Einde inhoudsopgave
Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen
Inhoudsopgave
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2018
- Bronpublicatie:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Inwerkingtreding
07-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
- Deel I.
ALGEMEEN
- Hoofdstuk 1.
Algemene bepalingen
- Artikel 1.01.
Definities
- Artikel 1.02.
Instructies voor de toepassing van deze standaard
- Hoofdstuk 2.
Procedures
- Deel II.
BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE BOUW, INRICHTING EN UITRUSTING
- Hoofdstuk 3.
Scheepsbouwkundige eisen
- Artikel 3.01.
Algemene regels
- Artikel 3.02.
Sterkte en stabiliteit
- Artikel 3.03.
Scheepsromp
- Artikel 3.04.
Machinekamers, ketelruimen en brandstofbunkers
- Hoofdstuk 4.
Veiligheidsafstand, vrijboord en diepgangsschalen
- Artikel 4.01.
Veiligheidsafstand
- Artikel 4.02.
Vrijboord
- Artikel 4.03.
Kleinste vrijboord
- Artikel 4.04.
Inzinkingsmerken
- Artikel 4.05.
Ten hoogste toegelaten inzinking van schepen waarvan de laadruimen niet altijd spatwater- en regendicht zijn gesloten
- Artikel 4.06.
Diepgangsschalen
- Artikel 4.07.
Bijzondere bepalingen voor schepen die op waterwegen van zone 4 varen
- Hoofdstuk 5.
Manoeuvreereigenschappen
- Artikel 5.01.
Algemene eisen
- Artikel 5.02.
Proefvaarten
- Artikel 5.03.
Proefvaarttraject
- Artikel 5.04.
Beladingstoestand van schepen en samenstellen tijdens de proefvaart
- Artikel 5.05.
Hulpmiddelen aan boord voor de proefvaart
- Artikel 5.06.
Snelheid (vooruitvaren)
- Artikel 5.07.
Stopeigenschappen
- Artikel 5.08.
Achteruitvaareigenschappen
- Artikel 5.09.
Uitwijkeigenschappen
- Artikel 5.10.
Keereigenschappen
- Hoofdstuk 6.
Stuurinrichtingen
- Artikel 6.01.
Algemene eisen
- Artikel 6.02.
Aandrijving van de stuurmachine
- Artikel 6.03.
Hydraulische aandrijfinstallatie van de stuurmachine
- Artikel 6.04.
Energiebron
- Artikel 6.05.
Handaandrijving
- Artikel 6.06.
Roerpropeller-, waterstraal-, cycloïdaalschroef- en boegschroefinstallaties
- Artikel 6.07.
Signalering en controle
- Artikel 6.08.
Stuurautomaat
- Artikel 6.09.
Keuring
- Hoofdstuk 7.
Stuurhuis
- Artikel 7.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 7.02.
Vrij zicht
- Artikel 7.03.
Algemene eisen voor bedieningsapparatuur en signalerings- en controle-instrumenten
- Artikel 7.04.
Bijzondere eisen voor bedieningsapparatuur en signalerings- en controle-instrumenten voor voortstuwingsmotoren en stuurinrichtingen
- Artikel 7.05.
Navigatielantaarns, lichtseinen en geluidsseinen
- Artikel 7.06.
Navigatie- en informatieapparatuur
- Artikel 7.07.
Marifooninstallatie voor schepen met een éénmansstuurstelling voor het varen op radar
- Artikel 7.08.
Interne spreekverbinding aan boord
- Artikel 7.09.
Alarminstallatie
- Artikel 7.10.
Verwarming en ventilatie
- Artikel 7.11.
Installatie voor het bedienen van hekankers
- Artikel 7.12.
In hoogte verstelbare stuurhuizen
- Artikel 7.13.
Aantekening in het binnenschipcertificaat voor schepen meteen éénmansstuurstelling voor het varen op radar
- Hoofdstuk 8.
Werktuigbouwkundige eisen
- Artikel 8.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 8.02.
Veiligheid
- Artikel 8.03.
Voortstuwingsinstallaties
- Artikel 8.04.
Uitlaatsystemen van verbrandingsmotoren
- Artikel 8.05.
Brandstoftanks, -pijpleidingen en toebehoren
- Artikel 8.06.
Smeerolietanks, leidingen en toebehoren
- Artikel 8.07.
