Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/109/EG betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen
Artikel 11 Gelijke behandeling
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2011
- Bronpublicatie:
11-05-2011, PbEU 2011, L 132 (uitgifte: 19-05-2011, regelingnummer: 2011/51/EU)
- Inwerkingtreding
20-05-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2011, PbEU 2011, L 132 (uitgifte: 19-05-2011, regelingnummer: 2011/51/EU)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
1.
Langdurig ingezetenen genieten op de volgende gebieden dezelfde behandeling als de eigen onderdanen:
- a)
werk als werknemer of zelfstandige, mits dit werk niet impliceert dat, al is het maar incidenteel, wordt deelgenomen aan de uitoefening van het openbaar gezag; hierbij is inbegrepen de toegang tot de arbeidsvoorwaarden, ook wat betreft salariëring en ontslag;
- b)
onderwijs en beroepsopleiding, met inbegrip van studietoelagen en -beurzen, overeenkomstig het nationale recht;
- c)
erkenning van beroepsdiploma's, -certificaten en andere titels, overeenkomstig de van toepassing zijnde nationale procedures;
- d)
sociale zekerheid, sociale bijstand en sociale bescherming zoals gedefinieerd in de nationale wetgeving;
- e)
fiscale voordelen;
- f)
toegang tot goederen en diensten en de levering van voor het publiek beschikbare goederen en diensten, alsmede tot procedures voor het verkrijgen van huisvesting;
- g)
vrijheid van vereniging en aansluiting bij of participatie in een werkgevers- of werknemersorganisatie of een andere organisatie waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen, met inbegrip van de door dergelijke organisaties verschafte voordelen, zonder dat wordt geraakt aan de nationale bepalingen inzake openbare orde en binnenlandse veiligheid;
- h)
vrije toegang tot het gehele grondgebied van de betrokken lidstaat, binnen de beperkingen die om redenen van veiligheid door de nationale wetgeving worden opgelegd.
2.
De betrokken lidstaat mag de gelijke behandeling ten aanzien van de punten b), d), e), f) en g), van lid 1 beperken tot gevallen waarin de geregistreerde of gebruikelijke verblijfplaats van de langdurig ingezetene of van de gezinsleden voor wie hij voordelen opeist, op het grondgebied van de lidstaat in kwestie is gelegen.
3.
De lidstaten mogen de gelijke behandeling volgens onderstaande bepalingen beperken:
- a)
de lidstaten mogen beperkingen inzake de toegang tot werk als werknemer of als zelfstandige handhaven indien deze activiteiten, overeenkomstig bestaande nationale of communautaire wetgeving, voorbehouden zijn aan eigen onderdanen, aan burgers van de EU of van de EER;
- b)
de lidstaten mogen voor toegang tot onderwijs en opleiding een bewijs van een passende taalvaardigheid eisen. Voor toegang tot de universiteit kan worden verlangd dat aan specifieke onderwijsvoorwaarden wordt voldaan.
4.
De lidstaten kunnen, als het om sociale bijstand en sociale bescherming gaat, de gelijke behandeling beperken tot de belangrijkste prestaties.
4 bis.
Met betrekking tot de lidstaat die internationale bescherming heeft verleend, gelden de leden 3 en 4 onverminderd Richtlijn 2004/83/EG.
5.
De lidstaten mogen besluiten toegang te verlenen tot bijkomende voordelen op de in lid 1 bedoelde gebieden.
De lidstaten mogen ook besluiten tot gelijke behandeling op niet door lid 1 bestreken gebieden.