Einde inhoudsopgave
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds
Bijlage IV Procedures voor tenuitvoerlegging en beheer
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht betreffende art. 19, lid 3, komt niet overeen met de te wijzigen tekst. In het Tractatenblad is art. 19 bis i.p.v. 19 ter gewijzigd. Voorlopige toepassing vanaf 31-10-2010.
- Bronpublicatie:
22-06-2010, Trb. 2011, 78 (uitgifte: 03-05-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-07-2017, Trb. 2017, 116 (uitgifte: 21-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Hoofdstuk 1. Programmering (nationaal)
Artikel 1
Activiteiten die gefinancierd worden met uit hoofde van de Overeenkomst verleende subsidies worden geprogrammeerd aan het begin van de periode waarop het meerjarige financiële kader voor de samenwerking betrekking heeft.
De programmering is gebaseerd op de beginselen van eigen inbreng, onderlinge afstemming, donorcoördinatie en -harmonisatie, resultaatgestuurde ontwikkeling en wederzijdse verantwoording.
Voor de toepassing hiervan houdt programmering in:
- a)
formulering en ontwikkeling van landenstrategiedocumenten, regionale strategiedocumenten of intra-ACS-strategiedocumenten, op basis van de ontwikkelingsdoelstellingen en -strategieën van de ACS-staten, de ACS-regio's of de ACS-groep voor de middellange termijn en rekening houdend met de beginselen van gezamenlijke programmering en taakverdeling onder de donors; dit proces dient zoveel mogelijk gestuurd te worden door een partnerland of -regio;
- b)
een duidelijke indicatie van de kant van de Gemeenschap betreffende de indicatieve programmeerbare financiële middelen waarover het land, de regio of het intra-ACS-samenwerkingsverband kan beschikken gedurende de periode die door het meerjarige financiële kader voor de samenwerking wordt bestreken, alsmede alle andere nuttige inlichtingen, waaronder een mogelijke reserve voor onvoorziene behoeften;
- c)
opstelling en goedkeuring van een indicatief programma voor de tenuitvoerlegging van het strategiedocument, rekening houdende met de verbintenissen van andere donors, en met name de lidstaten van de Europese Unie, en
- d)
een evaluatieproces dat betrekking heeft op het strategiedocument, het indicatieve programma en de daarvoor toegewezen middelen.
Artikel 2. Landenstrategiedocument
Het landenstrategiedocument wordt opgesteld door de betrokken ACS-staat en de EU. Het wordt opgesteld na overleg met een ruime selectie van actoren, waaronder niet-overheidsactoren, plaatselijke overheden en waar van toepassing ACS-parlementen, en wordt gebaseerd op ervaringen en de beste praktijk. Het landenstrategiedocument wordt aangepast aan de behoeften en de specifieke omstandigheden van elke ACS-staat. Met het landenstrategiedocument wordt een prioriteitsrangorde aangebracht in de activiteiten en wordt de eigen plaatselijke inbreng in de samenwerkingsprogramma's versterkt. Discrepanties tussen de analyse van het land zelf en die van de Gemeenschap worden aangegeven. Het landenstrategiedocument omvat de volgende standaardonderdelen:
- a)
een analyse van de politieke, economische, sociale en ecologische achtergrond van het land, de beperkingen, capaciteiten en vooruitzichten en een beoordeling van de basisbehoeften, zoals het inkomen per hoofd van de bevolking, de bevolkingsomvang en de sociale indicatoren en kwetsbaarheid;
- b)
een gedetailleerd overzicht van de ontwikkelingsstrategie van het land voor de middellange termijn, met duidelijk gestelde prioriteiten en vermelding van de verwachte financiële vereisten;
- c)
een overzicht van de relevante plannen en maatregelen van andere donoren die in het land actief zijn, met name de EU-lidstaten als bilaterale donoren;
- d)
responsstrategieën die de specifieke bijdrage van de EU in detail omschrijven. Deze moeten waar mogelijk complementair zijn met activiteiten die worden gefinancierd door de ACS-staat zelf en de andere donoren die in het land actief zijn, en
- e)
een indicatie van de meest geschikte steun- en uitvoeringsmechanismen voor deze strategieën.
Artikel 3. Toewijzing van middelen
1
De indicatieve toewijzing van middelen aan de ACS-staten gebeurt op basis van genormeerde, objectieve en transparante behoeften en prestatiecriteria. In dit verband geldt het volgende:
- a)
de behoeften worden geëvalueerd aan de hand van criteria inzake inkomen per hoofd van de bevolking, bevolkingsomvang, sociale indicatoren, schuldniveau en kwetsbaarheid voor exogene schokken. Er wordt voorzien in een bijzondere behandeling voor de minst ontwikkelde ACS-staten en rekening gehouden met de kwetsbaarheid van niet aan zee grenzende en insulaire ACS-staten. Ook wordt rekening gehouden met de bijzondere moeilijkheden van landen die een conflictsituatie of een natuurramp hebben doorgemaakt, en
- b)
de prestaties worden beoordeeld aan de hand van criteria betreffende bestuur, voortgang bij de tenuitvoerlegging van institutionele hervormingen, prestaties van het land bij het benutten van rijkdommen, effectieve tenuitvoerlegging van lopende maatregelen, verlichting of bestrijding van armoede, vooruitgang in de richting van de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, duurzame ontwikkeling en macro-economische en sectorale beleidsprestaties.
2
De toegewezen middelen bestaan uit:
- a)
een programmeerbare toewijzing voor macro-economische steunmaatregelen, sectoraal beleid, programma's en projecten ter ondersteuning van concentratiesectoren en andere sectoren van de bijstand van de Gemeenschap. Met deze programmeerbare toewijzing moet het betrokken land de steun van de Gemeenschap op de lange termijn beter kunnen programmeren. Deze toewijzing vormt, samen met eventuele andere communautaire middelen, de basis voor het opstellen van het indicatieve programma voor het betrokken land, en
- b)
een toewijzing voor onvoorziene behoeften zoals vastgesteld in de artikelen 66 en 68 en de artikelen 72, 72 bis en 73 van deze Overeenkomst, die benut kan worden op de voorwaarden die in die artikelen worden vastgesteld, indien de steun niet uit de begroting van de Unie kan worden gefinancierd.
3
Op basis van de reserve voor onvoorziene behoeften wordt een regeling getroffen voor landen die door uitzonderlijke omstandigheden geen toegang hebben tot normale programmeerbare middelen.
4
Onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 7, van deze bijlage betreffende de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie kan de Gemeenschap de programmeerbare toewijzing of de toewijzing voor onvoorziene behoeften van een land verhogen, teneinde rekening te houden met nieuwe behoeften of uitzonderlijke prestaties:
- a)
nieuwe behoeften kunnen ontstaan door uitzonderlijke omstandigheden, zoals een crisis- en postcrisissituatie, of door onvoorziene behoeften als bedoeld in lid 2, onder b);
- b)
met uitzonderlijke prestaties wordt een situatie bedoeld waarin, buiten de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie, de programmeerbare toewijzing van een land volledig is vastgelegd en aanvullende financiering uit het nationale indicatieve programma kan worden geabsorbeerd, en het land een doeltreffend beleid voor armoedebestrijding voert en zijn financiën goed beheert.
Artikel 4. Uitwerking en goedkeuring van het indicatieve programma
1
Na ontvangst van bovengenoemde gegevens stelt elke ACS-staat, op basis van en overeenkomstig zijn ontwikkelingsdoelstellingen en -prioriteiten zoals geformuleerd in het landenstrategiedocument, een ontwerp voor een indicatief programma op en legt dit voor aan de Gemeenschap. Het ontwerp voor het indicatieve programma vermeldt:
- a)
de algemene begrotingssteun en/of een beperkt aantal concentratiesectoren of -gebieden waarop de steun dient te worden gericht;
- b)
de meest geschikte maatregelen en activiteiten om de doelstellingen voor de concentratiesector(en) of -gebied(en) te verwezenlijken;
- c)
de middelen die eventueel voor een beperkt aantal projecten en programma's buiten de concentratiesector(en) of -gebied(en) gereserveerd zijn en/of de hoofdlijnen van die activiteiten, alsmede een indicatie van de voor elk van deze elementen in te zetten middelen;
- d)
welke soorten niet-overheidsactoren overeenkomstig de door de raad van ministers vastgestelde criteria voor financiering in aanmerking komen, de middelen die aan niet-overheidsactoren zijn toegewezen en het soort activiteiten die gesteund moeten worden, waarbij het om niet-winstgevende activiteiten moet gaan;
- e)
voorstellen voor mogelijke deelname aan regionale programma's en projecten, en
- f)
eventuele voorzieningen ter dekking van mogelijke claims en stijgingen van kosten en onvoorziene uitgaven.
