Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97
Artikel 18 Certificaat van goedkeuring van het wegvervoermiddel
Geldend
Geldend vanaf 25-01-2005
- Bronpublicatie:
22-12-2004, PbEU 2005, L 3 (uitgifte: 05-01-2005, regelingnummer: 1/2005)
- Inwerkingtreding
25-01-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2004, PbEU 2005, L 3 (uitgifte: 05-01-2005, regelingnummer: 1/2005)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
1.
De bevoegde autoriteit of de door de lidstaat aangewezen instantie verleent op aanvraag een certificaat van goedkeuring voor wegvervoermiddelen die worden gebruikt voor lange transporten, op voorwaarde dat:
- a)
voor het vervoermiddel geen aanvraag is ingediend bij of goedkeuring is verleend door een andere bevoegde autoriteit in dezelfde of een andere lidstaat;
- b)
het vervoermiddel na inspectie door een door de lidstaat aangewezen bevoegde autoriteit of orgaan blijkt te beantwoorden aan de eisen van bijlage I, hoofdstukken II en VI, ten aanzien van het ontwerp, de bouw en de staat van onderhoud van wegvervoermiddelen voor lange transporten.
2.
Elk door de bevoegde autoriteit of door de door de lidstaat aangewezen instantie afgegeven certificaat draagt een eenduidig nationaal nummer en dient in overeenstemming te zijn met het model in bijlage III, hoofdstuk IV. Het certificaat wordt opgesteld in de officiële taal of talen van de lidstaat van afgifte, en in het Engels. De geldigheidsduur van het certificaat bedraagt ten hoogste vijf jaar vanaf de datum van afgifte en verstrijkt bij elke wijziging of aanpassing van het vervoermiddel die gevolgen heeft voor het dierenwelzijn.
3.
De bevoegde autoriteit registreert de certificaten van goedkeuring voor wegvervoermiddelen voor lange transporten op zodanige wijze in een elektronische gegevensbank dat deze snel door de bevoegde autoriteiten in alle lidstaten kunnen worden geïdentificeerd, met name wanneer niet aan de voorschriften van deze verordening wordt voldaan.
4.
De lidstaten mogen afwijkingen toestaan op de bepalingen van dit artikel en op de bepalingen van hoofdstuk V, punt 1.4, onder b) en hoofdstuk VI van bijlage I voor wegvervoermiddelen met betrekking tot transporten waarvan de eindbestemming in maximaal 12 uur wordt bereikt.