Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2473 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 21 Steun ter verbetering van de gezondheid, veiligheid en arbeidsomstandigheden van vissers
Geldend
Geldend van 01-01-2023 tot 01-01-2030
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 327 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/2473)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 327 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/2473)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatssteun (V)
1.
Steun ter verbetering van de gezondheid, veiligheid en arbeidsomstandigheden van vissers die aan de voorwaarden van hoofdstuk I van deze verordening voldoet, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, punt c), VWEU en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, VWEU mits:
- a)
de steun uitsluitend voor investeringen aan boord of in afzonderlijke uitrusting wordt verleend en de investeringen verder gaan dan de vereisten op grond van het nationale of het Unierecht, en
- b)
de steun niet wordt verleend voor verrichtingen die de brutotonnage van een vissersvaartuig verhogen.
2.
Bij verrichtingen ter verbetering van de veiligheid voor vissers komen de aankoop en, indien van toepassing, de installatie van de volgende inrichtingen in aanmerking voor steun:
- a)
reddingsvlotten;
- b)
hydrostatische openers voor reddingsvlotten;
- c)
persoonlijke noodbakens zoals noodradiobakens (EPIRB's) die in reddingsvesten en in de werkkleding van vissers kunnen worden geïntegreerd;
- d)
individuele drijfmiddelen (PFD's), met name onderdompelings- of overlevingspakken, reddingsboeien en -vesten;
- e)
noodvuurwerk;
- f)
lijnwerptoestellen;
- g)
reddingssystemen voor ‘man overboord’-ongevallen;
- h)
brandbestrijdingstoestellen, zoals brandblussers, branddekens, brand- en rookmelders en ademhalingsapparatuur;
- i)
branddeuren;
- j)
afsluitkleppen voor brandstoftanks;
- k)
gasdetectoren en gasalarmsystemen;
- l)
lenspompen en alarmsystemen;
- m)
uitrusting voor radio- en satellietcommunicatie;
- n)
waterdichte luiken en deuren;
- o)
afschermingen op machines, zoals lieren of nettentrommels;
- p)
gangpaden en toegangsladders;
- q)
opsporings-, dek- of noodverlichting;
- r)
veiligheidsmechanismen voor gevallen waarin met het vistuig een onderwaterobstakel wordt geraakt;
- s)
veiligheidscamera's en -beeldschermen;
- t)
uitrusting en onderdelen die nodig zijn om de veiligheid aan dek te verbeteren.
3.
Voor verrichtingen of de verstrekking van uitrusting ter verbetering van de gezondheidsomstandigheden voor vissers komen de volgende acties in aanmerking voor steun:
- a)
de aankoop en installatie van EHBO-kits;
- b)
de aankoop van geneesmiddelen en toestellen voor dringende behandelingen;
- c)
de verstrekking van telegeneeskunde, waaronder e-technologieën, uitrusting en medische beeldvorming voor raadpleging op afstand vanaf de vaartuigen;
- d)
de terbeschikkingstelling van gidsen en handboeken om de gezondheid te verbeteren;
- e)
voorlichtingscampagnes om de gezondheid te verbeteren.
4.
Voor verrichtingen of de verstrekking van uitrusting ter verbetering van de hygiëne-omstandigheden voor vissers komen de aankoop en, indien van toepassing, de installatie van de volgende inrichtingen in aanmerking voor steun:
- a)
sanitaire voorzieningen, zoals toiletten en wasvoorzieningen;
- b)
keukenvoorzieningen en inrichtingen voor voedselopslag;
- c)
waterzuiveringstoestellen voor drinkwater;
- d)
ventilatie-, schoonmaak- of ontsmettingsmateriaal of -systemen om voor de nodige hygiëne aan boord te zorgen;
- e)
gidsen en handboeken over de verbetering van de hygiëne aan boord, met inbegrip van softwaretools.
5.
Voor verrichtingen of de verstrekking van uitrusting ter verbetering van de arbeidsomstandigheden voor vissers aan boord van vissersvaartuigen komen de aankoop en, indien van toepassing, de installatie van de volgende inrichtingen in aanmerking voor steun:
- (a)
dekrelingen;
- (b)
beschermingsstructuren aan dek en modernisering van de scheepshutten om bescherming te bieden tegen ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld;
- (c)
inrichtingen die de veiligheid in de scheepshutten verbeteren en waarmee gemeenschappelijke ruimten voor de bemensing kunnen worden gecreëerd;
- (d)
uitrusting om zwaar manueel tillen te verminderen, met uitzondering van machines die rechtstreeks verband houden met de visserijverrichtingen, zoals lieren;
- (e)
antislipverf en rubberen antislipmatten;
- (f)
isolatiemateriaal tegen lawaai, hitte of koude, en apparatuur om de ventilatie te verbeteren;
- (g)
werkkleding en veiligheidsuitrusting, zoals waterdichte veiligheidsschoenen, oog- en ademhalingsbescherming, veiligheidshandschoenen en -helmen of beschermingsmiddelen tegen valpartijen;
- (h)
nood- en veiligheidstekens;
- (i)
risicoanalyse en beoordelingen om na te gaan welke risico's de vissers in de havens of bij het varen lopen, met de bedoeling maatregelen te nemen om de risico's te voorkomen of te verminderen;
- (j)
gidsen en handboeken over de verbetering van de arbeidsomstandigheden aan boord;
- (k)
collectieve voertuigen voor het vervoer van schaaldieren naar de plaatsen van eerste verkoop;
- (l)
voorzieningen voor te voet vissende vissers welke tot verbetering van de arbeidsomstandigheden leiden, zoals kleedkamers, badkamers en andere sanitaire voorzieningen, en met name die welke de toegang van vrouwen tot de arbeidsmarkt bevorderen.
6.
De steun wordt verleend aan vissers, onder wie in voorkomend geval ook vissers te voet, en aan eigenaren van vissersvaartuigen.
7.
Wanneer de verrichting een investering aan boord behelst, mag in de periode tussen 1 januari 2023 en 31 december 2029 niet meer dan eenmaal steun worden verleend voor dezelfde soort investering voor een bepaald vaartuig. Wanneer de verrichting een investering in afzonderlijke uitrusting behelst, mag in de periode tussen 1 januari 2023 en 31 december 2029 niet meer dan eenmaal steun worden verleend voor dezelfde soort uitrusting voor een bepaalde begunstigde onderneming.
8.
Het bedrag van de in het kader van dit artikel toegekende steun, uitgedrukt in brutosubsidie-equivalent, mag niet hoger zijn dan een maximale steunintensiteit van 50 % van de in aanmerking komende kosten. De specifieke maximale steunintensiteiten zijn vermeld in bijlage IV. Wanneer een verrichting onder verschillende van de rijen 1 tot en met 11 van bijlage IV valt, is de hoogste maximale steunintensiteit van toepassing.