Einde inhoudsopgave
Verdrag tot samenwerking inzake octrooien
Artikel 24 Mogelijk te niet gaan van de rechtsgevolgen in aangewezen Staten
Geldend
Geldend vanaf 24-01-1978
- Bronpublicatie:
19-06-1970, Trb. 1973, 20 (uitgifte: 13-02-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-01-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-1979, Trb. 1979, 104 (uitgifte: 04-07-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
1.
Onverminderd — in het onder (ii) genoemde geval — de bepalingen van artikel 25, gaan de rechtsgevolgen van de internationale aanvrage zoals bepaald in artikel 11, derde lid, in een aangewezen Staat te niet met dezelfde gevolgen als de intrekking van een nationale aanvrage in die Staat:
- (i)
indien de aanvrager zijn internationale aanvrage of de aanwijzing van die Staat intrekt;
- (ii)
indien de internationale aanvrage als ingetrokken wordt beschouwd krachtens artikel 12, derde lid, 14, eerste lid, onder b), 14, derde lid, onder a) of 14, vierde lid, of indien de aanwijzing van die Staat als ingetrokken wordt beschouwd krachtens artikel 14, derde lid, onder b);
- (iii)
indien de aanvrager nalaat binnen de geldende termijn de handelingen te verrichten bedoeld in artikel 22.
2.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan elk aangewezen bureau de rechtsgevolgen bepaald in artikel 11, derde lid, handhaven zelfs indien zodanige rechtsgevolgen niet behoeven te worden gehandhaafd krachtens artikel 25, tweede lid.