2
Het ontwerp voor een indicatief programma omvat waar nodig middelen voor versterking van de menselijke, materiële en institutionele capaciteit van de ACS-staten om nationale indicatieve programma's uit te werken en ten uitvoer te leggen, mogelijk deel te nemen aan uit regionale indicatieve programma's te financieren programma's en projecten, en het beheer van de projectcyclus van de overheidsinvesteringen van de ACS-staten te verbeteren.
3
De betrokken ACS-staat en de Gemeenschap wisselen van gedachten over het ontwerp voor een indicatief programma. Het indicatieve programma wordt door de Commissie namens de Gemeenschap en de betrokken ACS-staat in onderling overleg vastgesteld. Het is voor de Gemeenschap en die staat bindend. Het indicatieve programma wordt aan het landenstrategiedocument gehecht en omvat bovendien:
- a)
een indicatie van specifieke en duidelijk geïdentificeerde activiteiten, met name die waarvoor betalingsverplichtingen kunnen worden aangegaan vóór de eerstkomende evaluatie;
- b)
een indicatief tijdschema voor tenuitvoerlegging en evaluatie van het indicatieve programma, inclusief betalingsverplichtingen en betalingen, en
- c)
resultaatgerichte criteria voor de evaluaties.
4
De Gemeenschap en de betrokken ACS-staat nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de programmering op zo kort mogelijke termijn wordt afgerond en wel, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, binnen twaalf maanden na de goedkeuring van het meerjarige financiële kader voor de samenwerking. De uitwerking van het landenstrategiedocument en het indicatieve programma moet geschieden in het kader van een voortdurend proces dat uitmondt in de vaststelling van één document.
5
Wanneer een ACS-staat zich in een crisissituatie bevindt als gevolg van een oorlog of een ander conflict of uitzonderlijke omstandigheden met vergelijkbare gevolgen, waardoor de nationale ordonnateur zijn taken niet kan verrichten, kan de Commissie zelf de overeenkomstig artikel 3 aan die staat toegewezen middelen beheren en voor bijzondere steun gebruiken. Bijzondere steun kan betrekking hebben op vredeshandhaving, conflictbeheer en -oplossing, steun na conflict, met inbegrip van institutionele versterking, en economische en sociale ontwikkeling, waarbij in het bijzonder acht wordt geslagen op de behoeften van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. De Commissie en de betrokken ACS-staat moeten de normale tenuitvoerlegging en de normale beheersprocedures hervatten zodra de voor samenwerking bevoegde autoriteiten daar opnieuw toe in staat zijn.
Artikel 5. Evaluatieproces
1
De financiële samenwerking tussen ACS-staat en Gemeenschap dient zo flexibel te zijn, dat activiteiten voortdurend kunnen worden bijgesteld om aan de doelstellingen te beantwoorden en rekening kan worden gehouden met eventuele veranderingen in economische situatie, prioriteiten en doelstellingen van de betrokken ACS-staat. In dit verband hebben de nationale ordonnateur en de Commissie de volgende taken:
- a.
verrichten van een jaarlijkse operationele evaluatie van het indicatieve programma; en
- b.
verrichten van een tussentijdse evaluatie en een eindevaluatie van de NOS en het indicatieve programma in het licht van behoeften en prestaties.
2
In verband met nieuwe behoeften of uitzonderlijke prestaties kan in uitzonderlijke omstandigheden, als bedoeld in artikel 3, lid 4, op verzoek van elk der partijen een ad-hoc-evaluatie worden verricht.
3
De nationale ordonnateur en de Commissie dragen zorg voor het volgende:
- a.
zij nemen alle noodzakelijke maatregelen om naleving van de bepalingen van het indicatieve programma te waarborgen; dit geldt ook voor het tijdschema voor vastleggings- en uitbetalingskredieten dat bij de programmering is overeengekomen; en
- b.
zij stellen in geval van vertraging bij de tenuitvoerlegging de oorzaak daarvan vast en stellen maatregelen voor om de problemen op te lossen.
4
De jaarlijkse operationele, tussentijdse en eindevaluaties van het indicatieve programma bestaan uit een gezamenlijke beoordeling van de tenuitvoerlegging van het programma, waarbij de resultaten van relevante monitoring- en evaluatieactiviteiten in aanmerking worden genomen. De evaluaties worden ter plaatse uitgevoerd en door de nationale ordonnateur en de Commissie afgerond in overleg met de belanghebbenden, waaronder niet-overheidsactoren, plaatselijke overheden en waar van toepassing ACS-parlementen. Het belangrijkste onderdeel is beoordeling van:
- a.
de in de concentratiesector(en) bereikte resultaten, afgemeten aan de overeengekomen doelstellingen en impactindicatoren en de sectorale beleidsverplichtingen;
- b.
programma's en projecten buiten de concentratiesector(en);
- c.
de benutting van voor niet-overheidsactoren uitgetrokken middelen;
- d.
de effectiviteit van de uitvoering van de lopende maatregelen en de mate waarin het tijdschema voor vastleggings- en betalingskredieten is aangehouden; en
- e.
uitbreiding van de programmeringsvooruitzichten voor de volgende jaren.
5
De Commissie dient eenmaal per jaar bij het Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering een samenvattend verslag in over de afronding van de jaarlijkse operationele evaluatie. Het Comité bestudeert hun rapport in overeenstemming met zijn taken en bevoegdheden krachtens deze Overeenkomst.
6
In het licht van de jaarlijkse operationele evaluaties kunnen de nationale ordonnateur en de Commissie het landenstrategiedocument bij de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie herzien en aanpassen:
- a)
indien bij de operationele evaluaties specifieke problemen zijn geconstateerd, en/of
- b)
in het licht van gewijzigde omstandigheden in een ACS-staat.
Tot wijziging van het landenstrategiedocument kan ook worden besloten naar aanleiding van het in lid 2 bedoelde ad-hoc-evaluatieproces.
De eindevaluatie kan tevens een aanpassing omvatten met het oog op het nieuwe meerjarige financiële kader voor de samenwerking, ten aanzien van zowel de toewijzing van middelen als de voorbereiding op het volgende programma.
7
Na de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie kan de Commissie namens de Gemeenschap de toewijzing van middelen aan een land verhogen of verlagen in het licht van de behoeften en de prestaties van de betrokken ACS-staat.
Na een ad-hoc-evaluatie als bedoeld in lid 2 kan de Commissie eveneens, namens de Gemeenschap, de toewijzing van de middelen verhogen in het licht van nieuwe behoeften of uitzonderlijke prestaties van de betrokken ACS-staat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, lid 4.
Hoofdstuk 2. Programmering en voorbereiding (regionaal)
Artikel 6. Toepassingsgebied
1
Regionale samenwerking heeft betrekking op activiteiten waarbij betrokken zijn:
- a.
twee of meer ACS-staten dan wel alle ACS-staten, evenals ontwikkelingslanden die geen ACS-staat zijn en die aan deze activiteiten deelnemen, en/of
- b.
een regionale instantie waarvan ten minste twee ACS-staten lid zijn en waarvan ook landen die geen ACS-staat zijn lid mogen zijn.
2
Bij regionale samenwerking kunnen ook landen en gebieden overzee en ultraperifere gebieden betrokken zijn. De voor de deelneming van deze gebieden benodigde kredieten vormen een aanvulling op de kredieten die in het kader van de Overeenkomst aan de ACS-staten worden toegekend.
3
Verzoeken om financiering van regionale programma's worden ingediend door:
- a)
een regionaal lichaam of een regionale organisatie met een passend mandaat, of
- b)
een subregionaal lichaam of een subregionale organisatie met een passend mandaat, of een ACS-staat in de betrokken regio in de programmeringsfase, mits de activiteit in het regionale indicatieve programma is aangegeven.
4
De deelname aan regionale programma's door ontwikkelingslanden die geen ACS-staat zijn, kan slechts worden overwogen indien:
- a)
het zwaartepunt van de projecten en programma's die volgens het meerjarige financiële kader voor de samenwerking worden gefinancierd, in een ACS-staat blijft liggen;
- b)
in de financieringsinstrumenten van de Gemeenschap gelijkwaardige bepalingen zijn opgenomen, en
- c)
het evenredigheidsbeginsel wordt geëerbiedigd.
