Warenwetregeling Diepgevroren levensmiddelen
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 10-01-1997
- Bronpublicatie:
20-12-1996, Stcrt. 1997, 12 (uitgifte: 17-01-1997, regelingnummer: GZB/VVB/965855)
04-01-1993, Stcrt. 1993, 2 (uitgifte: 05-01-1993, regelingnummer: DGVGZ/VVP/L923154)
- Inwerkingtreding
10-01-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-1996, Stcrt. 1997, 12 (uitgifte: 17-01-1997, regelingnummer: GZB/VVB/965855)
04-01-1993, Stcrt. 1993, 2 (uitgifte: 05-01-1993, regelingnummer: DGVGZ/VVP/L923154)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De temperatuur van diepgevroren levensmiddelen wordt tijdens de verhandeling overal in het produkt op ten hoogste −18 °C gehandhaafd. Zij blijft tevens stabiel.
2.
In afwijking van het eerste lid:
- a.
mag de temperatuur van diepgevroren levensmiddelen tijdens het vervoer gedurende korte tijd ten hoogste −15°C bedragen;
- b.
is een tolerantie van ten hoogste 3°C toegestaan met betrekking tot de temperatuur van diepgevroren levensmiddelen tijdens de plaatselijke distributie en in winkelmeubelen voor de verkoop aan de eindverbruiker, bij behoorlijke bewarings- en distributiepraktijken.