Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/852 betreffende kwik, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1102/2008
Artikel 13 Opslag van kwikafval
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2022
- Bronpublicatie:
23-11-2022, PbEU 2022, L 328 (uitgifte: 22-12-2022, regelingnummer: 2022/2526)
- Inwerkingtreding
25-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2022, PbEU 2022, L 328 (uitgifte: 22-12-2022, regelingnummer: 2022/2526)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
1.
In afwijking van artikel 5, lid 3, onder a), van Richtlijn 1999/31/EG kan kwikafval tijdelijk worden opgeslagen in vloeibare vorm op voorwaarde dat aan de specifieke vereisten voor de tijdelijke opslag van kwikafval zoals vastgelegd in de bijlagen I, II en III bij die richtlijn is voldaan en dat die opslag gebeurt in bovengrondse inrichtingen die zijn bestemd en uitgerust voor de tijdelijke opslag van kwikafval.
De in de eerste alinea bedoelde afwijking is niet langer van toepassing met ingang van 1 januari 2026.
2.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 21 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van deze verordening door de toegestane periode voor de tijdelijke opslag van kwikafval zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, te verlengen met maximaal drie jaar.
3.
Alvorens permanent te worden verwijderd, wordt kwikafval omgezet en, indien bedoeld om te worden verwijderd in bovengrondse inrichtingen, omgezet en verhard.
Kwikafval dat is omgezet en, indien van toepassing, verhard, wordt alleen permanent verwijderd in de volgende inrichtingen voor permanente opslag die een vergunning hebben voor de verwijdering van gevaarlijk afval:
- a)
zoutmijnen die voor de permanente opslag van omgezet kwikafval geschikt zijn, of diepe, ondergrondse, harde rotsformaties die hetzelfde of een hoger niveau van veiligheid en insluiting bieden als deze zoutmijnen, of
- b)
bovengrondse inrichtingen die bestemd en uitgerust zijn voor de permanente opslag van omgezet en verhard kwikafval en die hetzelfde of een hoger niveau van veiligheid en insluiting bieden als de onder a) bedoelde inrichtingen.
De exploitanten van inrichtingen voor permanente opslag zorgen ervoor dat kwikafval dat is omgezet en, indien van toepassing, verhard, apart van ander afval en in partijen wordt opgeslagen in een verzegelde opslagruimte. Die exploitanten zorgen er ook voor dat de vereisten van Richtlijn 1999/31/EG, met inbegrip van de specifieke vereisten voor de tijdelijke opslag van kwikafval die zijn vastgesteld in het derde en vijfde streepje van punt 8 van bijlage I en in bijlage II bij die richtlijn, worden nageleefd ten aanzien van de inrichtingen voor permanente opslag.