Einde inhoudsopgave
Verdrag tot samenwerking inzake octrooien
Artikel 58 Reglement
Geldend
Geldend vanaf 24-01-1978
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2013, 39).
- Bronpublicatie:
19-06-1970, Trb. 1973, 20 (uitgifte: 13-02-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-01-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-1979, Trb. 1979, 104 (uitgifte: 04-07-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
1.
Het als bijlage bij dit Verdrag gevoegde Reglement bevat regels betreffende:
- (i)
aangelegenheden ten aanzien waarvan dit Verdrag uitdrukkelijk verwijst naar het Reglement of uitdrukkelijk bepaalt dat daaromtrent regels zijn of worden opgesteld,
- (ii)
administratieve vereisten, aangelegenheden of procedures,
- (iii)
bijzonderheden die van nut zijn voor de toepassing van de bepalingen van dit Verdrag.
2
a)
De Algemene Vergadering kan het Reglement wijzigen.
b)
Onverminderd het bepaalde in het derde lid zijn voor wijzigingen drie vierde van het aantal uitgebrachte stemmen vereist.
3
a)
Het Reglement bevat de Regels die kunnen worden gewijzigd,
- (i)
uitsluitend bij eenparigheid van stemmen, of
- (ii)
uitsluitend indien geen van de Verdragsluitende Staten, waarvan het nationale bureau als Instantie voor Internationaal Nieuwheidsonderzoek of voor de Internationale Voorlopige Beoordeling optreedt, deze afwijst en, indien een zodanige Instantie een intergouvernementele organisatie is, indien de Verdragsluitende Staat die lid van die organisatie is, en hiertoe door de andere Lid-Staten binnen het bevoegde orgaan van een zodanige organisatie is gemachtigd, niet een afwijzend standpunt inneemt.
b)
Voor de toekomstige uitsluiting van zulke Regels van het geldende vereiste is vereist dat aan de voorwaarden genoemd onder a), sub (i), onderscheidenlijk onder a), sub (ii), is voldaan.
c)
Voor toekomstige opneming van een Regel in een van beide categorieën, genoemd onder a), is eenparigheid van stemmen vereist.
4.
Het Reglement voorziet in de opstelling, onder toezicht van de Algemene Vergadering, van Administratieve Instructies door de Directeur-Generaal.
5.
In geval van strijdigheid tussen de bepalingen van het Verdrag en die van het Reglement hebben de bepalingen van het Verdrag voorrang.