Tanks voor olie, die in krachtoverbrengingsystemen, schakel-, voortstuwings- en verwarmingssytemen wordt gebruikt, leidingen et toebehoren
- Artikel 8.08.
Lensinrichting
- Artikel 8.09.
Inrichtingen voor het verzamelen van oliehoudend water en afgewerkte olie
- Artikel 8.10.
Door schepen voortgebracht geluid
- Hoofdstuk 9.
Uitstoot van schadelijke gassen en luchtverontreinigende deeltjes door interne verbrandingsmotoren
- Artikel 9.00.
Definities
- Artikel 9.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 9.02.
Aantekening in het binnenschipcertificaat
- Artikel 9.03.
Bepalingen inzake de installatie van interne verbrandingsmotoren
- Artikel 9.04.
Inlichtingenformulier van de motorfabrikant
- Artikel 9.05.
Controles van de interne verbrandingsmotor
- Artikel 9.06.
Inbouwkeuringen
- Artikel 9.07.
Tussentijdse keuringen
- Artikel 9.08.
Bijzondere keuringen
- Artikel 9.09.
Specifieke vereisten met betrekking tot uitlaatgasnabehandelingssystemen
- Hoofdstuk 10.
Elektrische apparaten en installaties
- Artikel 10.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 10.02.
Systemen voor de energieverzorging
- Artikel 10.03.
Bescherming tegen aanraking, binnendringen van vreemde voorwerpen en water
- Artikel 10.04.
Bescherming tegen explosie
- Artikel 10.05.
Aarding
- Artikel 10.06.
Ten hoogste toegelaten spanningen
- Artikel 10.07.
Verdeelsystemen
- Artikel 10.08.
Aansluiting aan het walnet of andere externe netten
- Artikel 10.09.
Stroomlevering aan andere vaartuigen
- Artikel 10.10.
Generatoren, motoren en transformatoren
- Artikel 10.11.
Batterijen, accumulatoren en laadapparatuur
- Artikel 10.12.
Schakelinrichtingen
- Artikel 10.13.
Nooduitschakeltoestellen
- Artikel 10.14.
Installatiemateriaal
- Artikel 10.15.
Kabels, geïsoleerde leidingen en kabelsystemen
- Artikel 10.16.
Verlichtingsinstallaties
- Artikel 10.17.
Navigatielantaarns
- Artikel 10.18.
Vermogenselektronica
- Artikel 10.19.
Alarm- en beveiligingssystemen voor werktuigbouwkundige inrichtingen
- Artikel 10.20.
Testvoorwaarden voor elektronische installaties
- Artikel 10.21.
Elektromagnetische compatibiliteit
- Hoofdstuk 11.
Elektrische aandrijvingen
- Hoofdstuk 12.
Elektronische apparatuur en systemen
- Hoofdstuk 13.
Uitrusting
- Artikel 13.01.
Ankeruitrusting
- Artikel 13.02.
Overige uitrusting
- Artikel 13.03.
Draagbare blustoestellen
- Artikel 13.04.
Vast ingebouwde brandblusinstallaties in verblijven, stuurhuizen en passagiersruimten
- Artikel 13.05.
Vast ingebouwde brandblusinstallaties in machinekamers, ketelruimen en pompkamers
- Artikel 13.06.
Vast ingebouwde brandblusinstallaties ter bescherming van objecten
- Artikel 13.07.
Bijboten
- Artikel 13.08.
Reddingsboeien en reddingsvesten
- Hoofdstuk 14.
Veiligheid op de werkplek
- Artikel 14.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 14.02.
Bescherming tegen vallen
- Artikel 14.03.
Afmeting van de werkplekken
- Artikel 14.04.
Gangboord
- Artikel 14.05.
Toegangen tot de werkplekken
- Artikel 14.06.
Uitgangen en nooduitgangen
- Artikel 14.07.
Klimvoorzieningen
- Artikel 14.08.
Binnenruimten
- Artikel 14.09.
Bescherming tegen geluidshinder en trillingen
- Artikel 14.10.
Luiken
- Artikel 14.11.
Lieren
- Artikel 14.12.
Kranen
- Artikel 14.13.
Opslag van brandbare vloeistoffen
- Hoofdstuk 15.
Verblijven
- Artikel 15.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 15.02.
