Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 114 Blootstellingen met betrekking tot centrale overheden of centrale banken
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2020
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 27-06-2020.
- Bronpublicatie:
24-06-2020, PbEU 2020, L 204 (uitgifte: 26-06-2020, regelingnummer: 2020/873)
- Inwerkingtreding
27-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2020, PbEU 2020, L 204 (uitgifte: 26-06-2020, regelingnummer: 2020/873)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Aan blootstellingen met betrekking tot centrale overheden en centrale banken wordt een risicogewicht van 100 % toegekend, tenzij de in de leden 2 tot en met 7 vermelde behandelingen van toepassing zijn.
2.
Aan blootstellingen met betrekking tot centrale overheden en centrale banken waarvoor een kredietbeoordeling van een aangewezen externe kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) beschikbaar is, wordt conform tabel 1 een risicogewicht toegekend dat overeenstemt met de kredietbeoordeling van de EKBI overeenkomstig artikel 136.
Kredietkwaliteitscategorie | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
---|---|---|---|---|---|---|
Risicogewicht | 0 % | 20 % | 50 % | 100 % | 100 % | 150 % |
3.
Aan blootstellingen met betrekking tot de ECB wordt een risicogewicht van 0 % toegekend.
4.
Aan blootstellingen met betrekking tot de centrale overheden en de centrale banken van de lidstaten die luiden in de nationale valuta en die gefinancierd zijn in de nationale valuta van die centrale overheid en centrale bank, wordt een risicogewicht van 0 % toegekend.
5.
Vervallen.
6.
Vervallen.
7.
Indien de bevoegde autoriteiten van een derde land met een toezicht- en reguleringsstelsel dat ten minste gelijkwaardig is aan de stelsels die in de Unie worden toegepast, aan in de nationale valuta luidende en gefinancierde blootstellingen met betrekking tot hun centrale overheid en centrale bank een lager risicogewicht toekennen dan in de leden 1 en 2 is vermeld, kunnen de instellingen het risicogewicht van dergelijke blootstellingen op dezelfde wijze vaststellen.
Voor de toepassing van dit lid kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen en met inachtneming van de in artikel 464, lid 2, genoemde onderzoeksprocedure besluiten of een derde land een toezicht- en regelgevingsstelsel toepast dat ten minste gelijkwaardig is aan het stelsel dat in de Unie worden toegepast. Zolang een dergelijk besluit niet is genomen, kunnen de instellingen tot 1 januari 2015 blootstellingen met betrekking tot de centrale overheid of de centrale bank van het derde land op de in dit lid beschreven wijze blijven behandelen indien de ter zake bevoegde autoriteiten het derde land vóór 1 januari 2014 hadden aangemerkt als in aanmerking komend voor deze behandeling.