Einde inhoudsopgave
Mijnbouwwet
Artikel 149 [Van rechtswege opslagvergunning]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010
- Bronpublicatie:
26-11-2009, Stb. 2009, 508 (uitgifte: 08-12-2009, kamerstukken: 31479)
- Inwerkingtreding
01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-2009, Stb. 2009, 537 (uitgifte: 15-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Indien de houder van een winningsvergunning als bedoeld in artikel 143 of zijn rechtsvoorganger voor de inwerkingtreding van deze wet een overeenkomst met de staat heeft gesloten omtrent het opslaan van stoffen, waarvoor bij de inwerkingtreding van deze wet op grond van artikel 25 een vergunningsplicht geldt, verkrijgt de houder op dat moment van rechtswege een opslagvergunning.
2.
Onze Minister stelt binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet de bij de vergunning behorende beperkingen en voorschriften vast. De beperkingen en voorschriften worden afgestemd op de in het eerste lid bedoelde overeenkomst. De overeenkomst vervalt op het tijdstip waarop de beperkingen en voorschriften onherroepelijk van kracht worden.
3.
Artikel 26, derde lid, alsmede hoofdstuk 3a zijn niet van toepassing op de houder van een winningsvergunning als bedoeld in het eerste lid.