Bijzondere bouwkundige eisen aan de verblijven
- Artikel 15.03.
Sanitaire voorzieningen
- Artikel 15.04.
Keukens
- Artikel 15.05.
Drinkwaterinstallaties
- Artikel 15.06.
Verwarming en ventilatie
- Artikel 15.07.
Overige bepalingen inzake de inrichting van de verblijven
- Hoofdstuk 16.
Verwarmings-, kook- en koelinstallaties die werken op brandstoffen
- Artikel 16.01.
Algemene eisen
- Artikel 16.02.
Gebruik van vloeibare brandstoffen, petroleumtoestellen
- Artikel 16.03.
Oliekachels met verdampingsbranders en oliestookinstallaties met verstuivingsbranders
- Artikel 16.04.
Oliekachels met verdampingsbranders
- Artikel 16.05.
Oliestookinstallaties met verstuivingsbranders
- Artikel 16.06.
Luchtverhitters
- Artikel 16.07.
Verwarming met vaste brandstoffen
- Hoofdstuk 17.
Vloeibaargasinstallaties voor huishoudelijk gebruik
- Artikel 17.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 17.02.
Installaties
- Artikel 17.03.
Flessen
- Artikel 17.04.
Opstelling en inrichting van de flessenkast
- Artikel 17.05.
Reserveflessen en lege flessen
- Artikel 17.06.
Drukregelaars
- Artikel 17.07.
Druk
- Artikel 17.08.
Pijpleidingen en flexibele leidingen
- Artikel 17.09.
Distributienet
- Artikel 17.10.
Gebruiksapparaten en de opstelling daarvan
- Artikel 17.11.
Ventilatie en afvoer van de verbrandingsgassen
- Artikel 17.12.
Gebruiksinstructie
- Artikel 17.13.
Keuring
- Artikel 17.14.
Voorwaarden voor beproevingen
- Artikel 17.15.
Aantekening
- Hoofdstuk 18.
Boordzuiveringsinstallates
- Artikel 18.00.
Definities
- Artikel 18.01.
Algemeen
- Artikel 18.02.
Aanvraag van een typegoedkeuring
- Artikel 18.03.
Typegoedkeuringsprocedure
- Artikel 18.04.
Wijziging van typegoedkeuringen
- Artikel 18.05.
Conformiteit van de typegoedkeuring
- Artikel 18.06.
Controle van de serienummers
- Artikel 18.07.
Conformiteit van de productie
- Artikel 18.08.
Non-conformiteit met het typegoedgekeurde boordzuiveringsinstallatietype
- Artikel 18.09.
Steekproefmeting/speciale test
- Artikel 18.10.
Bevoegde autoriteiten en technische diensten
- DEEL III.
BIJZONDERE BEPALINGEN
- Hoofdstuk 19.
Bijzondere bepalingen voor passagiersschepen
- Artikel 19.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 19.02.
Scheepsromp
- Artikel 19.03.
Stabiliteit
- Artikel 19.04.
Veiligheidsafstand en vrijboord
- Artikel 19.05.
Ten hoogste toegelaten aantal passagiers
- Artikel 19.06.
Passagiersverblijven en -ruimten
- Artikel 19.07.
Voortstuwingssysteem
- Artikel 19.08.
Veiligheidsinrichting en -uitrusting
- Artikel 19.09.
Reddingsmiddelen
- Artikel 19.10.
Elektrische installaties
- Artikel 19.11.
Brandbeveiliging
- Artikel 19.12.
Brandbestrijding
- Artikel 19.13.
Veiligheidsorganisatie
- Artikel 19.14.
Voorzieningen voor het verzamelen en het verwijderen van huishoudelijk afvalwater
- Artikel 19.15.
Minder zware eisen voor bepaalde schepen
- Hoofdstuk 20.
Bijzondere bepalingen voor zeilende passagiersschepen die uitsluitend buiten de Rijn (zone R) varen
- Artikel 20.01.
Toepasselijkheid van Deel II en III
- Artikel 20.02.
Afwijkingen voor bepaalde zeilende passagiersschepen
- Artikel 20.03.
Stabiliteitseisen voor schepen onder zeil
- Artikel 20.04.
Scheepsbouw- en werktuigbouwkundige eisen
- Artikel 20.05.
Tuigage algemeen
- Artikel 20.06.