Artikel 7. Regionale programma's
De betrokken ACS-staten besluiten over de definitie van geografische regio's. Regionale integratieprogramma's dienen zo veel mogelijk overeen te stemmen met de programma's van bestaande regionale organisaties. Wanneer de ledenbestanden van verschillende relevante regionale organisaties elkaar overlappen, moeten integratieprogramma's in beginsel betrekking hebben op het gecombineerde ledental van die organisaties.
Artikel 8. Regionale programmering
1
De programmering vindt plaats op het niveau van elke regio. Aan de programmering ligt een gedachtewisseling ten grondslag tussen de Commissie en een regionale organisatie met een passend mandaat, of bij ontbreken van een dergelijk mandaat, de nationale ordonnateurs van de landen in de regio. Waar nuttig kan in het kader van de programmering ook overleg worden gepleegd met niet-overheidsactoren die vertegenwoordigd zijn op regionaal niveau en waar van toepassing met regionale parlementen.
2
Het regionale strategiedocument wordt opgesteld door de Commissie en de regionale organisatie(s) met een passend mandaat, in samenwerking met de ACS-staten in de betrokken regio, met inachtneming van de beginselen van subsidiariteit en complementariteit en rekening houdend met de programmering van de landenstrategiedocumenten.
3
Het regionale strategiedocument ROS wordt opgesteld door de Commissie en een regionale organisatie met een passend mandaat, in samenwerking met de ACS-staten in de betrokken regio. Met het regionale strategiedocument wordt een prioriteitsrangorde aangebracht in de activiteiten en wordt de eigen plaatselijke inbreng in de ondersteunde programma's versterkt. het regionale strategiedocument omvat de volgende standaardonderdelen:
- a)
een analyse van de politieke, economische, sociale en ecologische achtergrond van de regio;
- b)
een beoordeling van het regionale economische integratieproces en het proces van integratie in de wereldeconomie en van de vooruitzichten daarvoor;
- c)
een overzicht van de regionale strategieën en prioriteiten en van de te verwachten financieringsvereisten;
- d)
een overzicht van relevante activiteiten van andere externe partners in de regionale samenwerking;
- e)
een overzicht van de specifieke EU-bijdrage tot de verwezenlijking van de doeleinden van de regionale integratie, die zoveel mogelijk een aanvulling moeten zijn op de activiteiten die gefinancierd worden door de ACS-staten zelf en door andere externe partners, met name de EU-lidstaten, en
- f)
een indicatie van de meest geschikte steun- en uitvoeringsmechanismen voor deze strategieën.
Artikel 9. Toewijzing van middelen
1
De indicatieve toewijzing van middelen aan ACS-regio's wordt gebaseerd op een genormeerde, objectieve en transparante schatting van de behoeften en van de voortgang en vooruitzichten van het regionale samenwerkings- en integratieproces.
2
De toegewezen middelen bestaan uit:
- a)
een programmeerbare toewijzing voor regionale integratie, sectoraal beleid, programma's en projecten ter ondersteuning van concentratiesectoren en andere sectoren van de bijstand van de Gemeenschap, en
- b)
een toewijzing aan elke ACS-regio voor onvoorziene behoeften zoals vastgesteld in de artikelen 72, 72 bis en 73 van deze Overeenkomst, indien de steun door de grensoverschrijdende aard of reikwijdte van de onvoorziene behoefte doeltreffender op regionaal niveau kan worden verleend. Deze middelen kunnen worden benut op de voorwaarden van de artikelen 72, 72 bis en 73 van deze Overeenkomst, indien de steun niet uit de begroting van de Unie kan worden gefinancierd. Er dient te worden gezorgd voor complementariteit van de bijdragen uit deze toewijzing en mogelijke bijdragen op nationaal niveau.
3
Met de programmeerbare toewijzing moet de betrokken regio de steun van de Gemeenschap op de lange termijn beter kunnen programmeren. Om op toereikende schaal te kunnen opereren en de efficiëntie te versterken, kunnen regionale en nationale fondsen worden gecombineerd voor het financieren van regionale activiteiten met een duidelijke nationale component.
Een regionale toewijzing voor onvoorziene behoeften kan worden ingezet voor de betrokken regio en ACS-landen buiten die regio, indien de aard van de onvoorziene behoefte hun betrokkenheid vereist en het zwaartepunt van de voorgenomen projecten en programma's binnen de regio blijft liggen.
4
Onverminderd het bepaalde in artikel 11 betreffende de evaluaties kan de Gemeenschap de programmeerbare toewijzing of de toewijzing voor onvoorziene behoeften van een regio verhogen, teneinde rekening te houden met nieuwe behoeften of uitzonderlijke prestaties:
- a)
nieuwe behoeften zijn behoeften die ontstaan door uitzonderlijke omstandigheden, zoals crisis- en postcrisissituaties, of door onvoorziene behoeften als bedoeld in lid 2, onder b);
- b)
met uitzonderlijke prestaties wordt een situatie bedoeld waarin, buiten de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie, de programmeerbare toewijzing van een regio volledig is vastgelegd en aanvullende financiering uit het regionale indicatieve programma kan worden geabsorbeerd, en er sprake is van doeltreffende regionale integratie en gezond financieel beheer.
Artikel 10. Regionaal Indicatief Programma
1
Op basis van bovengenoemde toewijzing van middelen wordt door een regionale organisatie met een passend mandaat, of bij ontbreken van een dergelijk mandaat, door de nationale ordonnateurs van de landen in de regio, een ontwerp voor een regionaal indicatief programma opgesteld. Het programmaontwerp bepaalt met name het volgende:
- a.
de sectoren en onderwerpen waarop de communautaire steun wordt geconcentreerd;
- b.
de meest geschikte maatregelen en acties voor de verwezenlijking van de voor die sectoren aangegeven doelstellingen; en
- c.
programma's en projecten waarmee deze doeleinden moeten worden verwezenlijkt, als die duidelijk zijn geïdentificeerd, alsmede een indicatie van de middelen die voor elk van deze onderdelen zullen worden ingezet en een tijdschema voor de uitvoering.
2
De regionale indicatieve programma's worden in onderling overleg vastgesteld door de Gemeenschap en de naar behoren gemachtigde regionale organisatie(s), of bij ontbreken van een dergelijk mandaat, de betrokken ACS-staten.
Artikel 11. Evaluatieproces
1
De financiële samenwerking tussen elke ACS-regio en de Gemeenschap dient zo flexibel te zijn, dat activiteiten voortdurend kunnen worden bijgesteld om aan de doelstellingen te beantwoorden en rekening kan worden gehouden met eventuele veranderingen in economische situatie, prioriteiten en doelstellingen van de betrokken regio. Tussentijds en aan het einde van de looptijd van het protocol wordt een evaluatie uitgevoerd om het regionale indicatieve programma aan te passen aan de veranderende omstandigheden en correcte tenuitvoerlegging te waarborgen. Na de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie kan de Gemeenschap de toewijzing van middelen herzien in het licht van behoeften en prestaties
2
In verband met nieuwe behoeften of uitzonderlijke prestaties kan in uitzonderlijke omstandigheden, als bedoeld in artikel 9, lid 4, de evaluatie op verzoek van elk der partijen worden verricht. Naar aanleiding van een ad-hoc-evaluatie kan door beide partijen worden besloten tot wijziging van het regionale strategiedocument en/of door de Commissie, namens de Gemeenschap, tot verhoging van de toewijzing van middelen.
De eindevaluatie kan tevens een aanpassing omvatten met het oog op het nieuwe meerjarige financiële kader voor de samenwerking, ten aanzien van zowel de toewijzing van middelen als de voorbereiding op het volgende regionale indicatieve programma.
Artikel 12. Intra-ACS-samenwerking
1
De intra-ACS-samenwerking dient als ontwikkelingsinstrument bij te dragen aan de doelstellingen van het ACS-EG-partnerschap. Intra-ACS-samenwerking is een vorm van supraregionale samenwerking. Intra-ACS-samenwerking is bedoeld om de gemeenschappelijke uitdagingen waar de ACS-staten voor staan, aan te pakken met maatregelen die het begrip geografische ligging overschrijden en ten goede kunnen komen aan vele of alle ACS-staten.
2
In overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en complementariteit wordt een intra-ACS-maatregel overwogen wanneer nationale of regionale maatregelen onmogelijk of minder effectief blijken, teneinde in vergelijking met de maatregelen in het kader van andere samenwerkingsinstrumenten een meerwaarde te bieden.
