Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2018/1972 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie
Artikel 28 Radiospectrumcoördinatie tussen de lidstaten
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2018
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2018, L 321 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1972)
- Inwerkingtreding
20-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2018, L 321 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1972)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Europees informatierecht
Informatierecht / ICT
1.
De lidstaten en hun nationale bevoegde instanties zorgen ervoor dat het gebruik van radiospectrum op hun grondgebied zodanig wordt georganiseerd dat geen andere lidstaat wordt verhinderd op zijn grondgebied het gebruik van geharmoniseerd radiospectrum overeenkomstig het Unierecht toe te staan, in het bijzonder door grensoverschrijdende schadelijke interferentie tussen de lidstaten.
De lidstaten nemen daartoe alle nodige maatregelen onverminderd hun verplichtingen krachtens het internationaal recht en de toepasselijke internationale overeenkomsten, zoals de radioregelgeving van de ITU en de regionale overeenkomsten voor radio van de ITU.
2.
De lidstaten werken met elkaar en, waar passend, via de Beleidsgroep Radiospectrum samen inzake de grensoverschrijdende coördinatie van het gebruik van radiospectrum teneinde:
- a)
de naleving van lid 1 te waarborgen;
- b)
alle problemen of geschillen op te lossen in verband met de grensoverschrijdende coördinatie of grensoverschrijdende schadelijke interferentie tussen lidstaten en met derde landen, waardoor lidstaten worden verhinderd het geharmoniseerde radiospectrum op hun grondgebied te gebruiken.
3.
Om de naleving van lid 1 te garanderen, kan elke betrokken lidstaat de Beleidsgroep Radiospectrum verzoeken om van haar goede diensten gebruik te maken om een probleem of geschil met betrekking tot grensoverschrijdende coördinatie of grensoverschrijdende schadelijke interferentie aan te pakken. In voorkomend geval kan de Beleidsgroep Radiospectrum in een advies een gecoördineerde oplossing voor dat probleem of geschil voorstellen.
4.
Indien de in de leden 2 en 3 bedoelde maatregelen het probleem of het geschil niet hebben beslecht, en op verzoek van een betrokken lidstaat, kan de Commissie, zoveel mogelijk rekening houdend met een eventueel advies van de Beleidsgroep Radiospectrum waarin een gecoördineerde oplossing op grond van lid 3 wordt aanbevolen, besluiten vaststellen die worden gericht tot de lidstaten die betrokken zijn bij de onopgeloste schadelijke interferentie door middel van uitvoeringshandelingen om grensoverschrijdende schadelijke interferenties tussen twee of meerdere lidstaten op te lossen die hen verhinderen het geharmoniseerde radiospectrum op hun grondgebied te gebruiken.
Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure bedoeld in artikel 118, lid 4.
5.
Op verzoek van een betrokken lidstaat geeft de Unie juridische, politieke en technische bijstand voor het oplossen van radiospectrumcoördinatieproblemen met derde landen die grenzen aan de Unie, met inbegrip van kandidaat-lidstaten en toetredende landen, zodat de betrokken lidstaten hun verplichtingen uit hoofde van het Unierecht kunnen nakomen. Bij het verlenen van die bijstand bevordert de Unie de uitvoering van het Uniebeleid.