Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 125 Door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed gedekte blootstellingen
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Voor een door niet-zakelijk onroerend goed gedekte blootstelling als bedoeld in artikel 124, lid 2, punt a), i) of ii), wordt aan het deel van de blootstelling tot 55 % van de onroerendgoedwaarde een risicogewicht van 20 % toegekend.
Indien een instelling een lager gerangschikt pandrecht houdt en er hoger gerangschikte pandrechten bestaan die zij niet houdt, wordt het bedrag van 55 % van de onroerendgoedwaarde voor het bepalen van het deel van de blootstelling van de instelling dat in aanmerking komt voor het risicogewicht van 20 %, verminderd met het bedrag van de hoger gerangschikte pandrechten die niet door de instelling worden gehouden.
Indien niet door de instelling gehouden pandrechten dezelfde rang (pari passu) hebben als het door de instelling gehouden pandrecht, wordt het bedrag van 55 % van de onroerendgoedwaarde voor het bepalen van het deel van de blootstelling van de instelling dat in aanmerking komt voor het risicogewicht van 20 %, verminderd met het bedrag van hoger gerangschikte pandrechten die niet door de instelling worden gehouden, verminderd met het product van:
- a)
55 % van de onroerendgoedwaarde, waarvan het bedrag van hoger gerangschikte pandrechten (zowel pandrechten die door de instelling worden gehouden als pandrechten die door andere instellingen worden gehouden) wordt afgetrokken, en
- b)
het bedrag van de pandrechten die niet door de instelling worden gehouden en die dezelfde rang (pari passu) hebben als door de instelling gehouden pandrecht, gedeeld door de som van alle pandrechten met dezelfde rang (pari passu).
Indien de bevoegde of aangewezen autoriteit overeenkomstig artikel 124, lid 9, een hoger risicogewicht of een lager percentage van de onroerendgoedwaarde heeft bepaald dan in dit lid vermeld, gebruiken de instellingen het overeenkomstig artikel 124, lid 9, bepaalde risicogewicht of percentage.
Op het eventueel resterende deel van de blootstelling als bedoeld in de eerste alinea wordt een risicogewicht toegepast als een blootstelling aan de tegenpartij die niet door niet-zakelijk onroerend goed wordt gedekt.
2.
Aan een blootstelling als bedoeld in artikel 124, lid 2, punt a), iii), wordt het risicogewicht toegekend dat is vastgesteld overeenkomstig de respectieve exposure-to-value-risicogewichtsubklasse in tabel 1.
Voor de toepassing van dit lid gebruiken instellingen, indien de bevoegde of aangewezen autoriteit overeenkomstig artikel 124, lid 9, een hoger risicogewicht of een lager exposure-to-value-percentage heeft bepaald dan in dit lid vermeld, het overeenkomstig artikel 124, lid 9, bepaalde risicogewicht of percentage.
ETV | ETV ≤ 50 % | 50 % < ETV ≤ 60 % | 60 % < ETV ≤ 80 % | 80 % < ETV ≤ 90 % | 90 % < ETV ≤ 100 % | ETV > 100 % |
---|---|---|---|---|---|---|
Risicogewicht | 30 % | 35 % | 45 % | 60 % | 75 % | 105 % |
In afwijking van de eerste alinea van dit lid mogen instellingen de in lid 1 van dit artikel bedoelde behandeling toepassen op blootstellingen die worden gedekt door niet-zakelijk onroerend goed dat zich op het grondgebied van een lidstaat bevindt, indien de bevoegde autoriteit van die lidstaat overeenkomstig artikel 430 bis, lid 3, verliespercentages heeft bekendgemaakt voor die blootstellingen die, op basis van de door alle instellingen in die lidstaat gerapporteerde geaggregeerde gegevens voor die nationale onroerendgoedmarkt, geen van de volgende maxima overschrijden voor verliezen die zijn geaggregeerd over alle dergelijke blootstellingen in het voorgaande jaar:
- a)
- b)
3.
Instellingen kunnen de in lid 2, derde alinea, van dit artikel bedoelde afwijking ook toepassen in gevallen waarin de bevoegde autoriteit van een derde land die regelingen op toezichts- en regelgevingsgebied toepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan de regelingen die in de Unie worden toegepast, zoals bepaald in een overeenkomstig artikel 107, lid 4, vastgesteld besluit van de Commissie, overeenkomstige verliespercentages openbaar maakt voor blootstellingen die gedekt zijn door niet-zakelijk onroerend goed dat zich op het grondgebied van dat derde land bevindt.
Indien een bevoegde autoriteit van een derde land geen overeenkomstige verliespercentages bekendmaakt voor blootstellingen die gedekt zijn door niet-zakelijk onroerend goed dat zich op het grondgebied van dat derde land bevindt, kan de EBA dergelijke informatie voor dat derde land bekendmaken, mits correcte statistische gegevens beschikbaar zijn die representatief zijn voor de overeenkomstige markt voor niet-zakelijk onroerend goed.