Einde inhoudsopgave
Staffelbesluit pensioenen
Bijlage III Regelingen met een premieovereenkomst waarbij in de pensioenovereenkomst is opgenomen dat de premie direct verplicht wordt omgezet in een aanspraak op een uitkering
Geldend
Geldend vanaf 07-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
26-06-2023, Stcrt. 2023, 18466 (uitgifte: 06-07-2023, regelingnummer: 2023-13825)
- Inwerkingtreding
07-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2023, Stcrt. 2023, 18466 (uitgifte: 06-07-2023, regelingnummer: 2023-13825)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Aanwijzing als bedoeld in onderdeel 5.1.
Voorwaarden en bijzonderheden bij de aanwijzing:
- a.
De regeling behelst een premieovereenkomst in de zin van artikel 10 PW waarbij in de pensioenovereenkomst is opgenomen dat de premie direct verplicht wordt omgezet in een aanspraak op een uitkering.
- b.
De beschikbare premie wordt actuarieel vastgesteld per leeftijdsklasse van ten hoogste vijf jaren en wordt afgestemd op de gemiddelde leeftijd in de klasse.
- c.
De beschikbare premie is ten hoogste gelijk aan de premie die bij de verzekeraar of het pensioenfonds gestort moet worden voor de opbouw van een middelloonpensioen binnen de kaders van hoofdstuk IIB Wet LB (tekst vanaf 1 juli 2023) in combinatie met artikel 38q Wet LB (tekst vanaf 1 juli 2023).
- d.
Een in de pensioenverzekering aanwezige overwaarde kan worden aangewend voor een fiscaal maximaal toegestane indexatie van het pensioen. Een na het eventueel toekennen van de indexatie in de verzekering aanwezige overwaarde vervalt aan de verzekeraar.
- e.
In de pensioenregeling wordt bepaald dat het pensioen inclusief de toegekende indexatie zowel per jaar als in totaal niet uitgaat boven een fiscaal maximaal geïndexeerd middelloonpensioen binnen de kaders van hoofdstuk IIB Wet LB (tekst vanaf 1 juli 2023) in combinatie met artikel 38q Wet LB (tekst vanaf 1 juli 2023).
- f.
In afwijking van voorwaarden b en c kan de premie ook worden bepaald op basis van een gelijkblijvende premie dan wel een door de verzekeraar gehanteerde doorsneepremie. In dat geval moeten partijen de pensioenaanspraken van de werknemer bij beëindiging van de deelneming in de pensioenregeling bepalen op basis van het ingekochte middelloonrecht en niet op basis van de beschikbaar gestelde premie.