikel 34 worden ingediend met het verzoek (Regel 53.9c), maar er in feite geen wijzigingen zijn ingediend ingevolge artikel 34, nodigt de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling de aanvrager uit de wijzigingen in te dienen binnen een in de uitnodiging vastgestelde termijn en handelt zij als bepaald in Regel 69.1 e.
Regel 61. Kennisgeving van het verzoek en de keuzen
61.1. Kennisgeving aan het Internationale Bureau en de aanvrager
a
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling vermeldt op het verzoek de datum van ontvangst of, wanneer van toepassing, de datum bedoeld in Regel 60.1 b. De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling zal zo spoedig mogelijk hetzij het verzoek aan het Internationaal Bureau toezenden en een afschrift in haar dossiers bewaren, hetzij een afschrift aan het Internationaal Bureau toezenden en het verzoek in haar dossiers bewaren.
b
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling stelt de aanvrager onverwijld in kennis van de datum van ontvangst van het verzoek. Indien het verzoek ingevolge de Regels 54.4, 55.2 d, 58bis. 1 b of 60.1 c als niet-ingediend wordt beschouwd, stelt de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling de aanvrager en het Internationale Bureau daarvan in kennis.
61.2. Kennisgeving aan de gekozen bureaus
a
De kennisgeving bedoeld in artikel 31, zevende lid, wordt verricht door het Internationale Bureau.
b
De kennisgeving dient het nummer en de datum van indiening van de internationale aanvrage te vermelden, alsmede de naam van de aanvrager, de datum van indiening van de aanvrage op grond waarvan het recht van voorrang wordt ingeroepen (indien een recht van voorrang wordt ingeroepen) en de datum van ontvangst van het verzoek door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
c
De kennisgeving wordt aan het gekozen bureau gezonden te zamen met de in artikel 20 bedoelde toezending. Van keuzen die na deze toezending plaatsvinden, wordt onverwijld kennisgeving gedaan nadat deze zijn geschied.
d
Wanneer de aanvrager voorafgaand aan de internationale publicatie van de internationale aanvrage een uitdrukkelijk verzoek ingevolge artikel 40, tweede lid, indient bij een gekozen bureau, voert het Internationaal Bureau op verzoek van de aanvrager of het gekozen bureau onverwijld de in artikel 20 voorziene toezending uit aan dat bureau.
61.3. Mededeling aan de aanvrager
Het Internationale Bureau doet de aanvrager schriftelijk mededeling van de in Regel 61.2 bedoelde kennisgeving en van de gekozen bureaus die in kennis zijn gesteld ingevolge artikel 31, zevende lid.
61.4. Publicatie in het mededelingenblad
Onverwijld na de indiening van het verzoek doch niet voor de internationale publicatie van de internationale aanvrage, publiceert het Internationaal Bureau in het mededelingenblad informatie over het verzoek en de betrokken gekozen Staten, zoals voorzien in de Administratieve Instructies.
Regel 62. Afschrift van het schriftelijk oordeel van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en van wijzigingen ingevolge artikel 19 voor de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
62.1. Afschrift van het schriftelijk oordeel van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en van wijzigingen aangebracht voordat het verzoek wordt ingediend
Na ontvangst van een verzoek, of van een afschrift daarvan, van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, doet het Inter-nationale Bureau haar onverwijld toekomen:
- (i)
een afschrift van het schriftelijk oordeel opgesteld ingevolge Regel 43bis.1, tenzij het nationaal bureau of de intergouvernementele organisatie die als Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek is opgetreden, tevens optreedt als Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling; en
- (ii)
een afschrift van elke wijziging ingevolge artikel 19, elke eventuele verklaring als bedoeld in dat artikel en de brief vereist ingevolge Regel 46.5(b), tenzij de Instantie heeft aangegeven dat zij een dergelijk afschrift reeds heeft ontvangen.
62.2. Wijzigingen aangebracht nadat het verzoek is ingediend
Indien op het tijdstip van indiening van wijzigingen ingevolge artikel 19 reeds een verzoek is ingediend, behoort de aanvrager op het tijdstip waarop hij de wijzigingen indient bij het Internationale Bureau, bij voorkeur ook bij de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling een afschrift van die wijzigingen en eventueel een in dat artikel bedoelde verklaring en de ingevolge Regel 46.5(b) vereiste brief in te dienen. In elk geval zendt het Internationale Bureau onverwijld een afschrift van die wijzigingen, de verklaring en de brief toe aan die Instantie.
Regel 62bis. Vertaling voor de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling van het schriftelijk oordeel van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
62bis. 1. Vertaling en commentaar
a
Op verzoek van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling wordt het ingevolge Regel 43bis. 1 opgestelde schriftelijke oordeel, wanneer het niet in de Engelse taal of een andere door die Instantie aanvaarde taal is opgesteld, door of onder de verantwoordelijkheid van het Internationaal Bureau vertaald in het Engels.
b
Het Internationaal Bureau doet binnen twee maanden na de datum van ontvangst van het verzoek om een vertaling een afschrift van de vertaling toekomen aan de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling en doet tegelijkertijd een afschrift toekomen aan de aanvrager.
c
De aanvrager kan schriftelijk commentaar leveren inzake de juistheid van de vertaling en een afschrift daarvan zenden aan de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling en aan het Internationaal Bureau.
Regel 63. Minimumvereisten voor de Instanties voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
63.1. Omschrijving van de minimumvereisten
De in artikel 32, derde lid, bedoelde minimumvereisten zijn de volgende:
- (i)
het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie moet ten minste 100 personeelsleden met een volledige dagtaak in dienst hebben die over voldoende technische bekwaamheden beschikken om beoordelingen te verrichten;
- (ii)
dat bureau of die organisatie moet onmiddellijk kunnen beschikken over ten minste de minimumdocumentatie bedoeld in Regel 34, op de juiste wijze gerangschikt voor beoordelingen;
- iii.
dat bureau of die organisatie moet beschikken over personeel dat in staat is de beoordelingen op de vereiste technische gebieden te verrichten en dat over de talenkennis beschikt om althans die talen te begrijpen waarin de in Regel 34 bedoelde minimumdocumentatie is gesteld of vertaald;
- iv.
dat bureau of die organisatie moet een kwaliteitsbeheersysteem en een interne beoordelingsprocedure hebben ingesteld in overeenstemming met de gemeenschappelijke regels voor de internationale voorlopige beoordeling;
- v.
dat bureau of die organisatie moet zijn aangewezen als Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek.
Regel 64. Stand van de techniek voor de internationale voorlopige beoordeling
64.1. Stand van de techniek
a)
Voor de toepassing van artikel 33, tweede en derde lid, wordt alles wat, waar ook ter wereld, ter beschikking van het publiek is gesteld door middel van schriftelijke publikatie (met inbegrip van tekeningen en andere illustraties) als stand van de techniek beschouwd, mits dit ter beschikking stellen van het publiek plaatsvond voor de van belang zijnde datum.
b
Voor de toepassing van paragraaf a is de van belang zijnde datum:
- i.
onverminderd ii en iii, de datum van internationale indiening van de internationale aanvrage die het voorwerp is van een internationale voorlopige beoordeling;
- ii.
indien in de internationale aanvrage die het voorwerp is van een internationale voorlopige beoordeling een beroep wordt gedaan op een recht van voorrang van een eerdere aanvrage en die aanvrage een datum van internationale indiening heeft die valt binnen de termijn van voorrang, de datum van indiening van de eerdere aanvrage, tenzij de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling oordeelt dat het beroep op een recht van voorrang niet rechtsgeldig is;
- iii.
indien in de internationale aanvrage die het voorwerp is van een internationale voorlopige beoordeling een beroep wordt gedaan op een recht van voorrang van een eerdere aanvrage en die aanvrage een datum van internationale indiening heeft die later valt dan de datum waarop de termijn van voorrang verstreek maar minder dan twee maanden na die datum, de datum van indiening van die eerdere aanvrage, tenzij de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling oordeelt dat het beroep op een recht van voorrang niet rechtsgeldig is om andere redenen dan het feit dat de internationale aanvrage een datum van internationale indiening heeft die later valt dan de datum waarop de termijn van voorrang verstreek.
64.2. Niet-schriftelijke openbaarmakingen
In gevallen waarin het ter beschikking stellen van het publiek plaatsvond door middel van een mondelinge uiteenzetting, een gebruik, een tentoonstelling of op andere niet-schriftelijke wijze (‘niet-schriftelijke openbaarmaking’) voor de van belang zijnde datum als omschreven in Regel 64.1 b en de datum van deze niet-schriftelijke openbaarmaking is aangegeven in een schriftelijke publikatie die ter beschikking van het publiek is gesteld op een datum die dezelfde is als, of later valt dan, de van belang zijnde datum, wordt de niet-schriftelijke openbaarmaking voor de toepassing van artikel 33, tweede en derde lid, niet tot de stand van de techniek gerekend. Niettemin dient het verslag van de internationale voorlopige beoordeling de aandacht op deze niet-schriftelijke openbaarmaking te vestigen op de in Regel 70.9 voorgeschreven wijze.
64.3. Bepaalde gepubliceerde literatuurplaatsen
In gevallen waarin een aanvrage die, of een octrooi dat voor de toepassing van artikel 33, tweede en derde lid, zou behoren tot de stand van de techniek, indien zij of het zou zijn gepubliceerd voor de in Regel 64.1 bedoelde van belang zijnde datum, werd gepubliceerd op een datum die dezelfde is als, of later valt dan, de van belang zijnde datum, doch werd ingediend voor de van belang zijnde datum of daarbij een beroep werd gedaan op een recht van voorrang ten aanzien van een eerdere aanvrage die was ingediend voor de van belang zijnde datum, wordt deze gepubliceerde aanvrage of dit gepubliceerde octrooi voor de toepassing van artikel 33, tweede en derde lid, niet tot de stand van de techniek gerekend. Niettemin dient het verslag van de internationale voorlopige beoordeling de aandacht op deze aanvrage of dit octrooi te vestigen op de in Regel 70.10 voorgeschreven wijze.
Regel 65. Uitvinderswerkzaamheid of niet voor de hand liggen
65.1. Samenhang met de stand van de techniek
Voor de toepassing van artikel 33, derde lid, wordt bij de internationale voorlopige beoordeling rekening gehouden met de samenhang tussen een bepaalde conclusie en de stand van de techniek in zijn geheel. Er dient rekening te worden gehouden met de samenhang van de conclusie niet alleen met afzonderlijke literatuurplaatsen of afzonderlijk daarvan beschouwde delen, maar ook met haar samenhang met combinaties van deze literatuurplaatsen of delen van literatuurplaatsen, wanneer deze combinaties voor een deskundige voor de hand liggen.
65.2. Van belang zijnde datum
Voor de toepassing van artikel 33, derde lid, is de van belang zijnde datum voor de beoordeling van uitvinderswerkzaamheid (het niet voor de hand liggen) de in Regel 64.1 voorgeschreven datum.
Regel 66. Procedure voor de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
66.1. Grondslag van de internationale voorlopige beoordeling
a
Behoudens het in de paragrafen b tot en met d bepaalde, wordt de internationale voorlopige beoordeling gebaseerd op de internationale aanvrage zoals ingediend.
b
De aanvrager kan wijzigingen ingevolge artikel 34 indienen bij de indiening van het verzoek of, onverminderd Regel 66.4 bis, totdat het verslag van de internationale voorlopige beoordeling wordt opgesteld.
c
Wijzigingen ingevolge artikel 19 die zijn aangebracht voordat het verzoek werd ingediend, worden in aanmerking genomen voor de internationale voorlopige beoordeling, tenzij deze worden vervangen, of worden geacht te zijn achterhaald, door een wijziging ingevolge artikel 34.
d
Wijzigingen ingevolge artikel 19 die zijn aangebracht nadat het verzoek werd ingediend en wijzigingen ingevolge artikel 34 die zijn ingediend bij de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, worden, onverminderd Regel 66.4 bis, in aanmerking genomen voor de internationale voorlopige beoordeling.
d-bis
Een ingevolge Regel 91.1 toegestane verbetering van een kennelijke fout wordt ten behoeve van de internationale voorlopige beoordeling met inachtneming van Regel 66.4bis in aanmerking genomen door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
e
Conclusies met betrekking tot uitvindingen ten aanzien waarvan geen verslag van een internationaal nieuwheidsonderzoek is opgesteld, behoeven niet het voorwerp te vormen van de internationale voorlopige beoordeling.
66.1bis. Schriftelijk oordeel van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
a
Onverminderd paragraaf b., wordt het ingevolge Regel 43bis. 1 door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek opgestelde schriftelijke oordeel beschouwd als een schriftelijk oordeel van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling voor de toepassing van Regel 66.2 a.
b
Een Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling kan het Internationaal Bureau ervan in kennis stellen dat op de voor haar te voeren procedure paragraaf a. niet van toepassing is ter zake van schriftelijke oordelen ingevolge Regel 43bis. 1, opgesteld door de in de kennisgeving vermelde Instantie of Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, met dien verstande dat deze kennisgeving niet van toepassing is op gevallen waarin het nationaal bureau of de intergouvernementele organisatie die is opgetreden als Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek tevens optreedt als Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling. Het Internationaal Bureau publiceert een dergelijke kennisgeving onverwijld in het mededelingenblad.
c
Wanneer het ingevolge Regel 43bis. 1 door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek opgestelde schriftelijk oordeel, uit hoofde van een kennisgeving ingevolge paragraaf b., niet wordt aangemerkt als een schriftelijk oordeel van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling voor de toepassing van Regel 66.2 a., stelt de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling de aanvrager dienovereenkomstig schriftelijk daarvan in kennis.
d
Een ingevolge Regel 43bis. 1 door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek opgesteld schriftelijk oordeel, dat uit hoofde van een kennisgeving ingevolge paragraaf b., niet wordt aangemerkt als een schriftelijk oordeel van de Instantie voor de Internationale Voorlopige beoordeling voor de toepassing van Regel 66.2 a., wordt desalniettemin door de Instantie voor de Internationale Voorlopige beoordeling in aanmerking genomen in de procedure ingevolge Regel 66.2 a.
66.1ter. Aanvullende nieuwheidsonderzoeken
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling voert een nieuwheidsonderzoek uit (‘aanvullend nieuwheidsonderzoek’) om de in Regel 64 bedoelde documenten te achterhalen die, na de datum waarop het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek is opgesteld, zijn gepubliceerd of voor de genoemde Instantie ten behoeve van nieuwheidsonderzoek beschikbaar zijn geworden, tenzij zij van mening is dat dit nieuwheidsonderzoek geen enkel doel zou dienen. Indien de Instantie van oordeel is dat een van de in artikel 34, derde of vierde lid, of in Regel 66.1.e) bedoelde situaties bestaat, heeft het aanvullende nieuwheidsonderzoek uitsluitend betrekking op de delen van de internationale aanvrage waarop de internationale voorlopige beoordeling van toepassing is.
66.2. Schriftelijk oordeel van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
a
Indien de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
- i.
van oordeel is dat er sprake is van een van de in artikel 34, vierde lid, bedoelde omstandigheden,
- (ii)
van oordeel is dat het verslag van de internationale voorlopige beoordeling negatief dient te zijn ten aanzien van enige conclusie omdat de uitvinding waarvoor daarin bescherming wordt gevraagd niet nieuw lijkt te zijn, niet op uitvinderswerkzaamheid lijkt te berusten (niet voor de hand lijkt te liggen) of niet vatbaar lijkt voor toepassing op het gebied van de nijverheid,
- (iii)
opmerkt dat er een gebrek is in de vorm of de inhoud van de internationale aanvrage ingevolge het Verdrag of dit Reglement,
- iv.
van oordeel is dat een wijziging verder gaat dan de openbaarmaking in de internationale aanvrage zoals ingediend,
- (v)
het verslag van de internationale voorlopige beoordeling vergezeld wenst te doen gaan van opmerkingen over de duidelijkheid van de conclusies, de beschrijving en de tekeningen of de vraag of de conclusies ten volle door de beschrijving worden ondersteund,
- vi.
van oordeel is dat een conclusie betrekking heeft op een uitvinding ten aanzien waarvan geen verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek is opgesteld en heeft besloten geen internationale voorlopige beoordeling te verrichten ten aanzien van die conclusie, of
- vii.
van oordeel is dat er geen sequentie-opsomming van nucleotiden en/of aminozuren beschikbaar is in zodanige vorm dat er een zinvolle internationale voorlopige beoordeling kan worden verricht,
dient genoemde Instantie de aanvrager daarvan schriftelijk in kennis te stellen. Wanneer de nationale wetgeving van het nationale bureau dat als Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling optreedt, niet toestaat dat er meervoudig afhankelijke conclusies worden opgesteld op een andere wijze dan voorgeschreven in de tweede en derde volzin van Regel 6.4 a, kan de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, ingeval de conclusies niet op die wijze worden ingediend, artikel 34, vierde lid, b, toepassen. In dat geval dient zij de aanvrager daarvan schriftelijk in kennis te stellen.
b)
De kennisgeving dient een volledige uiteenzetting te geven van de redenen voor het oordeel van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
c)
In de kennisgeving wordt de aanvrager uitgenodigd een schriftelijk antwoord in te dienen, waar passend vergezeld van wijzigingen.
d
In de kennisgeving wordt een termijn vastgesteld voor het antwoord. De termijn dient redelijk te zijn gegeven de omstandigheden. De termijn bedraagt gewoonlijk twee maanden vanaf de datum van de kennisgeving. In geen geval mag de termijn korter zijn dan een maand na de bedoelde datum. De termijn dient ten minste twee maanden na de bedoelde datum te zijn wanneer het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek tegelijkertijd met de kennisgeving wordt verzonden. De termijn mag, onverminderd paragraaf e. niet langer zijn dan drie maanden na de bedoelde datum.
e
De termijn voor het beantwoorden van de kennisgeving kan worden verlengd indien de aanvrager voor het verstrijken ervan daarom verzoekt.
