Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2473 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 15 Steun voor innovatie in de visserij
Geldend
Geldend van 01-01-2023 tot 01-01-2030
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 327 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/2473)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 327 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/2473)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatssteun (V)
1.
Steun voor innovatie in de visserij die voldoet aan de voorwaarden van hoofdstuk I van deze verordening, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, punt c), VWEU en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3 mits de steun gericht is op de ontwikkeling of invoering van nieuwe of substantieel verbeterde producten en uitrusting, nieuwe of verbeterde processen en technieken en nieuwe of verbeterde beheer- en organisatiesystemen, ook op het vlak van verwerking en afzet.
2.
Uit de steun gefinancierde diensten worden uitgevoerd door of in samenwerking met een door de lidstaat of de Unie erkende wetenschappelijke of technische instantie. Die wetenschappelijke of technische instantie valideert de resultaten van dergelijke verrichtingen. De steun wordt rechtstreeks aan de organisatie voor onderzoek en/of kennisverspreiding betaald.
3.
De lidstaten geven voldoende publiciteit aan de resultaten van gesteunde verrichtingen.
4.
De volgende kosten kunnen in aanmerking komen:
- (a)
rechtstreekse personeelskosten voor onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel voor zover zij zich met het project bezighouden;
- (b)
kosten van apparatuur en uitrusting voor zover en zolang deze worden gebruikt voor de verrichtingen. Wanneer deze apparatuur en uitrusting niet gedurende de volledige levensduur ervan voor de verrichtingen worden gebruikt, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van de verrichtingen, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, als in aanmerking komende kosten beschouwd;
- (c)
kosten van gebouwen en grond voor zover en zolang deze worden gebruikt voor de verrichtingen en onder de volgende voorwaarden:
- i)
wat gebouwen betreft, worden alleen de met de looptijd van de verrichting overeenstemmende afschrijvingskosten, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, als in aanmerking komende kosten beschouwd;
- ii)
wat grond betreft, komen de kosten van de commerciële overdracht of de daadwerkelijk gemaakte kapitaalkosten in aanmerking;
- (d)
kosten van contractonderzoek, kennis en octrooien die op arm's length-voorwaarden zijn ingekocht bij of in licentie zijn verkregen van externe bronnen, alsmede kosten van consultancy en gelijkwaardige diensten die uitsluitend voor de verrichtingen worden gebruikt, of
- (e)
bijkomende overheadkosten en andere operationele uitgaven, waaronder die van materiaal, leveringen en soortgelijke producten, die rechtstreeks uit de verrichtingen voortvloeien.
5.
Het bedrag aan steun in het kader van dit artikel, uitgedrukt in brutosubsidie-equivalent, mag niet hoger zijn dan een maximale steunintensiteit van 50 % van de in aanmerking komende kosten. De specifieke maximale steunintensiteiten zijn vermeld in bijlage IV. Wanneer een verrichting onder verschillende van de rijen 1 tot en met 11 van bijlage IV valt, is de hoogste maximale steunintensiteit van toepassing.