3
Wanneer de ACS-groep besluit uit het intra-ACS-fonds een bijdrage te leveren aan internationale of interregionale initiatieven, dient ervoor te worden gezorgd dat deze bijdrage voldoende zichtbaar is.
Artikel 12 bis. Intra-ACS-strategiedocument
1
De programmering van de intra-ACS-samenwerking vloeit voort uit een gedachtewisseling tussen de Commissie en het ACS-Comité van Ambassadeurs en wordt gezamenlijk verricht door de diensten van de Commissie en het ACS-secretariaat, na overleg met de betrokken actoren en belanghebbenden.
2
In het intra-ACS-strategiedocument worden de prioritaire maatregelen in het kader van de intra-ACS-samenwerking vastgelegd, alsook de maatregelen die nodig zijn om te zorgen dat de betrokkenen voldoende inbreng hebben in de gesteunde programma's. Het intra-ACS-strategiedocument bevat de volgende standaardelementen:
- a)
een analyse van de politieke, economische, sociale en ecologische achtergrond van de ACS-groep van staten;
- b)
een beoordeling van de bijdrage die intra-ACS-samenwerking kan leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst, en van de lessen die hieruit kan worden getrokken;
- c)
een overzicht van de intra-ACS-strategie en doelstellingen en van de te verwachten financieringsvereisten;
- d)
een overzicht van relevante activiteiten van andere externe partners in de samenwerking;
- e)
een indicatie van de EU-bijdrage aan de verwezenlijking van de doeleinden van de intra-ACS-samenwerking en de mate waarin deze complementair is met de activiteiten die op nationaal en regionaal niveau en door andere externe partners, met name de EU-lidstaten, gefinancierd worden.
Artikel 12 ter. Financieringsverzoeken
Verzoeken om financiering van intra-ACS-programma's worden ingediend:
- a)
rechtstreeks door de ACS-raad van ministers of het ACS-Comité van Ambassadeurs, of
- b)
indirect door:
- i)
ten minste drie regionale lichamen of organisaties met een passend mandaat, die tot verschillende geografische regio's behoren, of ten minste twee ACS-staten uit elk van deze drie regio's;
- ii)
internationale organisaties, zoals de Afrikaanse Unie, die activiteiten uitvoeren die bijdragen tot de verwezenlijking van de doeleinden van regionale samenwerking en integratie, mits het ACS-Comité van Ambassadeurs daartoe voorafgaand toestemming heeft verleend, of
- iii)
het Caribische gebied of het gebied van de Stille Oceaan, in verband met hun bijzondere geografische ligging, mits voorafgaand toestemming is verleend door de ACS-raad van ministers of het ACS-Comité van Ambassadeurs.
Artikel 12 quater. Toewijzing van middelen
De indicatieve toewijzing van middelen wordt gebaseerd op schattingen van de behoeften en van de voortgang en vooruitzichten van de intra-ACS-samenwerking. Er wordt voorzien in een reserve van niet-geprogrammeerde middelen.
Artikel 13. Indicatief intra-ACS-programma
1
Het indicatieve intra-ACS-programma omvat de volgende standaardcomponenten:
- a)
de sectoren en onderwerpen waarop de communautaire steun wordt geconcentreerd;
- b)
de meest geschikte maatregelen en acties voor de verwezenlijking van de voor die sectoren en onderwerpen aangegeven doelstellingen, en
- c)
de programma's en projecten waarmee deze doeleinden moeten worden verwezenlijkt, als die duidelijk zijn geïdentificeerd, alsmede een indicatie van de middelen die voor elk van die programma's en projecten zullen worden ingezet en een tijdschema voor de uitvoering.
2
De Commissie en het ACS-secretariaat worden belast met de vaststelling en beoordeling van de uit te voeren acties. Het indicatieve intra-ACS-programma wordt daarom gezamenlijk opgesteld door de diensten van de Commissie en het ACS-secretariaat en voorgelegd aan het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs. Het wordt goedgekeurd door de Commissie, namens de Gemeenschap, en het ACS-Comité van Ambassadeurs.
3
Onverminderd artikel 12 ter, onder iii), dient het ACS-Comité van Ambassadeurs jaarlijks een geconsolideerde lijst in van financieringsverzoeken voor de prioritaire acties waarin het indicatieve intra-ACS-programma voorziet. De Commissie bepaalt samen met het ACS-secretariaat de uit te voeren acties en bereidt deze voor, en stelt het jaarlijkse actieprogramma vast. Financieringsverzoeken voor acties die niet in het indicatieve intra-ACS-programma voorkomen, worden voor zover mogelijk, rekening gehouden met de toegewezen middelen, in het jaarlijkse actieprogramma opgenomen. In uitzonderlijke gevallen worden deze verzoeken goedgekeurd bij een bijzonder financieringsbesluit van de Commissie.
Artikel 14. Evaluatieproces
1
De intra-ACS-samenwerking dient zodanig flexibel en responsief te zijn dat gewaarborgd wordt dat acties in het kader van die samenwerking te allen tijde in overeenstemming zijn met de doelstellingen van deze Overeenkomst en rekening wordt gehouden met elke wijziging van de prioriteiten en doelstellingen van de ACS-groep van staten.
2
Het ACS-Comité van Ambassadeurs en de Commissie verrichten een tussentijdse evaluatie en een eindevaluatie van de intra-ACS-samenwerkingsstrategie en het indicatieve intra-ACS-programma, teneinde deze aan de omstandigheden aan te passen en de juiste uitvoering ervan te waarborgen. Indien noodzakelijk kunnen tevens ad-hoc-evaluaties worden uitgevoerd om rekening te houden met nieuwe behoeften die het gevolg zijn van uitzonderlijke of onvoorziene omstandigheden, zoals die welke voortvloeien uit gemeenschappelijke nieuwe uitdagingen voor de ACS-staten.
3
Naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie, de eindevaluatie of een ad-hoc-evaluatie kunnen het ACS-Comité van Ambassadeurs en de Commissie het strategiedocument voor de intra-ACS-samenwerking herzien en aanpassen.
4
Naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie, de eindevaluatie of een ad-hoc-evaluatie kunnen het ACS-Comité van Ambassadeurs en de Commissie de toewijzingen uit hoofde van het indicatieve intra-ACS-programma aanpassen en de niet-geprogrammeerde intra-ACS-reserve inzetten.
Hoofdstuk 3. Onderzoek en financiering
Artikel 15. Identificatie, voorbereiding en onderzoek van programma's en projecten
1
De programma's en projecten die zijn ingediend door de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau, worden gezamenlijk onderzocht. Het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering stelt richtsnoeren en criteria op voor de beoordeling van programma's en projecten. De programma's en projecten zijn doorgaans meerjarig en kunnen een reeks beperkte activiteiten op een bepaald gebied omvatten.
2
De dossiers van de opgestelde en ter financiering voorgelegde programma's en projecten dienen alle gegevens te bevatten die voor het onderzoek van deze programma's en projecten nodig zijn of, indien deze programma's en projecten nog niet volledig omschreven zijn, met het oog op het onderzoek een beknopte beschrijving te bevatten.
3
Bij het onderzoek van programma's en projecten wordt de eis inzake nationale personele middelen in acht genomen en wordt een strategie opgezet voor een betere benutting van deze middelen. Bovendien wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken en beperkingen van elke ACS-staat or regio.
4
Programma's en projecten die worden uitgevoerd door niet-overheidsactoren die overeenkomstig deze Overeenkomst voor financiering in aanmerking komen, kunnen door de Commissie alleen worden onderzocht. Overeenkomstig artikel 19 bis kunnen voor deze programma s en projecten rechtstreeks subsidieovereenkomsten worden opgesteld tussen de Commissie en de niet-overheidsactoren. Het onderzoek dient in overeenstemming te zijn met artikel 4, lid 1, onder d), betreffende het soort actoren, het feit of zij voor steun in aanmerking komen en het soort activiteiten die ondersteund worden. Bij monde van het hoofd van de delegatie stelt de Commissie de bevoegde ordonnateur in kennis van de aldus toegekende subsidies.
Artikel 16. Financieringsvoorstel en financieringsbesluit
1
De conclusies van het onderzoek worden samengevat in een financieringsvoorstel waarvan de definitieve versie wordt opgesteld door de Commissie in nauwe samenwerking met de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau.
2
Vervallen.
3
Vervallen.
4
De Commissie deelt namens de Gemeenschap haar financieringsbesluit aan de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau mede binnen 90 dagen na de datum van opstelling van de definitieve versie van het financieringsvoorstel.
