Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus
Artikel 36 quinquies Openbaarmaking, aard, tenuitvoerlegging en toewijzing van de geldboeten en dwangsommen
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2011
- Bronpublicatie:
11-05-2011, PbEU 2011, L 145 (uitgifte: 31-05-2011, regelingnummer: 513/2011)
- Inwerkingtreding
01-06-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2011, PbEU 2011, L 145 (uitgifte: 31-05-2011, regelingnummer: 513/2011)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
De ESMA maakt alle overeenkomstig de artikelen 36 bis en 36 ter opgelegde geldboeten en dwangsommen openbaar, tenzij die openbaarmaking de financiële markten ernstig in gevaar zou brengen of onevenredige schade zou toebrengen aan de betrokken partijen.
2.
Overeenkomstig de artikelen 36 bis en 36 ter opgelegde geldboeten en dwangsommen hebben een administratief karakter.
3.
De overeenkomstig de artikelen 36 bis en 36 ter genomen besluiten tot oplegging van geldboeten en dwangsommen vormen executoriale titel.
De tenuitvoerlegging geschiedt volgens de bepalingen van burgerlijke rechtsvordering die van kracht zijn in de staat op het grondgebied waarvan zij plaatsvindt. De formule van tenuitvoerlegging wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van de titel, aangebracht door de autoriteit die door de regering van elke lidstaat daartoe wordt aangewezen; van de aanwijzing geeft zij kennis aan de ESMA en aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Nadat de bedoelde formaliteiten op verzoek van de belanghebbende zijn vervuld, kan deze de tenuitvoerlegging volgens de nationale wetgeving voortzetten door zich rechtstreeks te wenden tot de bevoegde instantie.
De tenuitvoerlegging kan niet worden geschorst dan krachtens een beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Evenwel behoort het toezicht op de regelmatigheid van de wijze van tenuitvoerlegging tot de bevoegdheid van de rechterlijke instanties van de betrokken lidstaat.
4.
De bedragen van de geldboeten en de dwangsommen worden toegewezen aan de algemene begroting van de Europese Unie.