Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 234 [Stoffen of voorwerpen tot vervalsen bestemd]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Stb. 2021, 203 (uitgifte: 26-04-2021, kamerstukken: 35656)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 204 (uitgifte: 26-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
1.
Hij die stoffen, voorwerpen of gegevens vervaardigt, ontvangt, zich verschaft, verkoopt, overdraagt, verwerft, vervoert, invoert, uitvoert, verspreidt, anderszins ter beschikking stelt of voorhanden heeft waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een der in de artikelen 226, eerste lid, onderdelen 2° tot en met 5°, 231, eerste lid, 231a, eerste lid, 231b en 232, eerste lid, omschreven misdrijven dan wel een der misdrijven omschreven in de artikelen 310, 311, 312, 317, 321 en 326, voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaar of geldboete van de vierde categorie.
2.
Artikel 225, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.