Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 168/2013 goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers
Artikel 9 Verplichtingen van fabrikanten
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2013
- Bronpublicatie:
15-01-2013, PbEU 2013, L 60 (uitgifte: 02-03-2013, regelingnummer: 168/2013)
- Inwerkingtreding
22-03-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-2013, PbEU 2013, L 60 (uitgifte: 02-03-2013, regelingnummer: 168/2013)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Fabrikanten zorgen ervoor dat wanneer hun voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden in de handel of in het verkeer worden gebracht, deze overeenkomstig de voorschriften van deze verordening en de op grond van deze verordening vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen zijn geproduceerd en goedgekeurd.
2.
Bij meerfasentypegoedkeuring is elke fabrikant verantwoordelijk voor de goedkeuring en de conformiteit van de productie van de systemen, onderdelen en technische eenheden die tijdens de door hem uitgevoerde voltooiingsfase van het voertuig worden toegevoegd. Een fabrikant die reeds in eerdere fasen goedgekeurde onderdelen of systemen wijzigt, is verantwoordelijk voor de goedkeuring en conformiteit van de productie van de gewijzigde onderdelen en systemen.
3.
Fabrikanten die het incomplete voertuig zodanig wijzigen dat dit wordt aangemerkt als behorende tot een andere voertuigcategorie en dat bijgevolg de reeds in een eerste goedkeuringsfase beoordeelde wettelijke voorschriften zijn gewijzigd, zijn ook verantwoordelijk voor de naleving van de toepasselijke gewijzigde voorschriften met betrekking tot de voertuigcategorie waartoe het gewijzigde voertuig wordt geacht te behoren.
4.
Voor de goedkeuring van voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden die onder deze verordening vallen, wijzen fabrikanten die buiten de Unie zijn gevestigd één binnen de Unie gevestigde gemachtigde aan om hen voor de goedkeuringsinstantie te vertegenwoordigen.
5.
Fabrikanten die buiten de Unie zijn gevestigd, wijzen tevens één binnen de Unie gevestigde vertegenwoordiger aan voor het markttoezicht, hetzij dezelfde vertegenwoordiger als in lid 4 is bedoeld, hetzij een extra vertegenwoordiger.
6.
Fabrikanten zijn jegens de goedkeuringsinstantie verantwoordelijk voor alle aspecten van de goedkeuringsprocedure en voor het waarborgen van de conformiteit van de productie, ongeacht of zij al dan niet rechtstreeks bij alle fasen van de bouw van een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid betrokken zijn.
7.
Overeenkomstig deze verordening en de op grond deze verordening vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen zorgen fabrikanten ervoor dat zij beschikken over procedures om de conformiteit van hun serieproductie met het goedgekeurde type te blijven waarborgen. Overeenkomstig hoofdstuk VI wordt rekening gehouden met wijzigingen in het ontwerp van een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid of in de kenmerken daarvan, en met wijzigingen in de voorschriften waarmee een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid conform is verklaard.
8.
Behalve de overeenkomstig artikel 39 op hun voertuigen, onderdelen of technische eenheden aangebrachte voorgeschreven opschriften en typegoedkeuringsmerken, vermelden fabrikanten hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres in de Unie op hun voertuigen, onderdelen of technische eenheden die op de markt worden aangeboden of, wanneer dit niet mogelijk is, op de verpakking of in een bij het onderdeel of de technische eenheid gevoegd document.
9.
Fabrikanten zorgen gedurende de periode dat zij voor een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit ervan met deze verordening niet in het gedrang komt.