66.3. Formeel antwoord aan de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling
a)
De aanvrager kan aan de in Regel 66.2 c) bedoelde uitnodiging van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling gehoor geven door wijzigingen aan te brengen, of — indien hij het niet eens is met het oordeel van die Instantie — door argumenten aan te voeren, al naar het geval, dan wel beide doen.
b)
Een antwoord dient rechtstreeks bij de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling te worden ingediend.
66.4. Bijkomende gelegenheid voor het indienen van wijzigingen of het aanvoeren van argumenten
a)
Indien de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling een of meer bijkomende schriftelijke oordelen wenst te geven, kan zij zulks doen; in dit geval zijn de Regels 66.2 en 66.3 van toepassing.
b)
Op verzoek van de aanvrager kan de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling hem één of meer bijkomende gelegenheden bieden om wijzigingen in te dienen of argumenten aan te voeren.
66.4 bis. In aanmerking nemen van wijzigingen, argumenten en verbeteringen van kennelijke fouten
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling behoeft geen wijzigingen, argumenten en verbeteringen van kennelijke fouten in aanmerking te nemen ten behoeve van een schriftelijk oordeel of het verslag van de internationale voorlopige beoordeling indien deze worden ontvangen of toegestaan door of ter kennis gebracht van die Instantie, naargelang hetgeen van toepassing is, nadat deze begonnen is met het opstellen van dat oordeel of verslag.
66.5. Wijziging
Een verandering, niet zijnde een verbetering van een kennelijke fout, in de conclusies, de beschrijving of de tekeningen, met inbegrip van de intrekking van conclusies, het schrappen van passages in de beschrijving of het schrappen van bepaalde tekeningen wordt aangemerkt als een wijziging.
66.6. Informele contacten met de aanvrager
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling kan te allen tijde informeel, telefonisch, schriftelijk of door middel van persoonlijke gesprekken contact met de aanvrager onderhouden. De genoemde Instantie beslist naar eigen goeddunken, of zij meer dan één persoonlijk onderhoud wenst toe te staan, indien de aanvrager daarom verzoekt, dan wel of zij wenst te antwoorden op een informele schriftelijke mededeling van de aanvrager.
66.7. Afschrift en vertaling van een eerdere aanvrage op grond waarvan de voorrang wordt ingeroepen
a
Indien de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling een afschrift nodig heeft van de eerdere aanvrage op grond waarvan de voorrang wordt ingeroepen in de internationale aanvrage, dient het Internationaal Bureau dat desgevraagd onverwijld te verstrekken. Indien dat afschrift niet wordt verstrekt aan de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, omdat de aanvrager verzuimd heeft te voldoen aan de vereisten van Regel 17.1 en indien de eerdere aanvrage niet was ingediend bij die Instantie in haar hoedanigheid van nationaal bureau of indien het voorrangsbewijs voor die Instantie niet beschikbaar is via een digitale bibliotheek in overeenstemming met de Administratieve Instructies, kan het verslag van de internationale voorlopige beoordeling worden opgesteld als zou geen voorrang zijn ingeroepen.
b)
Indien de aanvrage op grond waarvan in de internationale aanvrage een recht van voorrang is ingeroepen in een andere taal is gesteld dan de taal of een van de talen van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling kan die Instantie, wanneer de geldigheid van het beroep op een recht van voorrang van betekenis is voor het formuleren van het in artikel 33, eerste lid, bedoelde oordeel, de aanvrager uitnodigen een vertaling in die taal of een van die talen te verstrekken binnen 2 maanden te rekenen vanaf de datum van de uitnodiging. Indien de vertaling niet wordt verstrekt binnen die termijn, kan het verslag van de internationale voorlopige beoordeling worden opgesteld alsof het recht van voorrang niet was ingeroepen.
66.8. Vorm van de wijzigingen
a
Onverminderd paragraaf b wordt van de aanvrager verlangd dat hij bij wijziging van de beschrijving of de tekeningen een vervangend blad indient voor elk blad van de internationale aanvrage dat wegens wijziging verschilt van het eerder ingediende blad.
Het vervangende blad of de vervangende bladen gaat of gaan vergezeld van een brief, waarin de aandacht wordt gevestigd op de verschillen tussen de vervangen en de vervangende bladen, de grond voor de wijziging van de aanvrage zoals ingediend wordt aangeduid en bij voorkeur ook de redenen voor de wijziging worden verklaard.
b
Wanneer de wijziging bestaat in het schrappen van passages of in kleine veranderingen of toevoegingen, kan het in paragraaf a genoemde vervangende blad een afschrift van het desbetreffende blad van de internationale aanvrage met de veranderingen of toevoegingen zijn, mits de duidelijkheid en de mogelijkheid tot directe verveelvoudiging van dat blad niet nadelig worden beïnvloed. Voor zover een wijziging leidt tot het vervallen van een geheel blad, wordt deze wijziging medegedeeld in een brief die bij voorkeur ook de redenen voor de wijziging verklaart.
c
Bij wijziging van de conclusies is Regel 46.5 van overeenkomstige toepassing. Het stel conclusies, ingediend ingevolge Regel 46.5 zoals van toepassing uit hoofde van deze paragraaf, vervangt alle oorspronkelijk ingediende of ingevolge de artikelen 19 of 34 eerder gewijzigde conclusies, al naar gelang van het geval.
Regel 67. Onderwerpen ingevolge artikel 34, vierde lid, onder a) sub (i)
67.1. Begripsomschrijving
Van een Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling mag niet worden verlangd, dat zij een internationale voorlopige beoordeling verricht van een internationale aanvrage, indien en voor zover het onderwerp op een van de onderstaande gebieden ligt:
- (i)
natuurwetenschappelijke en wiskundige theorieën,
- (ii)
planten- of dierenrassen of werkwijzen van wezenlijk biologische aard voor de voortbrenging van planten en dieren, die geen microbiologische werkwijzen en hierdoor verkregen voortbrengselen zijn,
- (iii)
stelsels, regels of methoden voor de bedrijfsvoering, voor het verrichten van uitsluitend geestelijke handelingen of voor het spelen,
- (iv)
methoden voor de behandeling van het menselijke of het dierlijke lichaam door chirurgische ingrepen of geneeskundige behandeling, alsmede methoden voor het stellen van een diagnose,
- (v)
enkele presentatie van gegevens,
- (vi)
programma's voor rekenautomaten voor zover de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling niet is uitgerust voor het verrichten van een internationale voorlopige beoordeling van zodanige programma's.
Regel 68. Gebrek aan eenheid van uitvinding (internationale voorlopige beoordeling)
68.1. Geen uitnodiging tot beperking of betaling
Wanneer de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling vaststelt dat niet is voldaan aan het vereiste van eenheid van uitvinding en verkiest de aanvrager niet uit te nodigen de conclusies te beperken of bijkomende taksen te betalen, zet zij de internationale voorlopige beoordeling voort, behoudens artikel 34, vierde lid, b, en Regel 66.1e, ten aanzien van de gehele internationale aanvrage, maar vermeldt zij in elk schriftelijk oordeel en het verslag van de internationale voorlopige beoordeling dat zij van oordeel is dat niet is voldaan aan het vereiste van eenheid van uitvinding en geeft zij de redenen daarvoor aan.
68.2. Uitnodiging tot beperking of betaling
Wanneer de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling vaststelt dat niet is voldaan aan de vereiste eenheid van uitvinding en verkiest de aanvrager uit te nodigen, naar zijn keuze, de conclusies te beperken of aanvullende taksen te betalen, dient in de uitnodiging:
- i.
ten minste een mogelijkheid tot beperking te worden aangegeven die naar het oordeel van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling in overeenstemming zou zijn met het van toepassing zijnde vereiste;
- ii.
aangegeven te worden op welke gronden de internationale aanvrage geacht wordt niet te voldoen aan de vereiste eenheid van uitvinding;
- iii.
de aanvrager te worden uitgenodigd binnen een maand na de datum van de uitnodiging te voldoen aan de uitnodiging;
- iv.
het bedrag van de te betalen vereiste bijkomende taksen te worden aangegeven, mocht de aanvrager daartoe besluiten; en
- v.
dient de aanvrager, indien van toepassing, te worden uitgenodigd binnen een maand na de datum van de uitnodiging de in Regel 68.3 e bedoelde protesttaks te betalen en dient het te betalen bedrag te worden vermeld.
68.3. Bijkomende taksen
a
Het bedrag voor de bijkomende taksen verschuldigd voor een internationale voorlopige beoordeling ingevolge artikel 34, derde lid, onder a, wordt bepaald door de bevoegde Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
b
De ingevolge artikel 34, derde lid, onder a, verschuldigde bijkomende taksen voor de internationale voorlopige beoordeling dienen rechtstreeks te worden betaald aan de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
c
Een aanvrager kan de bijkomende taksen onder protest betalen, dat wil zeggen, vergezeld van een met redenen omklede uiteenzetting dat de internationale aanvrage voldoet aan de vereiste eenheid van uitvinding of dat het bedrag van de vereiste bijkomende taksen buitensporig hoog is. Een zodanig protest dient te worden onderzocht door een in het kader van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling ingesteld toetsingsorgaan, dat, voorzover het het protest gerechtvaardigd acht, beveelt dat de bijkomende taksen geheel of gedeeltelijk aan de aanvrager dienen te worden terugbetaald. Op verzoek van de aanvrager worden de tekst van het protest en van de beslissing dienaangaande als bijlage bij het verslag omtrent de internationale voorlopige beoordeling ter kennis van de gekozen bureaus gebracht.
d
In het in paragraaf c bedoelde toetsingsorgaan kan de persoon zitting hebben die de beslissing nam waarop het protest betrekking heeft, met dien verstande dat deze niet het enige lid van het orgaan mag zijn.
e
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling kan het onderzoek naar aanleiding van een protest zoals bedoeld in paragraaf c afhankelijk stellen van de betaling ten gunste van de Instantie van een protesttaks. Indien de aanvrager verzuimt binnen de termijn ingevolge Regel 68.2 v de vereiste protesttaks te betalen, wordt het protest geacht niet te zijn aangetekend en de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling zal dienaangaande een verklaring doen uitgaan. De protesttaks wordt aan de aanvrager terugbetaald indien het in paragraaf c bedoelde toetsingsorgaan van oordeel is dat het protest volledig gerechtvaardigd was.
68.4. Procedure in geval van onvoldoende beperking van de conclusies
Indien de aanvrager de conclusies beperkt, doch niet voldoende om te voldoen aan het vereiste van eenheid van uitvinding, handelt de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling zoals bepaald in artikel 34, derde lid, onder c).
68.5. Hoofduitvinding
In geval van twijfel welke uitvinding de hoofduitvinding is voor de toepassing van artikel 34, derde lid, onder c), wordt de als eerste in de conclusies genoemde uitvinding als de hoofduitvinding beschouwd.
Regel 69. Aanvang van en termijn voor de internationale voorlopige beoordeling
69.1. Aanvang van de internationale voorlopige beoordeling
a
Onverminderd de paragrafen b tot en met e vangt de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling de internationale voorlopige beoordeling aan zodra zij beschikt over al het volgende:
- i.
het verzoek;
- ii.
het (volledige) verschuldigde bedrag voor de behandelingstaks en de taks voor de voorlopige beoordeling, met inbegrip van, indien van toepassing, de taks wegens te late betaling ingevolge Regel 58bis.2; en
- iii.
hetzij het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek, hetzij de verklaring door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek ingevolge artikel 17, tweede lid, onder a, dat er geen verslag van een internationaal nieuwheidsonderzoek zal worden opgesteld en het schriftelijk oordeel opgesteld ingevolge Regel 43bis.1;
tenzij de aanvrager uitdrukkelijk verzoekt om de aanvang van de internationale voorlopige beoordeling uit te stellen totdat de toepasselijke termijn ingevolge Regel 54bis.1a is verstreken.
b
Indien het nationaal bureau of de intergouvernementele organisatie die optreedt als Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek tevens optreedt als Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, kan de internationale voorlopige beoordeling, indien het nationaal bureau of de intergouvernementele organisatie zulks wenst en met inachtneming van de paragrafen d. en e., op hetzelfde tijdstip aanvangen als het internationale nieuwheidsonderzoek.
b-bis
Indien, in overeenstemming met paragraaf b, het nationaal bureau dat of de intergouvernementele organisatie die optreedt als zowel de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek als de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, de internationale voorlopige beoordeling gelijktijdig met het internationale nieuwheidsonderzoek wenst aan te vangen en oordeelt dat aan alle in artikel 34, tweede lid, onder c., i. tot en met iii. genoemde voorwaarden is voldaan, behoeft dat nationaal bureau of die intergouvernementele organisatie, in zijn of haar hoedanigheid van Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, geen schriftelijk oordeel ingevolge Regel 43bis. 1 op te stellen.
c
Wanneer de verklaring betreffende wijzigingen een vermelding bevat dat wijzigingen ingevolge artikel 19 in aanmerking moeten worden genomen (Regel 53.9 a i), begint de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling niet met de internationale voorlopige beoordeling voordat zij een afschrift van de desbetreffende wijzigingen heeft ontvangen.
d
Indien in de verklaring inzake wijzigingen wordt vermeld dat de aanvang van de internationale voorlopige beoordeling dient te worden uitgesteld (Regel 53.9 b), vangt de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling de internationale voorlopige beoordeling niet aan vóór de zich het eerst voordoende van de volgende situaties:
- i.
voordat zij een afschrift van de wijzigingen ingevolge artikel 19 heeft ontvangen;
- II.
voordat zij een kennisgeving van de aanvrager heeft ontvangen dat hij geen wijzigingen ingevolge artikel 19 wenst door te voeren; of
- iii.
het verstrijken van de toepasselijke termijn ingevolge Regel 46.1
e
Wanneer de verklaring betreffende wijzigingen een vermelding bevat dat er wijzigingen ingevolge artikel 34 worden ingediend met het verzoek (Regel 53.9c), maar er in feite geen wijzigingen ingevolge artikel 34 zijn ingediend, begint de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling niet met de internationale voorlopige beoordeling voordat zij de wijzigingen heeft ontvangen of voordat de termijn vastgesteld in de in Regel 60.1 g bedoelde uitnodiging is verstreken, naar gelang van welke datum het eerst valt.
69.2. Termijn voor de internationale voorlopige beoordeling
De termijn voor het opstellen van het verslag van de internationale voorlopige beoordeling is van een van de volgende tijdvakken degene die het laatst verstrijkt:
- i.
28 maanden te rekenen van de datum van voorrang, of
- ii.
zes maanden, te rekenen vanaf het tijdstip ingevolge Regel 69.1 voor de aanvang van de internationale voorlopige beoordeling; of
- iii.
zes maanden te rekenen van de datum van ontvangst door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling van de ingevolge Regel 55.2 verstrekte vertaling.
Regel 70. Internationaal voorlopig verslag inzake octrooieerbaarheid door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling (verslag van de internationale voorlopige beoordeling)
70.1. Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze Regel wordt onder ‘verslag’ verstaan het verslag van de internationale voorlopige beoordeling.
70.2. Grondslag van het verslag
a
Indien de conclusies zijn gewijzigd wordt verslag uitgebracht over de gewijzigde conclusies.
b
Indien op grond van Regel 66.7 a) of b) het verslag wordt opgesteld alsof er geen voorrang was ingeroepen, dient het verslag zulks te vermelden.
c
Indien de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling van oordeel is dat een wijziging verder gaat dan hetgeen in de ingediende internationale aanvrage is geopenbaard, dient het verslag te worden opgesteld alsof deze wijziging niet was aangebracht en dient het verslag zulks te vermelden. Die Instantie dient ook de redenen aan te geven waarom zij van oordeel is dat de wijziging verder gaat dan hetgeen is geopenbaard.
(c-bis)
Indien de conclusies, beschrijving of tekeningen zijn gewijzigd, maar het vervangende blad of de vervangende bladen niet vergezeld ging of gingen van een brief waarin de grond voor de wijziging van de aanvrage zoals ingediend werd aangeduid, zoals vereist ingevolge Regel 46.5(b)(iii) zoals van toepassing ingevolge Regel 66.8(c) of Regel 66.8(a), al naar gelang van het geval, kan het verslag worden vastgesteld alsof de wijziging niet was aangebracht, hetgeen het verslag in dat geval vermeldt.
d
Indien conclusies betrekking hebben op uitvindingen ten aanzien waarvan geen verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek is opgesteld en deze derhalve niet het voorwerp van internationale voorlopige beoordeling zijn geweest, dient dit in het verslag van de internationale voorlopige beoordeling te worden vermeld.
e
Indien een verbetering van een kennelijke fout ingevolge Regel 66.1 in aanmerking wordt genomen, dient zulks gemeld te worden in het verslag. Indien een verbetering van een kennelijke fout ingevolge Regel 66.4bis niet in aanmerking wordt genomen, dient zulks zo mogelijk te worden aangegeven in het verslag; bij ontstentenis daarvan dient de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling het Internationale Bureau dienovereenkomstig in kennis te stellen en handelt het Internationale Bureau zoals voorzien in de Administratieve Instructies.
f
Het verslag dient de datum waarop het aanvullende nieuwheidsonderzoek ingevolge Regel 66.1ter is uitgevoerd te vermelden of een verklaring te bevatten dat er geen aanvullend nieuwheidsonderzoek is uitgevoerd.