5
Indien het financieringsvoorstel niet door de Commissie namens de Gemeenschap wordt goedgekeurd, wordt de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau onmiddellijk op de hoogte gesteld van de redenen van dit besluit. In dat geval kunnen de vertegenwoordigers van de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau binnen 60 dagen na de kennisgeving verzoeken:
- a.
het probleem voor te leggen aan het bij deze Overeenkomst ingestelde ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering, of
- b.
door de vertegenwoordigers van de Gemeenschap te worden gehoord.
6
Nadat de vertegenwoordigers zijn gehoord, wordt door de Commissie namens de Gemeenschap een definitief besluit genomen om het financieringsvoorstel aan te nemen dan wel af te wijzen; alvorens dit besluit wordt genomen, kan de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau aan de Commissie alle gegevens meedelen die hij voor volledige kennis van zaken noodzakelijk acht.
Artikel 17. Financieringsovereenkomst
1
De algemene regel is dat voor ieder uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking gefinancierd programma of project een financieringsovereenkomst wordt opgesteld door de Commissie en de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau.
2
De financieringsovereenkomst wordt binnen 60 dagen na de kennisgeving van het financieringsbesluit van de Commissie opgesteld. In de financieringsovereenkomst:
- a)
worden met name de financiële bijdrage van de Gemeenschap, de financieringsregeling en -voorwaarden en de algemene en specifieke bepalingen in verband met het betrokken programma of project gespecificeerd, alsook de verwachte impact en resultaten, en
- b)
worden toereikende voorzieningen getroffen voor de dekking van onvoorziene hogere kosten en uitgaven, audits en evaluaties.
3
Resterende bedragen die worden geconstateerd bij de afsluiting van programma's en projecten, die binnen de termijn vallen voor vastleggingen uit hoofde van het meerjarige financiële kader voor samenwerking waaruit die programma's en projecten zijn gefinancierd, komen de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau toe.
Artikel 18. Kostenoverschrijding
1
Zodra de uit hoofde van de financieringsovereenkomst beschikbare financiering dreigt te worden overschreden, stelt de bevoegde ordonnateur de Commissie daarvan in kennis en verzoekt hij haar vooraf in te stemmen met de maatregelen die hij denkt te treffen om deze kostenoverschrijding te dekken, hetzij door het programma of project in te perken, hetzij door een beroep te doen op nationale of andere niet-communautaire middelen.
2
Indien het niet mogelijk is het programma of project in te perken of de overschrijding uit andere hulpbronnen te financieren, kan de Commissie namens de Gemeenschap op met redenen omkleed verzoek van de bevoegde ordonnateur besluiten tot aanvullende financiering uit de middelen van het nationaal indicatief programma.
Artikel 19. Financiering met terugwerkende kracht
1
Om te zorgen dat projecten snel van start kunnen gaan en om perioden van stilstand tussen opeenvolgende projecten en vertragingen te voorkomen, kunnen de ACS-staten of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau wanneer het onderzoek van het project afgerond is en voordat het financieringsbesluit is genomen, activiteiten voorfinancieren in verband met voorbereidende en seizoensgebonden werkzaamheden, bestelling van uitrusting met een lange levertijd en bepaalde lopende verrichtingen. Dergelijke uitgaven moeten geschieden conform de procedures van deze Overeenkomst.
2
Uitgaven zoals bedoeld in lid 1 moeten worden opgenomen in het financieringsvoorstel en laat het financieringsbesluit van de Commissie namens de Gemeenschap onverlet.
3
Uitgaven die door de ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau uit hoofde van dit artikel zijn verricht, worden na de ondertekening van de financieringsovereenkomst met terugwerkende kracht in het kader van het programma of project gefinancierd.
Hoofdstuk 4. Uitvoering
Artikel 19 bis. Wijze van uitvoering
1
De uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking gefinancierde programma's en projecten, worden in hoofdzaak door de volgende methoden uitgevoerd:’;
- a.
gunning van opdrachten;
- b.
toekenning van subsidies;
- c.
uitvoering in eigen beheer;
- d.
directe uitbetalingen in de vorm van begrotingssteun, steun voor sectorale programma's, steun voor schuldverlichting en steun om de negatieve effecten van exogene kortetermijnschokken, waaronder fluctuaties van de exportopbrengsten, te reduceren.
2
In deze bijlage zijn opdrachten overeenkomsten onder bezwarende titel die schriftelijk worden gesloten om tegen een prijs de levering van roerende goederen, de uitvoering van werken of de verrichting van diensten te verkrijgen.
3
Subsidies in de zin van deze bijlage zijn rechtstreekse financiële bijdragen, bij wijze van schenking verleend voor de financiering van:
- a.
een actie die moet bijdragen tot de verwezenlijking van een in het kader van deze Overeenkomst passende doelstelling of een programma of project dat dienovereenkomstig is goedgekeurd, of
- b.
de werking van een orgaan dat een dergelijke doelstelling nastreeft.
Subsidies zijn het voorwerp van een schriftelijke overeenkomst.
Artikel 19 ter. Aanbestedingen met een schorsingsclausule
Om te zorgen dat projecten snel van start kunnen gaan, kunnen de ACS-staten of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau in alle gevallen waarin dit gerechtvaardigd is, in overleg met de Commissie, zodra het onderzoek van het project afgerond is en voordat het financieringsbesluit is genomen, voor alle typen opdrachten aanbestedingen uitschrijven waarin een schorsingsclausule is opgenomen. Deze bepaling moet worden vermeld in het financieringsvoorstel.
Artikel 19 quater. Gunning van opdrachten, toekenning van subsidies en uitvoering van opdrachten
1
Behalve in gevallen zoals bedoeld in artikel 26 worden opdrachten gegund en uitgevoerd en subsidies toegekend en uitgevoerd volgens de communautaire regels en, behalve in de specifieke gevallen zoals bedoeld in deze regels, volgens de door de Commissie vastgestelde en gepubliceerde standaardprocedures en -documenten voor de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten met derde landen die van kracht zijn op het moment dat de desbetreffende procedure wordt ingeleid.
2
Wanneer uit een gezamenlijke evaluatie is gebleken dat procedures voor de gunning van opdrachten en de toekenning van subsidies van de ACS-staat of de begunstigde regio of de door de financiers goedgekeurde procedures voldoen aan de beginselen van transparantie, evenredigheid, gelijke behandeling en non-discriminatie en alle belangenconflicten uitsluiten, maakt de Commissie bij gedecentraliseerd beheer gebruik van deze procedures, overeenkomstig de Verklaring van Parijs en onverminderd artikel 26, met volledige inachtneming van de toepasselijke regels inzake de uitoefening van haar bevoegdheden op dit vlak.
3
De ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau gaat geregeld na of de uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking uit hoofde van deze Overeenkomst gefinancierde acties correct zijn uitgevoerd, treft de nodige maatregelen om onregelmatigheden en fraude te voorkomen en onderneemt in voorkomend geval juridische stappen om onverschuldigde betalingen terug te vorderen.
4
Bij gedecentraliseerd beheer zijn de ACS-staten of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau verantwoordelijk voor de onderhandelingen over en de opstelling, ondertekening en uitvoering van overeenkomsten voor opdrachten. Deze ACS-staten of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau kunnen de Commissie echter verzoeken namens hen te onderhandelen over opdrachten of de desbetreffende overeenkomst op te stellen, te ondertekenen en uit te voeren.
5
Overeenkomstig de in artikel 50 van de Overeenkomst genoemde gehechtheid aan de internationaal erkende fundamentele arbeidsnormen worden de door het meerjarige financiële kader voor samenwerking gefinancierde opdrachten en subsidies uitgevoerd overeenkomstig die internationaal erkende fundamentele arbeidsnormen.
6
Er wordt een groep van deskundigen samengesteld met vertegenwoordigers van het secretariaat van de Groep van ACS-staten en de Commissie, die op verzoek van een van de partijen passende veranderingen kan identificeren en wijzigingen en verbeteringen kan voorstellen voor de in de leden 1 en 2 bedoelde regels en procedures.
Deze groep van deskundigen brengt regelmatig verslag uit aan het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering om dit comité bij te staan bij zijn taak om problemen met betrekking tot de uitvoering van de samenwerkingsactiviteiten te onderzoeken en passende maatregelen voor te stellen.
