Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren 2014/C 99/03 voor staatssteun aan luchthavens en luchtvaartmaatschappijen
2.1 Toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 04-04-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
04-04-2014, PbEU 2014, C 99 (uitgifte: 04-04-2014, regelingnummer: 2014/C 99/03)
- Inwerkingtreding
04-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2014, PbEU 2014, C 99 (uitgifte: 04-04-2014, regelingnummer: 2014/C 99/03)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Staatssteun (V)
21
De in deze richtsnoeren uiteengezette beginselen gelden voor staatssteun aan luchthavens en luchtvaartmaatschappijen (1). Zij zullen worden toegepast in overeenstemming met het Verdrag en de afgeleide wetgeving die op grond van het Verdrag is aangenomen, alsmede met andere Unierichtsnoeren inzake staatssteun (2).
22
Sommige luchthavens en luchtvaartmaatschappijen zijn gespecialiseerd in het vrachtvervoer. De Commissie heeft nog onvoldoende ervaring opgedaan bij het beoordelen van de verenigbaarheid van in vrachtvervoer gespecialiseerde luchthavens en luchtvaartmaatschappijen, om haar besluitvormingspraktijk te kunnen samenvatten in de vorm van specifieke verenigbaarheidscriteria. Voor deze categorieën ondernemingen zal de Commissie de gemeenschappelijke verenigbaarheidsbeginselen zoals die in onderdeel 5 zijn uiteengezet, toepassen via een beoordeling van geval tot geval.
23
De Commissie zal de beginselen die zijn neergelegd in de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007–2013(3) en de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014–2020(4), of toekomstige richtsnoeren regionale steun, niet toepassen op staatssteun voor luchthaveninfrastructuur.
24
Deze richtsnoeren vervangen de richtsnoeren luchtvaartsteun van 1994 en van 2005.
Voetnoten
De in deze richtsnoeren neergelegde beginselen zijn niet van toepassing op steun voor het verrichten van grondafhandelingsdiensten, ongeacht of deze worden verricht door de luchthaven zelf, door een luchtvaartmaatschappij of door een verrichter van grondafhandelingsdiensten voor derden; dit soort steun zal worden beoordeeld op de grondslag van de desbetreffende algemene regels. Overeenkomstig Richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap (PB L 272 van 25.10.1996, blz. 36), of alle latere wetgeving betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Unie, moeten luchthavens die grondafhandeling verrichten, een gescheiden boekhouding voeren voor hun grondafhandelingsactiviteiten en hun andere activiteiten. Bovendien mag een luchthaven haar grondafhandelingsactiviteiten niet subsidiëren uit de inkomsten die zij behaalt uit luchthavenactiviteiten. Deze richtsnoeren zijn evenmin van toepassing op ondernemingen die, weliswaar actief zijn op een luchthaven, maar die niet-luchtvaartgebonden activiteiten verrichten.
Met name, maar niet uitsluitend, Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3), Richtlijn 96/67/EG, Richtlijn 2009/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden (PB L 70 van 14.3.2009, blz. 11), en alle latere wetgeving inzake luchthavengelden.
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007–2013, PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13.
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014–2020, PB C 209 van 23.7.2013, blz. 1.