Einde inhoudsopgave
Mijnbouwwet
Artikel 147 [Vervallen van strijdige bepalingen in overeenkomst]
Geldend
Geldend vanaf 12-03-2020. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
05-02-2020, Stb. 2020, 85 (uitgifte: 11-03-2020, kamerstukken: 35250)
- Inwerkingtreding
12-03-2020, terugwerkend tot: 01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2020, Stb. 2020, 85 (uitgifte: 11-03-2020, kamerstukken: 35250)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Bepalingen in een overeenkomst die voor de inwerkingtreding van deze wet is gesloten tussen de staat en de houder van een opsporingsvergunning of een winningsvergunning als bedoeld in artikel 143 of diens rechtsvoorganger, welke overeenkomst samenhangt met de in het eerste of tweede lid van dat artikel bedoelde besluiten, komen bij de inwerkingtreding van deze wet te vervallen voorzover zij in strijd zijn met deze wet.
2.
In afwijking van het eerste lid blijven de bepalingen in stand voorzover de overeenkomst samenhangt met een besluit als bedoeld in artikel 143, tweede lid, dat is genomen voor 1962 en de bepalingen betrekking hebben op financiële afdrachten aan de staat, waaronder begrepen de aansprakelijkheid voor die afdrachten.
3.
Bepalingen in een overeenkomst die voor de inwerkingtreding van deze wet is gesloten omtrent onderling overleg bij het winnen van delfstoffen uit een voorkomen dat de grens van een vergunningsgebied overschrijdt, worden geacht te zijn gesloten op basis van artikel 42, tweede lid.
4.
Bepalingen in een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid omtrent het verwijderen van mijnbouwinstallaties als bedoeld in artikel 44, voorzover deze installaties bij de inwerkingtreding van deze wet nog in gebruik zijn, komen bij de inwerkingtreding van deze wet te vervallen.