Masten en rondhouten algemeen
- Artikel 20.07.
Bijzondere voorschriften voor masten
- Artikel 20.08.
Bijzondere voorschriften voor stengen
- Artikel 20.09.
Bijzondere voorschriften voor boegsprieten
- Artikel 20.10.
Bijzondere voorschriften voor kluiverbomen
- Artikel 20.11.
Bijzondere voorschriften voor gieken
- Artikel 20.12.
Bijzondere voorschriften voor gaffels
- Artikel 20.13.
Algemene voorschriften voor staand en lopend want
- Artikel 20.14.
Bijzondere voorschriften voor staand want
- Artikel 20.15.
Bijzondere voorschriften voor lopend want
- Artikel 20.16.
Beslag en onderdelen van de tuigage
- Artikel 20.17.
Zeilen
- Artikel 20.18.
Uitrusting
- Artikel 20.19.
Keuring
- Hoofdstuk 21.
Bijzondere bepalingen voor vaartuigen die zijn bestemd om deel uit te maken van een duwstel, een sleep of een gekoppeld samenstel
- Artikel 21.01.
Vaartuigen die geschikt zijn om te duwen
- Artikel 21.02.
Vaartuigen die geschikt zijn om te worden geduwd
- Artikel 21.03.
Vaartuigen die geschikt zijn om een gekoppeld samenstel voort te bewegen
- Artikel 21.04.
Vaartuigen die geschikt zijn om te worden voortbewogen in een samenstel
- Artikel 21.05.
Vaartuigen die geschikt zijn om te slepen
- Artikel 21.06.
Proefvaarten met samenstellen
- Artikel 21.07.
Aantekeningen in het binnenschipcertificaat
- Hoofdstuk 22.
Bijzondere bepalingen voor drijvende werktuigen
- Artikel 22.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 22.02.
Afwijkingen
- Artikel 22.03.
Overige bepalingen
- Artikel 22.04.
Resterende veiligheidsafstand
- Artikel 22.05.
Resterend vrijboord
- Artikel 22.06.
Hellingproef
- Artikel 22.07.
Bewijs van stabiliteit
- Artikel 22.08.
Bewijzen van stabiliteit bij verminderd resterend vrijboord
- Artikel 22.09.
Inzinkingsmerken en diepgangsschalen
- Artikel 22.10.
Drijvende werktuigen zonder bewijs van stabiliteit
- Hoofdstuk 23.
Bijzondere bepalingen voor schepen bestemd voor bouwwerkzaamheden
- Artikel 23.01.
Voorwaarden voor gebruik
- Artikel 23.02.
Toepasselijkheid van Deel II
- Artikel 23.03.
Afwijkingen
- Artikel 23.04.
Veiligheidsafstand en vrijboord
- Artikel 23.05.
Bijboten
- Hoofdstuk 24.
Bijzondere bepalingen voor traditionele vaartuigen
- Artikel 24.01.
Toepasselijkheid van delen II en III
- Artikel 24.02.
Erkenning en vermelding in het binnenschipcertificaat
- Artikel 24.03.
Overige bepalingen en eisen
- Hoofdstuk 25.
Bijzondere bepalingen voor zeeschepen
- Artikel 25.01.
Bepalingen voor de Rijn (zone R)
- Hoofdstuk 26.
Bijzondere bepalingen voor pleziervaartuigen
- Artikel 26.01.
Toepasselijkheid van Deel II
- Hoofdstuk 27.
Bijzondere bepalingen voor schepen die containers vervoeren
- Artikel 27.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 27.02.
Criteria en rekenmethode voor de stabiliteitsberekening van schepen die niet-vastgezette containers vervoeren
- Artikel 27.03.
Criteria en rekenmethode voor de stabiliteitsberekening van schepen die vastgezette containers vervoeren
- Artikel 27.04.
Methode voor de stabiliteitscontrole aan boord
- Hoofdstuk 28.
Bijzondere bepalingen voor vaartuigen met een lengte van meer dan 110 m
- Artikel 28.01.
Algemene bepalingen
- Artikel 28.02.
Sterkte
- Artikel 28.03.
Drijfvermogen en stabiliteit
- Artikel 28.04.
Aanvullende vereisten
- Hoofdstuk 29.
Bijzondere bepalingen voor snelle schepen
- Artikel 29.01.
