Einde inhoudsopgave
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds
Protocol 2 betreffende de voorrechten en immuniteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2003
- Redactionele toelichting
Voorlopige toepassing vanaf 02-08-2000, vastgesteld bij Besluit nr. 1/2000 (2000/483/EG) van 27-07-2000 (Trb. 2002, 14).
- Bronpublicatie:
23-06-2000, Trb. 2001, 57 (uitgifte: 03-04-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2003, Trb. 2003, 89 (uitgifte: 18-06-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
De partijen bij de Overeenkomst,
Verlangende de goede werking van de Overeenkomst alsmede de voorbereiding van de daarmee samenhangende werkzaamheden en de uitvoering van de ter toepassing daarvan getroffen maatregelen te bevorderen door het sluiten van een Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten,
Overwegende dat derhalve de voorrechten en immuniteiten waarop de deelnemers aan werkzaamheden betreffende de toepassing van de Overeenkomst aanspraak kunnen maken, alsmede de regeling voor de officiële mededelingen in verband met deze werkzaamheden dienen te worden bepaald, zulks onverminderd het op 8 april 1965 te Brussel ondertekende Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen;
Overwegende voorts dat er een regeling inzake de eigendommen, fondsen en bezittingen van de Raad van ACS-Ministers en inzake het personeel daarvan dient te worden vastgesteld;
Overwegende dat bij de Overeenkomst van Georgetown van 6 juni 1975 de groep van ACS-Staten is opgericht en een Raad van ACS-Ministers en een Comité van Ambassadeurs zijn ingesteld; dat het secretariaat van de organen van de groep van ACS-Staten wordt waargenomen door het secretariaat van de ACS-Staten,
Hebben overeenstemming bereikt omtrent de volgende bepalingen die aan de Overeenkomst zijn gehecht:
Hoofdstuk 1. Personen die deelnemen aan de werkzaamheden met betrekking tot de overeenkomst
Artikel 1
De vertegenwoordigers van de Regeringen van de lidstaten en van de ACS-Staten en de vertegenwoordigers van de Instellingen van de Europese Gemeenschappen alsmede hun adviseurs en deskundigen en de personeelsleden van het secretariaat van de ACS-Staten die op het grondgebied van de lidstaten of van de ACS-Staten deelnemen hetzij aan de werkzaamheden van de instellingen van de Overeenkomst of van de coördinatieorganen, hetzij aan werkzaamheden met betrekking tot de toepassing van de Overeenkomst, genieten aldaar gedurende de uitoefening van hun ambt en op hun reizen naar of van de plaats van hun missie de gebruikelijke voorrechten, immuniteiten en faciliteiten.
De vorige alinea is eveneens van toepassing op de leden van de Paritaire Vergadering van de Overeenkomst, op de scheidsrechters die krachtens deze Overeenkomst kunnen worden aangewezen, op de leden van de eventueel op te richten raadgevende instanties van de economische en sociale groeperingen, op de ambtenaren en andere personeelsleden daarvan, op de leden van de organen van de Europese Investeringsbank en het personeel daarvan, alsmede op het personeel van het Centrum voor industriële ontwikkeling en het Centrum voor ontwikkeling van de landbouw.
Hoofdstuk 2. Eigendommen, fondsen en bezittingen van de raad van ACS-Ministers
Artikel 2
De door de Raad van ACS-Ministers voor officiële doeleinden gebruikte gebouwen en lokalen zijn onschendbaar. Zij zijn vrijgesteld van huiszoeking, vordering, verbeurdverklaring of onteigening.
Tenzij zulks noodzakelijk is voor onderzoek in verband met ongevallen veroorzaakt door een motorvoertuig dat aan deze Raad toebehoort of voor zijn rekening aan het verkeer deelneemt, en behoudens in geval van door een dergelijk motorvoertuig veroorzaakte overtredingen van de verkeerswetgeving of ongevallen, kunnen de eigendommen en bezittingen van de Raad van ACS-Ministers zonder toestemming van de bij de Overeenkomst ingestelde Raad van Ministers niet worden getroffen door enige dwangmaatregel van bestuursrechtelijke of gerechtelijke aard.
Artikel 3
Het archief van de Raad van ACS-Ministers is onschendbaar.
Artikel 4
De Raad van ACS-Ministers, zijn bezittingen, inkomsten en andere eigendommen zijn vrijgesteld van alle directe belastingen.
Wanneer de Raad van ACS-Ministers belangrijke aankopen doet van onroerende of roerende goederen welke strikt noodzakelijk zijn voor zijn officiële taakuitoefening, waarbij indirecte belastingen of belastingen op de verkoop in de prijs zijn begrepen, zal het gastland, telkens wanneer dit mogelijk is, passende maatregelen treffen tot kwijtschelding of teruggave van deze belastingen.
