Einde inhoudsopgave
Verordening ECB/2012/24 ((EU) nr. 1011/2012) betreffende statistieken inzake aangehouden effecten
Artikel 5 ter Algemene regels van financiële administratie
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2018
- Bronpublicatie:
02-08-2016, PbEU 2016, L 222 (uitgifte: 17-08-2016, regelingnummer: 2016/1384 (ECB/2016/22))
- Inwerkingtreding
01-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-08-2016, PbEU 2016, L 222 (uitgifte: 17-08-2016, regelingnummer: 2016/1384 (ECB/2016/22))
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Tenzij anders bepaald in deze verordening zijn de regels van financiële administratie die de werkelijke informatieplichtigen voor rapportagedoeleinden uit hoofde van deze verordening volgen, de regels die zijn neergelegd in de nationale omzetting van Richtlijn 86/635/EEG(1) of, indien dit niet van toepassing is, in andere nationale of internationale op de werkelijke informatieplichtigen van toepassing zijnde normen.
2.
Aangehouden effecten die zijn uitgeleend op grond van effectenuitleentransacties, of die zijn verkocht uit hoofde van een repo-overeenkomst, worden geregistreerd als door de oorspronkelijke eigenaar als aangehouden effecten en niet als aangehouden effecten van de tijdelijke verkrijger, indien een vaste verplichting bestaat tot omkering van de transactie, in tegenstelling tot een keuzerecht om dat te doen. Indien de tijdelijke verkrijger de effecten verkoopt, wordt die verkoop als een rechtstreekse aan- of verkoop van effecten geregistreerd en door de tijdelijke verkrijger gerapporteerd als een negatieve positie in de betreffende effectenportefeuille.
Voetnoten
Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1).