70.3. Vermeldingen
Het verslag dient de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling die het heeft opgesteld aan te geven door de naam van deze Instantie te vermelden, en de internationale aanvrage door het nummer van de internationale aanvrage, de naam van de aanvrager en de datum van de internationale indiening te vermelden.
70.4. Data
Het verslag dient te vermelden:
- (i)
de datum waarop het verzoek is ingediend, en
- (ii)
de datum van het verslag; deze datum dient de datum te zijn waarop het verslag werd voltooid.
70.5. Classificatie
a)
Het verslag dient de classificatie te herhalen die ingevolge Regel 43.3 was toegekend, indien de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling met deze classificatie instemt.
b)
Indien dit niet het geval is, dient de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling in het verslag de classificatie aan te geven, tenminste overeenkomstig de Internationale Classificatie van Octrooien, die zij juist acht.
70.6. Verklaring ingevolge artikel 35, tweede lid
a)
De verklaring bedoeld in artikel 35, tweede lid, dient te bestaan uit de woorden ‘JA’ of ‘NEEN’ of het equivalent daarvan in de taal van het verslag, of een passend teken zoals bepaald in de Administratieve Instructies en zij dient vergezeld te gaan van de eventuele aanhalingen, toelichtingen en opmerkingen bedoeld in de laatste zin van artikel 35, tweede lid.
b)
Indien aan een van de drie maatstaven genoemd in artikel 35, tweede lid (d.w.z. nieuwheid, uitvinderswerkzaamheid (het niet voor de hand liggen), vatbaar zijn voor toepassing op het gebied van de nijverheid) niet is voldaan, dient de verklaring negatief te zijn. Indien in zulk een geval aan een der maatstaven, afzonderlijk beschouwd, is voldaan, dient het verslag de maatstaf of maatstaven waaraan is voldaan aan te geven.
70.7. Aanhalingen ingevolge artikel 35, tweede lid
a
In het verslag dienen de literatuurplaatsen te worden aangehaald die van belang worden geacht ter staving van de ingevolge artikel 35, tweede lid, afgelegde verklaringen, ongeacht of deze documenten al dan niet worden aangehaald in het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek. Documenten die worden aangehaald in het verslag van het internationale nieuwheidsonderzoek dienen alleen in het verslag te worden aangehaald wanneer zij door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling als relevant worden beschouwd.
b)
De bepalingen van Regel 43.5 b) en e) zijn ook van toepassing op het verslag.
70.8. Toelichtingen ingevolge artikel 35, tweede lid
De Administratieve Instructies dienen richtlijnen te bevatten voor de gevallen waarin de toelichtingen bedoeld in artikel 35, tweede lid, wel of niet dienen te worden gegeven en de vorm van zulke toelichtingen. Deze richtlijnen dienen te zijn gebaseerd op de volgende beginselen:
- (i)
er dienen toelichtingen te worden gegeven wanneer de verklaring betreffende een conclusie negatief is;
- (ii)
er dienen toelichtingen te worden gegeven wanneer de verklaring positief is, tenzij de reden voor het aanhalen van een literatuurplaats gemakkelijk voorstelbaar is op basis van raadpleging van de aangehaalde literatuurplaats;
- (iii)
over het algemeen dienen toelichtingen te worden gegeven, indien het geval bedoeld in de laatste zin van Regel 70.6 b) zich voordoet.
70.9. Niet-schriftelijke openbaarmakingen
Niet-schriftelijke openbaarmakingen waarnaar in het verslag uit hoofde van Regel 64.2 wordt verwezen dienen te worden vermeld door het aangeven van de soort, de datum waarop de schriftelijke uiteenzetting, verwijzend naar de niet-schriftelijke openbaarmaking, ter beschikking van het publiek is gesteld en de datum waarop de niet-schriftelijke openbaarmaking in het publiek geschiedde.
70.10. Bepaalde openbaar gemaakte literatuurplaatsen
Een openbaar gemaakte aanvrage of een octrooi waarnaar in het verslag uit hoofde van Regel 64.3 wordt verwezen, dient als zodanig te worden vermeld en vergezeld te gaan van een vermelding van haar datum van publikatie, van haar indieningsdatum en de mogelijke ingeroepen datum van voorrang. Ten aanzien van de datum van voorrang van zulk een document kan het verslag aangeven dat deze datum, naar het oordeel van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, niet rechtsgeldig is ingeroepen.
70.11. Vermelding van wijzigingen
Indien wijzigingen zijn aangebracht ten overstaan van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, dient dit feit in het verslag te worden vermeld. Wanneer een wijziging heeft geleid tot het vervallen van een geheel blad, dient ook dit feit nader te worden aangegeven.
70.12. Vermelding van bepaalde gebreken en andere zaken
Indien de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling van oordeel is dat op het tijdstip waarop zij het verslag opstelt:
- (i)
de internationale aanvrage een van de gebreken bevat bedoeld in Regel 66.2 a) (iii), dient zij dit oordeel en de redenen daarvoor op te nemen in het verslag;
- (ii)
de internationale aanvrage aanleiding geeft tot een van de opmerkingen bedoeld in Regel 66.2 a) (v), kan zij dit oordeel opnemen in het verslag en indien zij zulks doet, dient zij in het verslag tevens de gronden voor dit oordeel aan te geven;
- iii.
er sprake is van de in artikel 34, vierde lid, bedoelde omstandigheden, dient zij dit oordeel en de redenen daarvoor aan te geven in het verslag;
- iv.
er geen sequentie-opsomming van nucleotiden en/of aminozuren beschikbaar is in zodanige vorm dat er een zinvolle internationale voorlopige beoordeling kan worden verricht, dient zij dit in het verslag te vermelden.
70.13. Opmerkingen betreffende de eenheid van uitvinding
Indien de aanvrager bijkomende taksen voor de internationale voorlopige beoordeling heeft betaald of indien de internationale aanvrage of de internationale voorlopige beoordeling ingevolge artikel 34, derde lid, is beperkt, dient het verslag dit aan te geven. Bovendien dient het verslag, wanneer de internationale voorlopige beoordeling ten aanzien van beperkte conclusies (artikel 34, derde lid , a) of alleen ten aanzien van de hoofduitvinding (artikel 34, derde lid, c) is verricht, aan te geven welke delen van de internationale aanvrage wel en welke delen niet het voorwerp van de internationale voorlopige beoordeling zijn geweest. Het verslag dient de in Regel 68.1 bedoelde vermeldingen te bevatten wanneer de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling heeft verkozen de aanvrager niet uit te nodigen de conclusies te beperken of bijkomende taksen te betalen.
70.14. Bevoegde functionaris
Het verslag dient de naam te vermelden van de voor het verslag verantwoordelijke functionaris van de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
70.15. Vorm, titel
a
De vormvereisten voor het verslag worden voorgeschreven in de Administratieve Instructies.
b
Het verslag heeft als titel ‘Internationaal voorlopig verslag inzake octrooieerbaarheid (Hoofdstuk II van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien)’ onder vermelding dat het het verslag van de internationale voorlopige beoordeling is, opgesteld door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
70.16. Bijlagen bij het verslag
(a)
De volgende vervangende bladen en brieven worden als bijlage bij het verslag gevoegd:
- (i)
elk vervangend blad ingevolge Regel 66.8 dat wijzigingen ingevolge artikel 34 bevat en elke brief ingevolge Regel 66.8(a), Regel 66.8(b) en Regel 46.5(b), zoals van toepassing ingevolge Regel 66.8(c);
- (ii)
elk vervangend blad ingevolge Regel 46.5 dat wijzigingen ingevolge artikel 19 bevat en elke brief ingevolge Regel 46.5; en
- (iii)
elk vervangend blad ingevolge Regel 26.4 zoals van toepassing ingevolge Regel 91.2, dat een door die Instantie ingevolge Regel 91.1(b)(iii) goedgekeurde verbetering van een kennelijke fout bevat en elke brief ingevolge Regel 26.4, zoals van toepassing ingevolge Regel 91.2;
tenzij een dergelijk vervangend blad is vervangen of achterhaald door een later vervangend blad of een wijziging die leidt tot het vervallen van een geheel blad ingevolge Regel 66.8(b); en
- (iv)
wanneer het verslag gegevens bevat als bedoeld in Regel 70.2(e), elk blad en elke brief ter zake van een verbetering van een kennelijke fout die ingevolge Regel 66.4bis niet in aanmerking is genomen.
(b)
Onverminderd paragraaf (a) wordt elk vervangen of achterhaald blad bedoeld in die paragraaf en elke brief bedoeld in die paragraaf met betrekking tot dat vervangen of achterhaalde blad tevens bij het verslag gevoegd wanneer
- (i)
de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling van mening is dat de desbetreffende tot vervanging of achterhaald zijn leidende wijziging buiten het kader van de uiteenzetting in de internationale aanvrage zoals ingediend valt en het verslag gegevens bevat als bedoeld in Regels 70.2 (c);
- (ii)
de desbetreffende tot vervanging of achterhaald zijn leidende wijziging niet vergezeld ging van een brief die de grond voor de wijziging van de aanvrage zoals ingediend vermeldt, en het verslag is vastgesteld alsof de wijziging niet heeft plaatsgevonden en een vermelding genoemd in Regel 70.2 (c-bis) bevat.
In dat geval wordt het vervangen of achterhaalde vervangende blad voorzien van de aantekeningen bedoeld in de Administratieve Instructies.
70.17. Talen van het verslag en de bijlagen
Het verslag en iedere bijlage dienen te zijn gesteld in de taal waarin de internationale aanvrage waarop zij betrekking hebben, wordt gepubliceerd of, indien de internationale voorlopige beoordeling overeenkomstig Regel 55.2 wordt verricht op basis van een vertaling van de internationale aanvrage, in de taal van die vertaling.
Regel 71. Toezending van het verslag van de internationale voorlopige beoordeling en bijbehorende documenten
71.1. Ontvangers
a
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling zendt op dezelfde dag een exemplaar van het verslag van de internationale voorlopige beoordeling en van de mogelijke bijlagen daarbij toe aan het Internationale Bureau en een exemplaar aan de aanvrager.
b
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling zendt exemplaren van andere documenten van het dossier van de internationale voorlopige beoordeling naar het Internationale Bureau in overeenstemming met de Administratieve Instructies.
71.2. Afschriften van aangehaalde literatuurplaatsen
a)
Het verzoek ingevolge artikel 36, vierde lid, kan op elk tijdstip worden ingediend gedurende 7 jaar te rekenen van de datum van internationale indiening van de internationale aanvrage waarop het verslag betrekking heeft.
b)
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling kan verlangen dat de partij (aanvrager of gekozen bureau) die het verzoek overlegt, haar de kosten voor het maken en per post verzenden van de afschriften betaalt. Het tarief van de kosten voor het maken van afschriften wordt bepaald in de in artikel 32, tweede lid, bedoelde overeenkomsten tussen de Instanties voor de Internationale Voorlopige Beoordeling en het Internationale Bureau.
c
Vervallen.
d
Een Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling kan de verplichtingen bedoeld in de paragrafen a en b vervullen door bemiddeling van een ander bureau dat tegenover haar verantwoordelijk is.
Regel 72. Vertaling van het verslag van de internationale voorlopige beoordeling en van het schriftelijk oordeel van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
72.1. Talen
a
Een gekozen Staat kan verlangen dat het verslag van de internationale voorlopige beoordeling, opgesteld in een andere taal dan de officiële taal of één van de officiële talen van zijn nationale bureau, wordt vertaald in het Engels.
b)
Dit verlangen dient ter kennis te worden gebracht van het Internationale Bureau, dat het onverwijld bekendmaakt in het mededelingenblad.
72.2. Afschrift van de vertaling voor de aanvrager
Het Internationale Bureau zendt een afschrift van de in Regel 72.1 a bedoelde vertaling van het verslag van de internationale voorlopige beoordeling toe aan de aanvrager op het tijdstip waarop het die vertaling doet toekomen aan het betrokken gekozen bureau of de betrokken gekozen bureaus.
72.2bis. Vertaling van het schriftelijk oordeel van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek opgesteld ingevolge Regel 43bis. 1
In het geval bedoeld in Regel 73.2 b. ii. wordt het door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek ingevolge Regel 43bis. 1 opgestelde schriftelijke oordeel op verzoek van het betrokken gekozen bureau door of onder de verantwoordelijkheid van het Internationaal Bureau vertaald in het Engels. Het Internationaal Bureau doet binnen twee maanden na de datum van ontvangst van het verzoek om een vertaling een afschrift van de vertaling aan het betrokken gekozen bureau toekomen en doet tegelijkertijd een afschrift toekomen aan de aanvrager.
72.3. Commentaar op de vertaling
De aanvrager kan schriftelijk commentaar leveren op de juistheid van de vertaling van het verslag van de internationale voorlopige beoordeling of van het ingevolge Regel 43bis. 1 door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek opgestelde schriftelijk oordeel en zendt een afschrift van het commentaar aan elk van de betrokken gekozen bureaus en aan het Internationaal Bureau.
Regel 73. Toezending van het verslag van de internationale voorlopige beoordeling of van het schriftelijk oordeel van de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek
73.1. Het maken van afschriften
Het Internationale Bureau maakt de afschriften van de ingevolge artikel 36, derde lid, onder a), toe te zenden documenten.
73.2. Toezending aan de gekozen bureaus
a
Het Internationaal Bureau verzorgt de toezending voorzien in artikel 36, derde lid, onder a. aan elk gekozen bureau in overeenstemming met Regel 93bis. 1, echter niet voor het verstrijken van de termijn van 30 maanden na de datum van voorrang.
b
Indien de aanvrager een uitdrukkelijk verzoek ingevolge artikel 40, tweede lid, indient bij een gekozen bureau, zal het Internationaal Bureau op verzoek van dat bureau of van de aanvrager,
- i.
indien het verslag van de internationale voorlopige beoordeling ingevolge Regel 71.1 reeds verzonden is aan het Internationaal Bureau, onverwijld de in artikel 36, derde lid, onder a. voorziene toezending verzorgen aan dat bureau;
- ii.
indien het verslag van de internationale voorlopige beoordeling ingevolge Regel 71.1 niet verzonden is aan het Internationaal Bureau, onverwijld een afschrift van de ingevolge Regel 43bis. 1 door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek opgestelde schriftelijke beoordeling toezenden aan dat bureau.
c
Wanneer de aanvrager het verzoek of een keuze danwel alle keuzes heeft ingetrokken, vindt, indien het Internationaal Bureau het verslag van de internationale voorlopige beoordeling heeft ontvangen, de in paragraaf a. voorziene toezending aan het gekozen bureau of de gekozen bureaus waarop de intrekking van toepassing is desalniettemin plaats.
Regel 74. Vertaling van bijlagen bij het verslag van de internationale voorlopige beoordeling en toezending daarvan
74.1. Inhoud van de vertaling en termijn voor toezending daarvan
a
Wanneer het gekozen bureau verlangt dat ingevolge artikel 39, eerste lid, een vertaling van de internationale aanvrage wordt verstrekt, dient de aanvrager, binnen de ingevolge artikel 39, eerste lid, geldende termijn, een vertaling toe te zenden van elk in Regel 70.16 bedoeld vervangend blad dat als bijlage aan het verslag van de internationale voorlopige beoordeling is gehecht, tenzij dit blad is gesteld in de taal van de vereiste vertaling van de internationale aanvrage. Dezelfde termijn geldt wanneer het verstrekken van een vertaling van de internationale aanvrage aan het gekozen bureau, wegens een verklaring afgelegd ingevolge artikel 64, tweede lid , a, i, dient te geschieden binnen de ingevolge artikel 22 geldende termijn.
b
Wanneer het gekozen bureau niet verlangt dat ingevolge artikel 39, eerste lid, een vertaling van de internationale aanvrage wordt verstrekt, kan dat bureau van de aanvrager verlangen dat deze, binnen de ingevolge dat artikel geldende termijn, van elk in Regel 70.16 bedoeld vervangend blad dat als bijlage aan het verslag van de internationale voorlopige beoordeling is gehecht en dat niet in die taal is gesteld, een vertaling verstrekt in de taal waarin de internationale aanvrage werd gepubliceerd.
Regel 75
Vervallen.
Regel 76. Vertaling van het voorrangsbewijs; Toepassing van bepaalde regels op procedures voor gekozen bureaus
76.1
Vervallen.
76.2
Vervallen.
76.3
Vervallen.
76.4. Termijn voor vertaling van het voorrangsbewijs
Van de aanvrager wordt niet verlangd dat hij een gekozen bureau een vertaling van het voorrangsbewijs verstrekt vóór het verstrijken van de ingevolge artikel 39 van toepassing zijnde termijn.