Artikel 20. Deelnemingsvoorwaarden
Tenzij overeenkomstig artikel 22 een uitzondering is toegestaan en onverminderd het bepaalde in artikel 26, gelden de volgende regels:
1
De deelname aan aanbestedingen en aan procedures voor de toekenning van subsidies uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking uit hoofde van deze Overeenkomst staat open voor:
- a)
alle natuurlijke personen die onderdaan zijn van, of alle rechtspersonen die gevestigd zijn in, een ACS-staat, een lidstaat van de Europese Gemeenschap, een kandidaat-lidstaat van de Europese Gemeenschap of een lidstaat van de Europese Economische Ruimte;
- b)
alle natuurlijke personen die onderdaan zijn van, of alle rechtspersonen die gevestigd zijn in, een van de minst ontwikkelde landen volgens de definitie van de Verenigde Naties.
1 bis
De deelname aan procedures voor de gunning van overeenkomsten voor de plaatsing van opdrachten of de toekenning van subsidies die uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking uit hoofde van deze Overeenkomst worden gefinancierd, staat open voor alle natuurlijke personen die onderdaan zijn van, of alle rechtspersonen die gevestigd zijn in, een ander land dan de in lid 1 genoemde, in die gevallen waarin wederzijdse toegang tot buitenlandse hulp tot stand is gebracht. Aan de OESO/DAC-leden wordt automatisch wederzijdse toegang verleend in de minst ontwikkelde landen volgens de definitie van de Verenigde Naties.
De wederzijdse toegang wordt vastgelegd in een apart besluit van de Commissie voor een bepaald land of regionale groep landen. Dit besluit wordt door de Commissie vastgesteld in overleg met de ACS-staten en is ten minste één jaar van kracht.
2
Diensten in het kader van een opdracht die gefinancierd wordt uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking uit hoofde van deze Overeenkomst mogen verleend worden door deskundigen van elke nationaliteit, onverminderd de kwalitatieve en financiële vereisten die zijn opgenomen in de communautaire regels voor overheidsopdrachten.
3
Leveringen en materialen die zijn verkregen uit hoofde van een uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking gefinancierde overeenkomst moeten van oorsprong zijn uit een staat die krachtens de leden 1 of 1 bis mag deelnemen. In dit verband wordt de definitie van ‘producten van oorsprong’ beoordeeld aan de hand van de relevante internationale overeenkomsten en worden leveringen van oorsprong uit de landen en gebieden overzee aangemerkt als leveringen van oorsprong uit de Gemeenschap.
4
De deelname aan aanbestedingen en aan procedures voor de toekenning van subsidies uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking staat open voor internationale organisaties.
5
Wanneer de financiering uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking betrekking heeft op een transactie die door een internationale organisatie wordt uitgevoerd, staat deelname aan aanbestedingen en aan procedures voor de toekenning van subsidies open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens de leden 1 of 1 bis mogen deelnemen, en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens het reglement van die organisatie mogen deelnemen, waarbij alle donoren op gelijke voet moeten worden behandeld. Dezelfde regels gelden voor leveringen en materialen.
6
Wanneer de financiering uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking betrekking heeft op een transactie die in het kader van een regionaal initiatief wordt uitgevoerd, staat de deelname aan aanbestedingen en de procedures voor de toekenning van subsidies open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens de leden 1 of 1 bis mogen deelnemen, en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen van de landen die aan het betrokken initiatief deelnemen. Dezelfde regels gelden voor leveringen en materialen.
7
Wanneer de financiering uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking betrekking heeft op een transactie die door een derde staat wordt medegefinancierd, staat de deelname aan aanbestedingen en de procedures voor de toekenning van subsidies open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens de leden 1 of 1 bis mogen deelnemen, en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens de regelgeving van die derde staat mogen deelnemen. Dezelfde regels gelden voor leveringen en materialen.
Artikel 21
Vervallen.
Artikel 22. Uitzonderingen
1
In deugdelijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen staat de deelname aan aanbestedingen en de procedures voor de toekenning van subsidies die door de Gemeenschap uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking uit hoofde van deze Overeenkomst worden gefinancierd, op gemotiveerd verzoek van de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau, evenwel open voor natuurlijke personen of rechtspersonen uit derde landen die niet mogen deelnemen uit hoofde van artikel 20. De betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau verstrekt de Commissie voor elk geval de noodzakelijke gegevens om over deze uitzonderingsgevallen een besluit te nemen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan:
- a)
de geografische ligging van de betrokken ACS-staat of de betrokken regio;
- b)
het concurrentievermogen van aannemers, leveranciers en adviseurs uit de lidstaten en de ACS-staten;
- c)
de noodzaak om buitensporige stijging van de uitvoeringskosten van de overeenkomst te vermijden;
- d)
vervoersproblemen en vertragingen in verband met levertijden of soortgelijke problemen;
- e)
de meest geschikte en aan de lokale omstandigheden optimaal aangepaste technologie;
- f)
uiterst dringende gevallen;
- g)
de beschikbaarheid van goederen en diensten op de betrokken markten.
2
De regels voor de gunning van opdrachten van de Bank zijn van toepassing op de projecten die door de Investeringsfaciliteit worden gefinancierd.
Artikel 23
Vervallen.
Artikel 24. Uitvoering in eigen beheer
1
Bij uitvoering in eigen beheer worden programma's en projecten uitgevoerd door overheidsinstellingen of semi-overheidsinstellingen van de betrokken staat of staten of door de rechtspersoon die voor de uitvoering van de activiteit verantwoordelijk is.
2
De Gemeenschap draagt in de uitgaven van de betrokken diensten bij door het verschaffen van ontbrekende uitrusting en/of materieel en/of middelen waarmee het nodige aanvullende personeel kan worden aangeworven, zoals deskundigen uit de betrokken ACS-staten of andere ACS-staten. De bijdrage van de Gemeenschap dekt slechts de kosten van aanvullende maatregelen en tijdelijke uitgaven voor de uitvoering die uitsluitend verband houden met het betrokken project.
3
De programmaramingen waarbij activiteiten in eigen beheer worden uitgevoerd, moeten voldoen aan de communautaire regels, procedures en standaarddocumenten van de Commissie die van toepassing zijn op het ogenblik waarop de betrokken programmaramingen worden goedgekeurd.
Artikel 25
Vervallen.
Artikel 26. Preferenties
1
Om optimaal gebruik van de fysieke en menselijke middelen van de ACS-staten mogelijk te maken, worden maatregelen getroffen om zo breed mogelijke deelname van natuurlijke personen en rechtspersonen uit die staten aan de uitvoering van door het meerjarige financiële kader voor samenwerking gefinancierde opdrachten aan te moedigen. Hiertoe geldt het volgende:
- a.
bij opdrachten voor werken van minder dan 5 miljoen EUR wordt aan inschrijvers uit ACS-staten bij het vergelijken van inschrijvingen van gelijkwaardige economische, technische en administratieve kwaliteiteen preferentie van 10% toegekend, mits ten minste een vierde van het kapitaal en een vierde van het leidinggevend personeel van oorsprong zijn uit een of meer ACS-staten;
- b.
bij opdrachten voor leveringen, ongeacht het bedrag, wordt aan inschrijvers uit ACS-staten die leveringen aanbieden waarvoor ten minste 50% van de contractwaarde van ACS-oorsprong is, bij het vergelijken van inschrijvingen van gelijkwaardige economische, technische en administratieve kwaliteit een preferentie van 15 % toegekend;
- c.
bij opdrachten voor diensten wordt bij het vergelijken van inschrijvingen van gelijkwaardige economische en technische kwaliteit voorrang gegeven aan:
- i.
deskundigen, instellingen of adviesbureaus uit ACS-staten, mits aan de bekwaamheidseisen is voldaan;
- ii.
aanbiedingen van een onderneming uit de ACS die individueel of in een consortium deelneemt met Europese partners, en
- iii.
aanbiedingen van Europese inschrijvers met onderaannemers of deskundigen uit de ACS;
- d.
gekozen inschrijvers geven, indien zij gebruikmaken van onderaannemers, voorrang aan natuurlijke personen en ondernemingen uit de ACS-staten die in staat zijn de opdracht op het vereiste niveau uit te voeren, en
- e.
de ACS-staat kan in de aanbesteding aan gegadigden de bijstand aanbieden van andere ondernemingen, deskundigen of adviseurs uit de ACS die in gezamenlijk overleg zijn gekozen. Deze samenwerking kan gestalte krijgen in de vorm van een gezamenlijke onderneming of onderaanneming of ook in die van opleiding van het personeel bij de werkzaamheden.