Geen enkele vrijstelling wordt verleend van belastingen, heffingen, rechten en retributies welke vergoedingen voor verrichte diensten vormen.
Artikel 5
De Raad van ACS-Ministers is vrijgesteld van alle douanerechten, in- en uitvoerverboden en in- en uitvoerbeperkingen met betrekking tot goederen bestemd voor zijn officiële gebruik; de aldus ingevoerde goederen mogen op het grondgebied van het land waar zij zijn ingevoerd, niet worden verkocht of anderszins onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen, tenzij op voorwaarden welke door de Regering van dat land zijn goedgekeurd.
Hoofdstuk 3. Officiële mededelingen
Artikel 6
Voor hun officiële mededelingen en het overbrengen van al hun documenten genieten de Europese Gemeenschap, de gezamenlijke instellingen van de Overeenkomst en de coördinatieorganen op het grondgebied van de Staten die partij zijn bij de Overeenkomst, dezelfde behandeling als de internationale organisaties.
De officiële correspondentie en andere officiële mededelingen van de Europese Gemeenschap, van de gezamenlijke instellingen van de Overeenkomst en van de coördinatieorganen mogen niet aan censuur worden onderworpen.
Hoofdstuk 4. Personeel van het secretariaat van de ACS-Staten
Artikel 7
1
In de Staat waar de Raad van ACS-Ministers is gevestigd, genieten de secretaris of secretarissen, de adjunct-secretaris of adjunct-secretarissen alsmede de andere door de ACS-Staten aan te wijzen permanente hooggeplaatste personeelsleden van de Raad van ACS-Ministers, onder verantwoordelijkheid van de fungerend voorzitter van het Comité van Ambassadeurs, de voordelen die worden toegekend aan de leden van het diplomatieke personeel van de diplomatieke missies. Hun echtgenoten en minderjarige kinderen met wie zij in gezinsverband leven, genieten onder dezelfde voorwaarden de voordelen die aan de echtgenoten en minderjarige kinderen van diplomatiek personeel worden toegekend.
2
De niet in lid 1 genoemde statutaire ACS-personeelsleden worden door het gastland vrijgesteld van elke belasting op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die hun door de ACS-Staten worden uitbetaald en dit vanaf de dag waarop deze inkomsten aan een belasting ten bate van de ACS-Staten worden onderworpen.
Deze bepaling is niet van toepassing op de door het ACS-secretariaat aan zijn gewezen personeelsleden of hun rechtverkrijgenden uitbetaalde pensioenen en renten, noch op de aan zijn plaatselijke functionarissen uitgekeerde salarissen, emolumenten en vergoedingen.
Artikel 8
De Staat waar de Raad van ACS-Ministers is gevestigd, verleent aan de andere dan de in artikel 7, lid 1, bedoelde permanente personeelsleden van het secretariaat van de ACS-Staten slechts vrijstelling van rechtsvervolging voor daden die zij in hun officiële hoedanigheid en binnen de grenzen van hun ambtsbevoegdheden stellen. Deze vrijstelling geldt evenwel niet in geval van verkeersovertredingen door een permanent personeelslid van het secretariaat van de ACS-Staten of van schade veroorzaakt door een hem toebehorend of door hem bestuurd motorvoertuig.
Artikel 9
Naam, hoedanigheid en adres van de fungerend voorzitter van het Comité van Ambassadeurs, van de secretaris of secretarissen, de adjunct-secretaris of adjunct-secretarissen van de Raad van ACS-Ministers als-mede van de permanente personeelsleden van het secretariaat van de ACS-Staten worden op gezette tijden door de Voorzitter van de Raad van ACS-Ministers aan de Regering van de Staat waar deze Raad is gevestigd, medegedeeld.
Hoofdstuk 5. Delegaties van de Commissie
Artikel 10
1
Het hoofd van de delegatie van de Commissie en het gemandateerde personeel van de delegatie, met uitzondering van het plaatselijk aangeworven personeel, zijn vrijgesteld van elke belastingheffing in de ACS-Staat waar zij zijn gevestigd.
2
De in lid 1 bedoelde personeelsleden komen eveneens in aanmerking voor het bepaalde in artikel 31, lid 2, onder g), en in bijlage IV, hoofdstuk 4.
Hoofdstuk 6. Alfemene[lees: Algemene] bepalingen
Artikel 11
De in dit Protocol bedoelde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten worden aan de begunstigden uitsluitend in het belang van hun officiële ambt verleend.
De in dit Protocol bedoelde instellingen en organen moeten van de immuniteit afzien in alle gevallen waarin opheffing van de immuniteit naar hun mening niet strijdig is met hun belangen.
Artikel 12
Artikel 98 van de Overeenkomst is van toepassing op de geschillen betreffende dit Protocol. De Raad van ACS-Ministers en de Europese Investeringsbank kunnen tijdens een arbitrageprocedure partij zijn in een zaak.