Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/109/EG betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen
Artikel 4 Verblijfsduur
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-07-2026.
- Bronpublicatie:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1347 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1347)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1347 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1347)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
1.
De lidstaten kennen de status van langdurig ingezetene toe aan onderdanen van derde landen die legaal en ononderbroken sedert de vijf jaar onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het desbetreffende verzoek op hun grondgebied verblijven.
1 bis.
De lidstaten kennen de status van langdurig ingezetene niet toe op basis van internationale bescherming, indien de internationale bescherming is ingetrokken of beëindigd, of indien is geweigerd deze te verlengen, overeenkomstig artikel 14, lid 3, en artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2004/83/EG.
2.
Perioden van verblijf voor de in artikel 3, lid 2, onder e) en f), vermelde redenen worden niet in aanmerking genomen bij de berekening van de duur van het in lid 1 bedoelde verblijf.
In de in artikel 3, lid 2, onder a), bedoelde gevallen waarin de betrokken onderdaan van een derde land een verblijfsvergunning heeft verkregen die hem in staat stelt de status van langdurig ingezetene te verkrijgen, mogen de perioden van verblijf in verband met een studie of een beroepsopleiding slechts voor de helft meegerekend worden bij de berekening van de duur van het in lid 1 bedoelde verblijf.
Voor personen aan wie internationale bescherming is verleend, wordt de periode tussen de datum van indiening van het verzoek om internationale bescherming op grond waarvan die internationale bescherming werd verleend en de datum waarop de in artikel 24 van Verordening (EU) 2024/1347 (1) bedoelde verblijfstitel werd afgegeven, in aanmerking genomen bij de berekening van de in lid 1 bedoelde periode.
3.
De perioden van afwezigheid van het grondgebied van de betrokken lidstaat vormen geen onderbreking van het in lid 1 bedoelde verblijf en tellen mee bij de berekening van de duur van dat verblijf, indien zij minder dan zes achtereenvolgende maanden duren en binnen de in lid 1 bedoelde periode niet langer zijn dan in totaal tien maanden.
In gevallen van specifieke of buitengewone redenen van tijdelijke aard en overeenkomstig hun nationale recht, mogen lidstaten ermee akkoord gaan dat een langere dan de in de eerste alinea bedoelde periode van afwezigheid geen onderbreking vormt van het in lid 1 bedoelde verblijf. In dergelijke gevallen houden de lidstaten bij de berekening van de in lid 1 bedoelde totale duur van het verblijf geen rekening met deze periode.
In afwijking van de tweede alinea, mogen de lidstaten bij de berekening van de in lid 1 bedoelde totale duur van het verblijf wel rekening houden met perioden van afwezigheid in verband met beroepsmatige detachering, ook als dat in het kader van grensoverschrijdende dienstverlening is.
3 bis.
Wanneer een persoon die internationale bescherming geniet, wordt aangetroffen in een andere lidstaat dan die welke internationale bescherming heeft verleend, zonder dat deze persoon het recht heeft daar te wonen of te verblijven overeenkomstig het relevante nationale, Unie- of internationale recht, wordt de periode van legaal verblijf in de lidstaat die internationale bescherming heeft verleend voorafgaand aan die situatie niet in aanmerking genomen voor het berekenen van de in lid 1 bedoelde periode.
In afwijking van de eerste alinea, met name wanneer de persoon die internationale bescherming geniet, aantoont dat de reden om daar te verblijven of te wonen zonder dat die persoon het recht had zulks te doen, te wijten was aan omstandigheden die aan zijn of haar controle ontsnapten, kunnen de lidstaten overeenkomstig hun nationaal recht bepalen dat de berekening van de in lid 1 bedoelde periode niet wordt onderbroken.
Voetnoten
Verordening (EU) 2024/1347 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komen, en voor de inhoud van de verleende bescherming, tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L, 2024/1347, 22.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1347/oj).