Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994
Artikel 11b
Geldend
Geldend vanaf 10-03-2017
- Bronpublicatie:
24-02-2017, Stcrt. 2017, 11810 (uitgifte: 08-03-2017, regelingnummer: WJZ/17028856)
- Inwerkingtreding
10-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2017, Stb. 2017, 81 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, onderdeel F, en art. VII van de wet van 21-12-2016, Stb. 2017, 13.
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Insolventierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien ter verkrijging van de inschrijving van een stuk in elektronische vorm door de aanbieder bewijsstukken als bedoeld in artikel 11b, vijfde lid, derde zin, van de wet worden overgelegd, kan die overlegging zowel in papieren als in elektronische vorm plaatsvinden, met dien verstande dat de overlegging van bewijsstukken in elektronische vorm slechts plaats kan vinden met inachtneming van het tweede en derde lid.
2.
Indien het origineel van het bewijsstuk is voorzien van een elektronische handtekening, wordt bij het afschrift een verklaring van een verlener van vertrouwensdiensten gevoegd, inhoudende dat de elektronische handtekening op het originele stuk is gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat, onder toevoeging van de volgende gegevens:
- a.
de naam van degene die het originele stuk heeft voorzien van een elektronische handtekening, zoals blijkend uit het bij de elektronische handtekening behorende certificaat;
- b.
de identiteitscode van voornoemd certificaat, en
- c.
de naam van de verlener van vertrouwensdiensten die voornoemd certificaat heeft afgegeven.
3.
Indien het origineel van het bewijsstuk is opgemaakt in papieren vorm, kan een door een notaris voor eensluidendheid gewaarmerkt elektronisch afschrift worden overgelegd. Artikel 11a is van overeenkomstige toepassing.