Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 126 bis Blootstellingen met betrekking tot de verwerving, ontwikkeling en bebouwing van gronden
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025. De wijziging van lid 3 wordt toegepast vanaf 09-07-2024.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Aan een ADC-blootstelling wordt een risicogewicht van 150 % toegekend.
2.
Aan ADC-blootstellingen met betrekking tot niet-zakelijk vastgoed kan een risicogewicht van 100 % worden toegekend, mits de instelling solide initiërings- en monitoringnormen toepast die aan de vereisten van de artikelen 74 en 79 van Richtlijn 2013/36/EU voldoen en indien ten minste aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
juridisch bindende voorverkoop- of voorverhuurovereenkomsten, waarvoor de koper of huurder een aanzienlijk bedrag in contanten heeft gestort dat niet-restitueerbaar is bij ontbinding van de overeenkomst of indien de financiering op gelijkwaardige wijze wordt gewaarborgd, juridisch bindende verkoop- of verhuurovereenkomsten, ook indien de betaling in termijnen wordt uitgevoerd naarmate de bouwwerkzaamheden vorderen, vertegenwoordigen een aanzienlijk percentage van het totale aantal overeenkomsten;
- b)
de debiteur heeft een aanzienlijke equity-at-risk, die wordt weergegeven als een in verhouding tot de waarde bij voltooiing van het niet-zakelijke onroerend goed passend bedrag aan door de debiteur bijgedragen eigen vermogen.
3.
Uiterlijk op 10 juli 2025 vaardigt de EBA overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren uit tot nadere bepaling van de termen ‘storting van een aanzienlijk bedrag in contanten’, ‘op gelijkwaardige wijze gewaarborgde financiering’, ‘aanzienlijk percentage van het totale aantal overeenkomsten’, en ‘passend bedrag aan door de debiteur bijgedragen eigen vermogen’, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de kredietverlening door instellingen aan woningcorporaties of non-profit-verenigingen in de hele Unie die bij wet zijn geregeld en die bestaan om maatschappelijke doelen te dienen en huurders huisvesting voor langere termijn te bieden.