Einde inhoudsopgave
Besluit Deelnemingsvrijstelling
2.1.3.1 Kosten ter zake van de verwerving of de vervreemding van een deelneming; rechtstreeks oorzakelijk verband
Geldend
Geldend vanaf 21-09-2024
- Bronpublicatie:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Inwerkingtreding
21-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
De Hoge Raad maakt duidelijk dat een bepaalde kostenpost alleen onder de deelnemingsvrijstelling valt als een rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat tussen die kostenpost en de verwerving of de vervreemding van een deelneming. De kosten dienen te worden opgeroepen door de verwerving of vervreemding, in die zin dat zij zonder die verwerving of vervreemding niet zouden zijn gemaakt. De aanwezigheid van een zodanig verband dient naar objectieve maatstaven te worden beoordeeld.1. In het vereiste rechtstreekse oorzakelijke verband dat de kosten moeten worden opgeroepen door de vervreemding, ligt de voorwaarde besloten dat de kosten een zodanig oorzakelijk verband met de vervreemding houden dat zij zijn gemaakt omdat zij – objectief bezien – nuttig of nodig zijn om tot die vervreemding te komen.2.
Kosten vallen niet onder het aftrekverbod als geen rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat tussen bepaalde kosten en een specifiek te verwerven of te vervreemden deelneming. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld kosten in verband met oriënterende handelingen waarbij nog geen sprake is van een specifiek te verwerven deelneming. Als wel sprake is van een rechtstreeks oorzakelijk verband met een specifiek te verwerven of te vervreemden deelneming vallen de kosten onder het aftrekverbod. Daarbij gaat het om de kosten die een rechtstreeks oorzakelijk verband houden met het verwervings- of vervreemdingstraject. Niet doorslaggevend is het moment waarop de kosten opkomen en het gaat niet slechts om de transactiekosten zoals de kosten van de notariële akte van levering.
Voetnoten
HR 7 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2264, r.o. 2.5.1.
HR 22 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1793, r.o. 4.4.1.