Einde inhoudsopgave
Verordening ECB/2012/24 ((EU) nr. 1011/2012) betreffende statistieken inzake aangehouden effecten
Artikel 1 Definities
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2018
- Bronpublicatie:
02-08-2016, PbEU 2016, L 222 (uitgifte: 17-08-2016, regelingnummer: 2016/1384 (ECB/2016/22))
- Inwerkingtreding
01-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-08-2016, PbEU 2016, L 222 (uitgifte: 17-08-2016, regelingnummer: 2016/1384 (ECB/2016/22))
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
In deze verordening wordt bedoeld met:
- 1.
‘effectsgewijze’ (security-by-security) gegevensverzameling: de verzameling van gegevens uitgesplitst naar individuele effecten;
- 2.
‘positie’: het totale aantal effecten, waarvan de soorten zijn opgesomd in lid 15, die het eigendom zijn van of in bewaring worden gehouden door een werkelijk informatieplichtige aan het einde van een referentieperiode, zoals nader gedefinieerd in deel 4 van bijlage II;
- 3.
‘instelling’: heeft dezelfde betekenis als bedoeld onder artikel 4, lid 1, punt 3) van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (1);
- 3a.
‘moederonderneming’: heeft dezelfde betekenis zoals bedoeld in artikel 2, punt 9) van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad(2);
- 3b.
‘dochteronderneming’:
- a)
een dochteronderneming zoals bedoeld in artikel 2, punt 10) van Richtlijn 2013/34/EU;
- b)
een onderneming waarover een moederonderneming effectief een dominante invloed uitoefent.
- 3c.
‘financiële instelling’: heeft dezelfde betekenis als in artikel 4, lid 1, punt 26) van Verordening (EU) nr. 575/2013;
- 3d.
‘bijkantoor van een verzekeringsonderneming’: een agentschap zonder rechtspersoonlijkheid of een bijkantoor, maar niet het hoofdkantoor, van een verzekerings- of herverzekeringonderneming;
- 4.
‘bankgroep’: de ondernemingen die vallen binnen het consolidatiebereik van een bankgroephoofd krachtens artikel 18, lid 1, artikel 18, lid 4, artikel 18, lid 8, artikel 19, 1[lees: lid 1], artikel 19, lid 3 en artikel 23 van Verordening (EU) nr. 575/2013;
- 5.
‘ingezetene’: heeft dezelfde betekenis als in artikel 1, lid 4 van Verordening (EG) nr. 2533/98;
- 6.
‘monetaire financiële instelling’ (MFI), ‘kredietinstelling’ en ‘geldmarktfonds’ (MMF) hebben dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32). De MFI-sector omvat kredietinstellingen en MMF's;
- 7.
‘beleggingsfonds’: heeft dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 958/2007 (ECB/2007/8);
- 8.
‘lege financiële instelling’: heeft dezelfde betekenis als in artikel 1, lid 1 van Verordening (EG) nr. 24/2009 (ECB/2008/30);
- 8 bis.
‘verzekeringsinstelling’: heeft dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/50) (3);
- 9.
‘bewaarnemer’: een tot de sector ‘financiële instellingen’ (S. 12 (4)) behorende entiteit die voor rekening van cliënten financiële instrumenten bewaart en beheert, met inbegrip van bewaarneming en daarmee samenhangende diensten zoals contanten- en/of zekerhedenbeheer, zoals opgenomen in deel B, punt 1) van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG;
- 10.
‘bankgroephoofd’: verwijst naar één van de volgende entiteiten:
- a)
een EU-moederonderneming, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 29) van Verordening (EU) nr. 575/2013 waarbij elke verwijzing naar een lidstaat in die definitie verwijst naar een deelnemende lidstaat;
- b)
een financiële EU-moederholding, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 31) van Verordening (EU) nr. 575/2013 waarbij elke verwijzing naar een lidstaat in die definitie verwijst naar een deelnemende lidstaat;
- c)
een gemengde financiële EU-moederholding, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 33) van Verordening (EU) nr. 575/2013 waarbij elke verwijzing naar een lidstaat in die definitie verwijst naar een deelnemende lidstaat;
- d)
een centraal orgaan, zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 575/2013, in een deelnemende lidstaat;
- 11.
vervallen;
- 12.
‘belegger’: een entiteit of persoon die eigenaar is van financiële instrumenten;
- 13.
‘effecten in bewaarneming’: effecten die namens beleggers direct door bewaarnemers worden aangehouden en beheerd, dan wel indirect middels een cliënt;
- 14.
‘desbetreffende NCB’: de NCB van de lidstaat uit het eurogebied waarin de informatieplichtige ingezeten is;
- 15.
‘effecten’: de volgende soorten effecten:
- a)
‘schuldbewijzen’ (F.3);
- b)
‘beursgenoteerde aandelen’ (F.511);
- c)
‘aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen’ (F.52);
- 16.
‘aangehouden effecten’: economische eigendom van effecten waarvan de soorten zijn opgesomd in lid 15;
- 17.
‘ISIN code’: het aan effecten toegewezen International Securities Identification Number, bestaande uit 12 alfanumerieke tekens die een unieke identificatiecode vormen voor een effectenuitgifte (zoals bepaald door ISO 6166);
- 18.
‘rechtspersoon’: een entiteit die geen natuurlijke persoon is en krachtens nationale wetgeving de hoedanigheid heeft van een rechtspersoon in het land waarin de entiteit ingezeten is en waardoor de entiteit binnen het nationale rechtsstelsel van dat land rechten en verplichtingen kan hebben;
- 19.
‘sectorale gegevens’: de krachtens artikel 3 gerapporteerde gegevens;
- 20.
‘groepsgegevens’: de krachtens artikel 3 bis gerapporteerde gegevens;
- 21.
‘deelnemende lidstaat’: heeft dezelfde betekenis als bedoeld in artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2533/98;
- 22.
‘cliënt’: een natuurlijke of rechtspersoon voor wie/waarvoor een bewaarnemer bewaarnemings- en daarmee verband houdende diensten verricht, waaronder een andere bewaarnemer;
- 23.
‘entiteitgewijs’: de gerapporteerde gegevens hebben betrekking op de door elke onderscheiden rechtspersoon van een bankgroep aangehouden effecten, d.w.z. de moederonderneming en elk van haar dochterondernemingen;
- 24.
‘groepsbasis’: de gerapporteerde gegevens omvatten informatie over de door de bankgroep als geheel aangehouden effecten.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).
Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank van 28 november 2014 betreffende statistische rapportagevereisten voor verzekeringsinstellingen (ECB/2014/50) (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 36).
De nummering van categorieën in deze verordening volgt de in het Commissievoorstel COM(2010) 774 definitief (het voorstel voor de ESA-2010 verordening) ingevoerde nummering. Voor nadere informatie zie bijlage II.