Einde inhoudsopgave
Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1973
- Bronpublicatie:
23-11-1970, Trb. 1971, 70 (uitgifte: 21-04-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1973
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-1973, Trb. 1973, 30 (uitgifte: 01-01-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
1.
Ten einde de ontwikkeling van een nieuwe, bij de inwerkingtreding van dit Protocol niet in Turkije bestaande veredelingsindustrie te beschermen of de uitbreiding van een bestaande veredelingsindustrie waarin het op het betrokken tijdstip in uitvoering zijnde Turkse ontwikkelingsprogramma voorziet, te waarborgen, kan Turkije gedurende de eerste acht jaar van de overgangsfase in bijlage No. 3 de noodzakelijke wijzigingen aanbrengen, mits:
- —
deze wijzigingen te zamen niet een, op basis van de cijfers over 1967 berekende, invoerwaarde vertegenwoordigen, die hoger is dan 10% van de invoer uit de Gemeenschap tijdens 1967;
- —
de waarde van de invoer uit de Gemeenschap van alle in bijlage No. 3 opgenomen produkten, nog altijd berekend op basis van de invoercijfers over 1967, niet wordt verhoogd.
De produkten die aan de lijst van bijlage No. 3 worden toegevoegd, kunnen onmiddellijk worden onderworpen aan de volgens artikel 11 berekende rechten; de produkten die ervan worden afgevoerd, worden onmiddellijk onderworpen aan de volgens artikel 10 berekende rechten.
2.
Turkije stelt de Associatieraad in kennis van de maatregelen die het overeenkomstig bovenstaande bepalingen overweegt te nemen.
3.
Met hetzelfde doel als bedoeld in lid 1 en voor ten hoogste 10% van de invoer uit de Gemeenschap in het jaar 1967, kan de Associatieraad Turkije tijdens de overgangsfase machtigen tot het opnieuw invoeren, het verhogen of het instellen van douanerechten voor de aan de regeling van artikel 10 onderworpen produkten.
Door deze tariefmaatregelen mogen voor elk der posten waarop zij betrekking hebben, de rechten welke worden toegepast op invoer uit de Gemeenschap, niet hoger komen dan 25% ad valorem.
4.
De Associatieraad kan van de leden 1 en 3 afwijken.