2
Indien twee inschrijvingen op grond van bovengenoemde criteria gelijkwaardig worden bevonden, wordt de voorkeur gegeven:
- a.
aan de inschrijving van de inschrijver uit een ACS-staat, of
- b.
indien een dergelijke inschrijving ontbreekt:
- i.
aan de inschrijving die optimaal gebruik van de fysieke en menselijke middelen van de ACS-staten mogelijk maakt;
- ii.
aan de inschrijving die ondernemingen of natuurlijke personen uit de ACS-staten de beste mogelijkheden voor onderaanneming biedt, of
- iii.
aan een consortium van natuurlijke personen of ondernemingen uit de ACS-staten en de Gemeenschap.
Artikel 27
Vervallen.
Artikel 28
Vervallen.
Artikel 29
Vervallen.
Artikel 30. Geschillenbeslechting
Geschillen tussen enerzijds de overheidsinstanties van een ACS-staat of bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau en anderzijds een aannemer, leverancier of dienstverlener bij de uitvoering van een uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking uit hoofde van deze Overeenkomst gefinancierde overeenkomst worden beslecht:
- a.
in geval van een nationale opdracht volgens de nationale wetgeving van de betrokken ACS-staat; en
- b.
in geval van een transnationale overeenkomst:
- i.
indien de partijen bij de overeenkomst zulks overeenkomen, overeenkomstig de nationale wetgeving van de betrokken ACS-staat of de gebruikelijke praktijk van die staat voor internationale overeenkomsten; of
- ii.
door arbitrage overeenkomstig de procesvoorschriften die tijdens de eerste vergadering na de ondertekening van de Overeenkomst op aanbeveling van het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering, bij besluit van de Raad van Ministers zullen worden vastgesteld.
Artikel 31. Belasting- en douaneregelingen
1
De ACS-staten passen op de door de Gemeenschap gefinancierde overeenkomsten een belasting- en douaneregeling toe die niet minder gunstig is dan die welke wordt toegepast op de meest begunstigde staten of de internationale ontwikkelingsorganisaties waarmee zij betrekkingen onderhouden. Voor de bepaling van de meestbegunstigingsbehandeling blijven de door de betrokken ACS-staat ten opzichte van andere ACS-staten of andere ontwikkelingslanden toegepaste regelingen buiten beschouwing.
2
Onder voorbehoud van bovenstaande bepalingen wordt de volgende regeling toegepast op de door de Gemeenschap gefinancierde opdrachten:
- a.
op de opdrachten worden geen in de begunstigde ACS-staat bestaande of aldaar in te voeren zegel- en registratierechten of fiscale heffingen van gelijke werking toegepast; deze opdrachten worden echter volgens de in de ACS-staat geldende wetten geregistreerd, en voor deze registratie kan een bedrag worden geheven dat in overeenstemming is met de verleede dienst;
- b.
winsten en/of inkomens die voortvloeien uit de uitvoering van de opdrachten zijn belastbaar volgens de nationale belastingregeling van de betrokken ACS-staat, indien de natuurlijke of rechtspersonen die deze winsten en/of inkomens hebben gerealiseerd, in deze ACS-staat over een vaste vestiging beschikken of indien de uitvoeringsduur van de opdrachten meer dan zes maanden bestrijkt;
- c.
ondernemingen die professioneel materieel moeten invoeren met het oog op de uitvoering van opdrachten voor werken komen desgevraagd voor de regeling voor tijdelijke invoer met vrijstelling in aanmerking, zoals deze is geregeld in de nationale wetgeving voor genoemd materieel in de begunstigde ACS-staat;
- d.
professioneel materieel, nodig voor de uitvoering van de in een opdracht voor diensten omschreven taken, wordt in de begunstigde ACS-staat of -staten overeenkomstig de nationale wetgeving ingevoerd met vrijstelling van belastingen, invoerrechten, douanerechten en andere heffingen van gelijke werking, voorzover deze belastingen, rechten en heffingen niet een beloning voor verrichte diensten vormen;
- e.
de invoer in het kader van de uitvoering van een opdracht voor leveringen wordt in de begunstigde ACS-staat met vrijstelling van douanerechten, invoerrechten, belastingen of fiscale rechten van gelijke werking toegelaten. Opdrachten voor leveringen die van oorsprong zijn uit de betrokken ACS-staat worden gegund op basis van de prijs af fabriek, vermeerderd met de fiscale rechten die in voorkomend geval in de ACS-staat op deze leveringen van toepassing zijn;
- f.
de aankoop van brandstoffen, smeermiddelen en bindmiddelen met koolwaterstof alsook in het algemeen van alle producten die in het kader van een opdracht voor werken worden gebruikt, wordt geacht op de lokale markt te zijn geschied; hierop is de belastingregeling krachtens de in de begunstigde ACS-staat geldende nationale wetgeving van toepassing; en
- g.
invoer van persoonlijke bagage en voorwerpen voor persoonlijk en huishoudelijk gebruik door andere dan ter plaatse aangeworven natuurlijke personen die belast zijn met de uitvoering van de in een opdracht voor diensten omschreven taken alsmede door de leden van hun gezin, geschiedt overeenkomstig de nationale wetgeving die van kracht is in de begunstigde ACS-staat met vrijdom van douanerechten of invoerrechten, belastingen en andere fiscale rechten van gelijke werking.
3
Niet in bovenstaande bepalingen inzake belasting- en douaneregelingen genoemde aangelegenheden blijven onderworpen aan de nationale wetgeving van de betrokken ACS-staat.
Hoofdstuk 5. Follow-up en evaluatie
Artikel 32. Doelstellingen
De follow-up en de evaluatie hebben ten doel de ontwikkelingsactiviteiten (voorbereiding en uitvoering en daaropvolgende acties) op onafhankelijke wijze te evalueren ten einde de doeltreffendheid van lopende en toekomstige ontwikkelingsactiviteiten te verbeteren.
Artikel 33. Modaliteiten
1
Zonder afbreuk te doen aan de evaluaties die worden uitgevoerd door de ACS-staten of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau of de Commissie, worden deze werkzaamheden door de ACS-staat (staten) of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau en de Gemeenschap gezamenlijk verricht. Het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering ziet erop toe dat de gezamenlijke activiteiten in het kader van de opvolging en evaluatie gezamenlijk worden uitgevoerd. Om het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering bij te staan, worden de gezamenlijke opvolging en evaluaties door de Commissie en het Secretariaat-generaal van de ACS voorbereid en uitgevoerd en zij brengen daarover verslag uit aan het comité. Het comité stelt, bij de eerste bijeenkomst na de ondertekening van de overeenkomst, de werkwijze vast waardoor het gezamenlijke karakter van de werkzaamheden wordt gewaarborgd en keurt jaarlijks het werkprogramma goed.
2
De activiteiten in het kader van de opvolging en evaluatie moeten met name:
- a)
regelmatige en onafhankelijke beoordelingen van de uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking gefinancierde transacties en activiteiten verschaffen door de bereikte resultaten met de doelstellingen te vergelijken, en aldus
- b)
de ACS-staten of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau en de Commissie en de gemeenschappelijke instellingen in staat stellen de opgedane ervaring te gebruiken bij het ontwerp en de uitvoering van het toekomstig beleid en toekomstige activiteiten.
Hoofdstuk 6. Functionarissen die met het beheer en de uitvoering avn de middelen van het fonds zijn belast
Artikel 34. Commissie
1
De Commissie verzekert de financiële uitvoering van de uit hoofde van deze Overeenkomst uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking gefinancierde activiteiten, met uitzondering van de Investeringsfaciliteit en de rentesubsidies, hoofdzakelijk aan de hand van de volgende beheersmethoden:
- a)
gecentraliseerd beheer;
- b)
gedecentraliseerd beheer.
2
De Commissie zorgt in beginsel via gedecentraliseerd beheer voor de financiële uitvoering van de middelen uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking uit hoofde van deze Overeenkomst.
In dat geval worden de uitvoeringstaken door de ACS-staten overeenkomstig artikel 35 verricht.
3
Om te zorgen voor de financiële uitvoering van de middelen uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking uit hoofde van deze overeenkomst delegeert de Commissie haar uitvoeringsbevoegdheden binnen haar diensten. De Commissie stelt de ACS-staten en het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering in kennis van deze delegatie.