76.5. Toepassing van bepaalde regels op procedures voor gekozen bureaus
De Regels 13ter 3, 20.8 c, 22.1 g, 47.1, 49, 49bis, 49ter en 51bis zijn van toepassing, met dien verstande dat:
- (i)
elke verwijzing in hogergenoemde Regels naar het aangewezen bureau of naar de aangewezen Staat wordt uitgelegd als een verwijzing naar het gekozen bureau, respectievelijk de gekozen Staat;
- ii.
elke verwijzing in genoemde regels naar artikel 22, artikel 23, tweede lid, of artikel 24, tweede lid, wordt uitgelegd als een verwijzing naar artikel 39, eerste lid, respectievelijk artikel 40, tweede lid, of artikel 39, derde lid;
- (iii)
in Regel 49.1 c) de woorden ‘internationale aanvragen die … worden ingediend.’ worden vervangen door de woorden ‘een verzoek dat … wordt ingediend.’.
- iv.
voor de toepassing van artikel 39, eerste lid, indien een verslag van de internationale voorlopige beoordeling is opgesteld, een vertaling van een wijziging ingevolge artikel 19 alleen vereist is indien de wijziging als bijlage aan dat verslag is gehecht;
- v.
de verwijzing in Regel 47.1 a naar Regel 47.4 wordt uitgelegd als een verwijzing naar Regel 61.2 d.
Regel 77. Bevoegdheid ingevolge artikel 39, eerste lid, onder b
77.1. Uitoefening van bevoegdheid
a)
Een Verdragsluitende Staat die een termijn toestaat welke op een later tijdstip verstrijkt dan de in artikel 39, eerste lid, onder a) bepaalde termijn, dient het Internationale Bureau in kennis te stellen van de aldus vastgestelde termijn.
b)
Een door het Internationale Bureau ingevolge het bepaalde onder paragraaf a) ontvangen kennisgeving wordt onverwijld door het Internationale Bureau bekendgemaakt in het mededelingenblad.
c)
Kennisgevingen betreffende de verkorting van de voordien vastgestelde termijn gelden met betrekking tot verzoeken ingediend na het verstrijken van 3 maanden te rekenen van de datum waarop de kennisgeving door het Internationale Bureau is bekendgemaakt.
d)
Kennisgevingen betreffende de verlenging van de voordien vastgestelde termijn worden van kracht bij bekendmaking door het Internationale Bureau in het mededelingenblad ten aanzien van op dat tijdstip aanhangige of na de datum van deze bekendmaking overgelegde verzoeken dan wel, indien de Verdragsluitende Staat die de kennisgeving doet, een latere datum vaststelt, met ingang van die latere datum.
Regel 78. Wijziging van de conclusies, de beschrijving en de tekeningen voor gekozen bureaus
78.1. Termijn
a
Wanneer de aanvrager dat wenst, oefent hij het recht ingevolge artikel 41 om de conclusies, de beschrijving en de tekeningen te wijzigen bij het betrokken gekozen bureau uit binnen een maand nadat is voldaan aan de vereisten ingevolge artikel 39, eerste lid, onder a., met dien verstande dat indien de toezending van het verslag van de internationale voorlopige beoordeling ingevolge artikel 36, eerste lid, niet heeft plaatsgevonden bij het verstrijken van de ingevolge artikel 39 geldende termijn, hij dit recht uiterlijk vier maanden na deze datum van verstrijken dient uit te oefenen. In beide gevallen kan de aanvrager dit recht op elk later tijdstip uitoefenen, indien de nationale wetgeving van de genoemde Staat zulks toestaat.
b
In een gekozen Staat waarvan de nationale wetgeving bepaalt dat de beoordeling slechts begint op speciaal verzoek, kan de nationale wetgeving bepalen dat de termijn waarbinnen of het tijdstip waarop de aanvrager het recht ingevolge artikel 41 kan uitoefenen dezelfde of hetzelfde is als de termijn die of het tijdstip dat door de nationale wetgeving is bepaald voor de indiening van wijzigingen in het geval van de beoordeling, op speciaal verzoek, van nationale aanvragen, met dien verstande dat deze termijn niet mag verstrijken voor, of dit tijdstip niet mag vallen voor het verstrijken van de ingevolge paragraaf a. geldende termijn.
78.2
Vervallen.
78.3. Gebruiksmodellen
De bepalingen van de Regels 6.5 en 13.5 zijn van overeenkomstige toepassing voor gekozen bureaus. Indien de keuze werd verricht voor het verstrijken van de 19de maand te rekenen van de datum van voorrang, wordt de verwijzing naar de ingevolge artikel 22 van toepassing zijnde termijn vervangen door een verwijzing naar de ingevolge artikel 39 van toepassing zijnde termijn.
Deel D. Regels betreffende hoofdstuk III van het verdrag
Regel 79. Tijdrekening
79.1. De weergave van data
Aanvragers, nationale bureaus, ontvangende bureaus, Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en voor de Internationale Voorlopige Beoordeling en het Internationale Bureau geven voor de toepassing van het Verdrag en het Reglement data weer in de Christelijke jaartelling en de Gregoriaanse tijdrekening of, indien zij andere jaartellingen en tijdrekeningen gebruiken, dienen zij deze ook aan te geven in de Christelijke jaartelling en de Gregoriaanse tijdrekening.
Regel 80. Berekening van termijnen
80.1. In jaren aangegeven tijdvakken
Wanneer een tijdvak is aangegeven als een jaar of een bepaald aantal jaren, begint de berekening op de dag volgend op de dag waarop de desbetreffende gebeurtenis plaats heeft gevonden en verstrijkt het tijdvak in het desbetreffend daarop volgende jaar in de maand met dezelfde naam en op de dag met hetzelfde rangnummer als de maand en de dag waarop de genoemde gebeurtenis heeft plaatsgevonden, met dien verstande dat indien de desbetreffende daarop volgende maand geen dag met hetzelfde rangnummer heeft, het tijdvak verstrijkt op de laatste dag van die maand.
80.2. In maanden aangegeven tijdvakken
Wanneer een tijdvak is aangegeven als een maand of een bepaald aantal maanden, begint de berekening op de dag volgend op de dag waarop de desbetreffende gebeurtenis heeft plaatsgevonden en verstrijkt het tijdvak in de desbetreffende daarop volgende maand op de dag die hetzelfde rangnummer heeft als de dag waarop genoemde gebeurtenis heeft plaatsgevonden, met dien verstande dat indien de desbetreffende daarop volgende maand geen dag met hetzelfde rangnummer heeft, het tijdvak verstrijkt op de laatste dag van die maand.
80.3. In dagen aangegeven tijdvakken
Wanneer een tijdvak is aangegeven in een bepaald aantal dagen begint de berekening op de dag volgend op de dag waarop de desbetreffende gebeurtenis heeft plaatsgevonden en verstrijkt het tijdvak op de dag waarop de laatste dag van de telling is bereikt.
80.4. Plaatselijke data
a)
De datum die in aanmerking wordt genomen als de begindatum voor de berekening van een tijdvak is de datum ter plaatse op het tijdstip waarop de desbetreffende gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
b)
De datum waarop een tijdvak verstrijkt is de datum ter plaatse waar het vereiste document moet worden ingediend of de vereiste taks betaald.
80.5. Verstrijken op een dag die geen werkdag is of op een officiële feestdag
Indien het tijdvak waarbinnen een document of een taks een nationaal bureau of een intergouvernementele organisatie moet bereiken verstrijkt op een dag
- i.
waarop dat bureau of die organisatie niet voor het publiek open is voor het afhandelen van officiële aangelegenheden;
- ii.
waarop gewone post niet wordt bezorgd in de plaats waarin dat bureau of die organisatie is gevestigd;
- iii.
die, indien dat bureau of die organisatie gevestigd is op meer dan een plaats, een officiële feestdag is op ten minste een van de plaatsen waar dat kantoor of die organisatie gevestigd is, en dat in de omstandigheden voorzien in het nationale recht dat door dat bureau of die organisatie ten aanzien van nationale aanvragen wordt toegepast, in zo'n geval het tijdvak verstrijkt op de volgende dag; of
- iv.
die, indien dat bureau de overheidsinstantie van een Verdragsluitende Partij is belast met het verlenen van octrooien, in dat deel van die Verdragsluitende Staat een officiële feestdag is en dat in de gevallen waarin door het door dat bureau ten aanzien van nationale aanvragen toegepaste recht wordt voorzien, in zo'n geval het tijdvak verstrijkt op de volgende dag;
verstrijkt het tijdvak op de eerstvolgende dag waarop geen van de vier genoemde omstandigheden zich meer voordoet.
80.6. Datum van documenten
Wanneer een tijdvak begint op de datum van de dagtekening van een document of brief, afkomstig van een nationaal bureau of een intergouvernementele organisatie, wordt een betrokken partij in staat gesteld te bewijzen, dat genoemd document of genoemde brief op een latere dan de daarop vermelde datum per post is verzonden, in welk geval de datum van de werkelijke verzending per post, voor de berekening van het tijdvak, wordt beschouwd als de datum waarop het tijdvak begint. Ongeacht de datum waarop zulk een document of brief per post werd verzonden, beschouwt het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie, indien de aanvrager het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie het voor het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie overtuigende bewijs levert dat het document of de brief meer dan 7 dagen na de daarop vermelde datum werd ontvangen, het tijdvak dat begint op de datum van het document of de brief, te zijn verlengd met het aantal dagen dat het document of de brief later werd ontvangen dan zeven dagen na de daarop vermelde datum.
80.7. Einde van de werkdag
a)
Een op een bepaalde dag verstrijkend tijdvak verstrijkt op het tijdstip waarop het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie waarbij het document moet worden ingediend of waaraan de taks moet worden betaald, zijn of haar werkzaamheden op die dag beëindigt.
b)
Een bureau of organisatie kan van het bepaalde onder paragraaf a) afwijken door het tijdvak te verlengen tot middernacht op de betrokken dag.
Regel 81. Wijziging van in het Verdrag vastgestelde termijnen
81.1. Voorstel
a)
Een Verdragsluitende Staat of de Directeur-Generaal kan ingevolge artikel 47, tweede lid, een wijziging voorstellen.
b)
Door een Verdragsluitende Staat gedane voorstellen dienen te worden ingediend bij de Directeur-Generaal.
81.2. Besluit door de Algemene Vergadering
a)
Wanneer het voorstel wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering, dient de Directeur-Generaal de tekst daarvan aan alle Verdragsluitende Staten toe te zenden ten minste 2 maanden vóór de zitting van de Algemene Vergadering op de agenda waarvan het voorstel is geplaatst.
b)
Tijdens de bespreking van het voorstel in de Algemene Vergadering kan het voorstel worden gewijzigd of kunnen daaruit voortvloeiende amendementen worden voorgesteld.
c)
Het voorstel wordt als aangenomen beschouwd, indien geen der op het tijdstip van de stemming aanwezige Verdragsluitende Staten tegen het voorstel stemt.
81.3. Schriftelijke stemming
a)
Wanneer gekozen wordt voor schriftelijke stemming, wordt het voorstel verwerkt in een schriftelijke mededeling van de Directeur-Generaal aan de Verdragsluitende Staten, waarin zij worden uitgenodigd hun stem schriftelijk uit te brengen.
b)
In de uitnodiging wordt de termijn bepaald waarbinnen het antwoord met de schriftelijk uitgebrachte stem het Internationale Bureau moet bereiken. Die termijn dient niet korter te zijn dan 3 maanden te rekenen van de datum van de uitnodiging.
c)
Antwoorden moeten positief of negatief zijn. Voorstellen tot wijziging of opmerkingen worden niet als stem beschouwd.
d)
Het voorstel wordt als aangenomen beschouwd, indien geen der Verdragsluitende Staten zich tegen de wijziging verzet en indien ten minste de helft van de Verdragsluitende Staten mededeling doet van goedkeuring, geen mening te hebben of van onthouding.
Regel 82. Storingen in het postverkeer
82.1. Vertraging of verlies van in bestelling zijnde post
a)
Een betrokken partij kan bewijs aanbieden dat hij het document of de brief 5 dagen vóór het verstrijken van de termijn per post heeft verzonden. Behalve in gevallen waarin land- en zeepost gewoonlijk binnen 2 dagen na verzending op haar bestemming aankomt, of wanneer geen luchtpostdienst beschikbaar is, kan bewijs alleen worden aangeboden, indien de verzending per luchtpost is geschied. In elk geval kan bewijs alleen worden aangeboden, indien de verzending geschiedde per door de postdiensten aangetekende post.
b
Indien de verzending, overeenkomstig het in paragraaf a bepaalde, van een document of brief ten genoegen van het nationale bureau dat of de intergouvernementele organisatie die de geadresseerde is, wordt bewezen, wordt de vertraging in aankomst niet aangerekend of, indien het document of de brief in de post verloren is gegaan, wordt vervanging daarvan door een nieuw exemplaar toegestaan, mits de betrokken partij ten genoegen van genoemd bureau of genoemde organisatie bewijst dat het als vervanging aangeboden document of de als vervanging aangeboden brief identiek is met het verloren gegane document of de verloren gegane brief.
c)
In de gevallen bedoeld onder paragraaf b) dient het bewijs van verzending binnen de voorgeschreven termijn en, wanneer het document of de brief verloren is gegaan, ook het vervangende document of de vervangende brief alsmede het bewijs van de volkomen gelijkheid ervan met het document dat of de brief die verloren is gegaan, te worden overgelegd binnen een maand na de datum waarop de betrokken partij de vertraging of het verlies heeft vastgesteld — of zou hebben behoren vast te stellen — en in geen geval later dan 6 maanden na het verstrijken van de in het bepaalde geval van toepassing zijnde termijn.
d
Een nationaal bureau dat, of een intergouvernementele organisatie die het Internationale Bureau te kennen geeft dat het c.q. zij hiertoe overgaat, dient, wanneer van een andere bezorgdienst dan de postdiensten gebruik wordt gemaakt om een document of brief te verzenden, het in de paragrafen a tot en met c bepaalde toe te passen alsof het de postdienst betrof. In dat geval is de laatste volzin van paragraaf a niet van toepassing, maar kan het bewijs alleen worden geleverd indien gegevens betreffende de verzending werden opgetekend door de bezorgdienst op het tijdstip van verzending. De kennisgeving kan een vermelding bevatten dat zij alleen van toepassing is op verzendingen waarbij gebruik wordt gemaakt van bepaalde bezorgdiensten of bezorgdiensten die voldoen aan bepaalde criteria. Het Internationale Bureau publiceert de aldus kenbaar gemaakte informatie in het mededelingenblad.
e)
Een nationaal bureau of intergouvernementele organisatie kan handelen overeenkomstig paragraaf d :
- i.
zelfs indien, wanneer van toepassing, de bezorgdienst waarvan gebruik werd gemaakt, niet behoorde tot die welke waren genoemd, of niet voldeed aan de criteria die waren genoemd in de desbetreffende kennisgeving ingevolge paragraaf d, of
- ii.
zelfs indien dat bureau of die organisatie het Internationale Bureau niet een kennisgeving ingevolge paragraaf d heeft gezonden.
Regel 82bis. Het niet-aanrekenen door de aangewezen of gekozen Staat van vertraging bij het nakomen van bepaalde termijnen
82bis.1. Betekenis van ‘termijn’ in artikel 48, tweede lid
De verwijzing naar ‘een termijn’ in artikel 48, tweede lid, wordt uitgelegd als omvattend een verwijzing:
- (i)
naar een in het Verdrag of in dit Reglement vastgestelde termijn;
- (ii)
naar een termijn vastgesteld door het ontvangende bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling of het Internationale Bureau of toe te passen door het ontvangende bureau ingevolge zijn nationale wetgeving;
- (iii)
naar een termijn vastgesteld door, of in de nationale wetgeving toe te passen door, het aangewezen of gekozen bureau, voor het verrichten van een handeling door de aanvrager ten overstaan van dat bureau.
82bis.2. Herstel van rechten en andere bepalingen waarop artikel 48, tweede lid, van toepassing is
De bepalingen van de nationale wetgeving waarnaar wordt verwezen in artikel 48, tweede lid, betreffende het niet-aanrekenen, door de aangewezen of gekozen Staat, van enige vertraging bij het nakomen van een termijn, zijn die bepalingen die voorzien in herstel van rechten, teruggave, ‘restitutio in integrum’ of verdere behandeling ondanks het niet voldoen aan een termijn, en elke andere bepaling die voorziet in de verlenging van de termijnen of het niet-aanrekenen van vertragingen bij het nakomen van termijnen.
