Einde inhoudsopgave
Besluit Deelnemingsvrijstelling
2.7 Artikel 13, zevende lid, Wet Vpb
Geldend
Geldend vanaf 21-09-2024
- Bronpublicatie:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Inwerkingtreding
21-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Als vooraf bij voor bezwaar vatbare beschikking is vastgesteld dat een rechtshandeling strekt tot het afdekken van een valutarisico dat met een deelneming wordt gelopen, behoort een voordeel uit deze rechtshandeling tot de voordelen uit hoofde van deze deelneming op grond van artikel 13, zevende lid, Wet Vpb. Overigens slechts voor zover de hoofdsom van het afdekkingsinstrument de waarde van de deelneming niet te boven gaat. Dit betreft een continue toets. Deze rechtshandelingen kunnen verschillende vormen aannemen. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan een valutatermijntransactie, een swap of een optie. Ook kan het valutarisico worden afgedekt door de deelneming te financieren met een lening in dezelfde valuta als die van de deelneming.
Een rechtshandeling die strekt tot het afdekken van een valutarisico bevat naast een valuta-element, veelal ook een rente-element. Daarnaast kunnen deze rechtshandelingen ook andere kosten – bijvoorbeeld afsluitkosten – met zich meebrengen. Zoals ik tijdens de parlementaire behandeling van de Wet werken aan winst (zie Kamerstukken II 2005/06, 30 572, nr. 3, p. 56–57) heb aangegeven, kan alleen het valuta-element onder de deelnemingsvrijstelling worden gebracht. Het rente-element en de andere kosten – als daarvan sprake is – vallen in de belastbare winst.
Onbenoemd 2.7.1 Indienen verzoek
Onbenoemd 2.7.2 Indirect gehouden belang
Onbenoemd 2.7.3 Raamovereenkomst
Onbenoemd 2.7.4 Aankoop deelneming tegen koopsom in vreemde valuta
Onbenoemd 2.7.5 Dividenden, verkoopopbrengsten en liquidatie-uitkeringen in vreemde valuta