Einde inhoudsopgave
Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2015
- Bronpublicatie:
14-04-2014, Stcrt. 2014, 11317 (uitgifte: 30-04-2014, regelingnummer: IenM/BSK-2014/88344)
- Inwerkingtreding
01-03-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-01-2015, Stb. 2015, 37 (uitgifte: 05-02-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (01-04-2014, Stb. 157).
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Openbare orde en veiligheid / Bedrijfsveiligheid
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
1.
De aanvrager of houder van een vergunning kan bij de Minister een aanvraag indienen om een persoon toe te laten als milieuveiligheidsfunctionaris binnen zijn organisatie. De aanvrager of houder van een vergunning geeft daarbij aan voor welke categorie of categorieën van werkzaamheden de toelating wordt aangevraagd.
2.
Met het oog op een adequate uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 27, eerste lid, beschikt de persoon waarvoor toelating wordt gevraagd in elk geval over:
- a.
algemene kennis op het gebied van genetische modificatie en de toepasselijke regelgeving;
- b.
kennis van en ervaring met werkzaamheden met genetisch gemodificeerde organismen in de aangevraagde categorie of categorieën van werkzaamheden;
- c.
kennis van en ervaring met de gebruikte technieken en de toegepaste veiligheidsmaatregelen.