Regel 82ter. Verbetering van fouten gemaakt door het ontvangende bureau of door het Internationale Bureau
82ter 1. Fouten betreffende de datum van de internationale indiening en het beroep op een recht van voorrang
a
Indien de aanvrager ten genoegen van een aangewezen of gekozen bureau aantoont dat de datum van internationale indiening onjuist is vanwege een fout gemaakt door het ontvangende bureau of dat het beroep op een recht van voorrang door het ontvangende bureau of het Internationale Bureau abusievelijk als nietig wordt beschouwd, en indien de fout van dien aard is dat indien deze zou zijn gemaakt door het aangewezen of gekozen bureau zelf, dat bureau deze fout overeenkomstig de nationale wetgeving of de nationale praktijk zou verbeteren, dient genoemd bureau de fout te verbeteren en de internationale aanvrage te behandelen alsof daaraan de verbeterde datum van internationale indiening was toegekend, of alsof het beroep op een recht van voorrang niet als nietig was beschouwd.
b
Indien de datum van internationale indiening ingevolge Regel 20.3 b ii, 20.5 d of 20.5bis d is toegekend op grond van opneming door middel van verwijzing ingevolge de Regels 4.18 en 20.6 van een element of onderdeel maar het aangewezen bureau vaststelt dat:
- i.
de aanvrager met betrekking tot het voorrangsbewijs niet voldaan heeft aan Regel 17.1 a, b of b-bis;
- ii.
niet voldaan is aan een vereiste ingevolge Regel 4.18, 20.6 a i of 51bis 1 e ii; of
- iii.
het element of onderdeel niet volledig opgenomen is in het desbetreffende voorrangsbewijs;
kan het aangewezen of gekozen bureau, met inachtneming van paragraaf c, de internationale aanvrage behandelen als was de datum van internationale indiening toegekend ingevolge Regel 20.3 b i, 20.5 b of 20.5bis b, of verbeterd ingevolge Regel 20.5 c of 20.5bis c, naargelang hetgeen van toepassing is, met dien verstande dat Regel 17.1 c van overeenkomstige toepassing is.
c
Het aangewezen of gekozen bureau behandelt de internationale aanvrage ingevolge paragraaf b niet als was de datum van internationale indiening toegekend ingevolge Regel 20.3 b i, 20.5 b of 20.5bis b of verbeterd ingevolge Regel 20.5 c of 20.5bis c zonder de aanvrager in de gelegenheid te stellen binnen een gegeven de omstandigheden redelijke termijn bezwaar te maken tegen de beoogde behandeling of een verzoek in te dienen ingevolge paragraaf d.
d
Indien het aangewezen of gekozen bureau in overeenstemming met paragraaf c de aanvrager ervan in kennis heeft gesteld te beogen de internationale aanvrage te behandelen als was de datum van internationale indiening verbeterd ingevolge Regel 20.5 c of 20.5bis c, kan de aanvrager in een binnen de in paragraaf c bedoelde termijn bij dat bureau ingediende kennisgeving verzoeken dat het desbetreffende ontbrekende onderdeel of het desbetreffende correcte element of onderdeel, wordt genegeerd ten behoeve van de nationale behandeling voor dat bureau, in welk geval dat ontbrekende onderdeel, of dat correcte element of onderdeel, geacht wordt niet te zijn verstrekt en dat bureau behandelt de internationale aanvrage niet als was de datum van internationale indiening verbeterd.
Regel 82quater. Het niet-aanrekenen van vertraging bij het nakomen van termijnen en verlenging van de termijnen
82quater.1. Het niet-aanrekenen van vertraging bij het nakomen van termijnen
a
Een belanghebbende kan bewijs overleggen dat een termijn vastgesteld in het Reglement voor het verrichten van een handeling voor het ontvangende bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie, de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling of het Internationaal Bureau niet in acht kon worden genomen vanwege oorlog, revolutie, burgerlijke onrust, staking, natuurramp, epidemie, algemene niet-beschikbaarheid van elektronische communicatiediensten of een andere daarmee vergelijkbare reden in de plaats waar de belanghebbende zijn woonplaats heeft, verblijft of gevestigd is en dat de desbetreffende handeling is verricht zodra dat redelijkerwijs mogelijk was.
b
Dit bewijs dient uiterlijk zes maanden na het verstrijken van de in het desbetreffende geval geldende termijn te worden verzonden aan het bureau, de Instantie of het Internationaal Bureau, naargelang van het geval. Indien de omstandigheden naar tevredenheid van de geadresseerde zijn bewezen, wordt de vertraging bij het nakomen van de termijn niet aangerekend.
c
Het feit dat een vertraging niet wordt aangerekend, behoeft niet in aanmerking te worden genomen door een aangewezen of gekozen bureau waarvoor de aanvrager op het tijdstip van de beslissing omtrent het niet-aanrekenen van de vertraging de in artikel 22 of artikel 39 bedoelde handelingen reeds heeft verricht.
d
Het bureau, de Instantie of het Internationale Bureau mogen ontheffing verlenen voor de noodzaak bewijs te overleggen onder de voorwaarden die door dat bureau of die instantie worden gesteld en gepubliceerd, naargelang van het geval. In een dergelijk geval dient de belanghebbende een verklaring in te dienen dat het niet-nakomen van de termijn te wijten is aan de reden waarom het bureau, de Instantie of het Internationale Bureau ontheffing verleende voor het vereiste inzake het overleggen van bewijs. Het bureau of de Instantie stellen het Internationale Bureau daarvan in kennis.
82quater.2. Niet beschikbaar zijn van elektronische communicatiemiddelen bij het bureau
a
Een nationaal bureau of intergouvernementele organisatie kan bepalen dat, indien een termijn vastgelegd in het Reglement voor het verrichten van een handeling voor dat bureau of die organisatie niet in acht wordt genomen vanwege het niet beschikbaar zijn van een toegestaan elektronisch communicatiemiddel bij dat bureau of die organisatie, de vertraging bij het nakomen van de termijn niet zal worden aangerekend, op voorwaarde dat desbetreffende handeling werd uitgevoerd op de eerstvolgende werkdag waarop de desbetreffende elektronische communicatiemiddelen beschikbaar waren. Het desbetreffende bureau of de desbetreffende organisatie publiceert informatie over het niet-beschikbaar zijn, inclusief de termijn van het niet-beschikbaar zijn, en stelt het Internationale Bureau hiervan in kennis.
b
Het feit dat een vertraging bij het naleven van een termijn bedoeld in paragraaf a niet wordt aangerekend, behoeft niet in aanmerking te worden genomen door een aangewezen of gekozen bureau waarvoor de aanvrager op het tijdstip waarop de informatie bedoeld in paragraaf a is gepubliceerd de in artikel 22 of artikel 39 bedoelde handelingen reeds heeft verricht.
82quater.3. Verlenging van de termijnen als gevolg van algemene verstoringa
a
Een ontvangend bureau, Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie, de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling of het Internationale Bureau kan een verlengingstermijn vaststellen opdat de in het Reglement vastgestelde termijnen waarbinnen een partij een handeling dient te verrichten voor dat bureau, die Instantie of het Internationaal Bureau kunnen worden verlengd wanneer er in de Staat waarin het bureau, de Instantie of het Internationale Bureau is gevestigd sprake is van een algemene verstoring als gevolg van een gebeurtenis zoals vermeld in Regel 82quater.1a die gevolgen heeft voor de werkzaamheden van dit bureau, deze Instantie of het Internationale Bureau waarbij dit zijn weerslag heeft op het vermogen van de partijen om een handeling te verrichten voor dat bureau, die Instantie of het Internationaal Bureau binnen de in het Reglement vastgestelde termijnen. Het bureau, de Instantie of het Internationale Bureau publiceren de begin- en einddatum van een eventuele verlengingstermijn. De verlengingstermijn duurt niet langer dan twee maanden gerekend vanaf de begindatum. Het bureau of de Instantie stellen het Internationale Bureau daarvan in kennis.
b
Na het vaststellen van de verlengingstermijn ingevolge paragraaf a, kan het desbetreffende bureau, de desbetreffende Instantie of het Internationale Bureau aanvullende verlengingstermijnen vaststellen indien dat gezien de omstandigheden nodig is. In dat geval is paragraaf a van dienovereenkomstige toepassing.
c
Met de verlenging van een termijn ingevolge paragraaf a of paragraaf b hoeft geen rekening te worden gehouden door een aangewezen of gekozen bureau indien, op het moment dat de in paragraaf a of b bedoelde informatie wordt gepubliceerd, de nationale behandeling bij dat bureau is aangevangen.
Regel 83. Recht op te treden voor internationale instanties
83.1. Bewijs van het recht
Het Internationale Bureau, de bevoegde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en de bevoegde Instanties voor de Internationale Voorlopige Beoordeling kunnen overlegging verlangen van het bewijs van het recht op te treden als bedoeld in artikel 49.
83.1bis. Wanneer het Internationale Bureau het ontvangende bureau is
a
Een persoon die het recht heeft op te treden voor het nationale bureau van, of dat optreedt voor, een Verdragsluitende Staat waarvan de aanvrager, of indien er meer aanvragers zijn, een van de aanvragers inwoner of onderdaan is, is bevoegd met betrekking tot de internationale aanvrage op te treden voor het Internationale Bureau in de hoedanigheid van ontvangend bureau ingevolge Regel 19.1 a iii.
b
Een persoon die het recht heeft op te treden voor het Internationale Bureau in de hoedanigheid van ontvangend bureau met betrekking tot een internationale aanvrage, is bevoegd met betrekking tot die aanvrage op te treden voor het Internationale Bureau in iedere andere hoedanigheid en voor de bevoegde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en de bevoegde Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
83.2. Mededeling
a)
Het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie, waarvoor de betrokken persoon beweert een recht tot optreden te hebben deelt, op verzoek, aan het Internationale Bureau, de bevoegde Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of de bevoegde Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling mede of deze persoon het recht heeft voor hem of haar op te treden.
b)
Deze mededeling is bindend voor, al naar het geval, het Internationale Bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
Deel E. Regels betreffende hoofdstuk V van het Verdrag
Regel 84. Kosten van delegaties
84.1. Door Regeringen gedragen kosten
De kosten van elke delegatie die aan de werkzaamheden van een bij of ingevolge het Verdrag ingesteld orgaan deelneemt, worden gedragen door de Regering die haar heeft aangewezen.
Regel 85. Ontbreken van het quorum in de Algemene Vergadering
85.1. Schriftelijke stemming
In het geval bepaald in artikel 53, vijfde lid, onder b), brengt het Internationale Bureau de besluiten van de Algemene Vergadering (anders dan die welke de procedure van de Algemene Vergadering zelf betreffen) ter kennis van de Verdragsluitende Staten die niet vertegenwoordigd waren en verzoekt hun binnen een termijn van 3 maanden te rekenen van de datum van de kennisgeving schriftelijk hun stem uit te brengen of hun onthouding kenbaar te maken. Indien na afloop van deze termijn het aantal Verdragsluitende Staten die aldus hun stem hebben uitgebracht of hun onthouding hebben kenbaar gemaakt, het aantal Verdragsluitende Staten bereikt dat aan het quorum der vergadering ontbrak, zullen deze besluiten rechtens uitvoerbaar worden, mits tezelfdertijd de vereiste meerderheid verkregen blijft.
Regel 86. Het mededelingenblad
86.1. Inhoud
Het mededelingenblad bedoeld in artikel 55, vierde lid, bevat:
- i.
voor elke gepubliceerde internationale aanvrage, de in de Administratieve Instructies genoemde gegevens, overgenomen van het voorblad van de gepubliceerde internationale aanvrage, de eventueel op dit voorblad voorkomende tekening en het uittreksel;
- ii.
een overzicht van alle aan de ontvangende bureaus, het Internationale Bureau, de Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en de Instanties voor de Internationale Voorlopige Beoordeling te betalen taksen;
- iii.
kennisgevingen die ingevolge het Verdrag of dit Reglement gepubliceerd dienen te worden;
- iv.
informatie, ter kennis zijn gebracht van het Internationaal Bureau ingevolge Regel 95.1, inzake gebeurtenissen bij de aangewezen en gekozen bureaus met betrekking tot gepubliceerde internationale aanvragen;
- v.
andere nuttige inlichtingen voorgeschreven in de Administratieve Instructies, mits de toegang tot deze gegevens niet ingevolge het Verdrag of dit Reglement is verboden.
86.2. Talen; vorm en middelen van publicatie; tijdstippen
a
Het mededelingenblad wordt gelijktijdig in het Engels en het Frans gepubliceerd. Het Internationale Bureau draagt zorg voor de vertalingen in het Engels en Frans.
b
De Algemene Vergadering kan opdracht geven tot de publikatie van het mededelingenblad in andere talen dan die bedoeld onder paragraaf a).
c
De vorm waarin en de middelen waarmee het mededelingenblad wordt gepubliceerd worden bepaald door de Administratieve Instructies.
d
Het Internationale Bureau draagt er zorg voor dat voor elke gepubliceerde internationale aanvrage de in Regel 86.1 i bedoelde informatie zo spoedig mogelijk na de datum van publicatie van de internationale aanvrage in het mededelingenblad wordt gepubliceerd.
86.3. Tijdstippen van verschijning
De tijdstippen van verschijning van het mededelingenblad worden vastgesteld door de Directeur-Generaal.
86.4. Verkoop
De abonnementsprijs en andere verkoopprijzen van het mededelingenblad worden vastgesteld door de Directeur-Generaal.
86.5. Titel
De titel van het mededelingenblad wordt vastgesteld door de Directeur-Generaal.
86.6. Nadere bijzonderheden
Nadere bijzonderheden betreffende het mededelingenblad kunnen worden bepaald in de Administratieve Instructies.
Regel 87. Verzending van publicaties
87.1. Verzending van publicaties op verzoek
Het Internationale Bureau verzendt kosteloos op verzoek van de desbetreffende instantie of het desbetreffende bureau elke gepubliceerde internationale aanvrage, het mededelingenblad en iedere andere door het Internationale Bureau in verband met het Verdrag of dit Reglement gepubliceerde publicatie van algemeen belang aan de Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de Instanties voor de Internationale Voorlopige Beoordeling en de nationale bureaus. Verdere details betreffende de vorm waarin en de middelen waarmee publicaties worden verzonden worden bepaald door de Administratieve Instructies.
Regel 88. Wijziging van het Reglement
88.1. Eenparigheid van stemmen vereist
Voor de wijziging van de volgende bepalingen van dit Reglement is vereist dat geen Staat die het recht heeft in de Algemene Vergadering zijn stem uit te brengen, tegen de voorgestelde wijziging stemt:
- (i)
Regel 14.1 (Toezendingstaks),
- ii.
Vervallen.
- (iii)
Regel 22.3 (Termijn ingevolge artikel 12, derde lid),
- (iv)
Regel 33 (Stand van de techniek die voor het internationale nieuwheidsonderzoek van belang is),
- (v)
Regel 64 (Stand van de techniek voor de internationale voorlopige beoordeling),
- (vi)
Regel 81 (Wijziging van in het Verdrag vastgestelde termijnen),
- (vii)
deze paragraaf (d.w.z. Regel 88.1).
88.2
Vervallen.
88.3. Vereiste van geen verzet van bepaalde Staten
Voor de wijziging van de volgende bepalingen van dit Reglement is vereist dat geen in artikel 58, derde lid, onder a), sub (iii) bedoelde Staat die het recht heeft in de Algemene Vergadering zijn stem uit te brengen, tegen de voorgestelde wijziging stemt:
- (i)
Regel 34 (Minimumdocumentatie),
- (ii)
Regel 39 (Onderwerpen ingevolge artikel 17, tweede lid, onder a), sub (i)),
- (iii)
Regel 67 (Onderwerpen ingevolge artikel 34, vierde lid, onder a), sub (i)),
- (iv)
deze paragraaf (d.w.z. Regel 88.3).
88.4. Procedure
Voorstellen tot wijziging van een bepaling genoemd in de Regels 88.1 of 88.3 dienen, indien in de Algemene Vergadering over het voorstel moet worden beslist, aan alle Verdragsluitende Staten ten minste 2 maanden voor de opening van die zitting van de Algemene Vergadering die een beslissing ten aanzien van het voorstel dient te nemen, te worden toegezonden.
Regel 89. Administratieve Instructies
89.1. Draagwijdte
a)
De Administratieve Instructies bevatten bepalingen:
- (i)
over aangelegenheden ten aanzien waarvan dit Reglement uitdrukkelijk naar deze Instructies verwijst,
- (ii)
over bijzonderheden ten aanzien van de toepassing van dit Reglement.
b)
De Administratieve Instructies mogen niet in strijd zijn met de bepalingen van het Verdrag, met dit Reglement of met overeenkomsten gesloten door het Internationale Bureau met een Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of een Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
89.2. Bron
a)
De Administratieve Instructies worden opgesteld en uitgevaardigd door de Directeur-Generaal na overleg met de ontvangende bureaus en de Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en de Internationale Voorlopige Beoordeling.
b)
Zij kunnen door de Directeur-Generaal worden gewijzigd na overleg met de bureaus of instanties die rechtstreeks bij de voorgestelde wijziging betrokken zijn.
c)
De Algemene Vergadering kan de Directeur-Generaal verzoeken de Administratieve Instructies te wijzigen en de Directeur-Generaal handelt dienovereenkomstig.
89.3. Publikatie en inwerkingtreding
a)
De Administratieve Instructies en wijzigingen daarin worden in het mededelingenblad bekendgemaakt.
b)
Elke publikatie dient de datum aan te geven waarop de bekendgemaakte bepalingen in werking treden. De data kunnen verschillen voor verschillende bepalingen, met dien verstande dat geen bepaling vóór haar bekendmaking in het mededelingenblad in werking kan treden.
