Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 110 Voorrechten en immuniteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Artikel 11, onder a), van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten is in het Verenigd Koninkrijk van toepassing op hetgeen leden van de instellingen, ambtenaren en andere personeelsleden van de Unie, daaronder begrepen voormalige leden, voormalige ambtenaren en voormalige andere personeelsleden, ongeacht hun nationaliteit, in hun officiële hoedanigheid hebben gedaan, gezegd of geschreven:
- a)
voor het eind van de overgangsperiode; of
- b)
na het eind van de overgangsperiode in verband met activiteiten van de Unie krachtens dit akkoord.
2.
Artikel 3, eerste, tweede en derde alinea, van Protocol (nr. 3) betreffende het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie is in het Verenigd Koninkrijk op de rechters van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de advocaten-generaal van toepassing tot de uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie in alle procedures en verzoeken om een prejudiciële beslissing bedoeld in de Artikelen 86 en 87 van dit akkoord definitief zijn geworden, en is daarna van toepassing, ook op voormalige rechters en voormalige advocaten-generaal, ten aanzien van hetgeen zij voor het eind van de overgangsperiode of met betrekking tot de in de Artikelen 86 en 87 bedoelde procedures in hun officiële hoedanigheid hebben gedaan, gezegd of geschreven.
3.
Artikel 11, onder b) tot en met e), van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten is van toepassing in het Verenigd Koninkrijk op de ambtenaren en andere personeelsleden van de Unie, ongeacht hun nationaliteit, alsook op hun echtgenoten en de ten hunnen lasten zijnde verwanten, ongeacht hun nationaliteit, indien deze ambtenaren of andere personeelsleden voor het eind van de overgangsperiode in dienst van de Unie zijn getreden, totdat deze personen hun verhuizing naar de Unie hebben voltooid.