Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2018/1972 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie
Artikel 26 Beslechting van geschillen tussen ondernemingen
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2018
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2018, L 321 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1972)
- Inwerkingtreding
20-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2018, L 321 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1972)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Europees informatierecht
Informatierecht / ICT
1.
Wanneer op een onder deze richtlijn vallend gebied een geschil in verband met de bestaande verplichtingen ontstaat tussen aanbieders van elektronischecommunicatienetwerken of -diensten in een lidstaat, of tussen dergelijke ondernemingen en andere ondernemingen in de lidstaat die profiteert van de verplichtingen op het gebied van toegang of interconnectie, of tussen aanbieders van elektronischecommunicatienetwerken of -diensten in een lidstaat en aanbieders van bijbehorende faciliteiten, neemt de betrokken nationale regelgevende instantie op verzoek van een van beide partijen en onverminderd lid 2, op basis van duidelijke en efficiënte procedures, een bindend besluit om het geschil te beslechten, en wel zo spoedig mogelijk of in ieder geval binnen vier maanden behalve in uitzonderlijke omstandigheden. De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat alle partijen volledig met de nationale regelgevende instantie samenwerken.
2.
De lidstaten kunnen bepalen dat de nationale regelgevende instanties kunnen besluiten een geschil niet op te lossen indien er andere mechanismen bestaan, met inbegrip van bemiddeling, die beter zouden bijdragen tot het tijdige beslechten van het geschil overeenkomstig de in artikel 3 genoemde doelstellingen. De nationale regelgevende instantie stelt de partijen daarvan onverwijld in kennis. Indien het geschil na vier maanden niet is beslecht en indien het geschil door de eisende partij nog niet voor de rechter is gebracht, neemt de nationale regelgevende instantie op verzoek van een van de partijen een bindend besluit om het geschil zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen vier maanden, te beslechten.
3.
Bij het beslechten van een geschil laat de nationale regelgevende instantie zich leiden door het nastreven van de doelstellingen van artikel 3. De verplichtingen die de nationale regelgevende instantie aan een onderneming oplegt in het kader van het oplossen van een geschil voldoen aan deze richtlijn.
4.
Het besluit van de nationale regelgevende instantie wordt openbaar gemaakt, met inachtneming van de voorschriften betreffende vertrouwelijkheid van handelsgegevens. De nationale regelgevende instantie verstrekt aan de betrokken partijen een volledig verslag van de redenen waarop het besluit is gebaseerd.
5.
De procedure van de leden 1, 3 en 4 laat het recht van elk der partijen onverlet om een zaak bij de rechtbank aanhangig te maken.