Deel F. Regels betreffende verscheidene hoofdstukken van het Verdrag
Regel 89bis. Indiening, behandeling en toezending van internationale aanvragen en andere documenten in elektronische vorm of met elektronische middelen
89bis 1. Internationale aanvragen
a
Met inachtneming van de paragrafen b tot en met e kunnen internationale aanvragen in elektronische vorm of met elektronische middelen worden ingediend en behandeld, in overeenstemming met de Administratieve Instructies; het ontvangende bureau dient echter ook het indienen van internationale aanvragen op papier toe te staan.
b
Dit Reglement is van overeenkomstige toepassing op internationale aanvragen die in elektronische vorm of met elektronische middelen worden ingediend, met inachtneming van eventuele bijzondere bepalingen in de Administratieve Instructies.
c
In de Administratieve Instructies zijn de bepalingen en vereisten opgenomen met betrekking tot de indiening en behandeling van internationale aanvragen die geheel of gedeeltelijk in elektronische vorm of met elektronische middelen worden ingediend, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, bepalingen en vereisten met betrekking tot ontvangstbevestiging, procedures inzake het toekennen van een internationale datum van indiening, vormvoorschriften en de gevolgen van het niet nakomen daarvan, het ondertekenen van documenten, de middelen voor het waarmerken van documenten en het legaliseren van de identiteit van partijen die communiceren met bureaus en instanties, en de werking van artikel 12 met betrekking tot het archiefexemplaar, het oorspronkelijke exemplaar en het exemplaar voor het nieuwheidsonderzoek, en zij kunnen verschillende bepalingen en vereisten bevatten met betrekking tot internationale aanvragen die in verschillende talen worden ingediend.
d
Een nationaal bureau of intergouvernementele organisatie is niet verplicht internationale aanvragen die in elektronische vorm of met elektronische middelen zijn ingediend in ontvangst te nemen of te behandelen, tenzij het (zij) het Internationaal Bureau te kennen heeft gegeven dat het (zij) daartoe bereid is in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van de Administratieve Instructies. Het Internationaal Bureau zal de aldus bekendgemaakte informatie publiceren in het mededelingenblad.
e
Een ontvangend bureau dat het Internationaal Bureau ingevolge paragraaf d een kennisgeving heeft doen toekomen kan niet weigeren een in elektronische vorm of met elektronische middelen ingediende internationale aanvrage die voldoet aan de toepasselijke voorschriften van de Administratieve Instructies in behandeling te nemen.
89bis 2. Andere documenten
Regel 89 bis 1 is van overeenkomstige toepassing op andere documenten en correspondentie inzake internationale aanvragen.
89bis 3. Toezending tussen bureaus
Wanneer het Verdrag, dit Reglement of de Administratieve Instructies bepalen dat internationale aanvragen, kennisgevingen, mededelingen, correspondentie of andere documenten door een nationaal bureau of intergouvernementele organisatie aan een ander bureau of andere organisatie moeten worden toegezonden, kan die toezending, wanneer zowel de afzender als de ontvanger daarmee instemmen, in elektronische vorm of met elektronische middelen plaatsvinden.
Regel 89ter. Afschriften in elektronische vorm van op papier ingediende documenten
89ter 1. Afschriften in elektronische vorm van op papier ingediende documenten
Een nationaal bureau of intergouvernementele organisatie kan bepalen dat, wanneer een internationale aanvrage of ander document inzake een internationale aanvrage op papier is ingediend, een afschrift daarvan in elektronische vorm overeenkomstig de Administratieve Instructies door de aanvrager kan worden verstrekt.
Regel 90. Gemachtigden en gemeenschappelijke vertegenwoordigers
90.1. Benoeming tot gemachtigde
a
Een persoon die het recht heeft op te treden voor het nationale bureau waar de internationale aanvrage wordt ingediend, of, indien de internationale aanvrage wordt ingediend bij het Internationale Bureau, het recht heeft ter zake van de internationale aanvrage op te treden voor het Internationale Bureau als het ontvangende bureau, kan door de aanvrager worden benoemd tot gemachtigde teneinde hem te vertegenwoordigen voor het ontvangende bureau, het Internationale Bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, elke voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie en de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
b
Een persoon die het recht heeft op te treden voor het nationale bureau dat of de intergouvernementele organisatie die als Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek fungeert, kan door de aanvrager tot zijn gemachtigde worden benoemd om hem speciaal voor die Instantie te vertegenwoordigen.
b-bis
Een persoon die het recht heeft op te treden voor het nationale bureau dat of de intergouvernementele organisatie die fungeert als de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie kan door de aanvrager worden benoemd tot gemachtigde teneinde hem specifiek voor die Instantie te vertegenwoordigen.
c
Een ingevolge paragraaf a benoemde gemachtigde kan, tenzij anders bepaald in het document inzake zijn benoeming, een of meer subgemachtigden benoemen teneinde de aanvrager te vertegenwoordigen als diens gemachtigde:
- i.
voor het ontvangende bureau, het Internationale Bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, elke voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie en de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, mits de aldus tot subgemachtigde benoemde persoon het recht heeft op te treden voor het nationale bureau waar de internationale aanvrage is ingediend of ter zake van de internationale aanvrage op te treden voor het Internationale Bureau als het ontvangende bureau, al naar gelang van het geval;
- ii.
specifiek voor de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, elke voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie of de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, mits de aldus tot subgemachtigde benoemde persoon het recht heeft op te treden voor het nationale bureau dat of de intergouvernementele organisatie die fungeert als de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie of de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, al naar gelang van het geval.
d
Een ingevolge paragraaf a benoemde gemachtigde kan, tenzij in het document waarin hij wordt benoemd anders is bepaald, één of meer plaatsvervangers benoemen om de aanvrager als gemachtigde van de aanvrager te vertegenwoordigen:
- i.
voor het ontvangende bureau, het Internationale Bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, mits een aldus tot plaatsvervanger benoemde persoon het recht heeft op te treden voor het nationale bureau waarbij de internationale aanvrage werd ingediend of met betrekking tot de internationale aanvrage op te treden voor het Internationale Bureau dat als ontvangend bureau fungeert, naar gelang het geval;
- ii.
speciaal voor de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, mits een aldus tot plaatsvervanger benoemde persoon het recht heeft op te treden voor het nationale bureau dat of de intergouvernementele organisatie die als Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of als Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling fungeert, naar gelang het geval.
90.2. Gemeenschappelijke vertegenwoordiger
a
Wanneer er meer dan een aanvrager is en de aanvragers niet een gemachtigde hebben benoemd die hen allen vertegenwoordigt ingevolge Regel 90.1 a (een ‘gemeenschappelijke gemachtigde’), kan een van de aanvragers die ingevolge artikel 9 bevoegd is een internationale aanvrage in te dienen door de andere aanvragers tot hun gemeenschappelijke vertegenwoordiger worden benoemd.
b
Wanneer er meer dan een aanvrager is en niet door alle aanvragers een gemeenschappelijke gemachtigde is benoemd ingevolge Regel 90.1 a of een gemeenschappelijke vertegenwoordiger ingevolge paragraaf a, wordt de in het verzoekschrift als eerste genoemde aanvrager die ingevolge Regel 19.1 bevoegd is een internationale aanvrage in te dienen bij het ontvangende bureau beschouwd als de gemeenschappelijke vertegenwoordiger van alle aanvragers.
90.3. Rechtsgevolgen van handelingen verricht door of met betrekking tot gemachtigden en gemeenschappelijke vertegenwoordigers
a
Een handeling verricht door of met betrekking tot een gemachtigde heeft het rechtsgevolg van een handeling verricht door of met betrekking tot de betrokken aanvrager(s).
b
Indien er meer dan één gemachtigde is die dezelfde aanvrager(s) vertegenwoordigt, heeft een handeling verricht door of met betrekking tot één van die gemachtigden het rechtsgevolg van een handeling verricht door of met betrekking tot bedoelde aanvrager(s).
c
Behoudens Regel 90bis.5, tweede volzin, heeft een handeling verricht door of met betrekking tot een gemeenschappelijke vertegenwoordiger of diens gemachtigde het rechtsgevolg van een handeling verricht door of met betrekking tot alle aanvragers.
90.4. Wijze van benoeming van een gemachtigde of gemeenschappelijke vertegenwoordiger
a
Om een gemachtigde te benoemen moet de aanvrager het verzoekschrift, het verzoek of een afzonderlijke volmacht ondertekenen. Wanneer er meer dan één aanvrager is, moet elke aanvrager, om een gemeenschappelijke gemachtigde of gemeenschappelijke vertegenwoordiger te benoemen, naar keuze, het verzoekschrift, het verzoek of een afzonderlijke volmacht ondertekenen.
b
Onverminderd Regel 90.5 wordt een afzonderlijke volmacht toegezonden aan hetzij het ontvangende bureau, hetzij het Internationale Bureau, met dien verstande dat indien in een volmacht een gemachtigde ingevolge Regel 90.1 b, b-bis, c of d ii wordt benoemd, de volmacht wordt toegezonden aan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie of de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, al naar gelang van het geval.
c
Indien de afzonderlijke volmacht niet is ondertekend, of indien de vereiste afzonderlijke volmacht ontbreekt, of indien de aanduiding van de naam en het adres van de benoemde persoon niet voldoet aan Regel 4.4, wordt de volmacht als niet-bestaand beschouwd, tenzij het gebrek wordt hersteld.
d
Onverminderd paragraaf e kan elk ontvangend bureau, elke Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, elke Instantie die bevoegd is tot het verrichten van aanvullend nieuwheidsonderzoek, elke Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling en het Internationaal Bureau ontheffing verlenen van het vereiste ingevolge paragraaf b dat er een afzonderlijke volmacht moet worden ingediend, in welk geval paragraaf c niet van toepassing is.
e
Wanneer de gemachtigde of gemeenschappelijke vertegenwoordiger een kennisgeving van intrekking indient als bedoeld in de Regels 90bis. 1 tot en met 90bis. 4, wordt geen ontheffing ingevolge paragraaf d. verleend van het vereiste ingevolge paragraaf b. dat er een afzonderlijke volmacht moet worden ingediend.
90.5. Algemene volmacht
a
De benoeming van een gemachtigde met betrekking tot een bepaalde internationale aanvrage kan geschieden door in het verzoekschrift, het verzoek of een afzonderlijke kennisgeving te verwijzen naar een bestaande afzonderlijke volmacht waarbij die gemachtigde wordt benoemd om de aanvrager te vertegenwoordigen met betrekking tot een internationale aanvrage die de aanvrager zou kunnen indienen (‘algemene volmacht’), mits:
- i.
de algemene volmacht is gedeponeerd in overeenstemming met paragraaf b, en
- ii.
een afschrift hiervan wordt gehecht aan het verzoekschrift, het verzoek of de afzonderlijke kennisgeving, naar gelang het geval; dit afschrift behoeft niet te worden ondertekend.
b
De algemene volmacht dient te worden gedeponeerd bij het ontvangende bureau, met dien verstande dat indien daarin een gemachtigde ingevolge Regel 90.1 b, b-bis, c of d ii wordt benoemd, de volmacht dient te worden gedeponeerd bij de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie of de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, al naar gelang van het geval.
c
Elk ontvangend bureau, elke Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, elke instantie die bevoegd is tot het verrichten van aanvullend nieuwheidsonderzoek en elke Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling kan afzien van het vereiste ingevolge paragraaf aii dat aan het verzoekschrift, het verzoek of de afzonderlijke kennisgeving, al naar gelang van het geval, een afschrift van de algemene volmacht wordt gehecht.
d
Onverminderd paragraaf c, indien de gemachtigde bij het ontvangende bureau, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie, de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling of het Internationale Bureau, al naar gelang van het geval, een kennisgeving van intrekking indient zoals bedoeld in de Regels 90bis.1 tot en met 90bis.4, dient aan dat bureau of die Instantie een afschrift van de algemene volmacht te worden toegezonden.
90.6. Herroeping en bedanking
a
Een benoeming van een gemachtigde of gemeenschappelijke vertegenwoordiger kan worden herroepen door degenen die de benoeming hebben verricht of door hun rechtsopvolgers, in welk geval een benoeming van een plaatsvervanger ingevolge Regel 90.1 d door die gemachtigde ook als herroepen wordt beschouwd. Een benoeming van een plaatsvervanger ingevolge Regel 90.1 d kan dan ook door de betrokken aanvrager worden herroepen.
b
De benoeming van een gemachtigde ingevolge Regel 90.1 a heeft, tenzij anders is aangegeven, tot gevolg dat een eerdere benoeming van een gemachtigde ingevolge die regel wordt herroepen.
c
De benoeming van een gemeenschappelijke vertegenwoordiger heeft, tenzij anders is aangegeven, tot gevolg dat een eerdere benoeming van een gemeenschappelijke vertegenwoordiger wordt herroepen.
d
Een gemachtigde of gemeenschappelijke vertegenwoordiger kan zijn benoeming bedanken door middel van een door hem ondertekende kennisgeving.
e
Regel 90.4 b en c is van overeenkomstige toepassing op een document dat een herroeping of bedanking ingevolge deze Regel inhoudt.
Regel 90bis. Intrekkingen
90bis.1. Intrekking van de internationale aanvrage
a
De aanvrager kan de internationale aanvrage te allen tijde intrekken vóór het verstrijken van dertig maanden te rekenen van de datum van voorrang.
b
De intrekking wordt van kracht na ontvangst van een kennisgeving die de aanvrager, naar keuze, heeft gericht tot het Internationale Bureau, het ontvangende bureau of, indien artikel 39, eerste lid, van toepassing is, tot de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
c
Er vindt geen internationale publikatie van de internationale aanvrage plaats indien de door de aanvrager verzonden of door het ontvangende bureau dan wel de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling doorgezonden kennisgeving van intrekking het Internationale Bureau bereikt voordat de technische voorbereidingen voor de internationale publikatie zijn voltooid.
90bis.2. Intrekking van aanwijzingen
a
De aanvrager kan de aanwijzing van een aangewezen Staat te allen tijde intrekken vóór het verstrijken van dertig maanden te rekenen van de datum van voorrang. Intrekking van de aanwijzing van een Staat die gekozen is brengt de intrekking van de desbetreffende keuze ingevolge regel 90bis.4 met zich mee.
b
Wanneer een Staat is aangewezen met het oog op de verkrijging van zowel een nationaal als een regionaal octrooi, wordt de intrekking van de aanwijzing van die Staat slechts opgevat als intrekking van de aanwijzing met het oog op de verkrijging van een nationaal octrooi, tenzij anders is aangegeven.
c
Intrekking van de aanwijzingen van alle aangewezen Staten wordt aangemerkt als intrekking van de internationale aanvrage ingevolge Regel 90 bis.1.
d
De intrekking wordt van kracht na ontvangst van een kennisgeving die de aanvrager, naar keuze, heeft gericht tot het Internationale Bureau, het ontvangende bureau of, indien artikel 39, eerste lid, van toepassing is, tot de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
e
Er vindt geen internationale publikatie van de aanwijzing plaats indien de door de aanvrager verzonden of door het ontvangende bureau dan wel de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling doorgezonden kennisgeving van intrekking het Internationale Bureau bereikt voordat de technische voorbereidingen voor de internationale publikatie zijn voltooid.
90bis.3. Intrekking van een beroep op een recht van voorrang
a
De aanvrager kan een beroep op een recht van voorrang, gedaan in een internationale aanvrage ingevolge artikel 8, eerste lid, te allen tijde intrekken vóór het verstrijken van dertig maanden te rekenen van de datum van voorrang.
b
Wanneer de internationale aanvrage meer dan één beroep op een recht van voorrang bevat, kan de aanvrager het in paragraaf a bedoelde recht uitoefenen ten aanzien van één of meer of alle ingeroepen rechten.
c
De intrekking wordt van kracht na ontvangst van een kennisgeving die de aanvrager, naar keuze, heeft gericht tot het Internationale Bureau, het ontvangende bureau of, indien artikel 39, eerste lid, van toepassing is, tot de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling.
d
Wanneer de intrekking van een beroep op een recht van voorrang leidt tot verandering van de datum van voorrang, wordt een termijn die is berekend vanaf de oorspronkelijke datum van voorrang en die nog niet is verstreken, behoudens het in paragraaf e bepaalde, berekend vanaf de datum van voorrang die uit de wijziging voortvloeit.
e
In geval van de in artikel 21, tweede lid, a, bedoelde termijn kan het Internationale Bureau niettemin overgaan tot de internationale publikatie op grond van bedoelde termijn zoals berekend vanaf de oorspronkelijke datum van voorrang, indien de door de aanvrager verzonden of door het ontvangende bureau dan wel de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling doorgezonden kennisgeving van intrekking het Internationale Bureau bereikt nadat de technische voorbereidingen voor de internationale publikatie zijn voltooid.
90bis.3bis. Intrekking van een verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek
a
De aanvrager kan een verzoek om een aanvullend nieuwheidsonderzoek te allen tijde intrekken voor de datum van verzending aan de aanvrager en aan het Internationale Bureau ingevolge Regel 45bis.8 a van het verslag van het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek of van de verklaring dat een dergelijk verslag niet zal worden opgesteld.
b
De intrekking wordt van kracht na ontvangst, binnen de termijn uit hoofde van paragraaf a, van een kennisgeving, naar keuze van de aanvrager, aan de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie of het Internationale Bureau, mits, indien de kennisgeving de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie niet tijdig mocht bereiken teneinde verzending van het verslag of de verklaring bedoeld in paragraaf a te voorkomen, de toezending van dat verslag of die verklaring ingevolge artikel 20, eerste lid, zoals van toepassing uit hoofde van Regel 45bis.8 b, desalniettemin plaatsvindt.