Algemeen
- Artikel 29.02.
Toepasselijkheid van Deel II en III
- Artikel 29.03.
Zitplaatsen en veiligheidsgordels
- Artikel 29.04.
Vrijboord
- Artikel 29.05.
Drijfvermogen, stabiliteit en indeling
- Artikel 29.06.
Stuurhuis
- Artikel 29.07.
Aanvullende uitrusting
- Artikel 29.08.
Gesloten zones
- Artikel 29.09.
Uitgangen en vluchtwegen
- Artikel 29.10.
Bescherming tegen brand en brandbestrijding
- Hoofdstuk 30.
Bijzondere bepalingen voor vaartuigen uitgerust met voortstuwings- of hulpsystemen die brandstoffen gebruiken met een vlampunt van 55 °C of minder
- Artikel 30.01.
Algemeen
- Artikel 30.02.
Keuring
- Artikel 30.03.
Veiligheidsorganisatie
- Artikel 30.04.
(zonder inhoud)
- Artikel 30.05.
Markeringen
- Artikel 30.06.
Autonome voortstuwing
- Artikel 30.07.
Technische diensten
- Hoofdstuk 31.
Bijzondere bepalingen voor vaartuigen met een minimum bemaning
- Artikel 31.01.
Uitrusting van schepen
- Artikel 31.02.
Standaard S1
- Artikel 31.03.
Standaard S2
- DEEL IV.
OVERGANGSBEPALINGEN
- Hoofdstuk 32.
Overgangsbepalingen voor vaartuigen die op de Rijn (zone R) varen
- Artikel 32.01.
Toepasselijkheid van de overgangsbepalingen op reeds in bedrijf zijnde vaartuigen
- Artikel 32.02.
Overgangsbepalingen voor reeds in bedrijf zijnde vaartuigen
- Artikel 32.03.
Bijkomende overgangsbepalingen voor vaartuigen waarvan de kiel is gelegd op 1 april 1976 of daarvóór
- Artikel 32.04.
Overige overgangsbepalingen
- Artikel 32.05.
Overgangsbepalingen voor vaartuigen die niet onder artikel 32.01 vallen
- Hoofdstuk 33.
Overgangsbepalingen voor vaartuigen die uitsluitend waterwegen buiten de Rijn (zone R) bevaren
- Artikel 33.01.
Toepasselijkheid van de overgangsbepalingen op reeds in bedrijf zijnde vaartuigen
- Artikel 33.02.
Overgangsbepalingen voor reeds in bedrijf zijnde vaartuigen
- Artikel 33.03.
Bijkomende overgangsbepalingen voor vaartuigen waarvan de kiel is gelegd vóór 1 januari 1985
BIJLAGEN BIJ DE EUROPESE STANDAARD
- DEEL I.
SCHEEPSIDENTIFICATIE EN REGISTER
- Bijlage 1.
Model van het uniek Europees scheepsidentificatienummer (ENI)
- Bijlage 2.
Gegevens voor scheepsidentificatie
- Bijlage 3.
Modellen van binnenschipcertificaten en modelregister van binnenschipcertificaten
- Onderdeel I.
Model van het binnenschipcertificaat
- Onderdeel II.
Model van het voorlopig binnenschipcertificaat
- Onderdeel III.
Model van het aanvullend EU-binnenvaartcertificaat
- Onderdeel IV.
Model van het certificaat voor zeeschepen die de Rijn bevaren
- Onderdeel V.
Model van de bijlage ‘traditioneel vaartuig’ in het binnenschipcertificaat overeenkomstig hoofdstuk 24
- Onderdeel VI.
Modelregister van binnenschipcertificaten
- DEEL II.
AANVULLENDE eisen VOOR SPECIFIEKE UITRUSTING AAN BOORD
- Bijlage 4.
Veiligheidstekens
- Bijlage 5.
Navigatie- en informatieapparatuur
- Onderdeel I.
Minimumeisen en keuringsvoorwaarden voor navigatieradarinstallaties in de binnenvaart
- Onderdeel II.
Minimumeisen en keuringsvoorwaarden voor bochtaanwijzers in de binnenvaart
- Onderdeel III.
Voorschriften omtrent de inbouw en de controle van het functioneren van navigatieradarinstallaties en bochtaanwijzers in de binnenvaart
- Onderdeel IV.