Artikel 35. Nationale ordonnateur
1
De regering van elke ACS-staat wijst een nationale ordonnateur aan die haar vertegenwoordigt bij alle transacties voor rekening van het door de Commissie en de Bank beheerde meerjarige financiële kader voor samenwerking. De nationale ordonnateur wijst een of meer plaatsvervangende nationale ordonnateurs aan voor het geval hij zijn taken niet kan verrichten en brengt de Commissie hiervan op de hoogte. De nationale ordonnateur kan, wanneer de voorwaarden inzake institutionele capaciteit en gezond financieel beheer vervuld zijn, zijn taken in verband met de uitvoering van de betrokken programma's en projecten delegeren aan de dienst die binnen de nationale administratie verantwoordelijk is. Hij stelt Commissie in kennis van de delegaties die hij verricht.
Bij regionale programma's en projecten wijst de betrokken organisatie of instantie een regionale ordonnateur aan, wiens taken mutatis mutandis overeenkomen met die van de nationale ordonnateur.
Bij intra-ACS-programma's en -projecten wijst het ACS-Comité van Ambassadeurs een intra-ACS-ordonnateur aan, wiens taken mutatis mutandis overeenkomen met die van de nationale ordonnateur. Indien het ACS-secretariaat niet de ordonnateur is, wordt het ACS-Comité van Ambassadeurs overeenkomstig de financieringsovereenkomst op de hoogte gesteld van de tenuitvoerlegging van programma's en projecten.
Wanneer de Commissie bekend is met problemen in het verloop van de procedures voor het beheer van de middelen van het meerjarige financiële kader voor samenwerking, neemt zij met de bevoegde ordonnateur contact op teneinde deze problemen te verhelpen; zij neemt alle passende maatregelen.
De bevoegde ordonnateur draagt als enige de financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoeringstaken die hem zijn toevertrouwd.
In het kader van het gedecentraliseerde beheer van de middelen van het meerjarige financiële kader voor samenwerking en onder voorbehoud van de aanvullende bevoegdheden die aan de Commissie kunnen worden toegekend, heeft de bevoegde ordonnateur de volgende taken:
- a.
hij is belast met de coördinatie, de programmering, de follow-up en de jaarlijkse evaluaties, de tussentijdse evaluaties en de eindevaluatie van de uitvoering van de samenwerking, evenals met de donorcoördinatie;
- b.
hij is, in nauwe samenwerking met de Commissie, belast met de voorbereiding, de indiening en het onderzoek van de programma's en projecten;
- c.
hij bereidt de aanbestedingsdossiers voor en in voorkomend geval de documenten voor de oproepen tot het indienen van voorstellen;
- d.
alvorens oproepen tot het indienen van inschrijvingen en in voorkomend geval oproepen tot het indienen van voorstellen te doen, legt hij de aanbestedingsdossiers en in voorkomend geval de documenten voor de oproepen tot het indienen van voorstellen ter goedkeuring aan de Commissie voor;
- e.
hij doet, in nauwe samenwerking met de Commissie, oproepen tot het indienen van inschrijvingen en in voorkomend geval oproepen tot het indienen van voorstellen;
- f.
hij neemt de inschrijvingen en in voorkomend geval de voorstellen in ontvangst en bezorgt de Commissie een kopie van de inschrijvingen, zit voor bij de opening daarvan en stelt het resultaat van de opening vast binnen de geldigheidstermijn van de inschrijvingen, rekening houdend met de voor de goedkeuring van het contract vereiste termijn;
- g.
hij nodigt de Commissie uit voor de opening van de inschrijvingen en in voorkomend geval de voorstellen en deelt haar het resultaat van de opening van de inschrijvingen en voorstellen mee, ter goedkeuring van de voorstellen inzake de gunning van opdrachten en de toekenning van subsidies;
- h.
hij legt de Commissie de contracten en programmaramingen ter goedkeuring voor evenals de toegevoegde clausules;
- i.
hij ondertekent de door de Commissie goedgekeurde contracten en toegevoegde clausules;
- j.
hij zorgt voor de betaalbaarstellingen en verstrekt de betalingsopdrachten binnen de grenzen van de hem toegekende kredieten;
- k.
hij neemt tijdens de uitvoering van de werkzaamheden alle vereiste aanpassingsmaatregelen voor een in economisch en technisch opzicht bevredigende uitvoering van de goedkeurde programma's en projecten.
2
Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden beslist de bevoegde ordonnateur, met kennisgeving aan de Commissie, over:
- a.
kleine technische wijzigingen en aanpassingen van de programma's en projecten voorzover deze geen wijziging brengen in de gekozen technische oplossingen en voorzover zij binnen de voorzieningen voor aanpassingen blijven die in de financieringsovereenkomst zijn opgenomen;
- b.
wijziging van de plaats van uitvoering om technische, economische of sociale redenen in geval van meervoudige programma's en projecten;
- c.
toepassing of kwijtschelding van boeten wegens tijdslimietoverschrijding;
- d.
akten betreffende ontheffing van borgtochten;
- e.
aankopen op de plaatselijke markt, ongeacht de oorsprong;
- f.
gebruik van bouwmateriaal en -werktuigen die niet van oorsprong uit de lidstaten of de ACS-staten zijn en waarvoor in de lidstaten en de ACS-staten geen vergelijkbare productie bestaat;
- g.
onderaannemingen;
- h.
definitieve opleveringen, mits de Commissie aanwezig is bij de voorlopige oplevering en de desbetreffende processen-verbaal voor gezien tekent en zo nodig tevens bij de definitieve oplevering, met name wanneer bij de voorlopige oplevering zodanige aanmerkingen zijn gemaakt dat aanzienlijke correcties nodig zijn;
- i.
aanwerving van consulenten en andere deskundigen voor technische bijstand.
Artikel 36. Hoofd van de delegatie
1
De Commissie wordt in elke ACS-staat of in elke regionale groep die daarom uitdrukkelijk verzoekt, met de goedkeuring van de betrokken ACS-staat of -staten, vertegenwoordigd door een delegatie die onder de leiding staat van het hoofd van de delegatie. Indien een hoofd van de delegatie wordt aangesteld bij een groep ACS-staten, worden passende maatregelen getroffen. Het hoofd van de delegatie vertegenwoordigt de Commissie op alle gebieden die onder haar bevoegdheid vallen en bij al haar activiteiten.
2
Het hoofd van de delegatie is de primaire gesprekspartner van de ACS-staten en instanties die uit hoofde van de Overeenkomst voor financiering in aanmerking komen. Hij werkt nauw samen met de nationale ordonnateur.
3
Het hoofd van de delegatie ontvangt de nodige instructies en bevoegdheden om alle activiteiten in het kader van de Overeenkomst vlot te laten verlopen.
4
Hj brengt op gezette tijden de nationale autoriteiten op de hoogte van activiteiten van de Gemeenschap die rechtstreeks van belang kunnen zijn voor de samenwerking tussen de Gemeenschap en de ACS-staten.
Artikel 37. Betalingen
1
Voor het verrichten van betalingen in de nationale valuta van de ACS-staten kunnen in de ACS-staten door en op naam van de Commissie in de valuta van één van de lidstaten of in euro uitgedrukte rekeningen worden geopend bij een gezamenlijk door de ACS-staat en de Commissie gekozen nationale financiële overheids- of semi-overheidsinstelling, die de functie van nationale betalingsgemachtigde uitoefent.
2
De nationale betalingsgemachtigde ontvangt geen vergoeding voor de door hem verleende diensten en over de deposito's is geen rente verschuldigd. De lokale rekeningen worden, op basis van een raming van de toekomstige liquiditeitsbehoeften en voldoende tijdig om verplichting tot vóórfinanciering door de ACS-staten of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau en vertragingen bij de betalingen te voorkomen, door de Gemeenschap van middelen voorzien in de valuta van een van de lidstaten of in euro.
3
Vervallen.
4
De betalingen worden door de Commissie uitgevoerd overeenkomstig de regels die door de Gemeenschap en de Commissie zijn vastgesteld, eventueel nadat de bevoegde ordonnateur de betaalbaarstelling en de betalingsopdracht heeft verricht.
5
Vervallen.
6
De procedures inzake betaalbaarstelling, betalingsopdrachten en betaling van de uitgaven moeten zijn afgewikkeld binnen een termijn van ten hoogste 90 dagen na de vervaldag. Uiterlijk 45 dagen vóór de vervaldag geeft de bevoegde ordonnateur opdracht tot betaling en stelt hij het hoofd van de delegatie daarvan in kennis.
7
Claims inzake betalingsachterstand komen ten laste van de eigen middelen van de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau en van de Commissie, elk voor het deel van de achterstand waarvoor zij overeenkomstig bovengenoemde procedures verantwoordelijk zijn.