90bis.4. Intrekking van het verzoek om een internationale voorlopige beoordeling of van keuzen
a
De aanvrager kan het verzoek om een internationale voorlopige beoordeling of één of alle keuzen te allen tijde intrekken vóór het verstrijken van 30 maanden te rekenen van de datum van voorrang.
b
De intrekking wordt van kracht na ontvangst van een door de aanvrager aan het Internationale Bureau gerichte kennisgeving.
c
Indien de kennisgeving van intrekking door de aanvrager wordt ingediend bij de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, tekent die Instantie de datum van ontvangst aan op de kennisgeving en zendt zij deze onverwijld door naar het Internationale Bureau. De kennisgeving wordt geacht bij het Internationale Bureau te zijn ingediend op de aangetekende datum.
90bis.5. Ondertekening
Een in de Regels 90bis.1 tot en met 90bis.4 bedoelde kennisgeving van intrekking dient door de aanvrager, of indien er meer dan een aanvrager is, door alle aanvragers te worden ondertekend. Een aanvrager die ingevolge Regel 90.2(b) als de gemeenschappelijke vertegenwoordiger wordt beschouwd, is niet gerechtigd een dergelijke kennisgeving namens de andere aanvragers te ondertekenen.
90bis.6. Gevolg van een intrekking
a
De intrekking ingevolge Regel 90 bis van de internationale aanvrage, een aanwijzing, een beroep op een recht van voorrang, het verzoek of een keuze heeft geen gevolg bij een aangewezen of gekozen bureau waar de behandeling of beoordeling van de internationale aanvrage reeds is begonnen ingevolge artikel 23, tweede lid, of artikel 40, tweede lid.
b
Wanneer de internationale aanvrage wordt ingetrokken ingevolge Regel 90 bis.1, wordt de internationale behandeling van de internationale aanvrage beëindigd.
b-bis
Indien een verzoek om aanvullend nieuwheidsonderzoek ingevolge Regel 90bis.3bis wordt ingetrokken, wordt het aanvullende internationale nieuwheidsonderzoek door de desbetreffende Instantie beëindigd.
c
Wanneer het verzoek of alle keuzen worden ingetrokken ingevolge Regel 90 bis.4, wordt de behandeling van de internationale aanvrage door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling beëindigd.
90bis.7. Bevoegdheid ingevolge artikel 37, vierde lid, b
a
Een Verdragsluitende Staat waarvan de nationale wetgeving bepalingen vervat zoals bedoeld in het tweede gedeelte van artikel 37, vierde lid, onder b, stelt het Internationale Bureau hiervan schriftelijk in kennis.
b
De in paragraaf a bedoelde kennisgeving wordt door het Internationale Bureau onverwijld gepubliceerd in het mededelingenblad en is van kracht ten aanzien van internationale aanvragen die meer dan een maand na de datum van bedoelde publikatie worden ingediend.
Regel 91. Verbetering van kennelijke fouten in de internationale aanvrage en andere documenten
91.1. Verbetering van kennelijke fouten
a
Een kennelijke fout in de internationale aanvrage of in een ander door de aanvrager ingediend document kan in overeenstemming met deze Regel worden verbeterd indien de aanvrager daarom verzoekt.
b
Verbetering van een fout geschiedt op voorwaarde van machtiging door de ‘bevoegde autoriteit’, dat wil zeggen:
- i.
in het geval van een fout in het deel van de internationale aanvrage dat het verzoekschrift bevat of in een verbetering daarvan — door het ontvangende bureau;
- ii.
in het geval van een fout in de beschrijving, conclusies of tekeningen of in een verbetering daarvan, tenzij de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling bevoegd is ingevolge iii — door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek;
- iii.
in het geval van een fout in de beschrijving, conclusies of tekeningen of in een verbetering daarvan, of in een wijziging ingevolge artikel 19 of 34, indien een verzoek om internationale voorlopige beoordeling is gedaan en niet is ingetrokken en de datum waarop de internationale voorlopige beoordeling aanvangt in overeenstemming met Regel 69.1 verstreken is — door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling;
- iv.
in het geval van een fout in een document dat niet genoemd wordt onder i tot iii en ingediend is bij het ontvangende bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling of het Internationale Bureau, niet zijnde een fout in het uittreksel of in een wijziging ingevolge artikel 19 — door dat bureau of die instantie, naargelang van het geval.
c
De bevoegde autoriteit geeft uitsluitend een machtiging voor de verbetering van een fout ingevolge deze Regel indien het de bevoegde autoriteit duidelijk is dat op de van toepassing zijnde datum ingevolge paragraaf f iets anders beoogd was dan hetgeen in het desbetreffende document voorkomt en dat niets anders beoogd had kunnen zijn dan de voorgestelde verbetering.
d
In het geval van een fout in de beschrijving, conclusies of tekeningen of in een verbetering of wijziging daarvan, neemt de bevoegde autoriteit voor de toepassing van paragraaf c uitsluitend de inhoud van de beschrijving, conclusies en tekeningen in aanmerking en, indien van toepassing, de desbetreffende verbetering of wijziging.
e
In het geval van een fout in het deel van de internationale aanvrage die het verzoekschrift bevat of een verbetering daarvan, of in een document bedoeld in paragraaf biv, neemt de bevoegde autoriteit voor de toepassing van paragraaf c uitsluitend de inhoud van de internationale aanvrage zelf en, indien van toepassing, de desbetreffende verbetering of het document bedoeld in paragraaf biv in aanmerking, tezamen met eventuele andere met het verzoekschrift, de verbetering of document ingediende documenten, naargelang van het geval, een voorrangsbewijs ter zake van de internationale aanvrage dat de autoriteit in overeenstemming met de Administratieve Instructies ter beschikking staat, en eventuele andere documenten in het dossier van de autoriteit van de internationale aanvrage op de van toepassing zijnde datum ingevolge paragraaf f.
f
De toepasselijke datum voor de toepassing van de paragrafen c en e is:
- i.
in het geval van een fout in een onderdeel van de internationale aanvrage zoals ingediend — de datum van internationale indiening;
- ii.
in het geval van een fout in een document niet zijnde de internationale aanvrage zoals ingediend, met inbegrip van fouten in een verbetering of wijziging van de internationale aanvrage — de datum waarop het document was ingediend.
g
Een fout kan ingevolge deze Regel niet verbeterd worden indien:
- i.
de fout gelegen is het ontbreken van een of meer volledige elementen van de internationale aanvrage bedoeld in artikel 3, tweede lid, of van een of meer volledige bladen van de internationale aanvrage;
- ii.
de fout zich in het uittreksel bevindt;
- iii.
de fout zich in een wijziging ingevolge artikel 19 bevindt, tenzij de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling bevoegd is een machtiging af te geven voor de verbetering van een dergelijke fout ingevolge paragraaf biii; of
- iv.
de fout zich in een beroep op een recht van voorrang of in een kennisgeving ten behoeve van verbetering of toevoeging van een beroep op een recht van voorrang ingevolge Regel 26bis 1 a bevindt, indien de verbetering van de fout tot wijziging van de datum van voorrang zou leiden;
met dien verstande dat deze paragraaf de werking van de Regels 20.4, 20.5, 26bis en 38.3 onverlet laat.
h
Indien het ontvangende bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling of het Internationale Bureau een voor verbetering vatbare kennelijke fout ontdekt in de internationale aanvrage of in een ander document, kan dat bureau of die instantie de aanvrager uitnodigen te verzoeken om verbetering ingevolge deze Regel.
91.2. Verzoeken om verbetering
Een verzoek om verbetering ingevolge Regel 91.1 wordt binnen 26 maanden na de datum van voorrang ingediend bij de bevoegde autoriteit. In het verzoek dient de te verbeteren fout te worden aangeduid alsmede de voorgestelde verbetering, en kan, naar keuze van de aanvrager, een korte toelichting zijn opgenomen. Regel 26.4 is van overeenkomstige toepassing op de wijze waarop de voorgestelde verbetering wordt aangegeven.
91.3. Machtiging en rechtsgevolgen van verbeteringen
a
De bevoegde autoriteit beslist onverwijld of zij een machtiging geeft voor een verbetering ingevolge Regel 91.1 of zulks weigert en stelt de aanvrager en het Internationale Bureau daarvan onverwijld in kennis, en bij weigering tevens van de redenen daarvoor. Het Internationale Bureau handelt zoals voorzien in de Administratieve Instructies, en stelt, zoals vereist, het ontvangende bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling en de aangewezen en gekozen bureaus in kennis van de machtiging of weigering.
b
Indien ingevolge Regel 91.1 een machtiging is verleend voor de verbetering van een kennelijke fout, dient het desbetreffende document in overeenstemming met de Administratieve Instructies te worden verbeterd.
c
Indien machtiging is verleend voor de verbetering van een kennelijke fout is deze van kracht:
- i.
in het geval van een fout in de internationale aanvrage zoals ingediend — vanaf de datum van internationale indiening;
- ii.
in het geval van een fout in een document niet zijnde de internationale aanvrage zoals ingediend, met inbegrip van fouten in een verbetering of wijziging van de internationale aanvrage — vanaf de datum waarop dat document was ingediend.
d
Indien de bevoegde autoriteit een machtiging ingevolge Regel 91.1 weigert, publiceert het Internationale Bureau op een door de aanvrager bij het bureau ingediend verzoek binnen twee maanden na de datum van de weigering en op voorwaarde van de betaling van een bijzondere taks waarvan het bedrag is vastgesteld in de Administratieve Instructies, het verzoek om verbetering, de redenen voor de weigering door de autoriteit en eventueel nader kort commentaar dat door de aanvrager kan zijn ingediend, zo mogelijk tezamen met de internationale aanvrage. Een afschrift van het verzoek, de redenen en het eventuele commentaar worden overeenkomstig artikel 20 meegezonden wanneer de internationale aanvrage uit hoofde van artikel 64, derde lid, niet gepubliceerd wordt.
e
De verbetering van een kennelijke fout behoeft door een aangewezen bureau niet in aanmerking te worden genomen waar de behandeling of de beoordeling van de internationale aanvrage reeds is aangevangen voor de datum waarop dat bureau ingevolge Regel 91.3 a in kennis is gesteld van de machtiging voor de verbetering door de bevoegde autoriteit.
f
Een aangewezen bureau kan een verbetering waarvoor ingevolge Regel 91.1 een machtiging was afgegeven uitsluitend buiten beschouwing laten indien het vaststelt dat het geen machtiging voor de verbetering ingevolge Regel 91.1 zou hebben afgegeven indien het de bevoegde autoriteit zou zijn geweest, met dien verstande dat geen aangewezen bureau een verbetering waarvoor ingevolge Regel 91.1 een machtiging was afgegeven buiten beschouwing zal laten zonder de aanvrager in de gelegenheid te stellen binnen een gegeven de omstandigheden redelijke termijn bezwaar te maken tegen het voornemen van het bureau de verbetering buiten beschouwing te laten.
Regel 92. Correspondentie
92.1. Brief en ondertekening vereist
a)
Bescheiden die door de aanvrager worden ingediend in de loop van de internationale procedure voorzien in het Verdrag en dit Reglement, anders dan de internationale aanvrage zelf, dienen, indien zij niet in de vorm van een brief zijn, vergezeld te gaan van een brief waarin de internationale aanvrage waarop de bescheiden betrekking hebben, wordt aangegeven. De brief dient door de aanvrager te zijn ondertekend.
b)
Indien aan de onder paragraaf a) bepaalde vereisten niet is voldaan, wordt de aanvrager van de niet-naleving in kennis gesteld en uitgenodigd het verzuim binnen een in de uitnodiging gestelde termijn te herstellen. De aldus gestelde termijn dient, de omstandigheden in aanmerking genomen, redelijk te zijn; zelfs wanneer de aldus gestelde termijn later verstrijkt dan de termijn die geldt voor het verstrekken van het document (of zelfs wanneer de laatstgenoemde termijn reeds is verstreken) dient zij niet korter te zijn dan 10 dagen en niet langer dan een maand te rekenen van de verzending per post van de uitnodiging. Indien het verzuim wordt hersteld binnen de in de uitnodiging gestelde termijn, wordt het buiten beschouwing gelaten; anders wordt de aanvrager ervan in kennis gesteld dat het document buiten beschouwing is gelaten.
c)
Indien over het hoofd is gezien dat niet aan de onder paragraaf a bepaalde vereisten is voldaan, en het document in beschouwing is genomen in de internationale behandeling, wordt de niet-naleving buiten beschouwing gelaten.
92.2. Talen
(a)
Onverminderd het bepaalde in de Regels 55.1 en 55.3 en in paragraaf (b) van deze Regel, dient elke brief of elk document, door de aanvrager ingediend bij de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, in dezelfde taal te zijn gesteld als de internationale aanvrage waarop de brief of het document betrekking heeft. Wanneer er echter een vertaling van de internationale aanvrage is toegezonden ingevolge Regel 23.1(b) of verstrekt ingevolge Regel 55.2, dient de taal van de vertaling te worden gebruikt.
b)
Brieven van de aanvrager aan het Internationaal Bureau dienen gesteld te zijn in het Engels, het Frans of een andere door de Administratieve Instructies toegestane taal van publicatie.
c)
Vervallen.
d)
Brieven van de aanvrager aan het Internationale Bureau dienen in het Engels of het Frans te zijn gesteld.
e)
Brieven of kennisgevingen van het Internationale Bureau, aan de aanvrager of aan een nationaal bureau dienen in het Engels of het Frans te zijn gesteld.
92.3. Verzending per post door nationale bureaus en intergouvernementele organisaties
Documenten of brieven die afkomstig zijn van of zijn doorgezonden door een nationaal bureau of intergouvernementele organisatie en een gebeurtenis vormen op de datum waarvan een termijn ingevolge dit Verdrag of Reglement begint te lopen, dienen per luchtpost te worden verzonden, met dien verstande dat de gewone post kan worden gebruikt in plaats van luchtpost in de gevallen waarin de gewone post gewoonlijk op haar bestemming aankomt binnen twee dagen na de verzending of wanneer er geen luchtpost beschikbaar is.
92.4. Gebruik van telegraaf, telex, fax enz.
a
Een document dat de internationale aanvrage vormt en elk later document dat, of elke latere briefwisseling die daarop betrekking heeft, kan, niettegenstaande de Regels 11.14 en 92.1 a, maar onverminderd het in paragraaf h bepaalde, worden toegezonden, voor zover mogelijk, per telegraaf, telex, fax of ander soortgelijk communicatiemiddel dat resulteert in het indienen van een gedrukt of geschreven document.
b
Een handtekening op een document dat per fax is toegezonden, wordt voor de toepassing van dit Verdrag en dit Reglement erkend als geldige handtekening.
c
Wanneer de aanvrager heeft getracht een document toe te zenden via één van de in paragraaf a bedoelde communicatiemiddelen, maar het ontvangen document geheel of ten dele onleesbaar is of een gedeelte van het document niet is ontvangen, wordt het document als niet ontvangen beschouwd in zoverre het ontvangen document onleesbaar is of de poging tot toezending is mislukt. Het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie stelt de aanvrager hiervan onverwijld in kennis.
d
Een nationaal bureau of intergouvernementele organisatie kan verlangen dat van een document dat is toegezonden via één van de in paragraaf a bedoelde communicatiemiddelen het origineel en een begeleidend schrijven waarin deze eerdere toezending wordt vermeld, worden verstrekt binnen 14 dagen te rekenen van de datum van toezending, mits het Internationale Bureau van dit vereiste in kennis is gesteld en het Internationale Bureau informatie hierover heeft gepubliceerd in het mededelingenblad. In de kennisgeving dient te worden aangegeven of dit vereiste alle of slechts bepaalde soorten documenten betreft.
e
Wanneer de aanvrager verzuimt het origineel van een document te verstrekken zoals vereist ingevolge paragraaf d, kan het betrokken nationale bureau of de betrokken intergouvernementele organisatie, afhankelijk van het soort document dat is toegezonden en met inachtneming van de Regels 11 en 26.3,
- i.
afzien van het in paragraaf d bedoelde vereiste, of
- ii.
de aanvrager uitnodigen, binnen een termijn die gezien de omstandigheden redelijk is en die in de uitnodiging is vastgesteld, het origineel van het toegezonden document alsnog te verstrekken,
met dien verstande dat, indien het toegezonden document gebreken bevat of laat zien dat het origineel gebreken bevat, ten aanzien waarvan het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie een uitnodiging tot herstel kan doen uitgaan, het bureau of de organisatie een dergelijke uitnodiging kan doen uitgaan naast, of in plaats van, het onder i of ii bedoelde.
f
Wanneer het verstrekken van een origineel van een document niet vereist is ingevolge paragraaf d, maar het nationale bureau of de intergouvernementele organisatie het noodzakelijk acht het origineel van genoemd document te ontvangen, kan het of zij een uitnodiging doen uitgaan als bedoeld in paragraaf e ii.
g
Indien de aanvrager geen gevolg geeft aan een uitnodiging ingevolge paragraaf eii of paragraaf f :
- i.
wordt, wanneer het desbetreffende document de internationale aanvrage is, de internationale aanvrage als ingetrokken beschouwd en geeft het ontvangende bureau een hiertoe strekkende verklaring af;
- ii.
wordt, wanneer het desbetreffende document volgt op de internationale aanvrage, het document als niet ingediend beschouwd.
h
Een nationaal bureau of intergouvernementele organisatie is niet verplicht een document dat wordt toegezonden via een in paragraaf a bedoeld communicatiemiddel in ontvangst te nemen, tenzij het of zij het Internationale Bureau te kennen heeft gegeven dat het of zij bereid is een dergelijk document in ontvangst te nemen via dat communicatiemiddel en het Internationale Bureau informatie hierover heeft gepubliceerd in het mededelingenblad.
