Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
9.6 Verwijtbaarheid van de overtreding
Geldend
Geldend vanaf 25-02-2020
- Bronpublicatie:
21-02-2020, Stcrt. 2020, 11649 (uitgifte: 24-02-2020, regelingnummer: WBV 2020/5)
- Inwerkingtreding
25-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-02-2020, Stcrt. 2020, 11649 (uitgifte: 24-02-2020, regelingnummer: WBV 2020/5)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND legt geen bestuurlijke boete op als de overtreding van de wettelijke verplichting de referent of de vreemdeling niet te verwijten is.
Van het vorenstaand is in ieder geval sprake in de volgende gevallen:
- a.
de overtreding is het gevolg van een andere onvermijdelijke handeling; of
- b.
de referent of de vreemdeling heeft aannemelijk gemaakt dat de overtreding het gevolg is van niet aan de referent toe te rekenen handelen door derden.
Ad b:
Handelen door derden wordt in ieder geval aan de referent toegerekend als de referent werkzaamheden aan deze derden heeft uitbesteed.
De IND stelt de bestuurlijke boete, naast de beoordeling van de ernst, vast aan de hand van de mate van verwijtbaarheid. De IND hanteert daarbij de volgende uitgangspunten:
- a.
Opzet dan wel grove schuld: 100 procent, te verminderen tot 75 procent.
- b.
Normale verwijtbaarheid: 50 procent.
- c.
Verminderde verwijtbaarheid: 25 procent.
Ad a:
Als er gelet op de aard van de normschending niet reeds van opzet of grove schuld kan worden uitgegaan levert de IND afdoende bewijs voor de aanwezigheid van opzet of grove schuld. De IND kan zich baseren op feiten die door de referent of de vreemdeling niet of niet voldoende zijn weersproken.
De IND gaat in het geval van opzet steeds uit van 100 procent van het op te leggen boetebedrag. In het geval van opzet is er immers sprake van het willens en wetens schenden van een wettelijke verplichting. Bij grove schuld gaat het in de regel om ernstige nalatigheid, onzorgvuldigheid, onachtzaamheid, roekeloosheid of de betrokkene is onoordeelkundig met als gevolg dat wettelijke verplichtingen niet behoorlijk worden nageleefd. De IND beoordeelt aan de hand van de omstandigheden van het geval of grove schuld aanleiding geeft om uit te gaan van maximale verwijtbaarheid of van verminderde verwijtbaarheid van 75 procent. Daarbij kent de IND in ieder geval betekenis toe aan de bijzondere verantwoordelijkheid van de erkend referent om op adequate wijze invulling te geven aan zijn verplichtingen.
Ad c:
De referent dan wel de vreemdeling levert afdoende bewijs van feiten en omstandigheden die aanleiding kunnen geven voor verlaging van de bestuurlijke boete omdat sprake is van verminderde verwijtbaarheid. Als de IND op de hoogte is van bijzondere omstandigheden inzake de verwijtbaarheid wordt bij het opleggen van de bestuurlijke boete hiermee rekening gehouden.
De IND gaat ten aanzien van ondernemingen, rechtspersonen en andere organisaties uit van verminderde verwijtbaarheid als er ten tijde van het begaan van de overtreding:
- −
sprake was van adequate maatregelen door de onderneming, de rechtspersoon of een andere organisatie om te voorkomen dat er wettelijke verplichtingen worden geschonden. Daarbij betrekt de IND ook of gebleken is dat de onderneming, de rechtspersoon of de andere organisatie in andere gevallen grotendeels heeft voldaan aan de wettelijke verplichting ten aanzien waarvan hem een boete wordt opgelegd; of
- −
sprake was van meerdere omstandigheden die niet op zichzelf voldoende zijn om verminderde verwijtbaarheid aan te nemen, maar wel in onderlinge samenhang.
De IND gaat bij natuurlijke personen uit van verminderde verwijtbaarheid op basis van een individuele beoordeling van de omstandigheden van het geval. Daarbij kan eveneens sprake zijn van meerdere omstandigheden die niet op zichzelf voldoende zijn om verminderde verwijtbaarheid aan te nemen, maar wel in onderlinge samenhang.