Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/6 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG
Artikel 94 Certificaat van goede praktijken voor de vervaardiging
Geldend
Geldend vanaf 27-01-2019
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2019, L 4 (uitgifte: 07-01-2019, regelingnummer: 2019/6)
- Inwerkingtreding
27-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2019, L 4 (uitgifte: 07-01-2019, regelingnummer: 2019/6)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Binnen 90 dagen na een inspectie geeft de bevoegde autoriteit aan de fabrikant een certificaat van goede praktijken voor de vervaardiging af voor de betrokken vervaardigingslocatie indien bij de inspectie wordt vastgesteld dat hij de voorschriften van deze verordening en de in artikel 93, lid 2, bedoelde uitvoeringshandelingen naleeft.
2.
Indien een inspectie als bedoeld in lid 1 van dit artikel tot de conclusie leidt dat de fabrikant zich niet aan de goede praktijken voor de vervaardiging houdt, wordt die informatie opgenomen in de in artikel 91 bedoelde databank voor vervaardiging en groothandel.
3.
De conclusies van de inspectie van een fabrikant zijn in de hele Unie geldig.
4.
Een bevoegde autoriteit, de Commissie of het Bureau kan een in een derde land gevestigde fabrikant verzoeken zich aan een in lid 1 bedoelde inspectie te onderwerpen, onverminderd eventuele overeenkomsten die zijn gesloten tussen de Unie en het derde land.
5.
De importeurs van diergeneesmiddelen zorgen ervoor dat, voordat die middelen aan de Unie worden geleverd, de in een derde land gevestigde fabrikant in het bezit is van een door een bevoegde autoriteit afgegeven certificaat van goede praktijken voor de vervaardiging of dat er, indien het derde land partij is bij een tussen de Unie en het derde land gesloten overeenkomst, een gelijkwaardige bevestiging voorhanden is.