Regel 92bis. Registratie van wijzigingen in bepaalde vermeldingen in het verzoek of het verzoekschrift
92bis.1. Registratie van wijzigingen door het Internationale Bureau
a)
Op verzoek van de aanvrager of van het ontvangende bureau registreert het Internationale Bureau wijzigingen in de volgende vermeldingen in het verzoek of het verzoekschrift:
- (i)
persoon, naam, woonplaats, nationaliteit of adres van de aanvrager,
- (ii)
persoon, naam of adres van de gemachtigde, de gemeenschappelijke vertegenwoordiger of de uitvinder.
b
Het Internationaal Bureau registreert de verzochte wijziging niet indien het verzoek om registratie door hem is ontvangen na het verstrijken van 30 maanden na de datum van voorrang.
Regel 93. Het bewaren van documenten en dossiers
93.1. Het ontvangende bureau
Elk ontvangend bureau bewaart de documenten betreffende elke internationale aanvrage of beweerde internationale aanvrage, met inbegrip van het archiefexemplaar, ten minste 10 jaar te rekenen van de datum van internationale indiening of, wanneer er geen datum van internationale indiening is toegekend, te rekenen van de datum van ontvangst.
93.2. Het Internationale Bureau
a)
Het Internationale Bureau bewaart het dossier, met inbegrip van het oorspronkelijke exemplaar, van internationale aanvragen ten minste 30 jaar te rekenen van de datum van ontvangst van het oorspronkelijke exemplaar.
b)
De basisdocumenten van het Internationale Bureau dienen voor onbepaalde tijd te worden bewaard.
93.3. De Instanties voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en Voorlopige Beoordeling
Elke Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek en elke Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling dient het dossier van elke internationale aanvrage die zij ontvangt, ten minste 10 jaar te rekenen van de datum van internationale indiening te bewaren.
93.4. Reproducties
Voor de toepassing van deze Regel kunnen documenten, afschriften en dossiers worden bewaard als fotografische, elektronische of andere reproducties, op voorwaarde dat de reproducties zodanig zijn dat wordt voldaan aan de verplichtingen inzake het bewaren van documenten, afschriften en dossiers ingevolge Regel 93.1 tot en met 93.3.
Regel 93bis. Wijze van toezending van documenten
93bis. 1. Toezending op verzoek; toezending via digitale bibliotheek
a
Wanneer het Verdrag, dit Reglement of de Administratieve Instructies voorzien in de toezending, kennisgeving of verzending (‘toezending’) van een internationale aanvrage, kennisgeving, mededeling, correspondentie of ander document (‘document’) door het Internationaal Bureau aan een aangewezen of gekozen bureau, geschiedt de toezending alleen op verzoek van het betrokken bureau en op het tijdstip aangegeven door dat bureau. Een dergelijk verzoek kan worden gedaan met betrekking tot individueel omschreven documenten of een omschreven categorie of omschreven categorieën documenten.
b
De toezending ingevolge paragraaf a. wordt, wanneer zulks is overeengekomen door het Internationaal Bureau en het betrokken aangewezen of gekozen bureau, geacht te hebben plaatsgevonden op het tijdstip waarop het Internationaal Bureau het document in overeenstemming met de Administratieve Instructies in elektronische vorm in een digitale bibliotheek ter beschikking stelt van het aangewezen of gekozen bureau, waar dat bureau gerechtigd is dat document op te halen.
Regel 94. Toegang tot dossiers
94.1. Toegang tot het door het Internationaal Bureau gehouden dossier
a
Op verzoek van de aanvrager of van een door de aanvrager gemachtigde persoon verstrekt het Internationaal Bureau, tegen vergoeding van de daaraan verbonden kosten, afschriften van elk document dat in zijn dossier aanwezig is.
b
Op verzoek van een persoon, maar niet vóór de internationale publicatie van de internationale aanvrage en met inachtneming van artikel 38 en de paragrafen d tot en met g, verstrekt het Internationaal Bureau afschriften van elk document dat in zijn dossier aanwezig is. Het verstrekken van afschriften kan worden onderworpen aan vergoeding van de daaraan verbonden kosten.
c
Indien zulks is verzocht door een gekozen bureau, maar niet voordat het verslag van de internationale voorlopige beoordeling is vastgesteld, verstrekt het Internationaal Bureau namens dat bureau exemplaren ingevolge paragraaf b van elk naar het bureau verzonden document ingevolge Regel 71.1 a of b door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling. Het Internationaal Bureau publiceert de gegevens van een dergelijk verzoek onverwijld in het mededelingenblad.
d
Het Internationaal Bureau verschaft geen toegang tot informatie in zijn dossier die is weggelaten uit de publicatie ingevolge Regel 48.2 l en tot enig document dat in zijn dossier aanwezig is en betrekking heeft op een verzoek ingevolge die Regel.
e
Na een met redenen omkleed verzoek door de aanvrager verschaft het Internationaal Bureau geen toegang tot informatie in zijn dossier en een document in zijn dossier dat betrekking heeft op dat verzoek indien het van mening is dat:
- i.
deze informatie duidelijk er niet toe dient het publiek te informeren over de internationale aanvrage;
- ii.
publieke toegang tot dergelijke informatie de persoonlijke of economische belangen van een persoon duidelijk zou schaden; en
- iii.
toegang tot die informatie geen zwaarwegend publiek belang dient.
Regel 26.4 is van overeenkomstige toepassing op de wijze waarop de aanvrager de informatie presenteert die onderwerp is van het uit hoofde van deze paragraaf ingediende verzoek.
f
Indien het Internationaal Bureau in overeenstemming met de paragrafen d of e de informatie heeft onttrokken aan publieke toegankelijkheid en deze informatie ook opgenomen is in het dossier van de internationale aanvrage dat wordt gehouden door het ontvangende bureau, de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie of de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling, stelt het Internationaal Bureau dat bureau en die Instantie onverwijld dienovereenkomstig in kennis.
g
Het Internationaal Bureau verschaft geen toegang tot documenten in zijn dossier die uitsluitend zijn opgesteld voor intern gebruik door het Internationaal Bureau.
94.1bis. Toegang tot het door het ontvangende bureau gehouden dossier
a
Op verzoek van de aanvrager of van een door de aanvrager gemachtigde persoon kan het ontvangende bureau toegang verschaffen tot elk in zijn dossier aanwezig document. Het verstrekken van afschriften van documenten kan worden onderworpen aan een vergoeding van de daaraan verbonden kosten.
b
Op verzoek van een persoon, maar niet vóór de internationale publicatie van de internationale aanvrage, en met inachtneming van paragraaf c, kan het ontvangende bureau toegang verschaffen tot elk document dat in zijn dossier aanwezig is. Het verstrekken van afschriften van documenten kan worden onderworpen aan vergoeding van de daaraan verbonden kosten.
c
Het ontvangende bureau verschaft geen toegang uit hoofde van paragraaf b tot informatie ten aanzien waarvan het door het Internationaal Bureau in kennis is gesteld dat deze informatie is weggelaten uit de publicatie in overeenstemming met Regel 48.2 l of uit de publiek toegankelijke informatie in overeenstemming met Regel 94.1 d of e.
94.1ter. Toegang tot het door de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek gehouden dossier
a
Op verzoek van de aanvrager of van een door de aanvrager gemachtigde persoon kan de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek toegang verschaffen tot elk in haar dossier aanwezig document. Het verstrekken van afschriften van documenten kan worden onderworpen aan vergoeding van de daaraan verbonden kosten.
b
Op verzoek van een persoon, maar niet vóór de internationale publicatie van de internationale aanvrage, en met inachtneming van paragraaf c, verschaft de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek toegang tot elk document dat in haar dossier aanwezig is. Het verstrekken van afschriften van documenten kan worden onderworpen aan vergoeding van de daaraan verbonden kosten.
c
De Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek verschaft geen toegang uit hoofde van paragraaf b tot informatie ten aanzien waarvan zij door het Internationaal Bureau in kennis is gesteld dat de informatie is weggelaten uit de publicatie in overeenstemming met Regel 48.2 l of uit de publiek toegankelijke informatie in overeenstemming met Regel 94.1 d of e.
d
De paragrafen a tot en met c zijn van overeenkomstige toepassing op de voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte Instantie.
94.2. Toegang tot het door de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling gehouden dossier
a
Op verzoek van de aanvrager of van een door de aanvrager gemachtigde persoon verschaft de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling toegang tot elk document in haar dossier. Het verstrekken van afschriften van documenten kan worden onderworpen aan vergoeding van de daaraan verbonden kosten
b
Op verzoek van een gekozen bureau, maar niet voordat het verslag van de internationale voorlopige beoordeling is opgesteld en met inachtneming van paragraaf c, verschaft de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling toegang tot elk document dat in haar dossier aanwezig is. Het verstrekken van afschriften van documenten kan worden onderworpen aan vergoeding van de daaraan verbonden kosten.
c
De Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling verschaft geen toegang uit hoofde van paragraaf b tot informatie ten aanzien waarvan zij door het Internationaal Bureau in kennis is gesteld dat deze informatie is weggelaten uit de publicatie in overeenstemming met Regel 48.2 l of uit de publiek toegankelijke informatie in overeenstemming met Regel 94.1 d of e.
94.2bis. Toegang tot het door het aangewezen bureau gehouden dossier
Indien de nationale wetgeving die van toepassing is op een aangewezen bureau toegang door derden tot het dossier van een nationale aanvrage toestaat, kan dat bureau toegang verschaffen tot documenten inzake de internationale aanvrage die in zijn dossier aanwezig zijn, in dezelfde mate als voorzien in de nationale wetgeving wat betreft toegang tot het dossier van een nationale aanvrage, maar niet vóór de eerste van de in artikel 30, tweede lid, onder a, vermelde data. Het verstrekken van afschriften van documenten kan worden onderworpen aan vergoeding van de daaraan verbonden kosten.
94.3. Toegang tot het door het gekozen bureau gehouden dossier
Indien de nationale wetgeving die van toepassing is op een gekozen bureau toegang door derden tot het dossier van een nationale aanvrage toestaat, kan dat bureau toegang verlenen tot documenten inzake de internationale aanvrage, met inbegrip van documenten inzake de internationale voorlopige beoordeling, die in zijn dossier aanwezig zijn, in dezelfde mate als voorzien in de nationale wetgeving wat betreft toegang tot het dossier van een nationale aanvrage, maar niet vóór de eerste van de in artikel 30, tweede lid, onder a, vermelde data. Het verstrekken van afschriften van documenten kan worden onderworpen aan vergoeding van de daaraan verbonden kosten.
Regel 95. Informatie en vertalingen van aangewezen en gekozen bureaus
95.1. Informatie met betrekking tot gebeurtenissen bij de aangewezen en gekozen bureaus
Elk aangewezen of gekozen bureau stelt het Internationaal Bureau binnen twee maanden of zo snel als redelijkerwijs mogelijk daarna, in kennis van de volgende informatie met betrekking tot een internationale aanvrage, indien zich een van de volgende gebeurtenissen voordoen:
- i.
na het verrichten van de in artikel 22 of artikel 39 bedoelde handelingen, de datum waarop deze handelingen zijn verricht en het nummer van de nationale aanvrage dat aan de internationale aanvrage is toegekend
- ii.
indien het aangewezen of gekozen bureau de internationale aanvrage uitdrukkelijk overeenkomstig zijn nationale wetgeving of praktijk publiceert, het nummer en de datum van deze nationale publicatie;
- iii.
indien een octrooi is verleend, de datum van het verlenen van het octrooi en, indien het aangewezen of gekozen bureau de internationale aanvrage uitdrukkelijk publiceert in de vorm waarin het is verleend overeenkomstig zijn nationale wetgeving, het nummer en de datum van deze nationale publicatie.
95.2. Verstrekken van afschriften van vertalingen
a
Op verzoek van het Internationale Bureau dient elk aangewezen of gekozen bureau het Internationale Bureau een afschrift te verstrekken van de vertaling van de internationale aanvrage die de aanvrager aan dat aangewezen of gekozen bureau heeft verstrekt.
b
Het Internationaal Bureau kan op verzoek en tegen vergoeding van de kosten, aan eenieder afschriften van de ingevolge paragraaf a ontvangen vertalingen verstrekken.
Regel 96. De Taksenschaal; Ontvangen en overmaken van taksen
96.1. De Taksenschaal als Bijlage bij het Reglement
De bedragen van de taksen bedoeld in de Regels 15, 45bis.2 en 57 worden uitgedrukt in Zwitserse valuta.
Zij worden vastgelegd in de Taksenschaal die als Bijlage bij dit Reglement is gevoegd en er een integrerend onderdeel van uitmaakt.
96.2. Kennisgeving van ontvangst van taksen; overmaken van taksen
a
Voor de toepassing van deze Regel wordt onder ‘bureau’ verstaan het ontvangende bureau (waaronder het Internationale Bureau dat optreedt als ontvangend bureau), de Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek, een voor het aanvullende nieuwheidsonderzoek aangezochte instantie, de Instantie voor de Internationale Voorlopige Beoordeling of het Internationale Bureau.
b
Wanneer overeenkomstig dit Reglement of de Administratieve Instructies een taks wordt geïnd door een bureau (‘innend bureau’) ten behoeve van een ander bureau (‘begunstigd bureau’), meldt het innend bureau overeenkomstig de Administratieve Instructies onverwijld de ontvangst van deze taks. Na ontvangst van de kennisgeving gaat het begunstigde bureau te werk alsof het de taks heeft ontvangen op de datum waarop de taks door het innend bureau is ontvangen.
c
Het innend bureau maakt de voor een begunstigd bureau geïnde taksen overeenkomstig de Administratieve Instructies aan dat bureau over.
Taksenschaal
Taksen | Bedragen | ||
---|---|---|---|
1. | Internationale indieningstaks: (Regel 15.2) | 1.330 Zwitserse frank vermeerderd met 15 Zwitserse frank voor elk blad van de internationale aanvrage boven de 30 bladen | |
2. | Behandelingstaks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek: (Regel 45bis.2) | 200 Zwitserse frank | |
3. | Behandelingstaks: (Regel 57.2) | 200 Zwitserse frank | |
Verminderingen | |||
4. | De internationale indieningstaks wordt met het onderstaande bedrag verminderd indien de internationale aanvrage, op de wijze die is voorzien in de Administratieve Instructies, wordt ingediend: | ||
a) | in elektronische vorm, waarbij het verzoekschrift niet in tekencodeformaat is opgesteld: | 100 Zwitserse frank | |
b) | in elektronische vorm, waarbij het verzoekschrift in tekencodeformaat is opgesteld: | 200 Zwitserse frank | |
c) | in elektronische vorm, waarbij het verzoekschrift, de beschrijving, de conclusies en het uittreksel in tekencodeformaat zijn opgesteld: | 300 Zwitserse frank | |
5. | De internationale indieningstaks overeenkomstig punt 1 (indien van toepassing verminderd overeenkomstig punt 4), de behandelingstaks voor aanvullend nieuwheidsonderzoek overeenkomstig punt 2 en de behandelingstaks overeenkomstig punt 3 worden verminderd met 90% indien de internationale aanvrage wordt ingediend door: | ||
a) | een aanvrager die een natuurlijke persoon is en onderdaan en inwoner is van een staat die op de lijst staat van staten waarvan het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking lager is dan USD 25.000 (vastgesteld aan de hand van de meest recente gegevens die door de Verenigde Naties zijn gepubliceerd over het gemiddelde bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking gedurende 10 jaar, uitgedrukt in USD bij een ten opzichte van 2005 ongewijzigde wisselkoers) en waarvan de onderdanen en inwoners die natuurlijke personen zijn minder dan 10 internationale aanvragen per jaar (per miljoen inwoners) of minder dan 50 internationale aanvragen per jaar (in absolute getallen) hebben ingediend volgens de meest recente gegevens die door het Internationale Bureau zijn gepubliceerd inzake het gemiddelde aantal ingediende aanvragen per jaar gedurende vijf jaar; of | ||
b) | een aanvrager, ongeacht of het een natuurlijke persoon is, die onderdaan en inwoner is van een staat die op de lijst staat van staten die door de Verenigde Naties als minstontwikkeld zijn aangemerkt; | ||
met dien verstande dat, op het tijdstip van indiening van de internationale aanvrage, er geen uiteindelijke rechthebbende op de internationale aanvrage is die niet aan de criteria van onderdeel a of onderdeel b zou voldoen, en met dien verstande dat, indien er verscheidene aanvragers zijn, ieder moet voldoen aan de criteria vervat in hetzij onderdeel a hetzij onderdeel b. De lijsten van staten als bedoeld in de onderdelen a en b worden ten minste elke vijf jaar door de Directeur-Generaal geactualiseerd aan de hand van door de Algemene Vergadering gegeven instructies. De in de onderdelen a en b vervatte criteria worden ten minste om de vijf jaar door de Algemene Vergadering getoetst1) |
Voetnoten
De vermindering van de taks in punt 5 van de Taksenschaal mag naar de opvatting van de Algemene Vergadering van de PCT-Unie uitsluitend van toepassing zijn in gevallen waarin de aanvragers die in het verzoekschrift staan vermeld de enige en werkelijke eigenaren van de aanvrage zijn en niet gehouden zijn de rechten van de uitvinding toe te wijzen, toe te kennen, over te dragen of in licentie te geven aan een andere partij die niet voor vermindering van de taks in aanmerking komt.