Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2007
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met art. IIA, onderdeel B, van de Wet van 06-12-2006, Stb. 2007, 16.
- Bronpublicatie:
25-10-2006, Stcrt. 2006, 212 (uitgifte: 31-10-2006, regelingnummer: DJZ2006315295)
- Inwerkingtreding
01-02-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2006, Stb. 2007, 17 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Insolventierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Van een tekening in papieren vorm die deel uitmaakt dan wel deel uit zal gaan maken van een stuk dat in elektronische vorm ter inschrijving zal worden aangeboden, kan voorafgaand aan de inschrijving een afschrift in papieren vorm in bewaring worden genomen, indien de aanbieder dit verzoekt en dit bijdraagt aan de raadpleegbaarheid van het afschrift van de tekening in de openbare registers.
2.
Het verzoek tot inbewaringneming wordt ingediend ten minste twee weken voordat het stuk waarvan de tekening deel uitmaakt, ter inschrijving wordt aangeboden, door middel van een formulier dat de vorm heeft van het model dat als bijlage 17 bij deze regeling is gevoegd.
3.
Indien de tekening deel uitmaakt van een stuk dat betrekking heeft op een appartementsrecht of een netwerk, wordt het verzoek tot inbewaringneming, in afwijking van het tweede lid, gedaan gelijktijdig met een verzoek tot vaststelling van het complexnummer of een verzoek tot vaststelling van het nummer van een netwerk als bedoeld in artikel 26 door middel van een formulier dat de vorm heeft van het model dat als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd.
4.
Het verzoek wordt in tweevoud ingediend en bevat een afschrift van de tekening, alsmede een door de aanbieder aan de tekening toegekend uniek kenmerk.
5.
Indien het afschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen, neemt de bewaarder dit afschrift in bewaring onder vermelding van een uniek depotnummer. Indien de tekening deel uit zal gaan maken van een stuk dat betrekking heeft op een appartementsrecht of een netwerk, neemt de bewaarder, in afwijking van de eerste zin, het afschrift slechts in bewaring, indien het verzoek tot vaststelling van het complexnummer of het verzoek tot vaststelling van het nummer van een netwerk als bedoeld in artikel 26 wordt ingewilligd.
6.
Na de inbewaringneming voorziet de bewaarder beide exemplaren van het verzoek tot inbewaringneming van een depotverklaring, waarin het toegekende depotnummer wordt vermeld, en zendt hij een exemplaar van het verzoek aan de aanbieder terug. Indien de tekening deel uit zal gaan maken van een stuk dat betrekking heeft op een appartementsrecht of een netwerk, zendt de bewaarder, in afwijking van de eerste zin, de depotverklaring gelijktijdig terug met de verklaring inzake de vaststelling van het complexnummer of het nummer van een netwerk als bedoeld in artikel 27a.
7.
Indien het stuk waarvan de tekening deel uitmaakt niet binnen een jaar na de inbewaringneming wordt ingeschreven, eindigt de inbewaringneming en zendt de bewaarder het afschrift aan de aanbieder terug door middel van een bericht dat de vorm heeft van het model dat als bijlage 18 bij deze regeling is gevoegd.
8.
Het eerste tot en met zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing op andere stukken dan tekeningen in papieren vorm, die deel uitmaken dan wel deel uit zullen gaan maken van een stuk dat in elektronische vorm ter inschrijving zal worden aangeboden.