Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
1.3.1.1 Sluiting van capaciteit om dier-, plant- of volksgezondheidsredenen, sanitaire, ethische, milieu- of klimaatredenen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(423)
De Commissie zal steun voor de sluiting van capaciteit aanmerken als verenigbaar met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag als die steun in overeenstemming is met deel I, hoofdstuk 3, van deze richtsnoeren en met de in deze afdeling vermelde voorwaarden.
(424)
De capaciteit moet worden gesloten om dier-, plant- of volksgezondheidredenen of sanitaire, ethische of milieuredenen, zoals een vermindering van de totale veebezetting.
(425)
De begunstigde moet een minimumbijdrage leveren in de vorm van een definitief en onherroepelijk besluit om de betrokken productiecapaciteit te slopen of onherroepelijk te sluiten. Dit besluit moet de volledige sluiting van de capaciteit door de betrokken onderneming of, in naar behoren gemotiveerde gevallen, de gedeeltelijke sluiting van de capaciteit betekenen. Van de begunstigde moet een wettelijk bindende toezegging worden verkregen dat de sluiting van de betrokken productiecapaciteit definitief en onomkeerbaar is en dat de begunstigde dezelfde activiteit niet opnieuw zal beginnen op een andere plaats. Deze toezeggingen moeten ook bindend zijn voor een toekomstige koper van de betrokken grond of voorziening.
(426)
Uitsluitend ondernemingen die daadwerkelijk hebben geproduceerd, en uitsluitend productiecapaciteit die in de laatste vijf jaar vóór de sluiting van de capaciteit onafgebroken is gebruikt, komen voor steun in aanmerking. In gevallen waarin de productiecapaciteit al definitief is gesloten of waarin een dergelijke sluiting onvermijdelijk lijkt, is er geen sprake van een (toereikende) minimumbijdrage van de begunstigde en mag geen steun worden verleend.
(427)
De Commissie behoudt zich het recht voor om aanvullende voorwaarden aan de goedkeuring van de steun te verbinden.
(428)
Alleen ondernemingen die aan de normen van de Unie voldoen, komen voor steun in aanmerking. Ondernemingen die niet aan die normen van de Unie voldoen en hun productie hoe dan ook moeten stopzetten, zijn uitgesloten.
(429)
Om erosie en andere nadelige milieueffecten te voorkomen moeten uit productie genomen cultuurgronden in beginsel binnen twee jaar worden bebost of in natuurgebied worden omgezet, en wel zodanig dat nadelige milieueffecten worden voorkomen. Om negatieve klimaateffecten te voorkomen, mag landbouwgrond die is omgevormd tot water- of veengebied, niet op ongeschikte wijze worden bebost. Bij wijze van alternatief mogen cultuurgronden twintig jaar na de daadwerkelijke capaciteitssluiting opnieuw in gebruik worden genomen. Tot dan moeten de cultuurgronden in een goede landbouw- en milieuconditie worden gehouden overeenkomstig de GLMC-normen krachtens titel III, hoofdstuk I, afdeling 2, van Verordening (EU) 2021/2115 en de toepasselijke uitvoeringsbepalingen. De sluiting van installaties die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad (1) vallen, moet plaatsvinden overeenkomstig de artikelen 11 en 22 van die richtlijn.
(430)
De in het kader van een steunregeling verleende steun moet voor alle in aanmerking komende ondernemingen toegankelijk zijn.
In aanmerking komende kosten
(431)
De steun dient voor de vergoeding van het waardeverlies van de activa, berekend op basis van de actuele verkoopwaarde van de activa.
(432)
Naast de compensatie voor het verlies van de waarde van activa mag voor de sluiting van capaciteit om milieu- of klimaatredenen een financiële stimulans van ten hoogste 20 % van de waarde van de activa worden gegeven.
(433)
Er mag tevens een vergoeding worden toegekend voor de kosten die verbonden zijn aan de vernietiging van de productiecapaciteit.
(434)
De steun mag ook worden toegekend ter vergoeding van de verplichte sociale kosten die de uitvoering van het besluit tot sluiting met zich brengt.
(435)
De steun voor bebossing en de omzetting van grond in natuurgebieden moet worden toegekend overeenkomstig de voorschriften van de afdelingen 2.1.1 en 2.1.2 en de voorschriften inzake niet-productieve investeringen van afdeling 1.1.1.1 van dit deel.
Steunintensiteit
(436)
De maximale steunintensiteit is als volgt vastgelegd:
- a)
hoogstens 100 % voor de vergoeding van het waardeverlies van de activa, voor de vergoeding van de kosten van de vernietiging van de productiecapaciteit en voor de compensatie van de verplichte sociale kosten die het besluit tot sluiting met zich brengt;
- b)
hoogstens 120 % voor de vergoeding van verlies aan waarde van activa wanneer de sluiting om milieuredenen plaatsvindt.
Voetnoten
Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17).