Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1334/2008 inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in en op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG
Artikel 8 Aroma's en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen die niet hoeven te worden geëvalueerd en goedgekeurd
Geldend
Geldend vanaf 20-01-2009
- Bronpublicatie:
16-12-2008, PbEU 2008, L 354 (uitgifte: 31-12-2008, regelingnummer: 1334/2008)
- Inwerkingtreding
20-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2008, PbEU 2008, L 354 (uitgifte: 31-12-2008, regelingnummer: 1334/2008)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De volgende aroma's en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen mogen zonder evaluatie en goedkeuring overeenkomstig deze verordening in levensmiddelen worden gebruikt, mits zij voldoen aan artikel 4:
- a)
de in artikel 3, lid 2, onder d), i), bedoelde aromatiserende preparaten;
- b)
de in artikel 3, lid 2, onder e), i), bedoelde via een thermisch procedé verkregen aroma's die voldoen aan de productievoorwaarden voor via een thermisch procedé verkregen aroma's en aan de in bijlage V vermelde maximumgehalten aan bepaalde stoffen in via een thermisch procedé verkregen aroma's;
- c)
de in artikel 3, lid 2, onder g), i), bedoelde aromaprecursoren;
- d)
voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen.
2.
Onverminderd het bepaalde in lid 1 wordt, indien de Commissie, een lidstaat of de Autoriteit de veiligheid van een in lid 1 bedoeld aroma of voedselingrediënt met aromatiserende eigenschappen in twijfel trekt, een risicobeoordeling van een dergelijk aroma of voedselingrediënt door de Autoriteit uitgevoerd. De artikelen 4, 5 en 6 van Verordening (EG) nr. 1331/2008 zijn dan van overeenkomstige toepassing. Zo nodig stelt de Commissie, ingevolge het advies van de Autoriteit, maatregelen vast tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, onder meer door aanvulling ervan, volgens de in artikel 21, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. Deze maatregelen worden al naar het geval in de bijlagen III, IV en/of V opgenomen. Om dwingende urgente redenen kan de Commissie gebruikmaken van de in artikel 21, lid 4, bedoelde urgentieprocedure.