Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus
Artikel 38 bis Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2011
- Bronpublicatie:
11-05-2011, PbEU 2011, L 145 (uitgifte: 31-05-2011, regelingnummer: 513/2011)
- Inwerkingtreding
01-06-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2011, PbEU 2011, L 145 (uitgifte: 31-05-2011, regelingnummer: 513/2011)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
De bevoegdheid tot vaststelling van de in artikel 5, lid 6, derde alinea, artikel 19, lid 2, artikel 23 sexies, lid 7, en artikel 37 bedoelde gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend voor een termijn van vier jaar te rekenen vanaf 1 juni 2011. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de termijn van vier jaar een verslag op over de gedelegeerde bevoegdheid. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad de delegatie intrekt in overeenstemming met artikel 38 ter.
2.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.
3.
De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend onder de in de artikelen 38 ter en 38 quater gestelde voorwaarden.