Minimumeisen en voorschriften omtrent de inbouw en de controle van het functioneren van Inland AIS-apparatuur in de binnenvaart
- Onderdeel V.
Minimumeisen en voorschriften omtrent de inbouw en de controle van het functioneren van tachografen in de binnenvaart
- Onderdeel VI.
Verklaring over de inbouw en het functioneren van navigatieradarinstallaties, bochtaanwijzers, van Inland AIS-apparatuur en van tachografen in de binnenvaart
- Bijlage 6.
Proces-verbaal van de motorkenmerken
- Bijlage 7.
Boordzuiveringsinstallaties
- Onderdeel I.
Aanvullende voorschriften
- Onderdeel II.
Inlichtingenformulier Nr. … () betreffende de typegoedkeuring van boordzuiveringsinstallaties die bestemd zijn voor inbouw in vaartuigen behorend tot de Rijnvaart
- Onderdeel III.
Certificaat van typegoedkeuring
- Onderdeel IV.
Schema voor de nummering van de typegoedkeuringen
- Onderdeel V.
Lijst van afgegeven typegoedkeuringen voor boordzuiveringsinstallaties
- Onderdeel VI.
Lijst van gefabriceerde boordzuiveringsinstallaties
- Onderdeel VII.
Gegevensformulier voor boordzuiveringsinstallaties met typegoedkeuring
- Onderdeel VIII.
Proces-verbaal van de kenmerken van de boordzuiveringsinstallaties voor de bijzondere keuring
- Onderdeel IX.
Testprocedure
- Bijlage 8.
Aanvullende bepalingen voor vaartuigen die worden aangedreven met brandstoffen met een vlampunt van 55 °C of minder
- Onderdeel I.
Vloeibaar aardgas (LNG)
INSTRUCTIES VOOR DE TOEPASSING VAN DE TECHNISCHE STANDAARD
- DEEL I.
ALGEMENE BEPALINGEN
- ESI-I-1.
Afgifte van een binnenschipcertificaat
- ESI-I-2.
Erkend deskundigen / deskundigen
- DEEL II.
BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE BOUW, INRICHTING EN UITRUSTING
- ESI-II-1.
Minimumdikte van de scheepshuid van sleepschepen
- ESI-II-2.
Aanbrengen van dubbelplaten op de scheepshuid
- ESI-II-3.
Voorgeschreven minimumsnelheid vooruit, stopeigenschappen en achteruitvaareigenschappen
- ESI-II-4.
Uitwijk- en keereigenschappen
- ESI-II-5.
Geluidsmetingen
- ESI-II-6.
Adequate hulpmiddelen voor het inzicht in dode hoeken
- ESI-II-7.
Inzameling van afgewerkte olie
- ESI-II-8.
(Zonder inhoud)
- ESI-II-9.
Bijzondere ankers met verminderde massa
- ESI-II-10.
Automatische sprinklerinstallaties
- ESI-II-11.
Voortbewegen op eigen kracht
- ESI-II-12.
Adequat brandmeldsysteem
- ESI-II-13.
(Zonder inhoud)
- DEEL III.
BIJZONDERE BEPALINGEN
- ESI-III-1.
Toepassing van de voorschriften van hoofdstuk 19
- ESI-III-2.
Het in aanmerking nemen van bijzondere veiligheidsbehoeften van personen met verminderde mobiliteit
- ESI-III-3.
Sterkte van waterdichte vensters
- ESI-III-4.
Veiligheidsgeleidesysteem
- ESI-III-5.
Geschikte alarminstallatie voor de gasconcentratie
- ESI-III-6.
Koppelingssystemen en koppelingsinrichtingen voor vaartuigen die geschikt zijn om in een hecht samenstel voort te bewegen of voortbewogen te worden
- ESI-III-7.
Brandstoftanks op drijvende werktuigen
- ESI-III-8.
Pleziervaartuigen
- ESI-III-9.
Bewijs waarmee het drijfvermogen, de trimsituatie en de stabiliteit van de gedeelde stukken van een schip worden aangetoond
- ESI-III-10.
Uitrusting van schepen die moeten voldoen aan de standaarden S1 en S2
- DEEL IV.
OVERGANGSBEPALINGEN
- ESI-IV-1.
Toepassing van de overgangsbepalingen