Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/109/EG betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen
Artikel 21 Behandeling in de tweede lidstaat
Geldend
Geldend vanaf 23-01-2004
- Bronpublicatie:
25-11-2003, PbEU 2004, L 16 (uitgifte: 23-01-2004, regelingnummer: 2003/109/EG)
- Inwerkingtreding
23-01-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2003, PbEU 2004, L 16 (uitgifte: 23-01-2004, regelingnummer: 2003/109/EG)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
1.
Zodra de langdurig ingezetene de in artikel 19 bedoelde verblijfsvergunning in de tweede lidstaat heeft verkregen, komt hij in deze lidstaat in aanmerking voor gelijke behandeling op de gebieden en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 11.
2.
Langdurig ingezetenen hebben toegang tot de arbeidsmarkt overeenkomstig het bepaalde in lid 1.
De lidstaten kunnen bepalen dat de krachtens artikel 14, lid 2, onder a), op hun grondgebied verblijvende personen beperkte toegang hebben tot andere als werknemer uit te oefenen economische activiteiten dan die waarvoor zij een verblijfsvergunning hebben gekregen, zulks onder de voorwaarden als gesteld in de nationale wetgeving en voor een periode van ten hoogste twaalf maanden.
De lidstaten kunnen overeenkomstig hun nationale wetgeving de voorwaarden vaststellen waaronder de krachtens artikel 14, lid 2, onder b) en c), op hun grondgebied verblijvende personen toegang hebben tot een economische activiteit als werknemer of als zelfstandige.
3.
Zodra zij de in artikel 19 bedoelde verblijfsvergunning in de tweede lidstaat hebben verkregen, komen de gezinsleden van de langdurig ingezetene in deze lidstaat in aanmerking voor de in artikel 14 van Richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging bedoelde rechten.